Toelichting bij COM(2024)10 - Machtiging om namens de EU onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst met Guinee-Bissau - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)10 - Machtiging om namens de EU onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een uitvoeringsprotocol bij de ... |
---|---|
bron | COM(2024)10 ![]() ![]() |
datum | 17-01-2024 |
• Motivering en doelstellingen van de aanbeveling
De Commissie stelt voor te gaan onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij (de overeenkomst) met de Republiek Guinee-Bissau 1 dat aansluit bij de behoeften van de vloot van de Unie en in overeenstemming is met de artikelen 28, 31 en 32 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) 2 en bij de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid 3 .
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het huidige uitvoeringsprotocol 4 bij de overeenkomst biedt vissersvaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden in de Guinee-Bissause wateren en voorziet in aanzienlijke sectorale steun voor de duurzame ontwikkeling van de nationale sectoren visserij en blauwe economie.
De overeenkomst is op 16 juni 2007 in werking getreden en is om de vier jaar stilzwijgend verlengd. Op 6 juni 2019 heeft de Raad van de EU zijn goedkeuring gehecht aan het besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het huidige uitvoeringsprotocol, dat van kracht is van 15 juni 2019 tot en met 14 juni 2024.
Het huidige uitvoeringsprotocol voorziet in een jaarlijkse financiële tegenprestatie van de EU van 11 600 000 EUR voor toegang en van 4 000 000 EUR voor sectorale steun. De EU-bijdrage wordt aangevuld met rechten die de reders van EU-vaartuigen verschuldigd zijn voor machtigingen en vangsten.
De Europese Unie heeft reeds een netwerk van bilaterale partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) in de Atlantische Oceaan ontwikkeld, namelijk met Mauritanië, Guinee-Bissau, Senegal, Ivoorkust en Gambia. Net als de PODV met Mauritanië heeft de overeenkomst met Guinee-Bissau betrekking op meerdere soorten.
Het huidige uitvoeringsprotocol heeft betrekking op demersale soorten (schaaldieren, koppotigen en vissen), kleine pelagische soorten en over grote afstanden trekkende soorten. Op basis van de vangstcapaciteit (uitgedrukt in brutotonnage of brt) voorziet het huidige protocol in vangstmogelijkheden voor vriestrawlers voor de garnaalvisserij, vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen en trawlers voor kleine pelagische soorten. Ook zijn er vangstmogelijkheden voor vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen en voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel. Op grond van het protocol mogen EU-vaartuigen uit Spanje, Portugal, Italië, Griekenland, Frankrijk, Litouwen, Letland en Polen in de Guinee-Bissause wateren vissen.
PODV’s helpen de doelstellingen van het GVB internationaal te bevorderen, door ervoor zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie berusten op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden in het kader van het recht van de Unie. Daarnaast hebben PODV’s drie andere voordelen. Ten eerste bevorderen zij de wetenschappelijke samenwerking tussen de EU en haar partnerlanden. Ten tweede bevorderen zij transparantie en duurzaamheid met het oog op een beter beheer van de visbestanden. Ten derde moedigen zij oceaangovernance aan door: i) het ondersteunen van monitoring, controle en bewaking van de activiteiten van nationale en buitenlandse vloten; ii) het verstrekken van financiering voor de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) en voor de duurzame ontwikkeling van de lokale visserijsector. PODV’s versterken de positie van de Unie in internationale en regionale visserijorganisaties, zoals de Iccat.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol met Guinee-Bissau zijn in overeenstemming met het externe optreden van de Unie in de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), en met name met de doelstellingen van de Unie om de democratische beginselen en de mensenrechten te bevorderen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
Artikel 218, lid 3, VWEU bepaalt dat de Commissie aanbevelingen doet aan de Raad, die een besluit vaststelt houdende machtiging tot het openen van de onderhandelingen en waarbij de onderhandelaar van de Unie wordt aangewezen. Overeenkomstig artikel 218, lid 4, VWEU kan de Raad de onderhandelaar richtsnoeren geven en een bijzonder comité aanwijzen; de onderhandelingen moeten in overleg met dat comité worden gevoerd.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Niet van toepassing, exclusieve bevoegdheid.
• Evenredigheid
Het besluit is evenredig met het doel om de GVB-doelstellingen internationaal te bevorderen en ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie berusten op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden in het kader van het recht van de Unie.
• Keuze van het instrument
Het instrument is gekozen op grond van artikel 218, leden 3 en 4, VWEU.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
In 2023 heeft een onafhankelijke consultant in opdracht van de Commissie een evaluatiestudie ex post en ex ante verricht 5 . Op basis van deze evaluatiestudie heeft de Commissie een ex-postevaluatie van het huidige uitvoeringsprotocol en een ex-ante-evaluatie van mogelijke opties voor de te volgen koers verricht. De conclusies van de ex-post- en van de ex-ante-evaluatie zijn opgenomen in een werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD).
In de ex-postevaluatie in het SWD concludeert de Commissie dat het huidige uitvoeringsprotocol al bij al de doelstellingen ervan doeltreffend heeft verwezenlijkt, ondanks het bestaan van enkele verbeterpunten. In dit verband blijft de vloot van de Unie geïnteresseerd in toegang tot de visserijgebieden van Guinee-Bissau met het oog op de toepassing van vangststrategieën binnen een meerjarig kader, waarbij de vangstmogelijkheden en de benuttingsgraad door de vloot van de Unie in zekere mate op elkaar moeten worden afgestemd. Wat de sectorale steun betreft, concludeert de Commissie dat de voor sectorale steun bestemde middelen hebben bijgedragen tot i) een verscherpte monitoring, controle en bewaking van de visserij en ii) een betere oceaangovernance in Guinee-Bissau en de regio.
In de ex-ante-evaluatie in het SWD concludeert de Commissie dat de onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol, met enkele aanpassingen, in het belang zijn van zowel de EU als Guinee-Bissau. Voor Guinee-Bissau betekenen de onderhandelingen over een nieuw uitvoeringsprotocol dat het zijn samenwerking met de EU voor een versterkte oceaangovernance kan voortzetten dankzij de specifieke middelen voor sectorale steun binnen een meerjarig kader.
• Raadpleging van belanghebbenden
In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van de sector in de EU, internationale middenveldorganisaties en het Ministerie van Visserij en het maatschappelijk middenveld van Guinee-Bissau. Er heeft ook overleg plaatsgevonden tijdens de vergaderingen van de adviesraad voor de vollezee-/verrezeevloot.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Inhoudsopgave
• Effectbeoordeling
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
• Grondrechten
In de onderhandelingsrichtsnoeren (die worden voorgesteld in de bijlage bij het besluit) wordt aanbevolen een clausule op te nemen over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten en van de democratische beginselen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De gevolgen voor de begroting van het nieuwe uitvoeringsprotocol houden verband met de betaling door de EU van een financiële tegenprestatie aan de Republiek Guinee-Bissau. De jaarlijkse bedragen aan vastleggings- en betalingskredieten worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 en omvatten de reservelijn voor protocollen die niet aan het begin van het jaar in werking zijn getreden 6 .
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De onderhandelingen zullen naar verwachting begin 2024 aanvangen.
• Toelichting bij de specifieke bepalingen van de aanbeveling
De Commissie beveelt aan dat:
- de Raad de Commissie machtigt tot het openen en voeren van onderhandelingen met het oog op het sluiten van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de overeenkomst met de Republiek Guinee-Bissau;
- de Commissie in dit verband wordt aangewezen als onderhandelaar van de EU;
- de Commissie de onderhandelingen in overleg met het speciaal comité voert overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- de Raad de bij deze aanbeveling gevoegde onderhandelingsrichtsnoeren goedkeurt.
BESLUIT VAN DE RAAD
houdende machtiging om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende dat onderhandelingen moeten worden geopend met het oog op de sluiting van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Guinee-Bissau,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Guinee-Bissau.
De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.
De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep extern visserijbeleid van de Raad.
Dit besluit is gericht tot de Commissie.
Gedaan te Brussel,
De voorzitter
(1)
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011.
(2) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
(3) Conclusies van de Raad over een mededeling van de Commissie inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid (Brussel, 19 en 20 maart 2012), zie www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs">hier .
(4) Protocol tot uitvoering van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2019-2024) (PB L 173 van 27.6.2019, blz.
3).
(5) Évaluation rétrospective et prospective du Protocole à l’accord de partenariat dans le domaine de la pêche entre l’Union européenne et la Guinée-Bissau
(6) Hoofdstuk 40 (reservelijn 40 02 41) in overeenstemming met het interinstitutioneel akkoord inzake het MFK (2013/C 373/01).