Toelichting bij COM(2016)589 - Wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1316/2013 en (EU) nr. 283/2014 wat de bevordering van internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het nieuwe telecompakket dat de Commissie vandaag heeft goedgekeurd, omvat een mededeling met een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en bedrijven op de digitale eengemaakte markt 1 , evenals een wetgevingsvoorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie 2 ter herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie. De voorstellen van de Commissie bevatten de nodige hervormingen om ervoor te zorgen dat netwerken met zeer hoge capaciteit worden uitgerold en gebruikt, zodat overal op de digitale eengemaakte markt gebruik kan worden gemaakt van producten, diensten en toepassingen.

Door de grote veranderingen die het internet en digitale connectiviteit zowel op privé- als bedrijfsvlak in de Unie en daarbuiten teweegbrengen, moet ervoor worden gezorgd dat het grote publiek wordt aangemoedigd om de kansen die deze transformatie met zich meebrengt met beide handen te grijpen.

Een van de strategische doelstellingen van de Commissie voor de Unie is bijgevolg om tegen 2025 plaatsen waar openbare diensten worden verleend, zoals overheidsgebouwen, bibliotheken en ziekenhuizen, uit te rusten met gigabit-internetverbindingen. Door deze plekken en andere centra van het openbare leven, zoals openbare buitenruimten, uit te rusten met internetverbindingen met aanzienlijk hogere snelheden dan voor functionele internettoegang, zullen burgers van elke rang en stand de voordelen van connectiviteit van de volgende generatie kunnen ervaren, onderweg, op plaatsen dit van belang is.

Een van de maatregelen om deze doelstelling te verwezenlijken, zal er volgens het nieuwe pakket in bestaan de uitrol van plaatselijke draadloze toegangspunten te bevorderen door middel van vereenvoudigde vergunningsprocedures en minder strikte wettelijke verplichtingen, met name wanneer dergelijke toegang op niet-commerciële basis wordt verstrekt of een aanvulling vormt op andere publieke dienstverlening.

De hier voorgestelde maatregel completeert op dit streven door middel van wijzigingen van het rechtskader voor telecommunicatie in de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF), vervat in Verordening (EU) nr. 1316/2013 3 ("CEF-verordening") en Verordening (EU) nr. 283/2014 4 ("richtsnoerenverordening"). Deze wijzigingen sporen instanties met een openbare opdracht, zoals overheden en aanbieders van openbare diensten, aan om gratis lokale draadloze connectiviteit aan te bieden in de centra van het lokale openbare leven (bv. overheidsgebouwen, bibliotheken, gezondheidscentra en openbare buitenruimten). Daartoe voorziet de maatregel in financiële stimulansen voor instanties die gratis lokale draadloze connectiviteit met een hoge capaciteit willen aanbieden in de publieke ruimten waarvoor zij bevoegd zijn of in en rond hun gebouwen. In de eerste fase van de maatregel zal prioriteit worden gegeven aan de financiering van lokale overheden om toegangspunten te creëren in de centra van het lokale openbare leven, met inbegrip van de openbare buitenruimte.

Door de integratie met bestaande openbare dienstverlening te stimuleren, zal deze maatregel de interesse van burgers in internetdiensten met hoge capaciteit wekken en zo een belangrijke bijdrage leveren aan zowel het gebruik van breedbanddiensten als de ontwikkeling van openbare infrastructuur. Het aanbieden van gratis lokale draadloze connectiviteit op drukke plaatsen waar veel mensen samenkomen of passeren onderweg naar hun volgende activiteit, kan een significante toegevoegde waarde creëren door van verloren tijd of reistijd een productieve, ontspannende of interessante ervaring te maken. Bovendien kunnen dergelijke lokale draadloze toegangspunten voor een fijnmazigere dekking zorgen op moeilijk bereikbare plaatsen of op drukke plekken waar de ervaring van draadloze connectiviteit anders grotendeels teniet zou worden gedaan door het grote aantal gebruikers. Dankzij deze toegangspunten zouden gebruikers onderweg verbonden kunnen blijven en zouden zij mobieler en flexibeler worden, meer aandacht hebben voor de diensten van entiteiten met een openbare opdracht, en hun persoonlijke tijdsbesteding beter kunnen controleren. Tegelijkertijd zouden de toegangspunten door hun beperkte bereik niet in het vaarwater van commerciële aanbieders komen, maar zouden zij belangrijk kunnen zijn om het gebruik van breedband te stimuleren en digitale geletterdheid te bevorderen. Dit zal op zijn beurt de belangstelling van de gebruikers wekken om in te gaan op het aanbod aan commerciële residentiële of mobiele breedbanddiensten. De voorgestelde maatregelen zijn een aanvulling op het juridische concept van de universele dienstverlening in het voorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie, op grond waarvan iedere EU-burger het recht zal hebben verbonden te zijn: het recht op een betaalbare functionele internetverbinding, ten minste op een vaste locatie, die hem toestaat voluit te interageren met de digitale economie en maatschappij.

De voorgestelde maatregel voorziet in een eenvoudig financieringsmechanisme voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten. De maatregel is ontworpen met het oog op maximale impact op korte termijn door de belangstelling van burgers voor internettoegangsdiensten aan te wakkeren en het gebruik van openbare digitale diensten, inclusief de toegang tot digitalediensteninfrastructuren, te vergemakkelijken. De verwachting dat door de gewekte belangstelling geen verdere financiële bijstand in het kader van de verordeningen nodig zal zijn voor de verdere exploitatie en eventuele vervanging van toegangspunten, is in overeenstemming met de doelstelling om dergelijke bijstand waar mogelijk uit te faseren en het gebruik van alternatieve financieringsmechanismen aan te moedigen.

Om te garanderen dat de maatregel gericht is en het openbare nut maximaal dient, zal de financiering worden beperkt tot situaties waarin geen vrij toegankelijke publieke of particuliere punten voor zeer snelle breedbandtoegang bestaan. Aangezien het bedrag van de financiële bijstand van de Unie voor de individuele acties onder de drempel van 60,000 EUR voor subsidies van kleine bedragen ligt, zoals bepaald in het Financieel Reglement 5 , zal dit naar verwachting geen merkbare gevolgen hebben voor de mededinging 6 . Bovendien zullen de middelen op een geografisch evenwichtige manier worden verdeeld, waarbij aan de economische, sociale en territoriale cohesie in de Unie wordt bijgedragen door met name rekening te houden met de behoeften van de lokale gemeenschappen 7 . Door de toepassing van al deze criteria strookt de voorgestelde maatregel met het kader van open en concurrerende markten dat fundamenteel is voor de exploitatie van trans-Europese netwerken.

De maatregel zal de vraag naar snelle breedbandverbindingen stimuleren en het grootschalig gebruik ervan op Unieniveau bevorderen, maar zal daarnaast ook een reeks positieve kettingreacties teweegbrengen, gaande van betere toegang tot e-overheidsdiensten en deelname aan het democratische leven, bijvoorbeeld voor bevolkingsgroepen die anders moeilijk toegang tot internet zouden krijgen (zoals vluchtelingen en lage-inkomensgroepen), tot extra infrastructuur voor urgentie- en crisiscommunicatie en boodschappen van de overheid. Om ervoor te zorgen dat lokale gemeenschappen met beperkte middelen ook de voordelen van deelname aan de digitale interne markt kunnen ervaren, moet tot 100 % van de in aanmerking komende kosten worden gedekt door bijstand in het kader van deze maatregel, onverminderd het medefinancieringsbeginsel. Potentiële begunstigden zouden leden van de lokale gemeenschap kunnen betrekken bij de uitvoering van de door de voorgestelde maatregel gefinancierde acties om te bepalen in welke centra van het openbare leven de installatie van vrij toegankelijke draadloze toegangspunten de grootste toegevoegde waarde voor de gemeenschap zou kunnen bieden.

Gezien de flexibele en gerichte aard van de maatregel wat betreft de bijstand voor breedbandnetwerken met de financiële middelen voor de tenuitvoerlegging van de CEF in de telecomsector, moet de maatregel worden erkend als een afzonderlijk project van gemeenschappelijk belang met aanverwante acties in het kader van de CEF-verordening en een specifieke budget, waarvan de details in de richtsnoerenverordening moeten worden opgenomen. Gezien de beperkte hoeveelheid financiële bijstand per begunstigde, maar het grote aantal begunstigden, is het belangrijk om te zorgen voor gestroomlijnde administratieve procedures met het oog op slanke en snelle besluitvorming. Daarom moeten de lidstaten op grond van de CEF-verordening de mogelijkheid krijgen in het kader van deze maatregel categorieën van voorstellen te ondersteunen, in plaats van hun goedkeuring te hechten aan lijsten van individuele begunstigden. Door deze wijziging horizontaal uit te voeren ten voordele van andere projecten van gemeenschappelijk belang, komt dit voorstel ook tegemoet aan het verzoek van de lidstaten om meer doeltreffende middelen voor de uitvoering van acties op het gebied van digitale-diensteninfrastructuren.

Om ervoor te zorgen dat de maatregel in een grote verscheidenheid aan situaties kan worden gebruikt en zo snel mogelijk concrete resultaten oplevert, is het van essentieel belang om de beschikbare vormen van financiële bijstand niet onnodig te beperken. In dit verband kan een grote mate van flexibiliteit worden bewaard door ervoor te zorgen dat bij de tenuitvoerlegging gebruik kan worden gemaakt van een zo uitgebreid mogelijke reeks geschikte vormen van bijstand. Daartoe, en in het licht van de lopende onderhandelingen over een herziening van het Financieel Reglement, moet de tekst van de CEF-verordening worden gewijzigd om te verduidelijken dat alle acties die bijdragen tot projecten van gemeenschappelijk belang, waaronder de huidige maatregel, over het algemeen in aanmerking komen voor steun via de vormen van financiële bijstand die uit hoofde van het Financieel Reglement beschikbaar zijn of zullen worden.

Anderzijds wordt om dezelfde redenen voorgesteld om de vormen van financiële bijstand beschikbaar voor de maatregel op een onderling samenhangende wijze te specificeren in de CEF-verordening en de richtsnoerenverordening. Subsidies zullen waarschijnlijk de belangrijkste vorm van financiële bijstand zijn ter verwezenlijking van de doelstelling om gratis lokale draadloze connectiviteit in plaatselijke gemeenschappen te bevorderen, maar andere vormen van financiële bijstand, met uitzondering van financiële instrumenten, moeten niet van meet af aan worden uitgesloten. Financiële instrumenten worden uitgesloten vanwege hun relatief hoge administratieve lasten en de daarmee gepaard gaande vertragingen bij de tenuitvoerlegging, waardoor ze niet voldoende afgestemd zijn op de aard van de voorgenomen acties.

Om snel en efficiënt te zijn, zijn voor de uitvoering van deze maatregelen gestroomlijnde administratieve procedures nodig met gestandaardiseerde documenten (zoals vouchers) en online hulpmiddelen voor de behandeling van aanvragen en voor het daaropvolgende toezicht op en de controle van de geïnstalleerde lokale draadloze toegangspunten.

Verwacht wordt dat de voorgestelde maatregel, die door het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband zal worden gepromoot 8 , de plaatselijke autoriteiten en burgers bewust zal maken van de nieuwe prioriteiten van de Commissie met betrekking tot de gigabitmaatschappij en dat de maatregel zal leiden tot een hoge mate van zichtbaarheid en vertrouwen in het vermogen van de EU om van connectiviteit en toegang tot digitale diensten op het gehele Europese continent een realiteit te maken. De door de voorgestelde maatregel gefinancierde acties zullen kunnen worden herkend aan de hand van een specifieke, door de Commissie ontwikkelde visuele identiteit die ter beschikking van de begunstigden zal worden gesteld om merkbekendheid te creëren.

Samenhang met bestaande bepalingen op dit beleidsterrein

Het huidige rechtskader voor telecommunicatie in de CEF voorziet in financiële steun op het gebied van telecommunicatie voor digitale-diensteninfrastructuren (in de vorm van subsidies en/of aanbestedingen) en breedbandnetwerken (in de vorm van financiële instrumenten).

Gezien het grote belang van breedbandnetwerken voor groei en werkgelegenheid en gezien de moeilijkheden op financieel en technisch vlak waarmee publieke investeringen in deze sector gepaard gaan, voorziet de richtsnoerenverordening in beperkte maatregelen ter ondersteuning van breedband. De CEF levert een beperkte financiële bijdrage voor de oprichting van financiële instrumenten op Unieniveau, met name in samenwerking met de Europese Investeringsbank, om het efficiënte gebruik van andere publieke en particuliere middelen te bevorderen. De CEF is gericht op de uitrol van innovatieve, hoogtechnologische breedbandprojecten die potentieel reproduceerbaar zijn, waardoor de doelstellingen zowel rechtstreeks als via een demonstratie-effect worden verwezenlijkt.

De voorgestelde maatregel is een aanvulling op de onderdelen van het voorstel voor een Europees wetboek voor elektronische communicatie die op de eindgebruiker zijn gericht. De steun voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten in centra van het lokale openbare leven is een aanvulling op andere initiatieven van de CEF in de telecomsector en op andere vormen van financiële ondersteuning, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, die de uitrol van breedbandnetwerken ondersteunen. Aangezien dergelijke maatregelen momenteel noch onder de CEF-verordening, noch onder de richtsnoerenverordening vallen, wordt voorgesteld deze verordeningen in die zin te wijzigen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 172 VWEU dat voorziet in een optreden van de EU tot ondersteuning van de totstandbrenging en ontwikkeling van trans-Europese netwerken op het gebied van vervoers-, telecommunicatie- en energie-infrastructuur. Overeenkomstig artikel 170, lid 1, VWEU wordt met het initiatief getracht lokale gemeenschappen in staat te stellen ten volle profijt te trekken van de digitale eengemaakte markt door met de uitrol van dergelijke netwerken een gebied zonder binnengrenzen te creëren.

Subsidiariteit en evenredigheid

Het voorstel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel en valt binnen de werkingssfeer van het optreden op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken, zoals omschreven in artikel 170 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Door in de bredere context van de strategie voor de digitale eengemaakte markt in het bijzonder rekening te houden met de behoeften van lokale gemeenschappen, draagt het voorstel bij tot de totstandbrenging van een interne markt voor elektronische communicatie en geeft het gemeenschappen de gelegenheid hieraan deel te nemen. Aangezien de lidstaten de totstandbrenging van kwalitatief hoogwaardige draadloze connectiviteit in een gebied dat de hele EU omvat, niet voldoende kunnen verwezenlijken, is het voorstel in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 VEU. Verwacht wordt dat de maatregel onder meer door het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband zal worden gepromoot, wat ervoor zou moeten zorgen dat doeltreffend wordt ingespeeld op de behoeften van de lokale gemeenschappen en dat de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt.

De bestaande initiatieven inzake gratis lokale draadloze connectiviteit zijn versnipperd, wat leidt tot inefficiëntie. Er is met name geen overkoepelende strategie ter bevordering van gratis toegang tot draadloze connectiviteit in de gehele Unie om lokale gemeenschappen te stimuleren aan de digitale eengemaakte markt deel te nemen. Aangezien de individuele installatie van lokale draadloze toegangspunten zelfs binnen lokale gemeenschappen op geografische grenzen botst, is het des te belangrijker dergelijke inspanningen te coördineren om te garanderen dat de uitrol op coherente wijze het gemeenschappelijke belang van EU-brede connectiviteit dient. Door gratis draadloze connectiviteitsoplossingen op een coherente manier op pan-Europees niveau uit te rollen, kunnen de kosten van de maatregel worden geoptimaliseerd (met name dankzij schaalvoordelen, wat leidt tot minder kosten voor het verlenen van kleine subsidies, en dankzij de prijsverlaging voor de apparatuur) en wordt gelijke toegang gegarandeerd, hetgeen de economische, sociale en territoriale cohesie binnen de Unie vergroot. De voorgestelde maatregel is ontworpen om extra Europese meerwaarde te creëren door ervoor te zorgen dat de uitgerolde infrastructuren het ook mogelijk maken om via infrastructuren voor digitale diensten toegang te krijgen tot trans-Europese interoperabele diensten van gemeenschappelijk belang, zoals Europeana, infrastructuren voor een veiliger internet, en interoperabele grensoverschrijdende e-gezondheidsdiensten.

Het toepassingsgebied van de voorgestelde maatregelen beperkt zich tot het verstrekken van connectiviteit in centra van het openbare leven en openbare buitenruimten via toegangspunten die door de aard van hun ontwerp een beperkte reikwijdte hebben; bovendien zullen de afzonderlijke projecten kleinschalig zijn. De maatregelen blijft dus evenredig ten opzichte van het beoogde doel om lokale gemeenschappen in staat te stellen deel te nemen aan de draadloze dimensie van de digitale eengemaakte markt, zonder afbreuk te doen aan het commerciële aanbod. Tegelijkertijd zal de maatregel naar verwachting positieve gevolgen hebben voor de algemene vraag naar connectiviteit via commerciële toegangsdiensten. Verwacht wordt dat de maatregelen nog doeltreffender zullen worden door hun eenvoudige reproduceerbaarheid en het potentiële demonstratie-effect van succesvolle use cases.

Door de voorgestelde maatregel online te beheren, in combinatie met onder meer steun van het netwerk van nationale adviesbureaus voor breedband, zullen de administratieve lasten die de deelname aan en tenuitvoerlegging van het initiatief met zich meebrengen, tot een minimum worden beperkt.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN


Aangezien dit initiatief een aanvulling is op het nieuwe telecompakket, waaronder de mededeling over een Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt en het wetgevingsvoorstel ter herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, is het in grote mate gebaseerd op de inbreng van belanghebbenden en de uitvoerige analyse van de evaluatie en effectbeoordeling ter ondersteuning van deze voorstellen en de bij de mededeling horende werkdocumenten van de diensten van de Commissie. De voornaamste punten voor de voorgestelde maatregel worden hieronder samengevat. De algemene conclusie van de analyse is dat hoewel met wetgevende en regelgevende maatregelen obstakels kunnen worden weggeruimd, concurrentieprikkels worden versterkt, investeerders meer voorspelbaarheid krijgen en de kosten voor de aanleg van netwerken afnemen, er een belangrijke rol is weggelegd voor openbare financiering om de langetermijndoelstellingen met betrekking tot connectiviteit in Europa te verwezenlijken.

Uit het recente verslag 9 betreffende de resultaten van de publieke raadpleging die de Commissie heeft uitgevoerd met het oog op de herziening van het regelgevingskader voor elektronische communicatie, blijkt dat veel overheden en private respondenten de uitrol van wifinetwerken op openbare plaatsen steunen en tegelijk om een gepast regelgevingskader vragen voor vraagstukken m.b.t. de aansprakelijkheid van aanbieders van internettoegang en de blootstelling aan elektromagnetische velden. De exploitanten benadrukken dat eventuele overheidssteun technologieneutraal moet zijn en dat de uitrol ook kan worden vergemakkelijkt door middel van diverse vormen van publiek-private partnerschappen. Deze resultaten sluiten aan bij de ex-postevaluatie van de huidige regeling, die bij het voorstel ter herziening van het regelgevingskader is gevoegd.

In de effectbeoordeling die werd uitgevoerd met het oog op de herziening van het regelgevingskader, wordt voortgebouwd op de opmerkingen van de belanghebbenden en wordt voorgesteld om bepalingen inzake de uitrol van kleine cellen vast te stellen. Deze bepalingen hebben als doel de kosten voor de uitrol van zeer dichte netwerken te verminderen en de toegang tot lokale draadloze connectiviteit te verbeteren om tegemoet te komen aan de exponentiële toename van de vraag naar universele connectiviteit. De voorgestelde maatregel, die een aanvulling is op de voorkeursoptie voor de ontwikkeling van het regelgevend kader op het gebied van spectrumbeheer, zal bijdragen tot de verstrekking van kosteloze lokale draadloze connectiviteit en op die manier helpen om de Europese visie op internetconnectiviteit voor burgers en ondernemingen op de digitale eengemaakte markt werkelijkheid te laten worden.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voor dit voorstel vereiste kredieten zullen volledig worden gefinancierd met middelen die in het meerjarig financieel kader 2014-2020 zijn uitgetrokken. Een bedrag van 70 miljoen EUR zal worden herschikt binnen de geprogrammeerde bedragen van de CEF voor de telecomsector 2017-2019 en 50 miljoen EUR zal via een wijziging van artikel 5, lid 1, van de CEF-verordening worden overgeheveld naar de financiële middelen voor de telecommunicatiesector. Omwille van de consistentie komt deze stijging ook tot uiting in het voorstel voor een wijziging van het rechtskader voor het Europees Fonds voor strategische investeringen 10 , zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2015/1017 11 .