Toelichting bij COM(2018)778 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 2173/2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de EG (Flegt-verordening)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.11.2018

COM(2018) 778 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (Flegt-verordening)


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de aan de Commissie verleende bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (Flegt-verordening)


Inhoudsopgave

  1. Inleiding
  2. Rechtsgrondslag

1.

Inleiding




In 2005 heeft de Europese Unie (EU) Verordening (EG) nr. 2173/2005 1 van 20 december 2005 inzake de opzet van een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (hierna 'Flegt-verordening' genoemd) vastgesteld, als onderdeel van de uitvoering van het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) van 2003.


De Flegt-verordening bevat voorschriften voor de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem door de vaststelling van vereisten voor de invoer in de EU van onder een Flegt-vergunning vallende houtproducten die uit Flegt-partnerlanden afkomstig zijn. De voorwaarden voor de afgifte van Flegt-vergunningen zijn opgenomen in bilaterale vrijwillige Flegt-partnerschapsovereenkomsten (VPA’s) tussen de EU en partnerlanden.


Tot dusver zijn met zes landen VPA's gesloten: Kameroen, de Centraal Afrikaanse Republiek, Ghana, Indonesië, Liberia, en de Republiek Congo. Met Vietnam 2 en Honduras 3 zijn de onderhandelingen onlangs afgerond, met 7 andere partnerlanden, (Ivoorkust, de Democratische Republiek Congo, Gabon, Guyana, Laos, Maleisië en Thailand) wordt nog onderhandeld.


Na de sluiting van een Flegt-overeenkomst heeft het partnerland over het algemeen een bepaalde tijd nodig om de laatste hand te leggen aan de praktische regelingen voor de volledige werking van het Flegt-vergunningensysteem. Het Flegt-vergunningensysteem is op 15 november 2016 voor het eerst operationeel geworden: op die datum is Indonesië begonnen met de afgifte van Flegt-vergunningen.


Indonesië is op dit ogenblijk het enige VPA-land dat Flegt-vergunningen afgeeft.


De Flegt-VPA tussen de EU en Indonesië is op 1 mei 2014 in werking getreden 4 . Overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 3, van de Flegt-verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 657/2014 van het Europees Parlement en de Raad 5 van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad wat de aan de Commissie te verlenen gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden betreft, moesten in het kader van het besluit om van start te gaan met het Flegt-vergunningensysteem in Indonesië de bijlagen I en III bij de Flegt-verordening door middel van een gedelegeerde verordening van de Commissie 6 worden gewijzigd. Middels deze wijziging zijn Indonesië en zijn informatiepunt inzake vergunningen opgenomen in de 'Lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten' in bijlage I. Daarnaast is de lijst van producten die onder het Flegt-vergunningensysteem in Indonesië vallen, toegevoegd aan bijlage III (Producten die alleen gelden voor genoemde partnerlanden).


2.

Rechtsgrondslag




Dit verslag is vereist uit hoofde van artikel 11 bis, lid 2, van de Flegt-verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 657/2014. Overeenkomstig deze bepaling wordt de in artikel 10, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf 30 juni 2014, en moet de Commissie uiterlijk negen maanden voor het verstrijken van deze termijn van vijf jaar, dus vóór 30 september 2018, een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.


3.UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE


Bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad zijn aan de Commissie bevoegdheden verleend om uitvoering te geven aan een aantal bepalingen van die verordening, met name met betrekking tot de wijziging van de bijlagen I (Lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten), II (Producten die gelden voor alle partnerlanden in bijlage I) en III (Producten die alleen gelden voor genoemde partnerlanden).


De Commissie heeft één gedelegeerde handeling vastgesteld: Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1387 van de Commissie van 9 juni 2016 tot wijziging van de bijlagen I en III bij Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad naar aanleiding van een Vrijwillige Partnerschapsovereenkomst met Indonesië inzake een Flegt-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Unie. De uitoefening van deze bevoegdheidsdelegatie komt tegemoet aan de noodzaak tot wijziging van de bijlagen I en III bij Verordening 2173/2005 om van start te kunnen gaan met het Flegt-vergunningensysteem tussen de EU en Indonesië, door Indonesië en de door Indonesië aangewezen vergunningverlenende autoriteiten toe te voegen aan de 'Lijst van partnerlanden en de door hen aangewezen vergunningverlenende autoriteiten' in bijlage I en de lijst van houtproducten waarop het Flegt-vergunningensysteem van toepassing is in bijlage III (Producten die alleen gelden voor genoemde partnerlanden).


De deskundigengroep van de Commissie inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw werd tijdens vergaderingen op 18 mei en 15 juni 2015 geraadpleegd en werd vervolgens op de hoogte gehouden over de voortgang bij de aanpak van de resterende kwesties die moesten worden aangepakt voor het begin van het Flegt-vergunningensysteem in Indonesië. De gedelegeerde handeling is op 9 juni 2016 vastgesteld, waarna het Europees Parlement en de Raad ervan in kennis zijn gesteld. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft bezwaar gemaakt tegen de gedelegeerde handeling binnen de periode van twee maanden als bepaald in artikel 11 bis, lid 5, van de Flegt-verordening, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 657/2014. Geen van beide instellingen heeft het initiatief genomen om de termijn van twee maanden overeenkomstig dezelfde bepaling met nog eens twee maanden te verlengen.


Bij het verstrijken van de termijn van twee maanden is de gedelegeerde handeling bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie; de toepassing ervan is begonnen op 15 november 2016.


4.CONCLUSIE


De Commissie heeft de aan haar gedelegeerde bevoegdheden naar behoren uitgeoefend en verzoekt het Europees Parlement en de Raad kennis te nemen van dit verslag.


Aangezien in de komende periode andere Flegt-partnerlanden waarschijnlijk zullen beginnen met de afgifte van Flegt-vergunningen, acht de Commissie de verlenging van de bevoegdheidsdelegatie voor een periode van vijf jaar noodzakelijk. De Commissie zal haar gedelegeerde bevoegdheden verder uitoefenen wanneer andere VPA-partnerlanden klaar zijn om te beginnen met de uitvoering van het Flegt-vergunningensysteem.


(1)

PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.

(2)

  Besluit (EU) 2018/1528 van de Raad betreffende de ondertekening van een vrijwillige Flegt-partnerschpasovereenkomst tussen de EU en de Socialistische Republiek Vietnam is vastgesteld op 11 oktober 2018 (PB L 257 van 15.10.2018, blz. 1). De Flegt-VPA is op 19 oktober 2018 ondertekend.

(3)

De EU en Honduras hebben op 14 juni 2018 een Flegt-VPA geparafeerd.

(4)

Nadere informatie over de VPA EU-Indonesië is beschikbaar op: PB L 150 van 20.5.2014, blz. 252 en PB L 213 van 12.8.2015, blz. 11. 

(5)

PB L 189 van 27.6.2014, blz. 108.

(6)

PB L 223 van 18.8.2016, blz. 1.