Toelichting bij COM(2006)242 - Wijziging van bijlage IV bij Verordening 850/2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2006)242 - Wijziging van bijlage IV bij Verordening 850/2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen. |
---|---|
bron | COM(2006)242 ![]() ![]() |
datum | 31-05-2006 |
De Commissie heeft dan ook op 25 januari 2006 een ontwerp-verordening ter stemming voorgelegd aan het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen ingestelde comité. Die ontwerp-verordening kreeg geen gekwalificeerde meerderheid.
Daarom wordt overeenkomstig de procedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG bij de Raad een voorstel voor een verordening ingediend. Indien de Raad binnen drie maanden na de indiening van het voorstel geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.
Overeenkomstig artikel 7, lid 6, en artikel 14, lid 3, van Verordening (EG) nr. 850/2004 had de Commissie ook het voornemen een maatregel voor te stellen inzake de solidificatie van afval dat op een andere manier nuttig wordt toegepast en waarvan de concentratie PCDD's/PCDF's hoger is dan 1 μg/kg, maar wel lager dan de onderste concentratiegrenswaarde van 15 μg/kg PCDD's/PCDF's. Deze aanvullende maatregel is afhankelijk van de vaststelling van de onderste concentratiegrenswaarde voor PCDD's/PCDF's. Aangezien de ontwerp-verordening inzake de onderste concentratiegrenswaarde van 15 μg/kg PCDD's/PCDF's geen gekwalificeerde meerderheid heeft gekregen, zou die aanvullende maatregel zinloos zijn en daarom is dat ontwerp nog niet ter stemming voorgelegd.