Toelichting bij COM(2008)176 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen ten aanzien van een Voorstel tot wijziging van bijlage III van het Verdrag van Rotterdam - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2008)176 - Standpunt dat namens de EG moet worden ingenomen ten aanzien van een Voorstel tot wijziging van bijlage III van het Verdrag ... |
---|---|
bron | COM(2008)176 ![]() ![]() |
datum | 10-04-2008 |
2. Het verdrag is voor ondertekening opengesteld tijdens een ministersconferentie die in september 1998 in Rotterdam is gehouden. Het is op 11 september 1998 door de Gemeenschap ondertekend.
3. Het Verdrag van Rotterdam betekent een belangrijke stap voorwaarts bij de internationale regulering van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen, met inbegrip van pesticiden. Het heeft als doelstelling gezamenlijke verantwoordelijkheid en samenwerking tussen de partijen bij de internationale handel in deze chemische stoffen te bevorderen teneinde de gezondheid van de mens en het milieu tegen mogelijke schade te beschermen en bij te dragen tot een vanuit milieuoogpunt verantwoord gebruik van deze stoffen.
4. De Gemeenschap heeft het verdrag ten uitvoer gelegd middels Verordening (EG) nr. 304/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[1]. Bij Besluit 2006/730/EG van 25 september 2006[2] heeft de Raad het verdrag namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.
5. Het verdrag is op 24 februari 2004 in werking getreden. De vierde vergadering van de Conferentie van de Partijen (COP4) zal in Rome plaatsvinden van 27 tot en met 31 oktober 2008. Naast de Gemeenschap zijn ook 26 van haar lidstaten partij bij het verdrag.
6. Op basis van de aanbevelingen van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen (Chemical Review Committee, CRC), een ondersteunend orgaan onder het gezag van de COP, dient de Conferentie van de Partijen een besluit te nemen over de opneming van nieuwe chemische stoffen in bijlage III van het verdrag, waardoor de PIC-procedure op deze stoffen van toepassing wordt.
7. Voor de drie chemische stoffen die volgens de aanbevelingen van de CRC in bijlage III van het Verdrag van Rotterdam moeten worden opgenomen, namelijk wit asbest (chrysotiel), endosulfan en tributyltinverbindingen, gelden reeds soortgelijke restricties krachtens het Gemeenschapsrecht. De Commissie stelt de Raad daarom voor een besluit te nemen waarbij de wijziging van bijlage III van het Verdrag van Rotterdam op de COP4 namens de Gemeenschap wordt ondersteund.
Het voorgestelde besluit heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.