Toelichting bij COM(2017)618 - Globaliseringsfonds aanvraag van Finland - EGF/2017/005 FI/Detailhandel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 12 juni 2017 heeft Finland aanvraag EGF/2017/005 FI/Detailhandel ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) in de regio's van NUTS-niveau 2 Länsi Suomi (FI19), Helsinki-Uusimaa (FI1B ), Etelä-Suomi (FI1C) en Pohjois- ja Itä-Suomi (FI1D) in Finland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2017/005 FI/Detailhandel
LidstaatFinland
Betrokken regio('s) (NUTS 3 -niveau 2)Länsi-Suomi (FI19)

Helsinki-Uusimaa (FI1B)

Etelä-Suomi (FI1C)

Pohjois- ja Itä-Suomi (FI1D)
Datum van indiening van de aanvraag12 juni 2017
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag12 juni 2017
Datum van het verzoek om aanvullende informatie19 juni 2017
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie31 juli 2017
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling23 oktober 2017
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening

Aantal betrokken ondernemingen
3
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 47 – Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen

Referentieperiode (negen maanden)3 augustus 2016 – 3 mei 2017
Totaal aantal ontslagen1 660
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt1 660
Totaal aantal beoogde begunstigden1 500
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)0
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)3 906 600
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR) 259 000
Totaal budget (EUR)4 165 600
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)2 499 360

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Finland heeft aanvraag EGF/2017/005 FI/Detailhandel ingediend op 12 juni 2017, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog dezelfde dag bevestigd, en heeft Finland op 19 juni 2017 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 23 oktober 2017 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 1 660 werknemers die zijn ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen). De ontslagen vielen in de regio's van NUTS-niveau 2 Länsi Suomi (FI19), Helsinki-Uusimaa (FI1B ), Etelä-Suomi (FI1C) en Pohjois- ja Itä-Suomi (FI1D) in Finland.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
Anttila Oy1 217Oy Vallila Collection Ab26
Stockmann Oy417

Totaal aantal ondernemingen: 3 6
Totaal aantal ontslagen: 1 660
Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd: 0
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:1 660

3.

Criteria voor steunverlening


6. Finland heeft de aanvraag ingediend in het kader van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, dat bepaalt dat binnen een referentieperiode van negen maanden ten minste 500 werknemers gedwongen moeten zijn ontslagen in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gevestigd zijn in één of twee aan elkaar grenzende regio's van NUTS-niveau 2 in een lidstaat. In de regio Helsinki-Uusimaa (FI1B) alleen al werden 835 werknemers ontslagen.

7. De referentieperiode van negen maanden loopt van 3 augustus 2016 tot en met 3 mei 2017.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


8. De ontslagen tijdens de referentieperiode werden als volgt berekend:

–1 660 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.

5.

In aanmerking komende begunstigden


9. In totaal komen 1 660 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


10. Finland legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de detailhandel als gevolg van de globalisering (de onlinehandel) een periode van grote veranderingen doormaakt. De veranderende gedragspatronen van consumenten, de digitalisering en de economische crisis spelen ook een rol in de veranderingen.

11. De onlineverkoop neemt al jaren toe. Naar verwachting zal in 2019 13 % van de totale detailhandel online plaatsvinden; in 2014 was dat nog maar 6,3 % 7 . Aanvankelijk kozen consumenten voor onlinewinkels. De laatste tijd kiezen zij vaker voor internationale webshops die buiten de EU gevestigd zijn.

12. Online winkelen heeft ingrijpende gevolgen voor de verkoop van conventionele warenhuizen. De grootste webshops bevinden zich in China, India en de VS.

13. In Finland is de onlinedetailverkoop in de periode 2010-2015 met 34 % gestegen. Finnen kopen over het algemeen meer bij buitenlandse onlinewinkels dan andere Scandinaviërs 8 . Als gevolg daarvan is de verkoop in Finse warenhuizen gedaald. In 2014 daalde de verkoop in warenhuizen met 4,3 % ten opzichte van 2013, terwijl de daling van de verkoop in 2016 2,8 % bedroeg in vergelijking met 2015 9 .

14. Ook kent de detailhandel een sterk verloop. Terwijl routinematige voltijdbanen verdwijnen, komen er nieuwe vacatures vrij, in deeltijd, waarvoor nieuwe vaardigheden worden gevraagd, zoals IT-vaardigheden, prognose, gegevensanalyse, communicatie, kennis van klanten, en logistiek 10 . 43 % van het personeel in de detailhandel is ouder dan 45 jaar en mist de genoemde vaardigheden.

15. Tot op heden zijn voor de sector NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto’s en motorfietsen) acht EFG-aanvragen ingediend 11 .

7.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


16. De detailhandel in Finland is goed voor 7 % van het totale aantal banen, maar staat open voor jonge deeltijdmedewerkers die over nieuwe vaardigheden beschikken. De aankopen bij webshops uit landen buiten de EU zijn gestegen van 6 % (2008) tot 19 % (2016) van alle verkopen. 32 % van de onlineaankopen wordt gedaan in andere EU-lidstaten en 16 % van de online handel is afkomstig uit landen buiten de EU. 23 % van de internationale onlinehandel in Finland komt uit China 12 .

17. In andere EU-landen is een vergelijkbare trend te zien; in de periode 2012-2016 stegen de onlineaankopen uit landen buiten de EU van 13 % tot 20 % van alle internationale onlineaankopen (bron: Eurostat).

18. Anttila Oy was een detailhandelsonderneming, die in 1952 was begonnen als postorderbedrijf. Het richtte zich vooral op consumentenelektronica, kleding en huishoudelijke artikelen. Er waren Anttila-warenhuizen in 23 gemeenten.

19. Anttila leed al enkele jaren verlies, voornamelijk als gevolg van de algehele achteruitgang van het warenhuiswezen. Het bedrijf probeerde zijn winstgevendheid te herstellen. Er werd geherkapitaliseerd en van eigenaar veranderd. Tevens vond een personeelsinkrimping plaats (2015) 13 .

20. Ondanks alle inspanningen daalden de kasstroom en de winstgevendheid van de onderneming nog verder, voornamelijk als gevolg van de internationale onlinehandel. De onderneming was op zoek naar externe financiering, zonder succes 14 .

21. Het aantal klanten van de Anttila-warenhuizen daalde jaarlijks met 10-20 %. De verkoop van muziek, films, games en huishoudelijke apparaten in de Anttila-warenhuizen stortte in als gevolg van de digitalisering en de onlinehandel 15 .

22. In 2016 moest de onderneming faillissement aanvragen. Alle 1 222 werknemers werd ontslag aangezegd. Anttila is begin 2017 definitief gesloten. Ook de werknemers van Vallila Oy, een dochteronderneming van Anttila, raakten hun baan kwijt.

23. De recessie in Finland had ook gevolgen voor de verkoop van Anttila 16 . Het personeel van Anttila werkte 30 tot 35 uur per week. De huidige vacatures zijn voor 12 uur per week.

24. Stockmann is een traditionele Finse warenhuisketen, die bekendstaat om zijn gespecialiseerde, hoogwaardige producten. Stockmann kampte met soortgelijke problemen als Anttila, maar in mindere mate 17 .

25. Stockmann begon in 2015 met de verbetering van zijn financiële en marktpositie. In 2017 werd het warenhuis in Oulu gesloten. Momenteel beschikt het nog over zes warenhuizen. Stockmanns problemen hangen deels samen met de e-handel, veranderend koopgedrag en het zwakke consumentenvertrouwen in de economie 18 .

26. Het aantal klanten in de Stockmann-warenhuizen nam in de periode 2012-2016 met meer dan 40 % af. In dezelfde periode daalde de omzet met 38 %. De operationele marge werd negatief 19 .

8.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en de werkgelegenheid


27. Alle vier NUTS-2 regio’s in Finland zijn getroffen. Het hardst geraakt is Helsinki-Uusimaa (835 ontslagen). In maart 2017 waren er 317 251 werkzoekende werklozen in Finland. Dat was 10,3 % van de beroepsbevolking. 38 % van hen was ouder dan 50 jaar 20 . Er waren per vacature zes werklozen. 4 % van alle werklozen waren afkomstig uit de handelssector 21 .

9.

Länsi-Suomi


28. In het gebied Pirkanmaa 22 vertegenwoordigt de detail- en groothandel een significant aandeel van de omzet van alle sectoren (ongeveer 30 %). De economie van de regio is zich langzaam aan het herstellen dankzij de exportindustrie en de bouw.

29. In maart 2017 stonden bij het Centrum voor Economische Ontwikkeling, Vervoer en Milieu (ELY-Centrum) van Pirkanmaa 31 577 werklozen ingeschreven. Dat was 12,9 % van de beroepsbevolking, meer dan het nationale gemiddelde 23 .

30. De Anttila-warenhuisketen was een belangrijke werkgever in de regio. Het vinden van een nieuwe baan was het moeilijkst voor mensen boven de 50.

10.

Helsinki-Uusimaa


31. Eind maart 2017 bedroeg het aantal werkzoekende werklozen in de regio Uusimaa 86 659 en maakten werkzoekende werklozen 10,3 % van de beroepsbevolking uit.

32. Het aantal langdurig werklozen in maart 2017 bedroeg 34 942. 36 % van de werkzoekende werklozen was boven de 50 24 .

11.

Etelä-Suomi


33. Anttila was een belangrijke werkgever in de detailhandel in de stad Turku. Met de sluiting van Anttila ging een aanzienlijk aantal banen verloren.

34. Dit is een regio met 11,6 % werkloosheid. Bedrijven nemen jonge werknemers aan voor deeltijdwerk. Veel van de werklozen zijn boven de 50 25 .

35. In het late voorjaar van 2017 waren in het zuidwesten van de regio ongeveer 26 224 mensen werkloos. Dat was 11,6 % van de beroepsbevolking. Daarnaast maakten nog eens 10 600 mensen gebruik van diensten ter bevordering van de werkgelegenheid 26 .

12.

Pohjois- ja Itä-Suomi


36. Stockmann en Anttila waren beide belangrijke werkgevers in de detailhandel in Oulu en omgeving. De stopzetting van hun activiteiten in de stad heeft geleid tot een groot aantal ontslagen, waarvan veel in de oudere leeftijdsgroepen vielen.

37. De werkloosheid in Oulu en omgeving is nog steeds hoog; in maart 2017 waren er 25 928 werklozen. Daarnaast maken circa 9 650 mensen via de diensten voor Werkgelegenheid en Economische Ontwikkeling (TE-diensten) gebruik van diensten ter bevordering van de werkgelegenheid 27 .

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

13.

Beoogde begunstigden


38. Naar verwachting zullen 1 500 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:355(23,7 %)
Vrouwen:1 145(76,3 %)
Nationaliteit:EU-burgers:1 495(99,7 %)
Niet-EU-burgers:5(0,3 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:103(6,9 %)
25-29 jaar:144(9,6 %)
30-54 jaar:985(65,7 %)
55-64 jaar:263(17,5 %)
Ouder dan 64 jaar:5(0,3 %)

14.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


39. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties:

–Coaching en andere voorbereidende maatregelen: deze maatregel omvat werkzoektraining om zelfvertrouwen op te bouwen en de vaardigheden voor het zoeken van werk op peil te brengen. Hij omvat eveneens jobcoaching op individuele basis.

–Werkgelegenheid en andere bedrijfsmaatregelen: deze maatregel is bedoeld om informatie, counselling en diensten van deskundigen te verstrekken aan de begunstigden om hun terugkeer op de arbeidsmarkt te plannen door middel van onlinediensten, beroeps- en loopbaanbegeleiding, vacatures, het in kaart brengen van competenties, beoordelingen van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en meeloopstages.

–Opleiding: deze maatregel is bedoeld om voortgezette en beroepsopleiding, opleiding in het omgaan met verandering en nascholing te verstrekken. Hij omvat ook opleidingen voor de ondersteuning van ondernemerschap. De cursussen worden afgestemd op de doelgroep.

–Subsidie voor start-ups: de subsidie moet individuele personen ertoe aanzetten om bedrijfsactiviteiten en werkgelegenheid te creëren. De subsidie voor start-ups helpt bij het geleidelijk opstarten van een voltijds bedrijf. Zij wordt voor maximaal twaalf maanden verstrekt. De subsidie wordt ook gekoppeld aan opleiding en coaching.

–Proefprojecten op het gebied van loopbaanbegeleiding: voor begunstigden ouder dan 50 jaar zal in dit proefproject worden gekeken naar eventuele fysieke of psychische problemen en andere zaken die terugkeer op de arbeidsmarkt in de weg kunnen staan. Daarnaast hebben sommige begunstigden mogelijk intensieve begeleiding nodig.

–Loonkostensubsidie: deze subsidie dient om een nieuwe baan te vinden door de loonkosten voor de werkgever te drukken. De loonkostensubsidie bedraagt 30-50 procent van de loonkosten en wordt uitbetaald aan de werkgever. De duur van de subsidie bedraagt 6-18 maanden, afhankelijk van de duur van de periode van werkloosheid.

–Vergoedingen voor reis- en verblijfskosten: deze kunnen aan de werkzoekende worden verleend voor reis- en verblijfskosten die zijn gemaakt bij het zoeken naar werk of het volgen van opleiding, gericht op het bevorderen van de werkgelegenheid.

40. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

41. Finland heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

15.

Geraamd budget


42. De totale kosten worden op 4 165 600 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 3 906 600 EUR voor individuele dienstverlening en van 259 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

43. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 499 360 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(in EUR)
Geraamde totale kosten

(in EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Coaching en andere voorbereidende maatregelen (Valmennukset ja muut valmentavat toimenpiteet )3151 200378 000
Arbeidsvoorzienings- en bedrijfsdiensten (Työllisyys- ja yrityspalvelut)5006030 000
Opleiding (Koulutus)2355 0001 175 000
Subsidies voor start-ups (Starttiraha)189 000162 000
Proefprojecten op het gebied van loopbaanbegeleiding (Uravalmennuspilotti)

2605 0001 300 000
Subtotaal a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
3 045 000
(77,95 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Loonsubsidie2004 200840 000
Vergoedingen voor reis- en verblijfskosten18012021 600
Subtotaal b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
861 600
(22,05 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
4 000
2. Beheer
150 000
3. Voorlichting en publiciteit
25 000
4. Controle en rapportage
80 000
Subtotaal c):

Percentage van de totale kosten
259 000
(6,22 %)
Totale kosten (a + b + c)4 165 600
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)2 499 360

44. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Finland heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

45. Finland heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

16.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


46. Finland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 3 augustus 2016 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 3 augustus 2016 tot en met 12 juni 2019 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

47. Op 3 augustus 2016 heeft Finland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 3 augustus 2016 tot en met 12 december 2019 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

17.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


48. De nationale voor- of medefinanciering zal worden verstrekt uit de begrotingspost van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening van de administratieve afdeling van het Ministerie van Economische Zaken en Werkgelegenheid (MEAE - Ministry of Economic Affairs and Employment). Een aantal diensten zal ook worden gefinancierd uit de huishoudelijke uitgaven van de de ELY-Centra en de TE-diensten. Taken die verband houden met technische ondersteuning zullen worden gefinancierd uit de huishoudelijke uitgaven van het MEAE en de ELY-Centra. Er zal worden getracht om voor alle acties en taken nationale voorfinanciering ter beschikking te stellen.

49. Finland heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

18.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


50. Finland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening is opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de ELY-Centra van Uusimaa, Pirkanmaa, Pohjois-Pohjanmaa en Varsinais-Suomi en de TE-dienst van Uusimaa. Ook de vertegenwoordigers van Anttila en de vakbonden (PAM: Verenigde Dienstvakbonden) werden erbij betrokken.

51. Het MEAE heeft een werkgroep opgericht, waarin alle bovengenoemde plaatselijke en regionale autoriteiten alsmede Anttila en PAM zijn vertegenwoordigd. De werkgroep houdt zich bezig met de ontslagen in de detailhandelsector en heeft de EFG-aanvraag helpen opstellen.

Beheers- en controlesystemen

52. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert.

–Finland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het MEAE, dat zal fungeren als beheers- en certificeringsautoriteit voor het EFG en als intermediaire instantie voor de verdeling van de middelen uit het EFG. De beheersfuncties voor het EFG werden toegewezen aan de dienst Werkgelegenheid en Ondernemerschap.

–De eenheid Personeelszaken en Administratie staat in voor de certificerende functies. De betalingen aan de begunstigden worden uitgevoerd door de regionale ELY-Centra en TE-diensten.

–Het verantwoordelijke orgaan voor de audit is de onafhankelijke Interne Auditeenheid, die onder de Permanente Secretaris van het MEAE ressorteert.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

53. Finland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

–de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;

–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

54. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 28 , mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

55. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 499 360 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren in het kader van de aanvraag.

56. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 29 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

57. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 499 360 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

58. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.