Artikelen bij COM(2025)245 - Standpunt EU tijdens de 18e vergadering van het Comité van de Partijen bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld over de aanneming van aanbevelingen en conclusies gericht tot tien staten die partij zijn, over hun uitvoering van dat verdrag met betrekking tot aangelegenheden die verband houden met de instellingen en het openbaar bestuur van de Unie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)245 - Standpunt EU tijdens de 18e vergadering van het Comité van de Partijen bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake het ... |
---|---|
document | COM(2025)245 ![]() ![]() |
datum | 13 mei 2025 |
Artikel 1
Het namens de Unie tijdens de 18e vergadering van het bij artikel 67 van het verdrag opgerichte Comité van de Partijen in te nemen standpunt houdt in dat geen bezwaar wordt gemaakt tegen de aanneming van de volgende handelingen:
(1) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Albanië [IC-CP(2025)2‑prov];
(2) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Oostenrijk [IC-CP(2025)3‑prov];
(3) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Denemarken [IC-CP(2025)4‑prov];
(4) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Finland [IC-CP(2025)5‑prov];
(5) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Monaco [IC-CP(2025)6‑prov];
(6) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Montenegro [IC-CP(2025)7‑prov];
(7) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Spanje [IC-CP(2025)8‑prov];
(8) aanbevelingen ter versterking van het vertrouwen door ondersteuning, bescherming en recht te verschaffen op basis van het Verdrag van Istanbul, gericht tot Zweden [IC-CP(2025)9‑prov];
(9) conclusies over de uitvoering van de door het Comité van de Partijen aangenomen aanbevelingen ten aanzien van San Marino [IC-CP(2025)10‑prov], en
(10) conclusies over de uitvoering van de door het Comité van de Partijen aangenomen aanbevelingen ten aanzien van Slovenië [IC-CP(2025)11‑prov].
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.