Artikelen bij COM(2025)281 - Europees oceaanpact - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)281 - Europees oceaanpact. |
---|---|
document | COM(2025)281 ![]() ![]() |
datum | 5 juni 2025 |
Brussel, 5.6.2025
COM(2025) 281 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Het Europees oceaanpact
Het Europees oceaanpact
De oceanen en zeeën zijn van cruciaal belang voor het leven op aarde, de welvaart, het concurrentievermogen, de veiligheid en een duurzame toekomst. De oceaan is van essentieel belang voor energie, gegevens en strategische hulpbronnen en voor de regulering van het klimaat op aarde.
De Europese Unie beheert ‘s werelds grootste collectieve maritieme gebied, met 25 miljoen km² exclusieve economische zones in haar lidstaten, ultraperifere 1 en overzeese gebieden. Met een kustlijn van ongeveer 70 000 km, waarbij 40 % van de bevolking op minder dan 50 km afstand van de zee woont, heeft de EU een zeer sterk belang bij maritieme aangelegenheden. Dankzij de ultraperifere gebieden van de Unie strekken haar zeegrenzen zich uit tot het Caribisch gebied, de Atlantische en de Indische Oceaan. De blauwe economie van de Unie ondersteunt rechtstreeks bijna 5 miljoen banen en draagt jaarlijks meer dan 250 miljard EUR aan bruto toegevoegde waarde bij tot de economie van de EU 2 . Ongeveer 74 % van de buitenlandse handel van de EU wordt vervoerd via zeeroutes en 99 % van het intercontinentale internetverkeer verloopt via onderzeese communicatiekabels.
Inmiddels gaat de gezondheid van onze oceaan achteruit door de cumulatieve gevolgen van klimaatverandering, verontreiniging en de overexploitatie van mariene hulpbronnen. Deze uitdagingen voor het milieu worden nog verergerd door toenemende geopolitieke spanningen, die niet alleen de bestuurlijke samenwerking bemoeilijken, maar ook een bedreiging voor onze veiligheid vormen. De vrije scheepvaart en de handelingsvrijheid op zee komen steeds meer onder vuur te liggen en kritieke maritieme infrastructuur wordt bedreigd. Hybride dreigingen en cyberaanvallen malen niet om grenzen en evenmin om de veiligheid op zee. De bescherming van de Europese grenzen en infrastructuur is een prioriteit geworden.
Om al deze uitdagingen aan te gaan en het leiderschap van Europa in het oceaanbeleid te versterken, bouwt het Europees oceaanpact voort op bestaande wetgeving en initiatieven en zal het voor het eerst zorgen voor een holistische aanpak op alle beleidsterreinen. Met het pact wordt één enkel referentiekader ingevoerd dat gericht is op het stroomlijnen van de coördinatieprocessen, het vereenvoudigen van de rapportageverplichtingen en het voorzien in een strategie voor een coherentere uitvoering van de bestaande wetgeving en verwezenlijking van beleidsdoelstellingen in alle sectoren. Het legt de basis voor een oceaanunie, met inbegrip van een oceaanwet die voortbouwt op de bestaande richtlijn maritieme ruimtelijke ordening, en benut het enorme potentieel van de oceaan voor de veerkracht, voedselsoevereiniteit, energievoorziening, veiligheid en het concurrentievermogen van Europa. Dankzij het pact zal ook de samenwerking met internationale initiatieven worden versterkt.
Aan de hand van het pact zullen zes prioriteiten worden ondersteund:
·de gezondheid van de oceanen beschermen en herstellen;
·het duurzame concurrentievermogen van de blauwe economie stimuleren;
·kust- en eilandgemeenschappen en ultraperifere gebieden ondersteunen;
·onderzoek, kennis, vaardigheden en innovatie in verband met oceanen bevorderen;
·de maritieme veiligheid en defensie verbeteren als eerste voorwaarde;
·de oceaandiplomatie van de EU en internationale, op regels gebaseerde governance versterken.
Het pact is gericht op een holistische aanpak en samenwerking tussen de lidstaten, regio’s en relevante belanghebbenden, onder wie vissers, professionals van de blauwe economie, innovatoren, investeerders, wetenschappers en het maatschappelijk middenveld. Het oceaanpact zal worden geactualiseerd naarmate de behoeften evolueren.
1. Een versterkt governancekader
Er is een sterk governancekader nodig om acties op Unie-, regionaal, nationaal en lokaal niveau in de verschillende zeebekkens op elkaar af te stemmen, waarbij zowel EU- als niet-EU-landen betrokken zijn.
1.1. Verwezenlijking van doelstellingen met betrekking tot de oceanen
Naast rechtstreeks relevante wetgeving, zoals de verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, de kaderrichtlijn mariene strategie of de richtlijn maritieme ruimtelijke ordening, zijn in de EU-wetgeving en het EU-beleid een breed scala aan bindende en ambitieuze doelstellingen inzake het behoud en duurzaam beheer van de oceanen vastgesteld. Versterkte governance moet de verwezenlijking van die doelstellingen vergemakkelijken en ervoor zorgen dat de bestaande wetgeving op coherente wijze wordt gehandhaafd.
Figuur: een selectie van bindende streefdoelen met betrekking tot de oceanen in EU-wetgeving.
Op basis van een raadpleging van de relevante belanghebbenden zal de Commissie tegen 2027 een “oceaanwet” voorstellen die zal voortbouwen op een herziening van de richtlijn maritieme ruimtelijke ordening. De wet zal zijn gericht op het versterken en moderniseren van de maritieme ruimtelijke ordening als strategisch instrument dat de prioriteiten van het oceaanpact en de uitvoering ervan zal bevorderen, met name aan de hand van een sterkere sectoroverschrijdende coördinatie op nationaal niveau en een beter georganiseerde aanpak op het niveau van de zeebekkens. In de wet zal worden verwezen naar relevante doelstellingen, zodat deze onder één koepel kunnen worden geïdentificeerd, wat de coherente en doeltreffende verwezenlijking ervan zal vergemakkelijken.
De Commissie zal ook werken aan een vereenvoudiging en synchronisatie van de rapportageverplichtingen met betrekking tot de oceanen zoals die in bestaande wetgeving aan de lidstaten zijn opgelegd, met als doel de juridische duidelijkheid en beleidscoherentie te vergroten en tegelijkertijd de administratieve lasten te verminderen. Ook zal zij nagaan hoe de uitvoering van oceaangerelateerde verplichtingen kan worden ondersteund.
Om de voortgang met betrekking tot de relevante indicatoren en doelstellingen van het pact te monitoren en daarover verslag uit te brengen, zal de Commissie een openbaar ”dashboard voor het oceaanpact van de EU” opzetten, dat als input dient voor een regelmatig verslag over de stand van zaken van het oceaanpact, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande verslagen en middelen, zoals de EU-waarnemingspost voor de blauwe economie, digitale instrumenten en rekening houdend met het eenmaligheidsbeginsel.
Nauwe samenwerking met relevante belanghebbenden over alle oceaangerelateerde beleidsmaatregelen zal van cruciaal belang zijn. De Commissie zal, geïnspireerd door de Europese Raad voor landbouw en voedsel, een Oceaanraad op hoog niveau oprichten, die bestaat uit vertegenwoordigers van relevante oceaangerelateerde sectoren. Deze raad zal een belangrijke rol vervullen als ondersteuning van de Commissie bij haar taak als toezichthouder op de doeltreffende uitvoering van het oceaanpact.
1.2. Samenwerking op regionaal niveau
Het toenemende aantal maritieme activiteiten — onder meer offshore-energie, visserij en aquacultuur, scheepvaart, recreatie en kusttoerisme — zet de beperkte oceaanruimte onder druk. Hoewel voor sommige activiteiten specifieke gebieden nodig zijn, is in de toekomst een beter gecoördineerde planning noodzakelijk waarbij een evenwicht wordt gevonden tussen individueel en gedeeld gebruik van de zee binnen haar ecologische grenzen en instandhouding, het naast elkaar bestaan van verschillende maritieme activiteiten wordt bevorderd en voorrang wordt gegeven aan inclusie, billijkheid en solidariteit.
De EU heeft regionale samenwerking op het gebied van visserij, de bredere blauwe economie en milieubescherming ondersteund via regionale kaders, zoals de regionale organisaties voor visserijbeheer en regionale zeeverdragen, die van cruciaal belang zijn voor de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) en de kaderrichtlijn mariene strategie. Vier initiatieven met betrekking tot zeebekkens hebben ook bijgedragen tot de bevordering van de duurzame blauwe economie. Daarnaast hebben flexibele samenwerkingskaders zoals de Unie voor het Middellandse Zeegebied, het Oostelijk Partnerschap en regionale samenwerking in het Zwarte Zeebekken deze inspanningen versterkt.
De EU moet de verschillende samenwerkingsverbanden op een meer synergetische manier naar een hoger niveau tillen om het gebruik van haar mariene ruimte te optimaliseren. Praktijken en gebieden voor meervoudig gebruik met offshore-windenergie, met andere schone-energietechnologieën, instandhoudings- en herstelpraktijken, visserij of duurzame aquacultuur zijn veelbelovende mogelijkheden voor de toekomst.
Met het aanstaande voorstel voor een “oceaanwet” zullen de lidstaten worden aangemoedigd om van een nationale aanpak over te stappen op een aanpak op het niveau van de zeebekkens. In dit verband zullen zij worden gestimuleerd om, via bestaande regionale samenwerkingsinstanties en aan de hand van macroregionale strategieën van de EU, samen te werken met buurlanden en om voort te bouwen op de gidsprojecten op het niveau van zee- en rivierbekkens in het kader van de EU-missie “Onze oceanen en wateren herstellen”.
In aanvulling op de “oceaanwet” zal bijzondere aandacht gaan naar:
-de Oostzee als dringende prioriteit: de Commissie zal in 2025 onder de noemer “Onze Oostzee” een evenement op hoog niveau organiseren als uitgangspunt voor een vernieuwde, holistische aanpak om uitdagingen op het gebied van ecosystemen en verontreiniging afkomstig van land en zee aan te pakken, de veiligheid, het milieu- en visserijbeheer te versterken en kustgemeenschappen te ondersteunen, in samenwerking met de EU-strategie voor het Oostzeegebied en bestaande regionale instanties;
-de nieuwe strategische aanpak van de Zwarte Zee, met een toekomstgericht beleidskader dat regionale uitdagingen moet aanpakken via wederzijds voordelige partnerschappen. De mededeling, die in mei 2025 is vastgesteld 3 , omvat acties die zijn toegespitst op: 1) het uitbreiden van veiligheid, stabiliteit en veerkracht; 2) het stimuleren van duurzame groei en welvaart, met inbegrip van bevordering van de blauwe economie; 3) het bevorderen van milieubescherming, veerkracht en paraatheid voor klimaatverandering, bescherming van burgers — met bijzondere nadruk op kustgebieden;
-het nieuwe pact voor het Middellandse Zeegebied, dat de weg zal effenen naar een gemeenschappelijke ruimte van vrede, welvaart en stabiliteit in het Middellandse Zeegebied, voortbouwend op de grondslagen van de Agenda 2021 voor het Middellandse Zeegebied. De Commissie zal, in samenwerking met de Unie voor het Middellandse Zeegebied, de ontwikkeling ondersteunen van een strategie voor de blauwe economie in het oostelijke Middellandse Zeegebied, waarvoor momenteel geen specifieke samenwerkingsstructuur bestaat, gebaseerd op de opzet van het Initiatief voor de duurzame ontwikkeling van de blauwe economie in het westelijke Middellandse Zeegebied (WestMED) en in samenwerking met bestaande regionale instanties;
-het noordpoolgebied, met name de Noordelijke IJszee, die van essentieel belang is voor het mondiale klimaat en de mariene biodiversiteit, veiligheid en connectiviteit: het EU-beleid inzake het noordpoolgebied dient als model voor de oceaandiplomatie van de EU, voor haar samenwerking, multilateralisme en duurzame ontwikkeling van de blauwe economie. De Commissie zal blijven samenwerken met Groenland, de Faeröer, IJsland en Noorwegen om de EU-normen te handhaven en beste praktijken wereldwijd uit te wisselen.
De Commissie zal voorrang geven aan stabiele en voorspelbare toegang tot alle naburige wateren, waarbij een eerlijk en rechtvaardig gebruik van de mariene hulpbronnen wordt gewaarborgd.
1.3. Ontsluiting van financiële steun
Oceaanfinanciering
Voor de initiatieven in het kader van het oceaanpact zijn investeringen en financiering uit particuliere en publieke bronnen nodig. Een geïntegreerde aanpak van de financiering en beleidsmaatregelen die relevant zijn voor de oceanen zal een breed scala aan elementen bestrijken: de instandhouding van mariene biologische hulpbronnen als een van de vijf exclusieve bevoegdheden van de EU, het herstel van mariene biodiversiteit, het beheer van visserijen en duurzame aquacultuuractiviteiten en de innovatie die daarin plaatsvindt, de activiteiten inzake de uitvoering van het GVB, kennis van de oceanen, maritieme veiligheid, voedselzekerheid, de ontwikkeling en opschaling van een concurrerende en duurzame blauwe economie, met inbegrip van offshore- en oceaanenergie, biotechnologie en ontzilting, de vrijwaring van cultureel erfgoed onder water, de ondersteuning van andere sectoren en industrieën van de blauwe economie met het oog op klimaatneutraliteit, de uitrol van slimme oplossingen alsook de ondersteuning van maritieme ruimtelijke ordening.
De lidstaten worden aangemoedigd om een gedeelte van de inkomsten die zij ontvangen uit het EU-emissiehandelssysteem (ETS) — waarin nu ook emissies afkomstig van het zeevervoer zijn opgenomen — te gebruiken om te investeren in de decarbonisatie van de maritieme sector, onder meer door de energie-efficiëntie van schepen, havens, innovatieve technologieën en infrastructuur te verbeteren.
Investeren in de blauwe economie en innovatie
Europese start-ups en scale-ups die innovaties in de blauwe economie stimuleren, worden geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen, zoals beperkte toegang tot risicokapitaal en belemmeringen op het niveau van de regelgeving. Uit ramingen blijkt dat kmo’s in de blauwe economie in de EU te kampen hebben met een financieringstekort van 60 tot 70 miljard EUR 4 . De EU-middelen op zich zouden niet volstaan om deze investeringskloof te dichten. Het is dan ook van groot belang om publieke en particuliere bronnen te combineren.
Het InvestEU-programma van de Europese Commissie, dat voorziet in een garantie die door de EIB, nationale stimuleringsbanken en multilaterale financieringsinstellingen wordt benut, trekt particuliere investeringen aan die een breed scala van investeringen in de blauwe economie ondersteunen tijdens verschillende stadia van die investeringen. De desbetreffende investeringen hebben indicatief betrekking op zowel technologieën en milieuduurzame oplossingen als hernieuwbare offshore-energie, de vergroening van havens en de scheepvaart, aquacultuur, kustontwikkeling, toerisme en circulaire economie. Het programma omvat tevens investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie betreffende strategische oceaan- en satelliettechnologieën, digitalisering, AI-toepassingen, geavanceerde fabricagemethoden en onderwaterrobotica. Tot dusver heeft InvestEU investeringen ter waarde van meer dan 15 miljard EUR ondersteund. In de toekomst zal InvestEU gedurende de resterende programmeringsperiode investeerbare blauwe-economieprojecten blijven ondersteunen met financiering en advies.
Het BlueInvest-platform speelt een centrale rol in de inspanningen van de EU ter ondersteuning van de blauwe economie. Het is de bedoeling om tegen 2028 meer dan 1 miljard EUR aan publieke en particuliere investeringen beschikbaar te stellen. Het platform ondersteunt onder meer durfkapitaalfondsen die zich richten op projecten in het kader van de blauwe economie via de eigenvermogensproducten van InvestEU in het kader van het Europees Investeringsfonds. Tegelijkertijd versnelt BlueInvest de bedrijfsgroei voor Europese kmo’s en start-ups door hen te voorzien van capaciteitsopbouw, investeringsparaatheid en steun voor fondsenwerving 5 . Met de vernieuwde focus van het oceaanpact op de blauwe economie zal de financiering en de ondersteuning in de vorm van advies in het kader van BlueInvest worden geïntensiveerd.
De nieuwe EU-strategie voor start-ups en scale-ups 6 die tot doel heeft van de EU de beste plek ter wereld te maken voor het opstarten en opschalen van door technologie aangestuurde bedrijven, zal ook blauwe technologie bestrijken. Deze strategie zal met name ten goede komen aan de blauwe economie dankzij vereenvoudiging van de regelgeving, waaronder via het “28e regime” 7 , steun voor innovatie, het verwerven van talent en de ontwikkeling van vaardigheden, alsook integratie met bredere EU-initiatieven.
Het thematisch platform voor slimme specialisatie voor een duurzame blauwe economie zal verder worden ontwikkeld als instrument om innovatie-ecosystemen in de lidstaten en regio’s te bevorderen en investeringen in innovatie aan te trekken zodat het concurrentievermogen van de sectoren van de blauwe economie impulsen krijgt.
De Commissie zal blijven samenwerken met de Europese Investeringsbank Groep en andere uitvoerende partners van InvestEU om particuliere investeringen efficiënt te gebruiken en om de risico’s van particulier kapitaal te verminderen, door onder meer:
-de veerkracht van de kustgemeenschappen te verbeteren en ecologische, klimaatgerelateerde, economische en sociale voordelen te bieden, aan de hand van EU-financiering via structuur- en cohesiefondsen, alsook uit Horizon, waaronder de programma’s van de “Missie Oceaan” en EIB-leningen;
-verdere investeringen in oceaaninnovatie aan te trekken, door een initiatief voor het in kaart brengen van investeringen te lanceren waarmee financiële oplossingen zullen worden aangewezen die de uitrol van nieuwe technologieën in de blauwe economie versnellen;
-ondersteuning in de vorm van advies in het kader van het initiatief Blue Champions te verbeteren om de investeringsparaatheid te doen toenemen en te zoeken naar financiële oplossingen voor oceaangerelateerde innovatoren en voor een versnelde uitrol van nieuwe technologieën en resultaten van de wetenschap.
Vlaggenschipacties — governance:
-Oceaanwet
-Dashboard van het EU-oceaanpact
-Oceaanraad
Financiering
-De veerkracht van de kustgemeenschappen verbeteren aan de hand van EU-financiering en EIB-leningen
-De financiële steun en de ondersteuning in de vorm van advies in het kader van BlueInvest intensiveren
2. Geïntegreerde aanpak voor de gezondheid en duurzaamheid van de oceanen
Er zijn belangrijke EU-doelstellingen vastgesteld en EU-initiatieven hebben geleid tot betere gezondheid van de oceanen. Het mariene milieu blijft echter achteruitgaan en de oceaan en de diversiteit van het leven die erdoor wordt ondersteund, blijven kwetsbaar. Koraalriffen bijvoorbeeld — waar een kwart van alle mariene soorten leven — worden steeds meer getroffen door de opwarming van de wateren en de veranderende chemie van de oceanen, waardoor hun veerkracht verzwakt. Veel mariene habitats en marien cultureel erfgoed, van zeegrasvelden tot mangroven, staan nog steeds onder de druk die het gevolg is van menselijke activiteiten op zee en in het binnenland die bijdragen tot de klimaatverandering. De gezondheid van de oceanen verbeteren en in stand houden, vergt inzet, innovatie en samenwerking op alle niveaus, ook het mondiale 8 .
In deze mededeling worden acties voorgesteld op basis van vier kernbeginselen: een benadering van bron tot zee om verontreiniging aan te pakken; een voorzorgsbeginsel; een wetenschappelijk onderbouwde benadering van beleidsbeslissingen; en een ecosysteemgerichte aanpak.
2.1. De oceaan als bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering
De oceaan is de grootste koolstofput op onze planeet en absorbeert 30 % van de antropogene koolstofemissies. Hij speelt een cruciale rol bij het reguleren van het klimaat, het vastleggen van koolstof en het beperken van de klimaatverandering. Deze capaciteit wordt bedreigd door stijgende temperaturen, verlies aan biodiversiteit, verzuring en zuurstofverlies.
Het herstel van mariene ecosystemen en van de biodiversiteit kan op zijn beurt bijdragen tot het afremmen van de opwarming van de aarde doordat hierdoor de koolstofafvangfunctie van de oceaan wordt versterkt. De opwarming en verzuring van de oceanen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door koolstofemissies als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen. Om de opwarming en verzuring van de oceanen tegen te gaan, is het dan ook van essentieel belang onze klimaatdoelstellingen te verwezenlijken en klimaatdiplomatie aan te gaan om andere grote uitstoters ertoe aan te zetten de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Daarnaast draagt de productie van hernieuwbare energie op zee bij tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen die anders de opwarming van de oceanen zou veroorzaken en de gezondheid en welvaart van de oceanen in gevaar zou brengen en vermindert ze de Europese afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, ook de brandstoffen die uit de zeebodem worden gehaald, met het oog op de risico’s op de maritieme ecosystemen waaronder de zeebodem, en versterkt ze de energieveiligheid en -soevereiniteit van de EU overeenkomstig de EU-doelstelling voor klimaatneutraliteit.
De Commissie zal de lidstaten ondersteunen bij de planning en uitvoering van maatregelen om aangetaste kust- en mariene habitats te herstellen en zo het wettelijk bindende streefdoel in het kader van de verordening natuurherstel te halen om uiterlijk in 2030 minstens 20 % van het zeeoppervlak en uiterlijk in 2050 alle te herstellen ecosystemen te bestrijken.
De Commissie zal kustgemeenschappen ondersteunen om nieuwe verdienmodellen uit te werken die zowel de natuur als de mensen ten goede komen, waaronder de Europese blauwekoolstofreserves, rekening houdend met de richtlijnen van het UNFCCC 9 .
2.2. Bescherming en herstel van het mariene leven en essentiële ecosysteemdiensten van de oceaan
Druk op de oceaan schaadt mariene ecosystemen en biodiversiteit en is van invloed op kustgemeenschappen, visserij en andere activiteiten op zee.
Beschermde mariene gebieden
Een netwerk van goed verbonden en doeltreffend beheerde beschermde mariene gebieden speelt een cruciale rol bij de bescherming en het herstel van ecosystemen en gehele voedselketens en ondersteunt kustgemeenschappen en vissers door bij te dragen tot het herstel van het mariene leven. De EU heeft haar netwerk van beschermde mariene gebieden uitgebreid tot 12,3 % van haar wateren, maar de lidstaten worden aangemoedigd vaart te zetten achter de inspanningen om te voldoen aan de doelstelling van de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 om 30 % van haar zeeën wettelijk te beschermen en 10 % ervan strikt te beschermen. Daartoe moeten voor elk beschermd marien gebied beheerplannen worden voorgesteld, die uitgaan van wetenschappelijk bewijs, worden uitgewerkt met de betrokkenheid van alle lokale belanghebbenden, met inbegrip van vissers, en waarin de specifieke kenmerken van de betrokken beschermde mariene gebieden in ecologisch belangrijke gebieden aan de orde worden gesteld. In die context moeten per geval visserijtechnieken worden aangewezen die stroken met het behoud van de bedoelde soorten en habitats in de betrokken beschermde mariene gebieden.
De Commissie zal dan ook werken aan de doeltreffende uitvoering en handhaving van de bestaande EU-wetgeving, met name de vogel- en de habitatrichtlijn, de kaderrichtlijn mariene strategie en de verordening natuurherstel, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van nieuwe technologieën, bedoeld om toezicht en monitoring te vergemakkelijken.
Duurzaam beheer van mariene activiteiten
Buiten de beschermde mariene gebieden is een ecosysteemgerichte aanpak van het beheer van activiteiten op zee en van de activiteiten op het land die van invloed zijn op de zee van cruciaal belang, zoals aangegeven in de kaderrichtlijn mariene strategie, om schone, gezonde en productieve zeeën tot stand te brengen en uiteindelijk een “goede milieutoestand” 10 voor alle mariene wateren van de EU te bereiken.
Ondanks de vorderingen is uit een recente evaluatie van de kaderrichtlijn mariene strategie 11 gebleken dat verdere stappen noodzakelijk zijn om de goede milieutoestand in alle elf descriptoren van de kaderrichtlijn mariene strategie volledig te verwezenlijken, waaronder het verhogen van de financiële investeringen om de nodige maatregelen uit te voeren. De Commissie zal de kaderrichtlijn mariene strategie herzien om sneller te vorderen bij de verwezenlijking van de milieudoelstellingen, de uitvoering te vereenvoudigen en de administratieve lasten in verband met de rapportage en het gegevensbeheer te verminderen.
Bestrijding van zee- en zoetwaterverontreiniging
Mariene en kustecosystemen worden geconfronteerd met aanzienlijke bedreigingen van verontreiniging, met inbegrip van nutriënten afkomstig van activiteiten op het land en op zee: afvloeiing in de landbouw, chemische verontreinigende stoffen, kunststoffen en microplastics. Maatregelen moeten daarom de gehele watercyclus op het land en op zee aanpakken. Om verontreiniging vanaf het land tegen te gaan, zal de Commissie via de strategie voor waterweerbaarheid een benadering van bron tot zee versterken en kustgemeenschappen ondersteunen bij de bestrijding van verontreiniging op het land, waarbij zij hun rol als poortwachters tussen landvervuiling en de aantasting van mariene ecosystemen erkent.
Voortbouwend op de vereisten om de verontreiniging te verminderen met het oog op het bereiken van de goede milieutoestand van de zeeën in de EU, bevat het EU-actieplan om de verontreiniging tot nul terug te brengen ambitieuze streefdoelen, zoals een vermindering van plastic zwerfvuil in de oceaan met 50 % en een beperking van nutriëntenverliezen met 50 % tegen 2030, sterk ondersteund met financiering van Horizon Europa, waaronder de missie “Onze oceanen en wateren herstellen”. De Commissie wijst erop dat de lidstaten de mogelijkheid hebben om in het kader van de nationale programma’s van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur actieve of passieve regelingen voor het verzamelen van zwerfvuil op zee te ondersteunen.
Een doeltreffend beheer van nutriënten en een aanzienlijke beperking van de verontreiniging die onder meer aan microplastics, PFAS en andere scheikundige stoffen is toe te schrijven, zijn van essentieel belang om de gezondheid van de oceaan te versterken. De Commissie zal ook onderzoek en innovatie op het gebied van nutriëntenbeheer, microplastics en andere verontreinigende stoffen blijven financieren. Bovendien zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid duurzame landbouw blijven stimuleren, onder meer om overtollige nutriënten te helpen verminderen.
Wat de mariene verontreiniging betreft, blijft het zeevervoer een van de belangrijkste bronnen die bijdragen tot emissies, lozingen, afval en onderwatergeluid. Transformatieve veranderingen in het zeevervoer in de richting van klimaatneutraliteit en nulverontreiniging kunnen de gevolgen voor het mariene leven beperken en het concurrentievermogen van de EU helpen behouden en vergroten 12 . Hoewel de bestaande wetgeving de verontreiniging door schepen heeft verminderd, zijn verdere maatregelen nodig om lozingen in lucht en water tegen te gaan en het lekken van kunststofpellets te voorkomen 13 .
De Commissie zal daarom:
-CleanSeaNet 14 verbeteren zodat het de lidstaten kan waarschuwen voor meer soorten verontreinigende stoffen van schepen, zoals afvalwater, afval en verloren containers. De lidstaten moeten de verificatieprocessen en de toegankelijkheid van gegevens verder ontwikkelen; voortbouwend op de werkzaamheden die de EU conform de kaderrichtlijn mariene strategie op het gebied van onderwatergeluid heeft verricht, steun verlenen aan de High Ambition Coalition for a Quiet Ocean door ambitieuze en praktische oplossingen te bevorderen die de oceaan weer stiller zullen maken;
-samenwerken met partners om te zorgen voor volledige uitvoering van besluiten van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om vervuiling van vervoer over zee terug te dringen.
Vlaggenschipacties 15 :
-De kaderrichtlijn mariene strategie herzien
-Europese blauwekoolstofreserves en nieuwe verdienmodellen voor kustgemeenschappen
-De lidstaten ertoe aanmoedigen beschermde mariene gebieden aan te wijzen en te beheren
3. Impulsen geven voor de duurzame blauwe economie met het oog op een groter concurrentievermogen
De blauwe economie van de EU is een krachtbron die economische mogelijkheden en transformatiepotentieel in zich draagt. Zij vormt een integraal onderdeel van de bredere industriële en veiligheidsstrategie van Europa en omvat i) traditionele sectoren in de visserij, de aquacultuur, de scheepvaart en het kusttoerisme; ii) nieuwe en opkomende sectoren op het gebied van hernieuwbare energie, blauwe biotechnologie, onderwaterrobotica en oceaanobservatie; en iii) mondiale kampioenen in oceaantechnologie, aangestuurd door onderzoek en innovaties op het gebied van AI, cleantech en deep tech. Een regeneratieve blauwe economie die de oceaan herstelt en tegelijkertijd ontwikkeling, sociale inclusie en rechtvaardigheid bevordert, houdt in dat de mariene hulpbronnen en de natuurlijke systemen van de oceaan nieuw leven wordt ingeblazen.
Overeenkomstig het kompas voor concurrentievermogen en de Clean Industrial Deal moet de EU haar concurrentievermogen versterken en de strategische transities in de traditionele en opkomende sectoren van de blauwe economie versnellen, met bijzondere aandacht voor decarbonisatie en de opschaling van innovatie. Dit betekent dat onze visserij- en aquacultuursector ondersteuning moeten krijgen, met inbegrip van een betere nuttige toepassing van afval uit aquatische biomassa, de versnelde uitrol van schone blauwe technologieën, de ondersteuning van verdienmodellen die ecosystemen en biodiversiteit in de oceaan in stand houden of herstellen — door middel van op de natuur gebaseerde oplossingen en koolstofnegatieve producten — en de creatie van de juiste voorwaarden voor schone groei. Om dit te bereiken, is een slimme mix van overheidsfinanciering, particuliere investeringen, faciliterende regelgeving, ontwikkeling van vaardigheden, kennisdeling, onderzoek en innovatie en doeltreffende maritieme ruimtelijke ordening nodig.
3.1. Ondersteuning van de visserij- en aquacultuursector met het oog op duurzame aquatische levensmiddelen, voedselzekerheid en -soevereiniteit
De visserij en de aquacultuur zijn van vitaal belang voor de voedselvoorziening en de voedselzekerheid. Toch wordt 70 % van de aquatische levensmiddelen die momenteel in de EU worden geconsumeerd, ingevoerd 16 . Als aanvulling op de visie voor landbouw en voedsel zullen de uitgebreide evaluatie en mogelijke herziening van het GVB, die ook betrekking hebben op de gemeenschappelijke marktordening (GMO), en de Visie 2040 voor visserij en aquacultuur belangrijke mijlpalen zijn. Deze evaluatie zal ervoor zorgen dat de visserij en de aquacultuur, met inbegrip van de verwerkende sector, hun concurrentievermogen en veerkracht verbeteren en een stabiele voorziening voor de EU-markt waarborgen met behoud van een op ecosystemen gebaseerde aanpak van visserijbeheer. Zij zal leiden tot samenwerking met de lidstaten om visserijactiviteiten toekomstbestendig en duurzamer te maken door selectiviteit van het vistuig, onder meer door innovatie, en vermindering van de negatieve effecten op het mariene ecosysteem door bijvangst van gevoelige mariene soorten tot een minimum te beperken en waar mogelijk te vermijden. Het is belangrijk dat de EU-beginselen inzake duurzaamheid overal ter wereld worden bevorderd om aldus de duurzaamheid van de invoer te versterken en een gelijk speelveld te waarborgen, zoals nader toegelicht in hoofdstuk 7.
De Commissie zal het volgende voorstellen:
-Maatregelen die gericht zijn op het koolstofvrij maken en moderniseren van de vissersvloot, ondersteund door het partnerschap voor de energietransitie voor de visserij- en aquacultuursector 17 .
-Steun voor kleinschalige visserij wordt beschouwd als een prioriteit. Relevante maatregelen zijn onder meer de publicatie van een vademecum met beste praktijken die de lidstaten kunnen gebruiken bij de toewijzing van vangstmogelijkheden om de transparantie te verbeteren en duurzame visserij te bevorderen, en een specifieke dialoog over de uitvoering. De Commissie zal ook de oprichting van een speciale adviesraad overwegen.
-De oprichting van een EU-initiatief voor duurzame aquacultuur, waarbij de autoriteiten van de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector, andere belangengroepen, onderzoeks- en innovatie-instellingen, business accelerators en financiële instellingen worden betrokken. Het initiatief zal de samenwerking verbeteren door streefdoelen te definiëren en maatregelen vast te stellen, waaronder de ontwikkeling van projecten die gericht zijn op het meervoudige gebruik van de maritieme ruimte.
-De Europese algenproductie opschalen, onder meer aan de hand van de nieuwe strategie voor de bio-economie die eind 2025 zal worden vastgesteld, de lancering van een innovatie-initiatief voor de blauwe bio-economie tegen 2027 en het bepalen van vrijwillige streefdoelen voor de groei van de algenproductie in de EU.
-Een specifiek beleidsinitiatief voor de aanpak van het probleem met uitheemse soorten die een bedreiging vormen voor de visserij en de aquacultuur, met inbegrip van mogelijkheden om deze soorten te gebruiken wanneer zij reeds te zeer verspreid zijn.
-Een document met richtsnoeren voor het beheer van roofdieren, in het kader van de uitvoering van de strategische richtsnoeren voor aquacultuur.
-De evaluatie van de GMO-verordening zal een beoordeling omvatten van de doeltreffendheid van de huidige etiketteringsvoorschriften, met inbegrip van het toepassingsgebied van de betrokken producten, hun oorsprong en de kanalen waarlangs zij worden verkocht, zoals supermarkten, viswinkels en restaurants.
-Een EU-brede campagne in 2027 over de voordelen en de toegevoegde waarde van in de EU geproduceerde en duurzame “aquatische voeding”.
-Maatregelen die zorgen voor de duurzaamheid van visserijbeheer en een gelijk speelveld voor Europese vissers wereldwijd (zie punt 7).
-De evaluatie en mogelijke herziening van de GVB-verordening.
-Ondersteuning voor de sociale dimensie van de visserij- en de aquacultuursector (zie punt 3).
3.2 Versterking van de maritieme industriële basis en havens van de EU als kritieke knooppunten
De Europese maritieme productiebasis is essentieel voor de strategische autonomie, welvaart en veiligheid van de EU. Europese scheepswerven, leveranciers en technologieaanbieders beschikken over de deskundigheid om hoogwaardige vaartuigen te bouwen en om technologie voor hernieuwbare offshore-energie te ontwikkelen. Om dit concurrentievoordeel te behouden en het voortouw te nemen bij de wereldwijde transitie naar schone technologie, zal de Commissie een industriële maritieme strategie ontwikkelen.
De EU-havens zijn strategische troeven voor concurrentievermogen en veiligheid, aangezien zij fungeren als toegangspoort voor de wereldhandel, de interne markt, in het bijzonder als hubs voor de Europese maritieme ruimte 18 en de militaire en civiele mobiliteit. Vele havens ontwikkelen zich tot hubs voor decarbonisatie, circulariteit en innovatie in de waardeketens, waarbij industriële clusters worden ondersteund. Om deze functie te versterken, zal de Commissie een nieuwe strategie voor de EU-havens vaststellen.
Een snellere decarbonisatie van de scheepvaartsector van de EU om onze klimaatdoelstellingen te halen, vereist de robuuste uitvoering van de recente ETS, ons prijsmechanisme voor broeikasgassen, naar de scheepvaart. Dit vereist ook de uitvoering van FuelEU Maritime, een cruciale maatregel om de broeikasgasintensiteit van brandstoffen te verminderen, om investeringen te stimuleren, infrastructuur voor alternatieve brandstoffen in havens te ontwikkelen en coördinatie-inspanningen in de hele toeleveringsketen op gang te brengen om schaalvoordelen te realiseren. De EU dringt aan op ambitieuze mondiale maatregelen binnen de IMO om een gelijk speelveld op mondiaal niveau te waarborgen. Het onlangs vastgestelde IMO-nettonulkader is een belangrijke stap om de hele industriesector koolstofvrij te maken. Het ondersteunen van de digitalisering van maritieme activiteiten, het investeren in groene technologieën en het bevorderen van de ontwikkeling van groene vaardigheden zullen een even essentiële rol spelen bij het waarborgen van de duurzaamheid en het aanpassingsvermogen van de maritieme sector op de lange termijn.
Aanzienlijke investeringen in de productie van alternatieve brandstoffen, energie-infrastructuur, walstroom en het gebruik en de integratie aan boord van nieuwe schone technologie zijn van cruciaal belang om veerkracht, decarbonisatie, innovatie en concurrentievermogen in de sector te stimuleren.
3.3. Verdere versterking van de blauwe-economiesectoren
Technologieën voor windenergie op zee en oceaanenergie zijn belangrijke troeven om de klimaatdoelstellingen te verwezenlijken, de energiezekerheid te vergroten en betaalbare energie te leveren die het concurrentievermogen van de industrie in alle industriesectoren en lidstaten ondersteunt. Een snellere uitrol vereist aanzienlijke investeringen in netwerkinfrastructuur, met inbegrip van grensoverschrijdende offshore-transmissie- en energietechnologieën, naast betere regionale samenwerking en oplossingen voor ruimtelijke beperkingen en co-existentie met andere activiteiten zoals visserij en aquacultuur.
Om te blijven profiteren van haar mondiale leiderschap op het gebied van hernieuwbare offshore-energie en met de ambitie om het leiderschap op het gebied van oceaanenergietechnologieën te bevestigen, moet de EU concurrerende toeleveringsketens, toegang tot grondstoffen en geschoolde arbeidskrachten in stand houden. De verbintenissen van de lidstaten en regionale samenwerking 19 zullen van cruciaal belang zijn om dit te verwezenlijken.
De oceaan kan een belangrijke bron van genetische hulpbronnen zijn voor de bio-economie en voor grondstoffen. Zeepekel kan dienen als bron van magnesium, lithium, boor en vanadium en zou kunnen bijdragen tot de voorzieningszekerheid van deze en andere metalen door middel van kosteneffectieve technologieën om deze metalen te winnen. Gezien de toenemende behoefte aan efficiënte ontziltingsinstallaties om te voldoen aan de behoeften van de menselijke consumptie van zoet water en de groenewaterstofproductie, zal aan de hand van specifieke activiteiten in het kader van de Horizon Europa-programma’s worden onderzocht of de winning van metalen uit zeepekel haalbaar is.
Kust- en maritiem toerisme vormt de grootste sector van de blauwe economie en is een belangrijke bron van inkomsten voor veel kustgebieden, waardoor de bestaansmiddelen, met name in landelijke kust- en eilandgemeenschappen, worden gediversifieerd. Voortbouwend op de vorderingen die zijn gemaakt in het kader van het transitietraject voor toerisme, de Europese agenda voor toerisme 2030 en de in mei 2025 gestarte raadpleging van belanghebbenden, zal de Commissie in het voorjaar van 2026 een EU-strategie voor duurzaam toerisme presenteren. De nieuwe strategie zal praktijken bevorderen die zowel aan kust- en eilandgemeenschappen als aan de ultraperifere gebieden ten goede komen.
3.4. Versterking van de sociale dimensie van de blauwe economie
Generatievernieuwing, participatie van vrouwen, bijscholing en passende arbeidsomstandigheden zijn essentiële ingrediënten voor een welvarende en aantrekkelijke blauwe economie.
Een nieuwe strategie voor blauwe generatievernieuwing, die gepland is voor 2027, zal stimulansen bieden voor de totstandbrenging van een geschoolde beroepsbevolking van de volgende generatie op het gebied van marien onderzoek, oceaantechnologie en duurzame visserij. Zij zal onderwijs, oceaangeletterdheid en kennisoverdracht tussen de generaties bevorderen. Zoals opgemerkt in de mededeling over een vaardigheidsunie, zal de Commissie haar inspanningen opvoeren om het STEM-onderwijs 20 te bevorderen, dat ook meer geavanceerde kennis over mariene wetenschappen, zoals milieutechniek, mariene biologie en chemie, moet ondersteunen. Bij de bevordering van STEM en in de bijbehorende allianties van Europese universiteiten en scholen moet meer aandacht gaan naar de blauwe economie en het potentieel ervan.
Om digitale en ondernemersvaardigheden te stimuleren, zal de strategie voor blauwe generatievernieuwing in overeenstemming zijn met de nieuwe kennis- en innovatiegemeenschap op het gebied van water-, mariene en maritieme sectoren en ecosystemen, die voorziet in een gestructureerd, EU-breed kader voor het verbinden van ecosystemen van de blauwe economie met de vaardigheidsunie, ter ondersteuning van sectoroverschrijdende partnerschappen in de blauwe economie, alsook met de vlaggenschipstrategie voor intergenerationele rechtvaardigheid.
In de visserij zal de Commissie zich richten op generatievernieuwing en het aantrekkelijker maken van het beroep, onder meer door modernisering van de vloot, digitalisering en betere veiligheid aan boord. Ook aan ondersteuning voor de bijscholing en omscholing van vissers zal worden gedacht.
Vlaggenschipacties:
-Evaluatie en mogelijke herziening van het GVB
-Visie 2040 voor visserij en aquacultuur
-Industriële maritieme strategie en EU-havenstrategie
-Strategie voor blauwe generatievernieuwing
4. Bescherming en versterking van kustgemeenschappen
Een gezonde oceaan biedt bestaansmiddelen en bescherming en geeft een identiteit aan de kustbevolking. Kustgemeenschappen zijn de drijvende kracht achter een duurzame en concurrerende blauwe economie op weg naar regeneratieve praktijken en spelen een cruciale rol bij het verstrekken van gezond en duurzaam voedsel en schone en betaalbare hernieuwbare mariene energie aan Europeanen, en bij het verbinden van Europa met de rest van de wereld. Hun rol van beheerders, als belangrijke belanghebbenden en actoren op het gebied van mariene governance, moet beter worden erkend.
Kustgebieden zijn gevarieerd en hebben unieke geografische en natuurlijke hulpbronnen, die zowel belangrijke economische mogelijkheden als unieke uitdagingen bieden. Om het volledige potentieel van de kustgebieden van de EU te ontsluiten, moeten toonaangevende kustgemeenschappen worden versterkt en moet de kloof worden gedicht voor wie moeite heeft om de mogelijkheden te benutten.
Kustgebieden lopen ook het grootste risico op klimaatverandering en hebben te kampen met een stijgende zeespiegel, extreme weersomstandigheden, kusterosie, overstromingen, zoutindringing en achteruitgang van de biodiversiteit, met inbegrip van visbestanden. Van kustgemeenschappen en ultraperifere gebieden wordt verwacht dat zij hun aanpassing en crisisparaatheid opvoeren. De Commissie zal kustgemeenschappen meer ondersteunen bij de uitvoering van aanpassingsstrategieën en -planning, met name via het aanstaande EU-plan voor aanpassing aan de klimaatverandering.
Om haar steun voor kustgemeenschappen op te voeren, en overeenkomstig de strategie voor een paraatheidsunie, zal de Commissie in 2026 een nieuwe EU-strategie voor de ontwikkeling en veerkracht van kustgemeenschappen voorstellen. De strategie zal kansen benutten en een kader bieden voor het bevorderen van lokale economische ontwikkeling en het vergroten van de veerkracht van kustgemeenschappen. De strategie zal capaciteiten voor vroegtijdige waarschuwing en plannen voor klimaataanpassing stimuleren, met behulp van geavanceerde observatie- en voorspellingsdiensten.
Het doel van de strategie is het enorme potentieel van kustgemeenschappen bij de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe duurzame verdienmodellen, die bijdragen tot de duurzame ontwikkeling en het concurrentievermogen van de EU als geheel, te benutten. Zij zal mogelijkheden voor inkomensdiversificatie ondersteunen en de opname stimuleren van regeneratieve en herstelactiviteiten, wetenschappelijke en technologische innovatie in verband met het observeren van voorspellingen, en de ontwikkeling van diensten, waarbij wordt voortgebouwd op de successen van de projecten van vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling 21 , de aanpak van het Nieuw Europees Bauhaus (NEB) 22 en de gidsprojecten in het kader van de oceaanmissie.
Met het oog op de specifieke uitdagingen waarmee eilanden en ultraperifere gebieden worden geconfronteerd, waarvoor een op maat gesneden beleid en betere synergieën tot stand moeten worden gebracht, heeft de Commissie besloten een raadpleging over een nieuwe strategie voor eilanden en een geactualiseerde strategie voor ultraperifere gebieden te lanceren.
Er is specifieke aandacht voor de kenmerken van de ultraperifere gebieden nodig, en er moeten op maat gemaakte maatregelen worden genomen om hun insulaire karakter te analyseren en te voldoen aan hun behoeften: versterking van veerkracht en connectiviteit, ontwikkeling van economische, energie- en voedselautonomie, en bescherming van het natuurlijk erfgoed. Vooral de kleinschalige visserijsector staat voor extra uitdagingen bij zijn activiteiten als gevolg van de afgelegen ligging van deze gebieden en de blootstelling aan extreme weersomstandigheden. Om deze uitdagingen aan te pakken, zal de Commissie in de zomer van 2025 een herziening voorstellen van de richtsnoeren voor het evenwicht van vloten bestaande uit vissersvaartuigen met een lengte van minder dan twaalf meter in de ultraperifere gebieden op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke kennis.
Nieuwe vlaggenschipacties 23 :
-EU-strategie voor de ontwikkeling en veerkracht van kustgemeenschappen
-Raadpleging over een nieuwe strategie voor de eilanden van de EU
-Geactualiseerde strategie voor ultraperifere gebieden
-Herziening van de richtsnoeren voor het evenwicht van vloten bestaande uit vissersvaartuigen met een lengte van minder dan twaalf meter in de ultraperifere gebieden
5. De essentiële rol van onderzoek, kennis, geletterdheid en vaardigheden in verband met oceanen voor blauwe innovatie
5.1. Europa als wereldleider op het gebied van oceaanwetenschappen: lancering van het oceaanobservatie-initiatief
Oceaanobservatie is de basis van alle mariene kennis. Hieruit worden cruciale gegevens verkregen voor weersvoorspellingen, strategieën voor de beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, de monitoring van extreme gebeurtenissen, de veiligheid van de burgers — toestand van de zee, overstromingen — de zeevaart, offshore-energie, visserij en aquacultuur, en in toenemende mate defensie en veiligheid. De oceaan blijft echter grotendeels niet-onderzocht, kritieke gegevens ontbreken of zijn niet beschikbaar en de huidige observatienetwerken staan in toenemende mate onder druk.
Momenteel is de EU in hoge mate afhankelijk van de samenwerking met internationale partners voor oceaanobservatie. Maar door verschuivingen in de geopolitiek trekken sommige internationale partners zich terug uit de oceaanwetenschap, waardoor belangrijke gegevens en observatieprogramma’s worden verstoord en onzekerheid ontstaat over de beschikbaarheid van historische en toekomstige kritieke gegevens. Sommige gegevensverzamelingen zullen niet langer beschikbaar zijn, andere zullen niet worden onderhouden of aangevuld. Er bestaat een groot risico dat de wereldwijde dekking van observatie-infrastructuur afneemt, wat leidt tot minder betrouwbare en nauwkeurige informatie voor besluitvormers, burgers en investeerders.
In een onzekere geopolitieke wereld moet Europa onafhankelijk en autonoom worden op het gebied van alle kritieke infrastructuur, gegevens- en informatiediensten in verband met oceanen, en tegelijkertijd de internationale wetenschappelijke samenwerking waar mogelijk behouden en versterken.
In het oceaanpact wordt voorgesteld de Europese inspanningen op te voeren door een ambitieus oceaanobservatie-initiatief op te zetten, onder meer voor kustwateren en de diepzee, dat de volledige kenniswaardeketen bestrijkt en een leidende internationale rol inneemt, om kritieke informatie te verstrekken aan alle mariene actoren en sectoren.
Het oceaanobservatie-initiatief van de EU, dat betrekking heeft op observatiecampagnes, gegevensverwerking, infrastructuur en de verlening van belangrijke diensten, zal het volgende hoofdstuk zijn in de ontdekking van de binnenruimte van onze planeet en zal de capaciteiten voor oceaanobservatie verbinden, opschalen, reguleren en beveiligen.
Het initiatief zal ook internationale wetenschappelijke samenwerking met gelijkgestemde partners stimuleren, met name voor de voltooiing van een mondiaal systeem voor oceaanobservatie dat geschikt is voor de beoogde doelen 24 :
-Het veiligstellen van historische gegevens van oceaanobservatie die momenteel gevaar lopen in de databanken in de EU, door middel van een actie in het kader van Horizon Europa in 2025.
-Uiterlijk in juni 2026 een blauwdruk uitbrengen waarin de kenniskloven in kaart worden gebracht.
-Het ontwikkelen van een geïntegreerd, hoogtechnologisch, kosteneffectief, betrouwbaar en veilig observatiesysteem.
-Een coherente en gestandaardiseerde aanpak creëren voor de planning en uitvoering van campagnes voor oceaanobservatie tegen 2027.
Het initiatief bouwt voor op de bestaande bijdrage van de EU tot operationele mariene kennis. Als onderdeel daarvan zal de Commissie de twee toonaangevende gegevensdiensten van de EU, EMODnet en de Copernicus Marine Service, verder ontwikkelen en integreren 25 .
Het initiatief zal de input vormen voor de Europese digitale tweeling van de oceaan, een ambitieuze en gecentraliseerde virtuele weergave in bijna-realtime van de oceaan die toegankelijk is voor alle burgers, wetenschappers en innovatoren, die mogelijke en toekomstige scenario’s, omslagpunten en aanstuurders voor verandering zal bieden ter ondersteuning van empirisch onderbouwde beleidsvorming door bedrijven. De Europese digitale tweeling van de oceaan, die door de voorzitter van de Commissie tijdens de “One Ocean”-top in 2022 werd aangekondigd en die interoperabel zal zijn met het “digitale tweeling van de aarde”-systeem dat in het kader van het Bestemming Aarde-initiatief wordt ontwikkeld, moet tegen 2030 als EU-programma operationeel zijn.
Het oceaanobservatie-initiatief zal de Europese partners van “Choose Europe” bijstaan als een betrouwbare, wetenschappelijk onderbouwde, hoogtechnologische, veilige en open bondgenoot. Het zal ook bijdragen tot een betere oceaangeletterdheid en het publiek bewuster maken van kwesties met betrekking tot de oceaan.
5.2. Oceaanonderzoek en -innovatie voor mondiaal leiderschap
De O&I-strategie voor oceanen zal voortbouwen op het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en onder meer op de Europese missie “Onze oceanen en wateren tegen 2030 herstellen”. De strategie zal zorgen voor een “van bron tot zee”-benadering 26 en gericht zijn op het verbeteren van de huidige governance door een einde te maken aan de versnippering van de O&I-initiatieven van de EU, met inbegrip van de bijbehorende onderzoeksinfrastructuren. Dit zal de kloof tussen onderzoek en innovatie dichten aan de hand van financiering voor de ontwikkeling en toepassing van nieuwe kennis en oplossingen.
De Commissie zal de oprichting van een Europees netwerk van testlocaties voor oceaantechnologie faciliteren om de innovatie en uitrol van belangrijke oceaantechnologieën te versnellen.
Door middel van transdisciplinaire benaderingen die participatief onderzoek en burgerparticipatie omvatten, kunnen oplossingen worden ontwikkeld voor het behoud van oceanen en water, waarmee uiteindelijk het welzijn van kustgemeenschappen wordt ondersteund.
Gevestigde Europese samenwerkingsmechanismen, zoals het initiatief voor gezamenlijke programmering inzake oceanen en het partnerschap voor een duurzame blauwe economie, mobiliseren nationale investeringen en zullen een belangrijke rol spelen bij het vaststellen van en reageren op O&I-uitdagingen op het gebied van oceanen.
5.3. Versterking van oceaangeletterdheid en burgerparticipatie
Oceaangeletterdheid en burgerparticipatie bevorderen een beter begrip van de invloed die de oceaan op ons heeft en van onze impact op de oceaan, waardoor burgers in staat worden gesteld keuzen te maken met kennis van zaken. De lidstaten worden aangemoedigd de intergenerationele dialoog te bevorderen, op basis van participatieve en/of deliberatieve praktijken. Het begrip oceaangeletterdheid zal worden gekoppeld aan een breder concept van bevordering van watergeletterdheid en van een begrip van de verbanden tussen waterbeheer en de zee. Alleen door samen te werken en de diversiteit van alle belanghebbenden naar waarde te schatten, kunnen we het volledige potentieel van onze oceaan ontsluiten en een duurzamere toekomst voor iedereen creëren.
De Commissie zal de Europese coalitie voor oceaangeletterdheid (EU4Ocean) opschalen, waarbij duizenden organisaties, bedrijven, jongeren en schoolgaande kinderen betrokken zijn. Door middel van onderwijs, bewustmaking en gevestigde instrumenten zoals de Europese zeeatlas zal EU4Ocean blijven werken aan het vergroten van de kennis over het belang van de oceanen, onder meer door samen te werken met het consortium Bauhaus of the Seas Sails 27 .
Voortbouwend op het Youth4Ocean-forum zal de Commissie een intergenerationeel EU-netwerk met jongerenambassadeurs voor de oceanen oprichten om jonge professionals en pleitbezorgers in de EU en wereldwijd te betrekken bij de duurzaamheid van oceanen. De loopbaanontwikkeling van beginnende professionals op het gebied van oceanen zal worden ondersteund via het nieuwe Blauwe Intergenerationele Programma van de onderzoeksalliantie voor de Atlantische Oceaan. De Commissie zal jaarlijkse jongerenbeleidsdialogen organiseren om ervoor te zorgen dat jongeren daadwerkelijk bij de beleidsvorming worden betrokken.
Een nieuw stageprogramma in het kader van de EU4Ocean-coalitie zal jongeren praktijkervaring bieden in banen die bijdragen tot een concurrerende en duurzame blauwe economie. Dit zal jongeren niet alleen de vaardigheden bijbrengen die nodig zijn voor toekomstige loopbanen, maar ook de band tussen oceaangeletterdheid en de particuliere sector versterken. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan het versterken van de positie van vrouwen en andere ondervertegenwoordigde groepen om een actieve en betekenisvolle rol te spelen in activiteiten op het gebied van oceanen.
Vlaggenschipacties:
-Het oceaanobservatie-initiatief van de EU en inwerkingtreding van de digitale tweeling van de oceaan tegen 2030 als bijdrage aan het Decennium van oceaanwetenschappen voor duurzame ontwikkeling
-Europese O&I-strategie voor oceanen
-Oprichting van een intergenerationeel EU-netwerk met jongerenambassadeurs voor de oceanen
6. Maritieme veiligheid en defensie als onderliggende voorwaarde
De toenemende complexiteit van dreigingen — waaronder aanvallen op onderzeese infrastructuur, cyberdreigingen, door substandaardschepen en de schaduwvloot veroorzaakte risico’s, en strategische betwistingen over maritieme ruimten — vereist een gecoördineerde, door technologie aangestuurde en toekomstbestendige respons die de externe en interne dimensies en de militaire en civiele dimensies bestrijkt. Met name in de Oostzee vormt de schaduwvloot acute risico’s voor het milieu door olielekkages, bedreigingen voor de veiligheid en beveiliging op zee, schendingen van het internationaal handelsrecht en het zeerecht.
De Europese strategie voor maritieme veiligheid en het bijbehorende actieplan bieden de EU het kader voor de bescherming van haar belangen op zee, de bescherming van haar burgers en grondgebied, en de bevordering van haar waarden en economie. Zij versterken de op regels gebaseerde internationale orde en zorgen voor volledige naleving van internationale instrumenten, met name het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos).
Naast deze prioriteiten, en in overeenstemming met de gezamenlijke mededeling inzake kabelbeveiliging, de mededeling over ProtectEU: een Europese strategie voor interne veiligheid 28 en het witboek over de gereedheid van de Europese defensie 2030, moeten de EU en haar lidstaten zich richten op het versterken van de marine- en kustwachtsamenwerking, onder meer door multifunctionele maritieme operaties, het vergroten van het maritiem omgevingsbewustzijn, het investeren in geavanceerde maritieme technologie, het versterken van de bescherming van kritieke infrastructuur en militaire mobiliteit, het uitbreiden van de defensievermogens op zee en het versterken van de Europese aanwezigheid en partnerschappen in de wereld.
6.1. Versterking van de kustwacht- en marinesamenwerking in de EU en van de maritieme grensbeveiliging
De Commissie zal de kustwachtsamenwerking verder bevorderen door succesvolle modellen zoals het Europees Forum voor kustwachttaken en het Mediterraans Forum voor kustwachttaken uit te breiden tot gebieden als de Zwarte Zee. De investeringen zullen gericht zijn op een proefproject voor een Europese vloot van onbemande luchtvaartuigen (UxV), waarin AI en geavanceerde sensoren voor realtime maritieme monitoring worden geïntegreerd, ondersteund door Frontex, EMSA en EFCA. Dit verbetert detectie en respons, vormt een aanvulling op NAVO-initiatieven en beschermt kritieke onderzeese infrastructuur. Investeringen in capaciteitsopbouw en opleidingen zullen de EU-brede samenwerking tussen de kustwacht en de agentschappen versterken.
6.2. Geavanceerde technologie voor veiligheid en defensie
De EU zal gebruikmaken van instrumenten zoals het Europees Defensiefonds, de permanente gestructureerde samenwerking (PESCO), het Europees Defensieagentschap (EDA) en het voorgestelde instrument 29 Safety-for-Europe (SAFE) en het voorgestelde Europees defensie-investeringsprogramma (EDIP) om de zeemacht en bijbehorende infrastructuur te moderniseren, onder meer op het gebied van communicatie- en netwerkcapaciteiten, sensoren, O&O voor technologieën, en de gemeenschappelijke aankoop van middelen voor inlichtingen, bewaking en verkenning, alsook de oprichting van regionale fusiecentra voor de uitwisseling van informatie vanaf 2025. De EIB zet zich in om de industrie te stimuleren, onder meer door maritieme technologieën te ondersteunen en particulier kapitaal te mobiliseren voor op veiligheid gerichte innovatie.
Een nieuw Europees initiatief voor maritiem omgevingsbewustzijn (waaronder het hierboven voorgestelde proefproject voor de Europese onbemande vloot) zal sensoren, onbemande systemen en patrouillevliegtuigen in een geïntegreerd bewakingsnetwerk verbinden. Een sterker maritiem omgevingsbewustzijn is van essentieel belang voor het aanpakken van dreigingen en het ondersteunen van noodmaatregelen. Recente incidenten met betrekking tot kritieke maritieme infrastructuur onderstrepen de noodzaak van naadloze samenwerking, volgens een regionale aanpak per zeebekken.
De Commissie moedigt alle relevante maritieme autoriteiten en agentschappen van de lidstaten en de EU nadrukkelijk aan om zich aan te sluiten op de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) en daarbij een benadering op zeebekkenniveau te volgen om de regionale integratie te stimuleren. Gezien de veranderende aard van maritieme dreigingen zet de Commissie zich in om de uitwisseling van gerubriceerde informatie binnen het CISE-kader mogelijk te maken en de koppeling ervan met het door Frontex beheerde kader voor informatie-uitwisseling, met name Eurosur, aan te moedigen, alsook de interoperabiliteit ervan met het netwerk voor maritieme bewaking (Marsur), wat een veilige communicatie tussen de zeemachten van de lidstaten mogelijk maakt. Dit zal de civiel-militaire interface versterken, het gedeelde omgevingsbewustzijn verbeteren en snellere, gecoördineerde reacties op dreigingen in het maritieme gebied mogelijk maken. De Commissie zal de inspanningen in verband met maritiem omgevingsbewustzijn ondersteunen om vooruitgang te boeken in de richting van een bijna-realtime weergegeven maritiem beeld vanaf de ruimte tot de zeebodem, dat met de NAVO kan worden gedeeld.
6.3. Bescherming van kritieke maritieme infrastructuur
Naast bewaking zullen cyberbeveiliging en de weerbaarheid van IT-systemen een belangrijk aandachtsgebied zijn. Aangezien 99 % van de wereldwijde gegevensstromen afhankelijk is van onderzeese kabels, is het van essentieel belang de digitale infrastructuur te beveiligen tegen cyberdreigingen, met name in de regio van de Oostzee waar de veiligheid van kritieke infrastructuur nog meer risico’s loopt.
Een centraal onderdeel hiervan is de uitvoering van het EU-actieplan inzake kabelveiligheid 30 , in synergie met de komende industriële maritieme strategie, die de mechanismen voor bewaking, afschrikking en respons zal versterken. De veiligheid van mariene en onderzeese infrastructuur zou gebaat zijn bij een sterkere capaciteit voor het opsporen van bedreigingen en een uniformer realtime situatiebeeld per zeebekken. De Commissie ondersteunt de oprichting van vrijwillige regionale kabelhubs per zeebekken, die samen het geïntegreerd surveillancemechanisme vormen, waar lidstaten zouden overeenkomen om samen te werken op het gebied van een betere opsporing op regionaal niveau. In dat opzicht is het Baltische/Noordse memorandum van overeenstemming betreffende de bescherming van kritieke onderzeese infrastructuur in de Oostzee een veelbelovende manier om de regionale samenwerking op het gebied van de beveiliging van kritieke infrastructuur in de Oostzee te versterken.
Niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie (UXO) in EU-wateren vormt een bedreiging voor ecosystemen en infrastructuur. Voor een gecoördineerde strategie voor de verwijdering van niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie, die begint in de Oostzee en de Noordzee en zich uitstrekt tot de Zwarte Zee, zal gebruik worden gemaakt van geavanceerde opsporings- en verwijderingstechnologieën. Partnerschappen met Helcom en andere regionale organen zullen de uitvoering verbeteren.
6.4. Versterking van marineoperaties van de EU en mondiale partnerschappen
De EU zal haar marineoperaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid versterken, met name op het gebied van maritiem omgevingsbewustzijn en de bescherming van kritieke infrastructuur. Een voortdurende aanwezigheid op zee in EU-wateren zal van cruciaal belang zijn om illegale activiteiten tegen te gaan.
Het Noordpoolgebied is steeds meer blootgesteld aan geopolitieke concurrentie en is van vitaal belang wat betreft milieu, economie en veiligheid voor de EU. De klimaatverandering opent nieuwe zeeroutes en vergroot het risico van de concurrentie voor toegang tot hulpbronnen, aantasting van het milieu en hybride bedreigingen voor de veiligheid in de EU. Zoals in het Arctisch beleid van de EU wordt benadrukt, is de Unie vastbesloten ervoor te zorgen dat het Noordpoolgebied een gebied van vrede, geringe spanningen en duurzame samenwerking blijft. Het opbouwen van veerkracht in het Arctisch gebied sluit aan bij de prioriteiten op het gebied van klimaat, veiligheid en multilaterale samenwerking van de EU.
De EU zal zich verder inspannen voor de versterking van de operationele samenwerking met de noordse lidstaten en gelijkgestemde Arctische staten, met name op het gebied van maritieme bewaking, opsporing en redding, en bescherming van kritieke maritieme infrastructuur.
Vlaggenschipacties:
-Een alomvattende UXO-strategie voor de integratie van geavanceerde opsporings- en verwijderingstechnologieën
-Nauwere samenwerking ontwikkelen tussen de EU, haar Arctische lidstaten en gelijkgestemde Arctische staten
-Een proefproject voor een Europese vloot van onbemande luchtvaartuigen (UxV), uitgerust (boven water, onder water en in de ruimte) met geavanceerde systemen en technologieën
-De samenwerking versterken in het kader van de strategische en alomvattende partnerschappen met partnerlanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten
7. Internationale oceaangovernance en versterkte oceaandiplomatie
De Europese oceaandiplomatie, die stevig verankerd is in de inspanningen van de EU op het gebied van groene diplomatie en de uitvoering van mondiale toezeggingen ondersteunt, met name in het kader van de duurzameontwikkelingsdoelen van de VN, zal de acties ter bescherming van de oceaan opvoeren en de belangen en waarden van de EU op het gebied van oceanische zaken beschermen en bevorderen, en tegelijkertijd doeltreffende oceaangerelateerde politieke, economische, culturele en wetenschappelijke betrekkingen met landen, naties en relevante organisaties opbouwen. Sterkere internationale partnerschappen en de bevordering van multilaterale diplomatie en resultaten hiervan zijn belangrijker dan ooit. Zij zijn noodzakelijk voor een doeltreffende bescherming en een doeltreffend beheer van de mariene hulpbronnen, met name in de visserij, waar inspanningen om een beter en eerlijker internationaal gelijk speelveld tot stand te brengen zowel de visserij in de EU als de mondiale duurzaamheid ten goede zullen komen 31 .
7.1. Versterking van internationale oceaangovernance
De EU zet zich in om het internationaal recht, met name het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos), te handhaven en de op regels gebaseerde internationale orde die alle naties en volkeren ten goede komt, te versterken door doeltreffende internationale governance tot stand te brengen. De EU zal haar diplomatieke invloed aanwenden op basis van haar cumulatieve exclusieve economische zones, haar grote markt voor visserijproducten en haar inzet voor duurzaamheid.
Gezien de noodzaak van mondiale samenwerking zal de EU ernaar streven oceaangovernance centraal te stellen op de internationale agenda’s, internationale rechtskaders op elkaar af te stemmen en partnerschappen te bevorderen.
De Commissie zal prioriteit geven aan de volgende kernacties en deze versterken:
-Snelle ratificatie van de BBNJ-overeenkomst 32 , waarbij ze een snelle inwerkingtreding ervan zal bewerkstelligen, de uitvoering ervan zal ondersteunen en een duurzaam beheer van de volle zee zal waarborgen.
-Een ambitieus wereldwijd plasticverdrag om de vervuiling van de oceanen tegen te gaan, waarbij zij een betrouwbare partner zal zijn en een leidende rol zal spelen in de samenwerking met andere partijen om de onderhandelingen over het verdrag zo snel mogelijk af te ronden.
De EU moet ook al haar diplomatieke invloed en outreachcapaciteit inzetten om te helpen tot een overeenkomst te komen over de aanwijzing van drie uitgestrekte beschermde mariene gebieden in de Zuidelijke Oceaan als de beste manier om de unieke en ongerepte mariene ecosystemen en de biodiversiteit van Antarctica in stand te houden. Daarnaast zal de EU de bescherming van 30 % van de volle zee tegen 2030 bevorderen. De EU is momenteel bezig met de omzetting van de BBNJ-overeenkomst in EU-wetgeving 33 om ervoor te zorgen dat de overeenkomst wordt nageleefd.
De Commissie blijft bij haar standpunt ten aanzien van diepzeemijnbouw op basis van het voorzorgsbeginsel en benadrukt dat er meer onderzoek nodig is naar de potentiële milieu-, biodiversiteits- en sociaal-economische gevolgen ervan. Totdat er voldoende wetenschappelijk bewijs beschikbaar is waaruit blijkt dat diepzeemijnbouw geen bedreiging vormt voor mariene ecosystemen, roept de Commissie op uit voorzorg een tussenpauze te nemen en verzoekt zij de Raad deze aanpak te bevestigen. De Commissie zal bij de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) pleiten voor een op regels gebaseerde aanpak.
De Commissie zet zich in voor het voorzorgsbeginsel en de noodzaak om te zorgen voor een passende wetenschappelijke basis om dergelijke activiteiten te rechtvaardigen en om naar behoren aandacht te besteden aan de daaraan verbonden risico’s en effecten alvorens aan de slag te gaan met opkomende technologieën die in mariene milieus worden ingezet met het oog op de beperking van de klimaatverandering, zoals mariene geo-engineering en technologieën voor koolstofdioxideverwijdering 34 .
De EU pleit voor een internationaal platform voor duurzaamheid van de oceanen (International Platform for Ocean Sustainability, IPOS), dat de interactie tussen wetenschap en beleid moet versterken 35 . Dit internationale platform zal empirisch onderbouwde besluitvorming stimuleren en de wereldwijde kennis van en het inzicht in oceaansystemen versterken om een doeltreffendere bescherming en duurzaam beheer mogelijk te maken. De Commissie steunt ook initiatieven voor meer wetenschappelijke samenwerking, zoals de onderzoeksalliantie voor de Atlantische Oceaan (AORA).
Daarnaast zal de Commissie de volgende acties ondernemen:
-De Commissie onderzoekt momenteel hoe de duurzaamheid van ingevoerde visserij- en aquacultuurproducten in het kader van de regeling inzake autonome tariefcontingenten kan worden verbeterd.
-Om de onbedoelde vangst van zeeschildpadden in 2026 te verminderen, is de Commissie voornemens specificaties vast te stellen voor de ontsnappingsvoorziening voor schildpadden (“turtle excluder device”), dat door de EU-vloot in de diepzeegarnalenvisserij in het westen van de Atlantische Oceaan en in de Indische Oceaan zal worden gebruikt. De Commissie zal de doeltreffendheid van die nieuwe specificaties beoordelen voordat zij verdere stappen intern of op internationaal niveau zal overwegen.
-Bovendien zal de Commissie streven naar de ratificatie en volledige uitvoering van internationale instrumenten, zoals de WTO-overeenkomst inzake visserijsubsidies die schadelijke subsidies verbiedt, de IAO-verdragen betreffende zeevarenden en vissers, en de veiligheidsnormen voor vissersvaartuigen die zijn vastgesteld in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).
-In de visserij zal de Commissie haar inspanningen opvoeren om problemen met “goedkope vlaggen” aan te pakken, door te zorgen voor transparantie in de eigendomsstructuren van vaartuigen teneinde degenen die verantwoordelijk zijn voor illegale praktijken in de maritieme industrieën, met inbegrip van visserij, en milieubeheer, ter verantwoording te roepen. Hierbij zal worden voortgebouwd op de resultaten van een lopende studie.
-De EU neemt het voortouw binnen regionale organisaties voor visserijbeheer en pleit ervoor hoge duurzaamheidsnormen in het visserijbeheer te handhaven, met name voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.
-De Commissie zal een nieuwe generatie partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij voorstellen die in overeenstemming zijn met de bredere regionale strategieën en prioriteiten van de EU, met name voor Afrika en de Indo-Pacifische regio, om bij te dragen tot een coherente EU-aanpak voor duurzame visserij en oceaangovernance.
-Het Europees Parlement en de Raad hebben een voorlopig politiek akkoord bereikt over het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1026/2012 om niet-duurzame visserijpraktijken aan te pakken. Dit weerspiegelt de verbintenis van de EU om samenwerking bij het beheer van gedeelde bestanden met derde landen te verbeteren en tegelijkertijd haar marktmacht te benutten om duurzame visserij te bevorderen.
De EU zal het goede voorbeeld blijven geven door middel van haar nultolerantieaanpak ten aanzien van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) 36 op basis van dialoog met derde landen en het IOO-kaartsysteem. Zij zal met name gebruikmaken van de vangstcertificeringsregeling van de EU (Catch), die tot doel heeft de EU-markt te beschermen tegen IOO-visserijproducten.
De digitalisering van Catch (IT Catch) is een vlaggenschip van de EU in de wereldwijde strijd tegen IOO-visserij en zal vanaf januari 2026 verplicht worden. Als gevolg daarvan zullen de EU-lidstaten hun invoercontroles en maatregelen ter waarborging van de wettigheid van visserijproducten die in Europa in de handel worden gebracht, versterken en harmoniseren. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan ultraperifere gebieden, die zijn blootgesteld aan oneerlijke concurrentie en illegale visserij uit naburige derde landen.
De EU zal zich blijven inzetten voor de ratificatie en uitvoering van de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen en zal de uitvoering van de geactualiseerde visserijcontrolevoorschriften op het wereldtoneel blijven bevorderen 37 .
De Commissie zal in 2026 een mededeling over een nieuwe strategische aanpak van het externe optreden van de EU op visserijgebied opstellen, waarin zij deze inspanningen van de EU zal uiteenzetten. De aanpak zal gericht zijn op het dichten van lacunes in de mondiale governance van de visserij en het versterken van de inzet van de EU voor duurzaam oceaanbeheer.
7.2. Een strategische oceaandiplomatie die geschikt is voor het beoogde doel
De EU is een belangrijke diplomatieke speler op het gebied van oceanen en vertegenwoordigt de belangen van de Unie en haar lidstaten. Om te zorgen voor een duurzaam beheer van de rijkdommen in de oceaan, met name in de visserij, moet er nauwer worden samengewerkt tussen de EU, derde landen en mondiale actoren. Het netwerk van bilaterale verbintenissen en strategische initiatieven van de EU met partners in regio’s als de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, het Arctisch gebied, Afrika en de Indo-Pacifische regio zal de oceaangovernance en duurzame blauwe economische ontwikkeling wereldwijd helpen bevorderen. Klimaatdiplomatie op mondiaal niveau is essentieel voor het herstel van de gezondheid van oceanen. Met name de kleine insulaire ontwikkelingslanden zijn nauwe bondgenoten in de onderhandelingen in het kader van het COP-proces, aangezien zij ook rechtstreeks zijn getroffen door de gevolgen van klimaatverandering.
De Commissie zal de volgende prioritaire acties voorstellen:
-De Commissie zal een zeelandschapsbenadering hanteren om te zorgen voor een doeltreffende impact en synergie bij het bevorderen van duurzame governance, instandhouding en duurzame economische ontwikkeling in partnerlanden in verband met oceanen. Zij zal de belangrijkste gebieden aanwijzen die in stand moeten worden gehouden, belanghebbenden in kaart brengen en ten volle rekening houden met activiteiten die voor hun van belang zijn, en systeembrede interacties aanpakken.
-Het doel van de Commissie is ook haar inzet te bevestigen voor het partnerschap tussen de EU en Afrika door de samenwerking te versterken op het gebied van de duurzame blauwe economie, die een essentiële bijdrage levert tot de economie, voeding en voedselzekerheid en de duurzame ontwikkeling van beide continenten.
De EU zal haar diplomatieke kanalen gebruiken om kwesties op het gebied van oceanen op de internationale politieke agenda te zetten, onder meer in het kader van de G7 en de G20. De EU bevestigt haar sterke betrokkenheid bij de jaarlijkse dialoog over de oceanen en het klimaat, die in opdracht van de Conferentie van de Partijen door het UNFCCC wordt georganiseerd, tijdens welke kwesties op het gebied van oceanen en klimaat zowel in het kader van het UNFCCC als in het kader van de Overeenkomst van Parijs aan de orde komen, onder meer met het oog op de nieuwe generatie nationaal bepaalde bijdragen en de volgende algemene inventarisatie.
De Europese oceaandiplomatie zal de naleving van internationale governancenormen op het gebied van visserijbeheer bevorderen en tegelijkertijd ontwikkelingslanden helpen bij het ratificeren en uitvoeren van belangrijke internationale overeenkomsten, de bescherming van de biodiversiteit, de registratie van vissersvaartuigen en de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelen, met name SDG 14. De EU zal de duurzame sociaal-economische groei van partnerlanden blijven ondersteunen via strategieën zoals de Global Gateway, om ervoor te zorgen dat visserij, aquacultuur en andere oceaangerelateerde activiteiten wereldwijd bijdragen tot duurzame ontwikkeling en capaciteitsopbouw. Ter ondersteuning van de EU-doelstellingen in het kader van het oceaanpact, en met steun van de EIB-groep, wordt de Global Gateway ingezet om gerichte investeringen in partnerlanden te bevorderen teneinde oceaangovernance, duurzame blauwe economie en klimaatactie aan te pakken. Deze hebben onder meer betrekking op vlaggenschipinitiatieven zoals de ondersteuning van groene corridors voor de scheepvaart om decarbonisatie van het zeevervoer te bevorderen en het initiatief om de toestroom van sargassowier om te zetten in een kans voor circulaire innovatie en duurzame groei in kustgemeenschappen.
De EU en haar lidstaten zijn niet alleen wereldwijd de belangrijkste donor in het algemeen, maar ook de belangrijkste donor ter wereld voor de volle zee. De EU is verheugd over de vooruitgang die in het kader van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit is geboekt bij het mobiliseren van de middelen die nodig zijn om de biodiversiteit te beschermen, de actiedoelstellingen van het mondiaal biodiversiteitskader van Kunming-Montreal te verwezenlijken en het wereldwijde financieringstekort voor biodiversiteit, ook in de oceaan, te dichten.
Vlaggenschipacties:
-Mededeling over een strategische aanpak van het externe optreden van de EU op visserijgebied, met inbegrip van een nieuwe generatie partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij
-Vaststelling en inwerkingtreding van de wijziging van Verordening (EG) nr. 1026/2012 betreffende bepaalde maatregelen met het oog op de instandhouding van visbestanden ten aanzien van landen die niet-duurzame visserij toelaten
-Snelle ratificatie en uitvoering van de BBNJ-overeenkomst en ondersteuning van de uitvoering in ontwikkelingslanden door middel van de bijdrage van 40 miljoen EUR aan het Global Ocean Programme
-Inwerkingtreding en uitvoering van fase 1 van de WTO-overeenkomst inzake het verbod op schadelijke visserijsubsidies en afronding van de onderhandelingen van fase 2 inzake nog ontbrekende extra regels voor de regulering van subsidies die overbevissing en overcapaciteit in de hand werken
-Verplicht gebruik van de gedigitaliseerde EU-vangstcertificeringsregeling (IT Catch) met ingang van januari 2026, ter aanvulling van het EU-kaartsysteem met het oog op een doeltreffendere bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij
-Proefproject voor een internationaal platform voor de duurzaamheid van oceanen
-Pleiten voor beschermde gebieden in de Zuidelijke Oceaan
8. Volgende stappen
In het licht van de drievoudige crisis van de planeet, een versnelde klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en vervuiling, alsook van de geopolitieke spanningen moet de EU vastberaden optreden om onze oceaan en de maritieme toekomst ervan te beschermen. Door het volledige scala aan instrumenten en partnerschappen waarover de EU beschikt, te mobiliseren, kan zij het goede voorbeeld geven om een veerkrachtigere, duurzamere en veiligere oceaanruimte tot stand te brengen.
Het oceaanpact omvat een strategische en gecoördineerde respons. Het brengt hervormingen van governance, innovatie, investeringen en internationale diplomatie samen in het kader van een uniforme visie op de gezondheid, duurzaamheid en rijkdom van de oceanen.
Dit pact is niet alleen een stappenplan, maar ook een oproep tot actie en tot het nemen van verantwoordelijkheid. Samen zullen wij de rol van de oceaan als klimaatregelaar van de aarde en bondgenoot in de strijd tegen klimaatverandering veiligstellen, evenals zijn biodiversiteit en habitats als rijkdommen van onze planeet, een economische motor en een gedeeld erfgoed voor komende generaties.
De Commissie zal samenwerken met de andere EU-instellingen, de lidstaten, belanghebbenden en internationale partners om concrete resultaten te boeken.
Bijlage: Oceaangerelateerde streefdoelen in EU-wetgeving en -beleid 38
Doelstelling | Bindend/ ambitie | Bron |
Goede milieutoestand van mariene wateren tegen 2020. De lidstaten moeten nationale mariene strategieën vaststellen om een goede milieutoestand te bereiken of te handhaven. Zij moeten de ecosysteemgerichte aanpak invoeren als bindend beginsel voor het beheer van het mariene milieu van de EU. | Bindend | Kaderrichtlijn mariene strategie |
Zorgen voor de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee en het beheer van de op die rijkdommen gerichte visserij. Maximale duurzame opbrengst voor alle visbestanden tegen 2020. | Bindend | Verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid |
30 % van de zee in de EU beschermd tegen 2030, waarvan 10 % strikt moet worden beschermd. | Ambitie | De biodiversiteitsstrategie |
De biodiversiteitsstrategie ondersteunen door de visbestanden op een duurzaam niveau te brengen en te houden, de impact van de visserij op de zeebodem te verminderen en de gevolgen van de visserij voor gevoelige soorten tot een minimum te beperken door de bodemvisserij in beschermde mariene gebieden tegen 2030 geleidelijk af te schaffen, de selectiviteit te verbeteren, gevoelige soorten te beschermen, de visserijsector te ondersteunen en het onderzoek, de uitvoering, de governance en de betrokkenheid van belanghebbenden te versterken. | Ambitie | Marien EU-actieplan: bescherming en herstel van mariene ecosystemen voor duurzame en veerkrachtige visserij |
Tegen 2030 moet ten minste 20 % van de zeegebieden van de EU zijn hersteld en tegen 2050 moeten alle ecosystemen die herstel behoeven, zijn hersteld. De lidstaten moeten uiterlijk medio 2026 hun nationale herstelplannen indienen. | Bindend | Verordening natuurherstel |
Circa 111 GW aan opwekkingscapaciteit van hernieuwbare offshore-energie tegen 2030 installeren en circa 317 GW tegen 2050, waarvan 100 MW oceaanenergiecapaciteit tegen 2027 en 1 GW tegen het begin van het volgende decennium. | Ambitie | Mededeling “De ambities van de EU voor hernieuwbare offshore-energie waarmaken” |
De lidstaten sluiten een niet-bindende overeenkomst om samen te werken aan doelstellingen voor de opwekking van hernieuwbare offshore-energie in elk zeebekken tegen 2050. | Bindend | TEN-E-verordening |
88 GW aan opwekkingscapaciteit van hernieuwbare offshore-energie tegen 2030 en 360 GW tegen 2050. | Ambitie | |
Algemeen streefdoel voor hernieuwbare energie van ten minste 42,5 % tegen 2030 (niet-bindende doelstelling 45 %). De lidstaten publiceren informatie over geplande aanbestedingen en de volumes hernieuwbare offshore-energie die zij voornemens zijn te realiseren. | Bindend | RED III |
Maatregelen ter ondersteuning van het tot stand brengen van klimaatneutraliteit tegen 2050 — integratie van de energietransitie in de visserij en aquacultuur, verminderde broeikasgasemissies, verbetering van duurzaamheid en energie-efficiëntie, afstemming op biodiversiteits- en verontreinigingsdoelstellingen, ontwikkeling van vaardigheden en loopbanen, investeringen in onderzoek en innovatie, bevordering van internationale samenwerking. | Ambitie | Mededeling over de energietransitie van de visserij- en aquacultuursector in de EU |
Klimaatneutraliteit in de EU tegen 2050, tussentijdse doelstelling om de broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. | Bindend | Europese klimaatwet |
Streefdoelen voor de uitrol van walstroomvoorziening voor grotere zeegaande container- en passagiersschepen in zeehavens en voor binnenschepen. | Bindend | AFIR-verordening |
Maximale grenswaarden voor de jaarlijkse gemiddelde broeikasgasintensiteit van de energie die wordt gebruikt door schepen met een brutotonnage van meer dan 5 000 die Europese havens aandoen, ongeacht de vlag — een vermindering van 2 % tegen 2025 en van 80 % tegen 2050. Passagiers- en containerschepen moeten vanaf 1 januari 2030 gebruikmaken van walstroomvoorzieningen of alternatieve emissievrije technologieën in havens die onder artikel 9 van de AFIR-verordening vallen, en vanaf 1 januari 2035 in alle EU-havens die walstroomcapaciteit ontwikkelen. | Bindend | FuelEU Zeevaart-verordening |
Scheepsrecyclinginrichtingen moeten ervoor zorgen dat er bij het recyclen van schepen geen gevaarlijke stoffen in zee worden geloosd en dat afvalstoffen naar behoren worden beheerd. Dit vereist een inventaris van gevaarlijke materialen voor het beheer van stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mariene milieus en de opstelling van een Europese lijst van scheepsrecyclinginrichtingen. | Bindend | Verordening inzake scheepsrecycling |
Bepaalde kunststofartikelen voor eenmalig gebruik verbieden, bv. rietjes en bestek. 77 % kunststoffen flessen inzamelen tegen 2025 en 90 % tegen 2029. | Bindend | Richtlijn inzake kunststoffen voor eenmalig gebruik |
Kwantitatieve vermindering van het verbruik van sommige kunststofproducten voor eenmalig gebruik door de lidstaten tegen 2026 ten opzichte van 2022. | Ambitie | |
Tegen 2030 moet de EU plastic zwerfafval op zee met 50 % en de hoeveelheid microplastics met 30 % verminderen en de nutriëntenverliezen, het gebruik en het gevaar van chemische pesticiden, het gebruik van gevaarlijkere pesticiden en de verkoop van antimicrobiële stoffen voor landbouwhuisdieren en in de aquacultuur met 50 % verminderen. | Ambitie | Actieplan Verontreiniging naar nul |
De lidstaten richten het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden op om ervoor te zorgen dat de meest waardevolle typen natuurlijke habitats en habitats van soorten in de hele EU in stand worden gehouden of, in voorkomend geval, in een gunstige staat van instandhouding worden teruggebracht. | Bindend | Vogelrichtlijn |
Habitatrichtlijn | ||
De lidstaten gebruiken hun stroomgebiedbeheerplannen en programma’s van maatregelen om waterlichamen te beschermen of, waar nodig, te herstellen zodat zij een goede toestand bereiken, en om verslechtering te voorkomen (goede chemische en ecologische toestand). | Bindend | Kaderrichtlijn water |
De lidstaten moeten de waterverontreiniging door nitraten die in de landbouw worden gebruikt, verminderen door nitraatgevoelige zones aan te wijzen, de nitraatconcentraties in waterlichamen te controleren en codes voor goede landbouwpraktijken vast te stellen. | Bindend | Nitratenrichtlijn |
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat scheepsbrandstoffen niet worden gebruikt in hun territoriale wateren, exclusieve economische zone en zones met verontreinigingsbeheersing buiten emissiebeheersgebieden van de Oostzee en de Noordzee indien het zwavelgehalte van die brandstoffen meer dan 0,50 massaprocent bedraagt, en binnen het emissiebeheersgebied indien het zwavelgehalte van die brandstoffen meer dan 0,10 massaprocent bedraagt. | Bindend | Zwavelrichtlijn |
De lidstaten moeten zwemwater controleren en beoordelen. | Bindend | Zwemwaterrichtlijn |
De doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid verwezenlijken, door bij te dragen tot een efficiënte en transparante markt door middel van regulering van beroepsorganisaties, handelsnormen, consumenteninformatie, mededingingsregels en marktinformatie. | Bindend | Gemeenschappelijke marktordening |
De lidstaten moeten de nadelige gevolgen voor de biodiversiteit van zowel de opzettelijke als onopzettelijke introductie en verspreiding in de Unie van invasieve uitheemse soorten voorkomen, tot een minimum beperken en matigen. | Bindend | Verordening inzake invasieve uitheemse soorten |
De EU-missie “Onze oceanen en wateren herstellen” heeft tot doel om tegen 2030 de gezondheid van onze oceanen en wateren te beschermen en te herstellen door middel van onderzoek en innovatie, burgerparticipatie en blauwe investeringen. In de nieuwe aanpak van deze missie worden oceanen en wateren als één geheel beschouwd en spelen zij een sleutelrol bij het verwezenlijken van klimaatneutraliteit en het herstel van de natuur. | Ambitie | EU-missie “Onze oceanen en wateren herstellen” |
(1)
Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Réunion en Saint-Martin (Frankrijk), de Azoren en Madeira (Portugal) en de Canarische eilanden (Spanje).
(2)
Europese Commissie (2025), Het EU-verslag over de blauwe economie 2025.
(3)
Gezamenlijke mededeling “The European Union’s strategic approach to the Black Sea region” (De strategische aanpak van het Zwarte Zeegebied van de Europese Unie), JOIN(2025) 135 final.
(4)
Study to support investment for the sustainable development of the blue economy (Onderzoek naar investeringssteun voor de duurzame ontwikkeling van de blauwe economie) — Bureau voor publicaties van de Europese Unie , 2018.
(5)
https://maritime-forum.ec.europa.eu/theme/investments/blueinvest_en?prefLang=nl .
(6)
“The EU Startup and Scaleup Strategy. Choose Europe to start and scale” (De EU-strategie voor start-ups en scale-ups. Kies Europa om op te starten en op te schalen), COM(2025) 270 final.
(7)
Het “28e regime” zal één enkel geheel van regels omvatten, mogelijk op een progressieve en modulaire manier. Het zou een rechtskader voor de EU omvatten, gebaseerd op standaard digitale oplossingen, en zal ondernemingen helpen hindernissen te overwinnen wanneer zij willen opstarten en werken in de hele eengemaakte markt. Hiertoe zal het van toepassing zijnde regels vereenvoudigen en de kosten van falen beperken door specifieke aspecten binnen relevante rechtsgebieden aan te pakken, zoals insolventierecht, arbeidsrecht en fiscaal recht.
(8)
Zie punt 7.
(9)
United Nations Framework Convention on Climate Change, Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.
(10)
Kaderrichtlijn mariene strategie , artikel 3, punt 5, en nader gespecificeerd in Besluit (EU) 2017/848 van de Commissie tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren .
(11)
Verslag over de beoordeling van de programma’s van maatregelen van de lidstaten door de Commissie zoals bijgewerkt op grond van artikel 17 van de kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG) .
(12)
EEA-EMSA Joint Report 15/2024: European Maritime Transport Environmental Report 2025 .
(13)
Op 8 april 2025 bereikten de medewetgevers een voorlopig akkoord over de voorgestelde ontwerpverordening inzake de voorkoming van het verlies van kunststofpellets om verontreiniging door microplastics te verminderen (COM(2023) 645 final).
(14)
Satellietdiensten — CleanSeaNet — EMSA — Europees Agentschap voor maritieme veiligheid .
(15)
De in punt 7 opgenomen vlaggenschipacties op het gebied van de gezondheid van de oceanen dragen ook bij tot deze prioriteit.
(16)
De Europese Commissie (2024): Verslag van 2024 over de vismarkt in de EU .
(17)
Partnerschap opgericht naar aanleiding van de mededelingen van de Commissie over de energietransitie van de visserij- en aquacultuursector .
(18)
Verordening (EU) 2024/1679 betreffende het TEN-T.
(19)
Interconnectieplan voor de energiemarkt in het Oostzeegebied, energieconnectiviteit voor Centraal- en Zuidoost-Europa (Cesec), North Sea Energy Cooperation (NSEC, samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van offshore-energie op de Noordzee), interconnecties voor Zuidwest-Europa.
(20)
Wetenschap, technologie, engineering en wiskunde.
(21)
Inforegio — Door de Gemeenschap Geïnitieerde Lokale Ontwikkeling .
(22)
De transdisciplinaire en participatieve aanpak van het Nieuw Europees Bauhaus (NEB) met innovatieve initiatieven zoals het demonstratieproject Bauhaus of the Seas Sails biedt blauwdrukken voor plaatsgebonden acties, waarbij gemeenschappen worden betrokken om de uitdagingen van kustgebieden in kaart te brengen en aan te pakken. De komende jaren zal de NEB-faciliteit verdere projecten ondersteunen, ook in kustgemeenschappen.
(23)
De acties in punt 3 dragen ook bij tot deze prioriteit.
(24)
Het zal ook het voorgestelde internationale platform voor duurzaamheid van de oceanen ondersteunen, zie punt 7.
(25)
EMODnet verzamelt in-situ gegevens van oceaanobservatie, terwijl de Copernicus Marine Service een wereldwijd toonaangevende digitale informatiedienst is die satellietgegevens, geavanceerde monitoring en voorspellingen omvat.
(26)
Waarbij gezorgd wordt voor passende verbanden en samenhang met de O&I-strategie voor waterweerbaarheid.
(27)
https://bauhaus-seas.eu/ .
(28)
Mededeling over ProtectEU: een Europese strategie voor interne veiligheid .
(29)
Ten tijde van de goedkeuring van deze mededeling waren de voorstellen nog niet goedgekeurd.
(30)
EU-actieplan inzake kabelbeveiliging .
(31)
Zie voor deze en andere verwijzingen naar de EU in dit hoofdstuk de conclusies van de Raad over internationale oceaangovernance, 15973/22 van 13 december 2022.
(32)
Biodiversiteit voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht .
(33)
Zie het voorstel voor een richtlijn inzake het behoud en het duurzame gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht, COM(2025) 173 final van 24.4.2025.
(34)
Gezamenlijke mededeling over de EU-agenda voor internationale oceaangovernance, JOIN(2022) 28 final .
(35)
Zie voetnoot 31.
(36)
Zie voetnoot 31.
(37)
Zie voetnoot 31.
(38)
De lijst kan worden aangevuld.