Toelichting bij COM(2024)48 - Machtiging om namens de EU onderhandelingen te openen met het oog op een nieuw uitvoeringsprotocol bij de visserijovereenkomst met Ivoorkust - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)48 - Machtiging om namens de EU onderhandelingen te openen met het oog op een nieuw uitvoeringsprotocol bij de ... |
---|---|
bron | COM(2024)48 ![]() ![]() |
datum | 30-01-2024 |
• Motivering en doel van het voorstel
De Commissie stelt voor te onderhandelen over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Ivoorkust 1 dat voldoet aan de behoeften van de vloot van de Unie en in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1380/2013 2 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De huidige partnerschapsovereenkomst inzake visserij (POV) tussen de Europese Unie en Ivoorkust is op 1 juli 2007 gesloten. Het vigerende zesjarige uitvoeringsprotocol bij de POV 3 is op 1 augustus 2018 voorlopig in werking getreden en loopt af op 31 juli 2024. In het protocol zijn de vangstmogelijkheden voor de vloot van de Unie en de overeenkomstige financiële tegenprestatie van de Unie en de reders vastgelegd. De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de EU voor Ivoorkust bedraagt voor het laatste toepassingsjaar 682 000 EUR, waarvan 407 000 EUR bestemd is voor sectorale steun.
De POV met Ivoorkust voorziet in vangstmogelijkheden voor tonijn en over grote afstanden trekkende soorten voor vaartuigen van de Unie uit drie lidstaten (Spanje, Frankrijk en Portugal). De Europese Unie beschikt reeds over een uitgebreid netwerk van bilaterale partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) in West- en Centraal-Afrika, namelijk met Marokko, Mauritanië, Kaapverdië, Senegal, Guinee-Bissau, Liberia, Ivoorkust, Sao Tomé en Principe en Gabon.
PODV’s dragen bij aan het bevorderen van de doelstellingen van het GVB op internationaal niveau door ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de Unie buiten de wateren van de Unie gebaseerd zijn op dezelfde beginselen en normen als die welke gelden uit hoofde van het recht van de Unie. Voorts versterken PODV’s de positie van de Europese Unie in internationale en regionale visserijorganisaties, met name in de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat), het orgaan dat krachtens het internationaal recht is opgericht met het oog op de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende soorten in de regio. Tot slot zijn PODV’s gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke advies en dragen zij bij aan een betere naleving van internationale maatregelen, waaronder die ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij).
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de POV met Ivoorkust zijn in overeenstemming met het externe optreden van de Unie ten aanzien van de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), en met name met de doelstellingen van de Unie met betrekking tot de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten.
De bevordering van waardig werk wordt gewaarborgd door de verwachte onderhandelingen over een sociale clausule in overeenstemming met IAO-verdrag C188 voor werknemers uit het partnerland die in dienst zijn van vaartuigen van de Unie.
De onderhandelingen over een nieuw protocol bij de PODV met Ivoorkust stroken ook met de doelstellingen van de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de EU en Ivoorkust, die tot doel heeft de handel in goederen tussen beide partijen te bevorderen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag is het vijfde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) “Extern optreden van de Unie”, titel V “Internationale overeenkomsten”, artikel 218, waarin de procedure is vastgesteld voor het onderhandelen over en het sluiten van overeenkomsten tussen de Unie en derde landen.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
N.v.t.; exclusieve bevoegdheid.
• Evenredigheid
Het voorstel staat in verhouding tot de in artikel 31 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgelegde doelstelling om een juridisch, ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vaartuigen van de Unie in wateren van derde landen tot stand te brengen.
• Keuze van het instrument
Het instrument is gekozen op grond van artikel 218, leden 3 en 4, VWEU.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
De Commissie heeft een ex-postevaluatie verricht van het huidige protocol bij de POV met Ivoorkust, alsmede een ex-ante-evaluatie van een eventueel nieuw protocol. Het verslag van die evaluatie is openbaar 4 .
In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de sector van de tonijnvisserij van de Unie veel belangstelling heeft voor de voortzetting van zijn visserijactiviteiten in Ivoorkust en dat een nieuw protocol zou leiden tot een betere monitoring, controle en bewaking en tot een betere governance van de visserij in de regio. Het belang van Abidjan als belangrijkste aanlandingshaven en plaats van verwerking voor de tonijnvloot van de Unie in de Atlantische Oceaan, rechtvaardigt het beoogde protocol, zowel voor de sector van de tonijnvisserij van de Unie als voor het partnerland.
• Raadpleging van belanghebbenden
In het kader van de evaluatie is overlegd met de lidstaten, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, internationale middenveldorganisaties, alsook met de visserijautoriteiten en het maatschappelijk middenveld van de Unie en van Ivoorkust. Er heeft ook overleg plaatsgevonden in het kader van de adviesraad voor de volle zee.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Bij de uitgevoerde evaluaties zijn onafhankelijke deskundigen betrokken.
• Effectbeoordeling
Niet van toepassing.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Niet van toepassing.
• Grondrechten
In de onderhandelingsrichtsnoeren in de bijlage bij het voorstel tot besluit wordt aanbevolen een clausule op te nemen over de gevolgen van schendingen van de mensenrechten en van de democratische beginselen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De budgettaire gevolgen van een nieuw protocol zullen voortvloeien uit de betaling van een financiële tegenprestatie aan Ivoorkust. De jaarlijkse bedragen aan vastleggings- en betalingskredieten worden vastgesteld in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure overeenkomstig het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 en omvatten de reservelijn voor voorstellen die niet aan het begin van het jaar in werking zijn getreden 5 .
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De onderhandelingen moeten in het eerste kwartaal van 2024 van start gaan om te voorkomen dat de visserijactiviteiten worden onderbroken na het aflopen van het huidige uitvoeringsprotocol bij de POV op 31 juli 2024.
• Artikelsgewijze toelichting
De Commissie beveelt aan dat:
- de Raad de Commissie machtigt tot het openen en voeren van onderhandelingen met het oog op het sluiten van een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Ivoorkust;
- de Commissie in dit verband wordt aangewezen als onderhandelaar van de Unie;
- de Commissie de onderhandelingen voert in overleg met het speciaal comité overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- de Raad de bij deze aanbeveling gevoegde onderhandelingsrichtsnoeren goedkeurt.
Inhoudsopgave
BESLUIT VAN DE RAAD
tot machtiging om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Ivoorkust
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende dat onderhandelingen moeten worden geopend met het oog op de sluiting van een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Ivoorkust,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een nieuw uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Ivoorkust 6 .
De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.
De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep extern visserijbeleid van de Raad.
Dit besluit is gericht tot de Commissie.
Gedaan te Brussel,
De voorzitter
(1) PB L 48 van 22.2.2008, blz. 42.
(2) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
(3) PB L 194 van 31.7.2018, blz. 3.
(4) https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/6a0dbe7d-60d5-11ee-9220-01aa75ed71a1
(5) Zie hoofdstuk 40 (reservelijn 40 02 41) overeenkomstig artikel 20 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28).
(6) PB L 48 van 22.2.2008, blz. 42.