Artikelen bij COM(2025)186 - Wijziging van Verordening (EU) 2024/1348 wat betreft de vaststelling van een lijst van veilige landen van herkomst op het niveau van de Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Verordening (EU) 2024/1348 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 62, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. De landen waaraan de status van kandidaat-lidstaat voor lidmaatschap van de Unie is toegekend, worden op het niveau van de Unie als veilige landen van herkomst aangewezen, tenzij er sprake is van een van de volgende omstandigheden:

(a)er is een ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict in het land;

(b)er zijn beperkende maatregelen in de zin van het vijfde deel, titel IV, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgesteld naar aanleiding van het optreden van het land;

(c)volgens de meest recente jaarlijkse gemiddelde gegevens van Eurostat voor de hele Unie besluiten de bevoegde autoriteiten in meer dan 20 % van de gevallen om internationale bescherming te verlenen aan verzoekers uit het land, dat wil zeggen aan onderdanen van dat land of staatlozen die daar voorheen hun gewone verblijfplaats hadden.”;

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. De in bijlage II vermelde derde landen worden op het niveau van de Unie als veilige landen van herkomst aangewezen.”.

(2) Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:

(a)aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Artikel 59, lid 2, artikel 61, lid 2, en artikel 61, lid 5, punt b), zijn echter van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU).../... [tot wijziging van Verordening (EU) 2024/1348] wat betreft de toepassing van het begrip “veilig derde land” overeenkomstig de artikelen 36 en 37 van Richtlijn 2013/32/EU en het begrip “veilig land van herkomst” overeenkomstig artikel 38 van Richtlijn 2013/32/EU.”;

(b)aan lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De lidstaten kunnen artikel 42, lid 1, punt j), en artikel 42, lid 3, punt e), vóór 12 juni 2026 toepassen als gronden voor de versnelde behandelingsprocedure overeenkomstig artikel 31, lid 8, van Richtlijn 2013/32/EU of voor de procedure aan de grens of in transitzones overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2013/32/EU.”.

(3) De tekst in de bijlage bij deze Verordening wordt toegevoegd als bijlage II.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.