Toelichting bij COM(2018)164 - Standpunt EU over het reglement van orde van het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst betreffende een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel heeft betrekking op het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte, voor wat de geplande vaststelling van het reglement van orde betreft.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De multilaterale overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA)

De multilaterale overeenkomst tussen de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek IJsland, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, het Koninkrijk Noorwegen, Servië en Montenegro, Roemenië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo 1 betreffende de totstandbrenging van een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte ("de ECAA-overeenkomst") heeft tot doel een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte tot stand te brengen op basis van vrije markttoegang, vrijheid van vestiging, gelijke concurrentievoorwaarden en gemeenschappelijke regels, onder meer op het gebied van veiligheid, beveiliging, en luchtverkeersbeheer, alsook sociale en milieuregels. De ECAA-overeenkomst is op 1 december 2017 in werking getreden.

De Europese Unie is partij bij de ECAA-overeenkomst 2 .

2.2.Gemengd Comité

Het bij artikel 18 van de ECAA-overeenkomst opgerichte Gemengd Comité is verantwoordelijk voor het beheer van de overeenkomst en zorgt voor de goede toepassing ervan, via aanbevelingen en besluiten in de gevallen waarin de overeenkomst voorziet. Het Gemengd Comité neemt besluiten met eenparigheid van stemmen. Het Gemengd Comité kan echter besluiten een meerderheidsstemming te houden over specifieke onderwerpen. Het Gemengd Comité wordt voorgezeten door de Europese Commissie, met deelname van de lidstaten.

2.3.De voorgenomen besluiten van het Gemengd Comité

Tijdens zijn eerste vergadering stelt het Gemengd Comité zijn reglement van orde vast.

Het voorgenomen besluit wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de ECAA-overeenkomst, waarin bepaald is dat het Gemengd Comité zijn reglement van orde vaststelt.

3. Standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen

De Raad wordt verzocht het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen met betrekking tot het reglement van orde, teneinde het Gemengd Comité in staat te stellen zijn taken correct uit te voeren overeenkomstig artikel 18, lid 5, van de ECAA-overeenkomst.

Als partij bij de overeenkomst moet de Unie haar standpunt aan de ECAA-partners presenteren in het Gemengd Comité, zodat de overeenkomst correct kan worden toegepast en de Unie haar verbintenissen kan nakomen.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van 'de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst'.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Gemengd Comité is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de ECAA-overeenkomst.

Het door het Gemengd Comité vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 19 van de ECAA-overeenkomst uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de ECAA-overeenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op luchtvervoer.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 100, lid 2, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 100, lid 2, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Publicatie van de geplande handeling

Overeenkomstig artikel 19 van de ECAA-overeenkomst worden de besluiten van het Gemengd Comité na vaststelling gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.