Artikelen bij COM(2025)826 - Wijziging van Verordening 2017/2402 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1
Wijziging van Verordening (EU) 2017/2402

Verordening (EU) 2017/2402 wordt als volgt gewijzigd:

(1) In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door:

“Deze verordening is van toepassing op institutionele beleggers en op initiators, sponsors, oorspronkelijke kredietverstrekkers, servicers en special purpose entity’s voor securitisatiedoeleinden.”.

(2) In artikel 2 worden de volgende punten 32) en 33) toegevoegd:

“32.    “publieke securitisaties”: een securitisatie die aan een van de volgende criteria voldoet:

a) voor die securitisatie moet een prospectus worden opgesteld krachtens artikel 3 van Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad 29 ;

b) de securitisatie wordt op de markt gebracht met notes die securitisatieposities vormen die zijn toegelaten tot de handel op een handelsplatform in de Unie zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 24), van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 30 ;

c) de securitisatie wordt aan beleggers verkocht en over de voorwaarden kan niet tussen de partijen worden onderhandeld;

33. “private securitisatie”: een securitisatie die niet aan een van de in punt 32) bepaalde criteria voldoet.”.

(3) Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt c) wordt geschrapt;

ii) de punten e) en f) worden vervangen door:

“e)    indien in een derde land gevestigd, de initiator, sponsor of SSPE die overeenkomstig artikel 7, lid 2, is aangewezen, de bij artikel 7, lid 1, vereiste informatie beschikbaar heeft gesteld in overeenstemming met de frequentie en nadere regels waarin dat artikel voorziet;

f) indien in een derde land gevestigd, de initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker, in het geval van niet-renderende blootstellingen bij de selectie en beprijzing van de blootstellingen deugdelijke normen heeft toegepast.”;

b) lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt b) wordt vervangen door:

“b)    alle structurele kenmerken van de securitisatie die een materiële impact kunnen hebben op de prestaties van de securitisatiepositie;”;

ii) punt c) wordt geschrapt;

c) lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i) in punt a) wordt de tweede alinea geschrapt;

ii) het volgende punt g) wordt toegevoegd:

“g)    in het geval van beleggingen op een secundaire markt, de due-diligencebeoordeling en controles binnen een redelijke periode die hoe dan ook niet meer dan 15 kalenderdagen na de belegging beloopt.”;

d) de volgende leden 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

“4 bis.    De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op institutionele beleggers die een securitisatiepositie houden, wanneer die securitisatiepositie door een in artikel 117, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vermelde multilaterale ontwikkelingsbank wordt gegarandeerd.

Voor de toepassing van de eerste alinea voldoet de garantie aan de voorwaarden van de artikelen 213 en 215 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

4 ter.    De leden 1 en 4 zijn niet van toepassing op institutionele beleggers die een securitisatiepositie houden, wanneer de eerste-verliestranche die ten minste 15 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen vertegenwoordigt, door de Unie of door nationale stimuleringsbanken of -instellingen in de zin van artikel 2, punt 3), van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad wordt gehouden of gegarandeerd.”;

e) lid 5 wordt vervangen door:

“5. Onverminderd de leden 1 tot en met 4 van dit artikel kan, indien een institutionele belegger een andere institutionele belegger heeft gemachtigd om besluiten inzake beleggingsbeheer te nemen die hem aan een securitisatie kunnen blootstellen, de delegerende institutionele belegger aan die institutionele belegger aan wie delegatie is verleend, opdracht geven zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel na te komen met betrekking tot alle blootstellingen in het kader van een securitisatie die het gevolg zijn van die besluiten. Aan de aansprakelijkheid van de delegerende institutionele belegger uit hoofde van dit artikel wordt niet afgedaan door het feit de institutionele belegger functies heeft gedelegeerd.”.

(4) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 5 wordt punt f) toegevoegd:

“f) de Unie.”;

b) lid 5 bis wordt ingevoegd:

“5 bis. Lid 1 is niet van toepassing wanneer de eerste-verliestranche die ten minste 15 % van de nominale waarde van de gesecuritiseerde blootstellingen vertegenwoordigt, door een van de in lid 5, punten a) tot en met f), vermelde entiteiten wordt gehouden of gegarandeerd.”.

(5) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt de vierde alinea vervangen door:

“In het geval van een ABCP of een securitisatie met sterk granulaire pools van blootstellingen op korte termijn, wordt de in de eerste alinea, punt a), punt c), ii), en punt e), i), beschreven informatie in geaggregeerde vorm beschikbaar gesteld aan houders van securitisatieposities en, op verzoek, aan potentiële beleggers.”;

b) in lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

“Private securitisaties zijn onderworpen aan een afzonderlijk rapportagekader dat rekening houdt met hun unieke kenmerken die hen onderscheiden van publieke securitisaties, in een specifieke en vereenvoudigde rapportagetemplate. Die specifieke en vereenvoudigde rapportagetemplate zorgt ervoor dat voor nationale bevoegde autoriteiten relevante essentiële informatie adequaat wordt gerapporteerd, zonder dat de volledige omvang van rapportagetemplates die op publieke securitisaties van toepassing is, wordt opgelegd. Private securitisatie vervullen hun verplichtingen uit hoofde van deze alinea met ingang van [date set in the fourth subparagraphs of paragraphs 3 and 4 of this Article].”;

c) lid 3 wordt vervangen door:

“3.    De ETA’s werken, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, onder leiding van de EBA en in nauwe samenwerking met de ESMA en de Eiopa, overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 ontwerpen van technische reguleringsnormen uit tot nadere precisering van de informatie die de initiator, sponsor en SSPE moeten verschaffen, om lid 1, eerste alinea, punten a) en e), en lid 2 na te leven, rekening houdende met:

a) de bruikbaarheid van informatie voor de houder van de securitisatiepositie en voor toezichthouders;

b) de vraag of het een publieke of private securitisatie betreft;

c) de vraag of het om een securitisatiepositie voor de korte termijn gaat;

d) in het geval van een ABCP-transactie: de vraag of de transactie volledig door een sponsor wordt gesteund.

De ETA’s dienen, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, onder de leiding van de EBA en in nauwe samenwerking met de ESMA en de Eiopa, die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [6 months after the date of entry into force of this amending Regulation] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen om deze verordening aan te vullen door de in deze alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Deze technische reguleringsnormen treden in werking [12 months] na de vaststelling ervan door de Commissie.

Ten minste om de drie jaar vanaf de datum van de vaststelling ervan door de Commissie, beoordelen de ETA’s, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, de technische reguleringsnormen om te bepalen of die nog steeds relevant en accuraat zijn, om ervoor te zorgen dat zij effectief, actueel en op marktpraktijken en -behoeften afgestemd blijven. De ETA’s stellen de Commissie, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, van de uitkomsten van die beoordeling in kennis.”;

d) lid 4 wordt vervangen door:

“4.    Om eenvormige toepassingsvoorwaarden te garanderen voor de overeenkomstig lid 3 te specificeren informatie, ontwikkelen de ETA’s, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, onder leiding van de EBA en in nauwe samenwerking met de ESMA en de Eiopa, overeenkomstig artikel 15 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere bepaling van het format daarvan, door middel van gestandaardiseerde templates.

De ETA’s dienen, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk [6 months after the date of entry into force of this amending Regulation] bij de Commissie in.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen om de in deze alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen overeenkomstig artikel 15 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

Deze technische uitvoeringsnormen treden in werking [12 months] na de vaststelling ervan door de Commissie.

Ten minste om de drie jaar vanaf de datum van de vaststelling ervan door de Commissie, beoordelen de ETA’s, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, de technische uitvoeringsreguleringsnormen om te bepalen of die nog steeds relevant en accuraat zijn, om ervoor te zorgen dat zij effectief, actueel en op marktpraktijken en -behoeften afgestemd blijven. De ETA’s stellen de Commissie, via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten, van de uitkomsten van die beoordeling in kennis.”.

(6) Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Voor de toepassing van artikel 7 registreert een securitisatieregister zich bij de ESMA volgens de in dit artikel vastgelegde voorwaarden en procedure.”;

b) lid 2 wordt vervangen door:

“2. Om voor registratie uit hoofde van dit artikel in aanmerking te komen, is een securitisatieregister een in de Unie gevestigde rechtspersoon, past het procedures toe om de volledigheid en consistentie van de uit hoofde van artikel 7, lid 1, van deze verordening aan dat register beschikbaar gestelde informatie te verifiëren, en voldoet het aan de in de artikel 78, artikel 79 en artikel 80, leden 1, 2, 3, 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde voorschriften. Voor de toepassing van dit artikel worden verwijzingen in de artikelen 78 en 80 van Verordening (EU) nr. 648/2012 naar artikel 9 ervan beschouwd als verwijzingen naar artikel 7 van deze verordening.”.

(7) Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Onverminderd artikel 7, lid 2, verzamelt en bewaart een in artikel 10 bedoeld securitisatieregister de nadere gegevens van de securitisatie. Het verstrekt alle volgende entiteiten rechtstreeks en onmiddellijk kosteloos toegang, teneinde hen in staat te stellen hun respectieve taken, opdrachten en verplichtingen te vervullen:

a) de EBA;

b) de Eiopa;

c) de ESMA;

d) het ESRB;

e) de betrokken leden van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), met inbegrip van de Europese Centrale Bank (ECB), wat betreft de uitoefening van haar taken in het kader van een gemeenschappelijk toezichtsmechanisme uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

f) de betrokken autoriteiten wier respectieve toezichtstaken en -opdrachten betrekking hebben op transacties, markten, deelnemers en activa die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen;

g) de afwikkelingsautoriteiten die overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad 31 zijn aangewezen;

h) de bij Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad 32 ingestelde gemeenschappelijke afwikkelingsraad;

i) de in artikel 29 van deze verordening bedoelde autoriteiten;

j) de Commissie, op haar verzoek;

k) in het geval van publieke securitisaties: beleggers en potentiële beleggers.”;

b) in lid 2 wordt punt a) geschrapt.

(8) Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een pool van onderliggende blootstellingen wordt geacht aan de eerste alinea te voldoen wanneer bij initiatie ten minste 70 % van de blootstellingen in de pool bestaat uit blootstellingen aan mkb-bedrijven.”;

b) in lid 11 wordt punt a), ii), vervangen door:

“ii)    de informatie die door de initiator, de sponsor en de SSPE wordt verstrekt, vermeldt uitdrukkelijk het aandeel geherstructureerde onderliggende blootstellingen, het tijdstip en de details van de herstructurering, alsmede de prestaties ervan sinds het tijdstip van de herstructurering;”.

(9) Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Voor securitisaties waarvan de onderliggende blootstellingen woonkredieten of autoleningen of -leases zijn, maken de initiator en de sponsor de beschikbare informatie over de milieuprestatie van de met dergelijke woonkredieten of autoleningen of -leases gefinancierde activa bekend.”;

b) lid 5 wordt vervangen door:

“5.    De initiator en de sponsor zijn verantwoordelijk voor de naleving van artikel 7. In geval van een publieke securitisatie wordt de door artikel 7, lid 1, eerste alinea, punt b), verlangde informatie op verzoek aan potentiële beleggers beschikbaar gesteld vóór de prijsbepaling. In geval van een publieke securitisatie wordt de door artikel 7, lid 1, eerste alinea, punten b) tot en met d), verlangde informatie ten minste in ontwerpvorm of in initiële vorm beschikbaar gesteld. De definitieve documentatie wordt uiterlijk 15 dagen na de closing van de transactie aan beleggers beschikbaar gesteld.”.

(10) Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 9 wordt punt a), ii), vervangen door:

“ii)    de informatie die door de initiator, de sponsor en de SSPE wordt verstrekt, vermeldt uitdrukkelijk het aandeel geherstructureerde onderliggende blootstellingen, het tijdstip en de details van de herstructurering, alsmede de prestaties ervan sinds het tijdstip van de herstructurering;”.

b) aan lid 15 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een pool van onderliggende blootstellingen wordt geacht aan de eerste alinea te voldoen wanneer bij initiatie ten minste 70 % van de blootstellingen in de pool bestaat uit blootstellingen aan mkb-bedrijven.”.

(11) Artikel 26 ter wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 7, vierde alinea, worden de volgende punten e) en f) toegevoegd:

“e)    het voorwerp is geweest van restrictieve maatregelen van de Unie of van bewezen frauduleuze praktijken;

f) onderhevig is geweest aan wijzigingen in het nationale wetgevingskader die van invloed zouden zijn op de afdwingbaarheid van de vorderingen op de onderliggende blootstellingen.”;

b) aan lid 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Een pool van onderliggende blootstellingen wordt geacht aan de eerste alinea te voldoen wanneer bij initiatie ten minste 70 % van de blootstellingen in de pool bestaat uit blootstellingen aan mkb-bedrijven.”.

c) in lid 11 wordt punt a), ii), vervangen door:

“ii)    de informatie die door de initiator, de sponsor en de SSPE wordt verstrekt, vermeldt uitdrukkelijk het aandeel geherstructureerde onderliggende blootstellingen, het tijdstip en de details van de herstructurering, alsmede de prestaties ervan sinds het tijdstip van de herstructurering;”.

(12) In artikel 26 quater, lid 5, wordt de achtste alinea vervangen door:

“Als een kredietgebeurtenis als bedoeld in artikel 26 sexies zich heeft voorgedaan in verband met onderliggende blootstellingen en de schuldherschikking voor die blootstellingen niet voltooid is, is het bedrag van kredietprotectie dat overblijft op ongeacht welke betalingsdatum plus het bedrag van enigerlei behouden tranches met een lagere rang dan de door de op ongeacht welke betalingsdatum overblijvende kredietprotectie, ten minste gelijkwaardig aan het uitstaande nominale bedrag van die onderliggende blootstellingen, minus het bedrag van alle tussentijdse betalingen die in verband met die onderliggende blootstellingen zijn gedaan.”.

(13) Artikel 26 sexies wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 3 wordt de derde alinea vervangen door:

“De kredietprotectiepremies die uit hoofde van de kredietprotectieovereenkomst moeten worden betaald, zijn gestructureerd als afhankelijk van de uitstaande grootte van de tranche en het kredietrisico van de beschermde tranche. Hiertoe bepaalt de kredietprotectieovereenkomst geen gewaarborgde premies, premiebetalingen vooraf, kortingsmechanismen of andere mechanismen waardoor de werkelijke toewijzing van verliezen aan de beleggers kan worden vermeden of verminderd of waardoor een deel van de betaalde premies aan de initiator wordt gerestitueerd na de looptijd van de transactie.”;

b) in lid 7 wordt punt d) vervangen door:

“d)    voor initiators die geen gebruik maken van de IRB-benadering bedoeld in artikel 143 van Verordening (EU) nr. 575/2013:

i) is het totale gecommitteerde bedrag per jaar niet hoger dan de verwachte verliesposten op één jaar van de portefeuille voor dat jaar;

ii) is de berekening van de verwachte verliesposten op één jaar van de onderliggende portefeuille duidelijk bepaald in de transactiedocumentatie;”;

c) lid 8 wordt als volgt gewijzigd:

i) het volgende punt a bis) wordt ingevoegd:

“a bis)    een garantie die voldoet aan de vereisten vastgelegd in deel drie, titel II, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 575/2013, op basis waarvan het kredietrisico wordt overgedragen aan een verzekerings- of herverzekeringsonderneming die aan alle volgende criteria voldoet:

i) de onderneming maakt voor de berekening van kapitaalvereisten voor dergelijke garanties gebruik van een intern model dat overeenkomstig de artikelen 112 en 113 van Richtlijn 2009/138/EG is goedgekeurd;

ii) de onderneming neemt haar solvabiliteitskapitaalvereiste en minimumkapitaalvereiste als bedoeld in, respectievelijk, artikel 100 en artikel 128 van Richtlijn 2009/138/EG in acht, en heeft een kredietkwaliteitscategorie van 3 of hoger gekregen;

iii) de onderneming is daadwerkelijk zakelijk actief in ten minste twee schadeverzekeringsbranches in de zin van bijlage I bij Richtlijn 2009/138/EG;

iv) de activa onder beheer door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming belopen meer dan 20 miljard EUR;”;

ii) punt c) wordt vervangen door:

“c)    andere niet in de punten a), a bis), en b) bedoelde kredietprotectie in de vorm van een garantie, een kredietderivaat of een credit linked note die voldoet aan de vereisten vastgelegd in artikel 249 van Verordening (EU) nr. 575/2013, op voorwaarde dat de verplichtingen van de belegger zijn veiliggesteld door zekerheden die aan de vereisten van de leden 9 en 10 van dit artikel voldoen.”.

(14) In artikel 28, lid 1, eerste alinea, wordt de aanhef vervangen door:

“Een derde partij als bedoeld in artikel 27, lid 2, krijgt een vergunning verleend door de bevoegde autoriteit en deze oefent daarop toezicht uit om te beoordelen of securitisaties aan de STS-criteria van de artikelen 19 tot en met 22, de artikelen 23 tot en met 26 of de artikelen 26 bis tot en met 26 sexies voldoen. De bevoegde autoriteit verleent de vergunning indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:”;

(15) Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende lid 4 bis wordt ingevoegd:

“4 bis.    De bevoegde autoriteiten die in overeenstemming met Richtlijn 2013/36/EU verantwoordelijk zijn voor het toezicht op initiators, sponsors en SSPE’s, waaronder de ECB wat betreft specifieke taken die haar worden opgedragen bij Verordening (EU) nr. 1024/2013, zien toe op de nakoming door de initiators, sponsors en SSPE’s van de in de artikelen 18 tot en met 27 van deze verordening vermelde verplichtingen.”;

b) in lid 5 wordt de eerste zin vervangen door:

“Voor entiteiten die onder toezicht staan van bevoegde autoriteiten niet zijnde die bedoeld in lid 4 bis, wijzen de lidstaten een of meer bevoegde autoriteiten aan om toezicht te houden op de naleving door initiators, sponsors en SSPE’s van de artikelen 18 tot en met 27 en op de naleving door derde partijen van artikel 28.”.

(16) Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

a) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

“1 bis. De bevoegde autoriteit oefent overeenkomstig artikel 29 toezicht uit op de inachtneming door initiators, sponsors, SSPE’s en oorspronkelijke kredietverstrekkers van deze verordening.”;

b) lid 5 wordt geschrapt.

(17) Aan artikel 32, lid 1, eerste alinea, wordt het volgende punt i) toegevoegd:

“i)    een institutionele belegger niet zijnde de initiator, sponsor of oorspronkelijke kredietverstrekker heeft niet aan de vereisten van artikel 5 voldaan.”.

(18) Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt geschrapt;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“Binnen het kader van het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten wordt een specifiek securitisatiesubcomité ingesteld waarin de bevoegde autoriteiten voor het uitvoeren van hun taken krachtens de artikelen 30 tot en met 34 nauw met elkaar samenwerken. Het securitisatiesubcomité wordt door de EBA geleid met medewerking van de ESMA en de Eiopa. De EBA verzorgt het secretariaat en levert een vicevoorzitter aan het securitisatiesubcomité op permanente basis. Het securitisatiesubcomité bevordert convergentie in het toezicht om gemeenschappelijke toezichtpraktijken te verzekeren. De leden van het securitisatiesubcomité zorgen, onder de regie van de EBA, voor een nauwe coördinatie van hun toezichtmaatregelen teneinde inbreuken op deze verordening vast te stellen en te remediëren, zij ontwikkelen en bevorderen goede praktijken, faciliteren samenwerking, dragen bij tot een consistente toepassing van wetgeving en verstrekken jurisdictieoverschrijdende beoordelingen in geval van verschillen van mening. Het securitisatiesubcomité monitort op regelmatige basis de staat van de markt en de toepassing van deze verordening.”;

c) de volgende leden 3 bis en 3 ter worden ingevoegd:

“3 bis.    Het in lid 3 bedoelde securitisatiesubcomité ontwikkelt uiterlijk [12 months after adoption] richtsnoeren om gemeenschappelijke toezichtprocedures vast te leggen.

3 ter.    Na de notificatie aan de bevoegde autoriteiten op grond van artikel 7, lid 1, stellen de bevoegde autoriteiten van de sell-side-entiteiten van de transactie een leidende toezichthouder aan om acties te coördineren en onderling afwijkende toepassing van deze verordening te vermijden voor transacties waarbij sell-side-entiteiten betrokken zijn die tot het takenpakket van bevoegde autoriteiten uit meer dan één lidstaat behoren. Een bevoegde autoriteit mag de uitoefening van sommige of alle in deze verordening bedoelde taken en bevoegdheden aan de leidende toezichthouder delegeren. Ingeval de bevoegde autoriteiten van de sell-side-entiteiten geen overeenstemming bereiken over de aanstelling van de leidende toezichthouder, stelt het krachtens lid 3 ingestelde securitisatiesubcomité de leidende toezichthouder aan.”;

d) in lid 6 worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:

“Bij ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie neemt de bevoegde autoriteit van de van de inbreuk verdachte entiteit binnen 15 werkdagen alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de geconstateerde inbreuk te verhelpen, en doet zij kennisgeving aan de andere betrokken bevoegde autoriteiten, en met name die van de initiator, de sponsor en de SSPE en de bevoegde autoriteiten van de houder van een securitisatiepositie, indien deze bekend zijn. Een bevoegde autoriteit die met een andere bevoegde autoriteit in procedureel of inhoudelijk opzicht van mening verschilt over de door die andere bevoegde autoriteit genomen of niet genomen maatregelen, geeft zonder onnodige vertraging van haar meningsverschil kennis aan alle overige bevoegde autoriteiten. Wanneer dat verschil van mening niet binnen drie maanden na de datum van kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten is beslecht, wordt de zaak verwezen naar de EBA overeenkomstig artikel 19 en, indien toepasselijk, artikel 20 van Verordening (EU) nr. 1093/2010. De in artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde verzoeningstermijn duurt één maand.

Indien de betrokken bevoegde autoriteiten binnen de in de eerste alinea bedoelde verzoeningsfase geen overeenstemming bereiken, neemt de EBA binnen één maand het in artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 bedoelde besluit. Tijdens de in dit artikel bedoelde procedure wordt een securitisatie die voorkomt op de door de ESMA krachtens artikel 27 van deze verordening bijgehouden lijst, verder als STS krachtens hoofdstuk 4 van deze verordening beschouwd, en wordt zij op deze lijst gehandhaafd.”;

e) lid 7 wordt vervangen door:

“7.    Drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening, en nadien om de drie jaar voert de EBA, in samenwerking met de ESMA en de Eiopa, een collegiale toetsing overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 uit van de implementatie van in artikel 30 van deze verordening bepaalde toezichtsbevoegdheden.”;

f) lid 8 wordt geschrapt.

(19) Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

a) in de eerste alinea wordt punt e) vervangen door:

“e)    de bijdrage van securitisatie aan de financiering van ondernemingen in de Unie en aan de economie van de Unie.”;

b) de tweede alinea wordt geschrapt.

(20) Artikel 46 wordt vervangen door:

“Artikel 46

Herziening

Uiterlijk [PO please insert the date: 5 years after date of entry into force] dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over het functioneren van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

In dat verslag wordt met name aandacht besteed aan de bevindingen van de in artikel 44 bedoelde verslagen, en wordt het volgende beoordeeld:

a) de effecten van deze verordening op het functioneren en de ontwikkeling van de markt voor securitisaties in de Unie;

b) de bijdrage van securitisatie aan:

i) de financiering van EU-ondernemingen en de EU-economie, en met name de toegang tot krediet voor het mkb en voor investeringen;

ii) de onderlinge verwevenheid tussen financiële instellingen en de stabiliteit van de financiële sector;

c) de vraag of op het gebied van STS-securitisaties een gelijkwaardigheidsregeling kan worden ingevoerd voor initiators, sponsors en SSPE’s uit derde landen, ook wat betreft due-diligencevereisten, rekening houdende met internationale ontwikkelingen op het gebied van securitisatie, en met name initiatieven inzake eenvoudige, transparante en vergelijkbare securitisaties;

d) de uitvoering van de vereisten van artikel 22, lid 4, en artikel 26 quinquies, lid 4, en de vraag of die vereisten kunnen worden uitgebreid tot securitisaties waarvan de onderliggende blootstellingen geen woonkredieten of autoleningen of -leases zijn, met het oog op de integratie van de openbaarmaking van ecologische, sociale en governanceaspecten.”.

Artikel 2 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.