Toelichting bij COM(2006)242 - Wijziging van bijlage IV bij Verordening 850/2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Voor de toepassing van artikel 7, lid 4, onder a), van Verordening (EG) nr. 850/2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen moet het gehalte van de in bijlage IV vermelde stoffen in afval onder concentratiegrenswaarden liggen die vóór 31 december 2005 volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure in bijlage IV moeten worden vastgelegd. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, wordt de Commissie ten aanzien van aangelegenheden met betrekking tot afvalstoffen die onder het toepassingsgebied van de verordening vallen, bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG ingestelde comité.

De Commissie heeft dan ook op 25 januari 2006 een ontwerp-verordening ter stemming voorgelegd aan het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen ingestelde comité. Die ontwerp-verordening kreeg geen gekwalificeerde meerderheid.

Daarom wordt overeenkomstig de procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG bij de Raad een voorstel voor een verordening ingediend. Indien de Raad binnen drie maanden na de indiening van het voorstel geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 7, lid 6, en artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 850/2004 had de Commissie ook het voornemen een maatregel voor te stellen inzake de solidificatie van afval dat op een andere manier nuttig wordt toegepast en waarvan de concentratie PCDD's/PCDF's hoger is dan 1 μg/kg, maar wel lager dan de onderste concentratiegrenswaarde van 15 μg/kg PCDD's/PCDF's. Deze aanvullende maatregel is afhankelijk van de vaststelling van de onderste concentratiegrenswaarde voor PCDD's/PCDF's. Aangezien de ontwerp-verordening inzake de onderste concentratiegrenswaarde van 15 μg/kg PCDD's/PCDF's geen gekwalificeerde meerderheid heeft gekregen, zou die aanvullende maatregel zinloos zijn en daarom is dat ontwerp nog niet ter stemming voorgelegd.