Artikelen bij COM(2025)828 - Uitfasering van de invoer van Russisch aardgas en de verbetering van de monitoring van potentiële energieafhankelijkheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Voorwerp

In deze verordening wordt het kader vastgesteld om effectief een einde te maken aan de blootstelling van de Unie aan de aanzienlijke handels- en veiligheidsrisico’s ten gevolge van de gashandel met Rusland, aan de hand van:

a) een stapsgewijs verbod op de invoer van aardgas uit de Russische Federatie en op het verlenen van lng-terminaldiensten;

b) regels om dat verbod en de uitfasering van olie-invoer uit Rusland effectief toe te passen en te monitoren;

c) bepalingen om de energievoorzieningszekerheid in de Unie beter te beoordelen.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1) “aardgas”: aardgas zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) 2024/1788 van het Europees Parlement en de Raad 31 , en in de zin van codes 2711 11 00 en 2711 21 00 van de gecombineerde nomenclatuur;

2) “lng”: vloeibaar aardgas in de zin van GN-code 2711 11 00;

3) “aardgas in gasvormige toestand”: aardgas in de zin van GN-code 2711 21 00;

4) “langlopend leveringscontract”: een contract voor de levering van aardgas, met uitzondering van aardgasderivaten, van meer dan één jaar;

5) “kortlopend leveringscontract”: een contract voor de levering van aardgas, met uitzondering van aardgasderivaten, van hoogstens één jaar;

6) “niet aan zee grenzend land”: een land dat volledig omgeven is door land en geen rechtstreekse toegang tot de zee heeft;

7) “importeur”: een natuurlijke of rechtspersoon die de bevoegdheid heeft om te bepalen en bepaald heeft dat aardgas van een derde land in het douanegebied van de Unie wordt binnengebracht of op een andere wijze in de Unie op de markt wordt gebracht;

8) “douaneautoriteit”: een douaneautoriteit zoals gedefinieerd in artikel 5, punt 1), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad 32 ;

9) “bevoegde autoriteit”: een bevoegde autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7), van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad 33 ;

10) “regelgevende instantie”: een regelgevende instantie die is aangewezen overeenkomstig artikel 76, lid 1, van Richtlijn (EU) 2024/1788;

11) “zeggenschap”: zeggenschap zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 55), van Richtlijn (EU) 2024/1788;

12) “langlopende lng-terminaldiensten”: diensten die door lng-systeembeheerders worden verleend aan klanten, met name verlading, opslag, send-out, laden en lossen, hervergassing, backhaul-liquefactie, laden van vrachtwagens, lng-bunkering, en nevendiensten en tijdelijke opslag voor het hervergassingsproces en de daaropvolgende levering aan het transportsysteem op basis van contracten met een looptijd van meer dan één jaar;

13) “interconnectiepunt”: een interconnectiepunt zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 63), van Richtlijn (EU) 2024/1788;

14) “entrypunt”: een entrypunt zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 61), van Richtlijn (EU) 2024/1788;

15) “virtueel handelsplatform”: een virtueel handelsplatform zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 59), van Richtlijn (EU) 2024/1788;

16) “overeengekomen hoeveelheden”: de hoeveelheden aardgas die de koper of importeur moet kopen en die de verkoper of exporteur moet leveren, zoals gespecificeerd in het leveringscontract, met uitzondering van volumes die voortvloeien uit aanpassingen van het contract, zoals navulhoeveelheden, recuperatie van tekorten of andere volumetrische aanpassingen volgens de bepalingen van het contract; voor langlopende leveringscontracten betekent dit de jaarlijks overeengekomen hoeveelheden;

17) “navulhoeveelheden”: de volumes aardgas die een koper of de importeur mag of moet afnemen en betalen in daaropvolgende perioden, overeenkomstig minimale “take-or-pay”-vereisten en teneinde te compenseren voor hoeveelheden die niet zijn afgenomen in voorgaande perioden, zoals bepaald in een langlopend leveringscontract;

18) “leveringsschema”: het tussen de partijen bij een gasleveringscontract overeengekomen tijdschema of plan waarin de hoeveelheden gas zijn gespecificeerd die in bepaalde tijdsintervallen door de verkoper of exporteur moeten worden geleverd en door de koper of importeur moeten worden afgenomen, met inbegrip van het tijdstip, de plaats en de voorwaarden van de levering, zoals uiteengezet in een leveringscontract of bijbehorende operationele procedures;

19) “nominatie”: een nominatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8), van Verordening (EU) 2024/1789 van het Europees Parlement en de Raad 34 ;

20) "olie”: ruwe olie, aardgascondensaat, raffinagegrondstoffen, additieven en andere koolwaterstofproducten en olieproducten die onder de GN-codes 2709 en 2710 vallen.

HOOFDSTUK II - STAPSGEWIJS VERBOD OP DE INVOER VAN AARDGAS UIT DE RUSSISCHE FEDERATIE

Artikel 3 - Verbod op de invoer van aardgas uit de Russische Federatie

1. De invoer van aardgas in gasvormige toestand via pijplijnen, afkomstig uit of rechtstreeks of onrechtstreeks ingevoerd uit de Russische Federatie, is verboden met ingang van 1 januari 2026, tenzij een van de uitzonderingen van artikel 4 van toepassing is.

2. De invoer van lng, afkomstig uit of rechtstreeks of onrechtstreeks ingevoerd uit de Russische Federatie, is verboden met ingang van 1 januari 2026, tenzij een van de uitzonderingen van artikel 4 van toepassing is.

Artikel 4 - Overgangsfase voor bestaande leveringscontracten

1. Als de importeur aan de douaneautoriteiten kan aantonen dat de in artikel 3 bedoelde invoer van aardgas plaatsvindt op basis van een kortlopend leveringscontract dat is gesloten vóór 17 juni 2025, en daarna niet is gewijzigd, is artikel 3 van toepassing met ingang van 17 juni 2026.

2. Als de importeur aan de douaneautoriteiten kan aantonen dat de in artikel 3 bedoelde invoer van aardgas:

a) plaatsvindt op basis van een kortlopend leveringscontract waarbij wordt geleverd aan een interconnectiepunt met een niet aan zee grenzend land, en  

b) dat er een langlopend leveringscontract bestaat voor de invoer van aardgas in gasvormige toestand via pijplijnen aan het virtueel handelsplatform van dat niet aan zee grenzend land, waarbij het gas afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt uitgevoerd uit de Russische Federatie, en dat contract vóór 17 juni 2025 is gesloten en daarna niet is gewijzigd,

is artikel 3 van toepassing met ingang van 1 januari 2028. 

3. Als de importeur aan de douaneautoriteiten kan aantonen dat de in artikel 3 bedoelde invoer van aardgas plaatsvindt op basis van een langlopend leveringscontract dat is gesloten vóór 17 juni 2025, en daarna niet is gewijzigd, is artikel 3 van toepassing met ingang van 1 januari 2028.

4. De overeenkomstig leden 1 en 2 ingevoerde hoeveelheden mogen de in het contract overeengekomen hoeveelheden niet overschrijden.

Artikel 5 - Verbod op het verlenen van langlopende lng-terminaldiensten aan Russische klanten

Het verlenen van langlopende lng-terminaldiensten in de EU aan entiteiten die in de Russische Federatie zijn gevestigd of onder zeggenschap staan van natuurlijke personen of rechtspersonen die in de Russische Federatie zijn gevestigd, is verboden met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 6 - Overgangsfase voor lng-terminaldiensten op basis van bestaande contracten

Als de verlener van langlopende lng-terminaldiensten aan de douaneautoriteiten kan aantonen dat die diensten worden verleend op basis van een contract dat vóór 17 juni 2025 is gesloten, en daarna niet is gewijzigd, is artikel 5 van toepassing met ingang van 1 januari 2028.

HOOFDSTUK III - VERSTREKKING EN UITWISSELING VAN RELEVANTE INFORMATIE

Artikel 7 - Verstrekking van relevante informatie door importeurs

1. Importeurs van aardgas verstrekken de douaneautoriteiten alle relevante informatie die nodig is om de artikelen 3 en 4 toe te passen, met name passende informatie om te kunnen verifiëren of het aardgas afkomstig is uit of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie.

Met het oog op de toepassing van artikel 4 verstrekken importeurs van aardgas de douaneautoriteiten en de overige autoriteiten die betrokken zijn bij de monitoring overeenkomstig de artikelen 9 en 10, passende informatie om te kunnen beoordelen of de in dat artikel gestelde voorwaarden zijn vervuld.

2. De in lid 1 bedoelde informatie omvat minstens al het volgende:

a) de datum waarop het gasleveringscontract is gesloten;

b) de duur van het gasleveringscontract;

c) de in het contract overeengekomen hoeveelheden gas, met inbegrip van alle opwaartse of neerwaartse flexibiliteitsrechten;

d) de identiteit van de partijen bij het gasleveringscontract, met inbegrip van, voor partijen die in de EU zijn geregistreerd, hun nummer in het systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers (EORI);

e) de producent van het gas en het land van productie, en, voor zover van toepassing, het land waar het gas verder is verwerkt;

f) voor de invoer van lng, de haven van eerste lading;

g) de plaatsen van levering, met inbegrip van mogelijke flexibiliteitsbepalingen met betrekking tot de plaats van levering;

h) alle wijzigingen van het gasleveringscontract, waarbij wordt aangegeven wat er inhoudelijk is gewijzigd en op welke datum, met uitzondering van wijzigingen die uitsluitend betrekking hebben op de prijs van het gas.

3. Douaneautoriteiten of andere autoriteiten die betrokken zijn bij de monitoring overeenkomstig de artikelen 9 en 10 mogen gedetailleerdere informatie vragen, met uitzondering van informatie over de prijs, als deze informatie nodig is om te beoordelen of de in de artikelen 3 en 4 uiteengezette voorwaarden zijn vervuld. De douaneautoriteiten mogen importeurs met name vragen om de tekst van sommige bepalingen van het gasleveringscontract of van het volledige gasleveringscontract, met uitzondering van informatie over de prijs, met name wanneer bepaalde contractbepalingen met elkaar in verband staan of wanneer volledige kennis van de formulering van de contractbepalingen van cruciaal belang is voor de beoordeling. Als de douaneautoriteiten van mening zijn dat de verstrekte informatie niet volstaat, mogen zij weigeren toestemming te geven om de goederen in het vrije verkeer te brengen.

4. Aardgas dat de Unie binnenkomt via de volgende interconnectiepunten wordt verondersteld rechtstreeks of onrechtstreeks te zijn uitgevoerd uit de Russische Federatie, tenzij de importeur ondubbelzinnig aan de douaneautoriteiten kan aantonen dat het ingevoerde aardgas afkomstig is uit een ander land dan de Russische Federatie maar is doorgevoerd via de Russische Federatie:

a) Imatra (FI/RU);

b) Narva (EE/RU);

c) Värska (EE/RU);

d) Luhamaa (LV/RU);

e) Šakiai (LT/RU);

f) Kotlovka (LT/BY);

g) Kondratki (PL/BY);

h) Wysokoje (PL/BY);

i) Tieterowka (PL/BY);

j) Kobryń (PL/BY);

k) Greifswald (DE/RU);

l) Strandzha 2 (BG)/Malkoclar (TR) – TurkStream;

m) Kiskundorozsma-2 (HU) / Horgos (RS);

n) Kiskundorozsma (HU/RS);

o) Kireevo (BG) / Zaychar (RS);

p) Kalotina (BG)/ Dimitrovgrad (RS).

Artikel 8 - Verstrekking van relevante informatie door verleners van lng-terminaldiensten

Verleners van lng-terminaldiensten aan klanten die in de Russische Federatie zijn gevestigd of onder zeggenschap staan van natuurlijke personen of rechtspersonen die in de Russische Federatie zijn gevestigd, verstrekken de douaneautoriteiten relevante informatie voor de toepassing van de artikelen 5 en 6.

Artikel 9 - Effectieve monitoring

Douaneautoriteiten en, voor zover relevant, bevoegde autoriteiten en regelgevende instanties en het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), zorgen voor de effectieve monitoring van de bepalingen van hoofdstuk II, indien nodig door gebruik te maken van hun volledige handhavingsbevoegdheden, en werken nauw samen met relevante nationale autoriteiten, autoriteiten van andere lidstaten, ACER of de Commissie.

Artikel 10 - Informatie-uitwisseling 

Douaneautoriteiten wisselen de informatie die zij hebben ontvangen van aardgasimporteurs uit met regelgevende instanties, bevoegde autoriteiten, ACER en de Commissie, in de mate dat dit nodig is om effectief te kunnen beoordelen of de in de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening uiteengezette voorwaarden zijn vervuld. In de mate dat dit nodig is, wisselen douaneautoriteiten uit verschillende lidstaten informatie uit die zij ontvangen van aardgasimporteurs en werken zij samen om omzeiling te vermijden. Zij maken gebruik van bestaande instrumenten en gegevensbanken die het mogelijk maken relevante informatie effectief uit te wisselen tussen nationale autoriteiten in hun lidstaat en autoriteiten in andere lidstaten, of zetten dergelijke instrumenten op, indien nodig.

Op basis van de gegevens die ACER in het kader van deze verordening heeft ontvangen en eigen informatie publiceert ACER uiterlijk op 31 augustus 2026 en 31 augustus 2027 een verslag waarin een overzicht wordt gegeven van de contracten voor de levering van gas dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt uitgevoerd uit Rusland, en waarin de gevolgen van de diversificatie voor de energiemarkten worden beoordeeld.

De Commissie en ACER wisselen relevante informatie over contracten voor de invoer van Russisch gas waarover zij beschikken uit met douaneautoriteiten, voor zover dit nodig is om de handhaving van deze verordening te vergemakkelijken.

HOOFDSTUK IV - NATIONALE DIVERSIFICATIEPLANNEN

Artikel 11 - Nationale diversificatieplannen voor aardgas 

1. De lidstaten stellen een diversificatieplan op waarin maatregelen, mijlpalen en potentiële belemmeringen voor de diversificatie van hun gasvoorziening worden beschreven, teneinde vóór de datum waarop het volledige verbod op invoer uit Rusland van kracht wordt, namelijk 1 januari 2028, een einde te maken aan alle invoer van aardgas dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie.

2. Het nationale diversificatieplan voor aardgas omvat al het volgende:

a) beschikbare informatie over het volume ingevoerd aardgas dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie op basis van bestaande leveringscontracten, en over lng-terminaldiensten waarvoor contracten zijn gesloten door in de Russische Federatie gevestigde natuurlijke of rechtspersonen, voor zover van toepassing; 

b) een duidelijke beschrijving van de maatregelen die op nationaal niveau zijn genomen en gepland om aardgas te vervangen dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie, met inbegrip van de hoeveelheden die naar verwachting zullen worden uitgefaseerd, de mijlpalen en de tijdlijn voor de uitvoering en, indien beschikbaar, de geplande opties voor alternatieve leveringen en aanvoerroutes. Dergelijke maatregelen kunnen met name betrekking hebben op het gebruik van het AggregateEU-platform krachtens artikel 43 van Richtlijn (EU) 2024/1789, steunmaatregelen voor diversificatie-inspanningen van energiemaatschappijen, de samenwerking met regionale groepen zoals de Groep op hoog niveau gasconnectiviteit in Centraal- en Zuidoost-Europa, de identificatie van alternatieven voor de invoer van aardgas via elektrificatie, energie-efficiëntiemaatregelen, stimulansen voor de productie van biogas, biomethaan en schone waterstof, de uitrol van maatregelen op het gebied van hernieuwbare energie of vrijwillige beperking van de vraag; 

c) de identificatie van potentiële technische, contractuele of regelgevende belemmeringen voor de vervanging van aardgas dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie, en opties om die belemmeringen uit de weg te ruimen.

3. Uiterlijk op 1 maart 2026 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun nationale diversificatieplannen aan de hand van de template in bijlage I.

4. De Commissie faciliteert de voorbereiding en uitvoering van de nationale diversificatieplannen voor aardgas, voor zover van toepassing. De lidstaten brengen regelmatig verslag uit aan de bij artikel 4 van Verordening (EU) 2017/1938 opgerichte Groep coördinatie gas over de vooruitgang die geboekt is bij de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van die plannen. Op basis van de nationale diversificatieplannen beoordeelt de Commissie de implementatie van de uitfasering van Russisch gas en brengt zij verslag uit aan de Groep coördinatie gas, krachtens artikel 13 van deze verordening.

Artikel 12 - Nationale diversificatieplannen voor olie 

1. Als lidstaten olie invoeren die afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie, stellen zij een diversificatieplan op met maatregelen, mijlpalen en potentiële belemmeringen voor de diversificatie van hun olievoorziening, teneinde vóór 1 januari 2028 een einde te maken aan de invoer van olie die afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie.

2. Het nationale diversificatieplan voor olie omvat al het volgende:

a) beschikbare informatie over het volume rechtstreeks of onrechtstreeks ingevoerde olie uit Rusland op basis van bestaande leveringscontracten;

b) maatregelen die op nationaal niveau zijn gepland om olie te vervangen die afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie, met inbegrip van de hoeveelheden die naar verwachting zullen worden uitgefaseerd, de mijlpalen en de tijdlijn voor de uitvoering, en opties voor alternatieve leveringen en aanvoerroutes; 

c) potentiële technische of regelgevende belemmeringen voor de vervanging van olie die afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ingevoerd uit de Russische Federatie, en opties om die belemmeringen uit de weg te ruimen.

3. Uiterlijk op 1 maart 2026 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van hun nationale diversificatieplannen overeenkomstig/aan de hand van de template in bijlage II. 

4. De Commissie faciliteert de voorbereiding en uitvoering van de nationale diversificatieplannen voor olie, voor zover van toepassing. De lidstaten brengen regelmatig verslag uit aan de bij artikel 17 van Richtlijn 2009/119/EG 35 opgerichte Groep coördinatie olie over de vooruitgang die geboekt is bij de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van die nationale diversificatieplannen.

5. Als in een nationaal diversificatieplan voor olie wordt vastgesteld dat het risico bestaat dat de doelstelling om Russische olie tegen 1 januari 2028 uit te faseren, niet zal worden gehaald, kan de Commissie, na het plan te hebben beoordeeld, een aanbeveling richten aan de lidstaat in kwestie betreffende de wijze waarop de uitfasering tijdig kan worden uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan moet de lidstaat zijn diversificatieplan binnen drie maanden actualiseren, rekening houdend met de aanbeveling van de Commissie.  

HOOFDSTUK V - MONITORING VAN DE GASVOORZIENINGSZEKERHEID

Artikel 13 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/1938

Verordening (EU) 2017/1938 wordt als volgt gewijzigd:

1) in artikel 2 worden de volgende punten 33) en 34) toegevoegd:

“33) “take-or-pay-bepaling”: een contractbepaling waarbij de koper wordt verplicht om ofwel een gespecificeerde minimumhoeveelheid gas af te nemen in een bepaalde periode, ofwel voor die hoeveelheid te betalen, ongeacht of het gas daadwerkelijk wordt ontvangen;

34) “deliver-or-pay-bepaling”: een contractbepaling waarbij de verkoper wordt verplicht een contractueel overeengekomen boete te betalen als het gas niet wordt geleverd.”;


2) artikel 14, lid 6, wordt als volgt gewijzigd:

a) aan de eerste alinea wordt het volgende punt c) toegevoegd:

“c) aan de Commissie en de betrokken bevoegde autoriteit, de volgende informatie met betrekking tot contracten voor de levering van aardgas dat afkomstig is of rechtstreeks of onrechtstreeks wordt uitgevoerd uit de Russische Federatie: 

i) de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) XX/2025 (de onderhavige verordening) bedoelde informatie;

ii) informatie over hoeveelheden die moeten worden geleverd en afgenomen, met inbegrip van mogelijke flexibiliteitsmechanismen krachtens take-or-pay- of deliver-or-pay-bepalingen;

iii) leveringsschema’s (lng) of nominaties (leidinggas);

iv) mogelijke contractuele flexibiliteitsmechanismen met betrekking tot de jaarlijks overeengekomen hoeveelheden, met inbegrip van navulhoeveelheden;

v) voorwaarden voor de opschorting of stopzetting van gasleveringen, met inbegrip van overmachtsbepalingen;

vi) welke wetten van toepassing zijn op het contract en welk arbitragemechanisme is gekozen;

vii) belangrijke elementen van andere commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract, met uitzondering van prijsinformatie.”;

b) de volgende derde en vierde alinea worden toegevoegd:

“De in punt c) bedoelde informatie wordt voor elk contract in uitgesplitst formaat verstrekt, met inbegrip van de volledige relevante tekstgedeelten, met uitzondering van prijsinformatie, met name wanneer volledige kennis van de formulering van de contractbepalingen van cruciaal belang is voor de voorzieningszekerheid of wanneer bepaalde contractbepalingen met elkaar in verband staan.

Verleners van lng-terminaldiensten verstrekken de Commissie informatie over diensten die geboekt zijn door klanten van de Russische Federatie die onder de zeggenschap staan van ondernemingen uit de Russische Federatie, met inbegrip van de overeengekomen diensten en hoeveelheden en de looptijd van het contract.”;

3) in artikel 17 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De Commissie monitort permanent de blootstelling van het energiesysteem van de Unie aan Russische gasleveringen, met name op basis van informatie die krachtens artikel 14, lid 6, punt c), aan bevoegde autoriteiten is verstrekt.

De Commissie beoordeelt de uitvoering van de uitfasering van Russisch gas overeenkomstig Verordening (EU) XX/2025 op nationaal, regionaal en Unieniveau, op basis van de nationale diversificatieplannen krachtens artikel 11 van die verordening. Over deze beoordeling wordt verslag uitgebracht aan de Groep coördinatie gas.

Op basis van de conclusies van de in de derde alinea bedoelde beoordeling publiceert de Commissie een jaarverslag met een uitgebreid overzicht van de vooruitgang die de lidstaten hebben geboekt bij de uitvoering van hun nationale diversificatieplannen.

Voor zover relevant kan het in de vierde alinea bedoelde verslag vergezeld gaan van een aanbeveling van de Commissie met mogelijke acties en maatregelen om de diversificatie van de gasvoorziening en een tijdige uitfasering van Russisch gas te garanderen.

De betrokken lidstaten moeten hun nationaal diversificatieplan binnen drie maanden actualiseren, rekening houdend met de aanbeveling van de Commissie.”.


HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 - Beroepsgeheim

1. Alle krachtens deze verordening ontvangen, uitgewisselde of verzonden vertrouwelijke informatie is onderworpen aan de in dit artikel vastgestelde voorwaarden betreffende het beroepsgeheim.

2. De geheimhoudingsplicht geldt voor alle personen die werken of hebben gewerkt voor autoriteiten die betrokken zijn bij de toepassing van deze verordening of alle natuurlijke of rechtspersonen aan wie de relevante autoriteiten hun bevoegdheden hebben gedelegeerd, met inbegrip van auditors en deskundigen waarmee de bevoegde autoriteiten een contract hebben gesloten.

3. Informatie die onder het beroepsgeheim valt, wordt niet bekendgemaakt aan andere personen of autoriteiten, behalve krachtens bepalingen die zijn vastgesteld in Uniewetgeving of nationale wetgeving.

4. Alle informatie die in het kader van deze verordening wordt uitgewisseld tussen de relevante autoriteiten en die betrekking heeft op zakelijke of operationele omstandigheden en andere economische of persoonlijke kwesties wordt als vertrouwelijk beschouwd en is onderworpen aan de geheimhoudingsplicht, behalve als de bevoegde autoriteit ten tijde van de mededeling ervan verklaart dat die informatie mag worden bekendgemaakt of als de bekendmaking ervan noodzakelijk is in het kader van juridische procedures.

Artikel 15 - Monitoring en toetsing

De Commissie monitort voortdurend de ontwikkeling van de energiemarkt van de Unie, met name met betrekking tot de potentiële gasleveringsafhankelijkheid of andere voorzieningsrisico’s in verband met de invoer van energie uit de Russische Federatie. In het geval van plotse en significante ontwikkelingen die de voorzieningszekerheid van een of meer lidstaten ernstig bedreigen, mag de Commissie een of meer lidstaten toestaan om de toepassing van hoofdstuk twee van deze verordening geheel of gedeeltelijk tijdelijk op te schorten. Het besluit van de Commissie mag bepaalde voorwaarden bevatten, met name om te garanderen dat elke opschorting strikt beperkt blijft tot het aanpakken van de dreiging.

Artikel 16 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.