Toelichting bij COM(2025)34 - Wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit Rusland en Belarus - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)34 - Wijziging van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde goederen uit of rechtstreeks of ... |
---|---|
bron | COM(2025)34 ![]() ![]() |
datum | 28-01-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
Het doel van dit voorstel voor een verordening is, in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van 17 oktober 2024 1 , de douanerechten te verhogen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten die momenteel zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 1, 2, 4 tot en met 24, 29, 33, 35, 38, 41, 43, 50, 51, 52 en 53 van de gecombineerde nomenclatuur (GN) en van bepaalde meststoffen die momenteel zijn ingedeeld onder hoofdstuk 31 van de GN, van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus. Het voorstel verhoogt de toepasselijke invoerrechten voor landbouwproducten uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus aanzienlijk en met onmiddellijke ingang, terwijl de tariefverhogingen voor meststoffen geleidelijk zullen plaatsvinden, gedurende een overgangsperiode van drie jaar. Bovendien wordt die goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus de toegang tot de tariefcontingenten van de Unie ontzegd.
In 2023 bedroeg de invoer in de Unie van de onder de voorgestelde verordening vallende landbouwproducten uit de Russische Federatie (“de betrokken landbouwproducten”) 2,9 miljoen ton, met een waarde van 380 miljoen EUR (volgens gegevens van Eurostat). De “erga omnes”-tarieven van de Unie (d.w.z. de momenteel toegepaste meestbegunstigingsrechten) voor die betrokken landbouwproducten lopen sterk uiteen. Er vindt geen handel plaats in landbouwproducten waarvoor reeds hoge meestbegunstigingsrechten gelden. Landbouwproducten uit de Russische Federatie waarvoor geen of slechts relatief lage meestbegunstigingsrechten gelden, worden daarentegen nog steeds in de Unie ingevoerd omdat er de meestbegunstigingsrechten geen aanzienlijke belemmering vormen voor hun toetreding tot de markt van de Unie.
In 2023 vertegenwoordigden de soorten meststoffen die onder de voorgestelde verordening vallen (“de betrokken meststoffen”) meer dan 70 % van het totale meststoffenverbruik in de Unie. Volgens Eurostat bedroeg de invoer uit alle derde landen 14 miljoen ton, met inbegrip van de invoer uit de Russische Federatie, die 3,6 miljoen ton bedroeg (ter waarde van 1,28 miljard EUR) — dus meer dan 25 % van de totale invoer van de Unie (uitgedrukt in ton). De producenten in de Unie voorzien in de rest van de vraag in de Unie naar deze soorten meststoffen, en de uitvoer van deze producten door de Unie naar de rest van de wereld bedroeg in 2023 in totaal 8 miljoen ton. Voor alle betrokken meststoffen zijn de “erga omnes”-tarieven van de Unie (d.w.z. de momenteel toegepaste meestbegunstigingsrechten) vastgesteld op 6,5 %, wat een laag tarief is en geen aanzienlijke belemmering vormt voor de invoer ervan uit de Russische Federatie in de Unie.
De huidige invoer van de betrokken landbouwproducten en meststoffen is een vorm van afhankelijkheid van de Russische Federatie, die, indien zij niet wordt aangepakt, de voedselzekerheid van de Unie zou kunnen aantasten en, met name in het geval van meststoffen, de Unie bijzonder kwetsbaar zou kunnen maken voor mogelijke dwangmaatregelen van de Russische Federatie. De invoer van de betrokken meststoffen uit de Russische Federatie neemt reeds toe en deze toename zou kunnen versnellen als aanzienlijke hoeveelheden naar de Unie worden verlegd, aangezien de Russische Federatie de betrokken meststoffen in zeer grote hoeveelheden produceert. Een dergelijke potentiële toename van de invoer uit de Russische Federatie zou de markt van de Unie voor die goederen verstoren en schade toebrengen aan de producenten van stikstofhoudende meststoffen in de Unie, die moeilijkheden ondervinden om te concurreren met de invoer uit de Russische Federatie in een tijd waarin de gasprijzen in de Unie hoog blijven. Het voortbestaan van de stikstofmeststoffenindustrie van de Unie op lange termijn is van cruciaal belang voor de voedselzekerheid van de Unie, omdat de meststoffen in kwestie essentieel zijn voor de groei van planten en een cruciale rol spelen bij het behoud van het vermogen van de landbouwsector van de Unie om levensmiddelen te produceren. Daarom is het van essentieel belang de toenemende afhankelijkheid van de invoer van de betrokken meststoffen uit de Russische Federatie aan te pakken en de levensvatbaarheid van een autonome stikstofmeststoffenindustrie van de Unie in stand te houden om de voedselzekerheid van de Unie te waarborgen en te handhaven. Het huidige niveau van de invoer van de betrokken landbouwproducten is niet vergelijkbaar met dat van de betrokken meststoffen, maar de huidige stand van de betrekkingen tussen de Unie en de Russische Federatie betekent dat de ontwikkeling van een afhankelijkheid in de toekomst moet worden voorkomen. Het voorkomen daarvan valt echter niet te waarborgen als de tarieven voor de betrokken landbouwproducten op het huidige niveau blijven.
De voorgestelde tariefmaatregelen zouden ervoor zorgen dat de Russische Federatie niet commercieel profiteert van voortzetting van de uitvoer naar de Unie. Dit zou in overeenstemming zijn met de belangen van de Unie en met het recht en de beleidsmaatregelen van de Unie, met name die welke ten aanzien van de Russische Federatie en de Republiek Belarus worden toegepast in de context van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de steun die de Republiek Belarus daaraan blijft verlenen.
De Republiek Belarus voert beperkte hoeveelheden van de betrokken landbouwproducten en meststoffen uit (92 miljoen EUR aan landbouwproducten en 29,6 miljoen EUR aan meststoffen in 2023). Zij is dus geen belangrijke producent of exporteur van deze goederen. Het toepassingsgebied van de voorgestelde verordening omvat niettemin de Republiek Belarus vanwege haar nauwe politieke en economische banden met de Russische Federatie en om te voorkomen dat de invoer uit de Russische Federatie via de Republiek Belarus illegaal en frauduleus wordt omgeleid indien de tarieven van de Unie op de invoer van de betrokken goederen van oorsprong uit of ingevoerd uit de Republiek Belarus ongewijzigd zouden blijven. Gezien de voortdurende toenadering en de toenemende handel tussen de Republiek Belarus en de Russische Federatie is het passend de betrokken goederen uit de Republiek Belarus op dezelfde wijze te behandelen als die uit de Russische Federatie.
De voorgestelde verordening zou de tarieven voor de betrokken goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus verhogen tot een niveau dat hoog genoeg is om de invoer van deze goederen een halt toe te roepen. Voor alle betrokken landbouwproducten zouden de rechten op de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus in de Unie met een ad-valoremrecht van 50 % worden verhoogd. Om te voorkomen dat de betrokken landbouwproducten van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus op de markt van de Unie worden gebracht tegen de lagere rechten die in het kader van de tariefcontingenten van de Unie van toepassing zijn, moeten goederen van oorsprong uit of direct of indirect uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus ook worden uitgesloten van de toepassing van verlaagde tarieven in het kader van die contingenten. Voor de betrokken meststoffen zou het tarief, naast het bestaande ad-valoremrecht van 6,5 %, worden onderworpen aan een aanvullend specifiek recht dat geleidelijk zou stijgen, te beginnen met 40 EUR of 45 EUR per ton, afhankelijk van het type meststof (wat overeenkomt met ongeveer 13 % in ad-valoremequivalent), tot een prohibitief niveau van respectievelijk 315 EUR of 430 EUR per ton (een niveau van ongeveer 100 % in ad-valoremequivalent), dat drie jaar na het begin van de toepassing van de voorgestelde verordening zou worden bereikt. Binnen de overgangsperiode van drie jaar zullen deze prohibitieve tarieven ook worden toegepast indien goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus boven bepaalde gespecificeerde hoeveelheden worden ingevoerd.
De voorgestelde verordening zal naar verwachting geen negatieve gevolgen hebben voor de mondiale voedselzekerheid. Ten eerste zou de verhoging van de Unietarieven alleen van toepassing zijn op de invoer in de Unie en derhalve geen gevolgen hebben voor de doorvoer van de betrokken goederen vanuit de Russische Federatie of de Republiek Belarus over het grondgebied van de Unie naar derde landen. Ten tweede zal de stijging van de invoerrechten van de Unie naar verwachting de stromen van deze invoer naar de Unie aanzienlijk verminderen, waardoor de hoeveelheden betrokken goederen die beschikbaar zijn voor derde landen – en met name ontwikkelingslanden – ook nog eens zullen toenemen.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De instelling van invoerrechten op de betrokken goederen valt onder de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie, zoals neergelegd in de artikelen 206 en 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dit komt overeen met “tariefwijzigingen” als bedoeld in artikel 207, lid 1, VWEU en bouwt voort op de mogelijkheid om producten van oorsprong uit de Russische Federatie de meestbegunstigingsbehandeling te ontzeggen, die tot uiting kwam in de “Gezamenlijke verklaring over de agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne met de steun van Belarus”, afgelegd door de Unie en verschillende andere leden van de Wereldhandelsorganisatie in Genève op 17 maart 2022 2 . Dit is reeds in de praktijk gebracht in verschillende verordeningen, waaronder de verordening waarmee de Unie hogere tarieven heeft ingesteld op de invoer van bepaalde landbouwproducten uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus 3 .
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De voorgestelde verhogingen van de douanerechten op bepaalde landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus die in dit voorstel zijn opgenomen, zouden in overeenstemming zijn met de beperkende maatregelen die de Unie tegen deze landen heeft genomen naar aanleiding van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van de Russische Federatie tegen Oekraïne en de steun die de Republiek Belarus blijft verlenen aan de agressie van de Russische Federatie. De tariefverhogingen in dit voorstel voor een verordening zouden derhalve voldoen aan het vereiste van artikel 21, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie om te zorgen voor samenhang tussen de verschillende onderdelen van het externe optreden van de Unie. Zij zouden ook in overeenstemming zijn met artikel 207, lid 1, VWEU, waarin is bepaald dat de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
De gemeenschappelijke handelspolitiek is overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt e), VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie, waardoor het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing is.
• Evenredigheid
Dit voorstel voor een verordening is noodzakelijk voor de uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek, met als doel de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus in de Unie te verminderen. Deze daling is het gevolg van de bezorgdheid dat die invoer de bestaande afhankelijkheden vergroot en derhalve een negatief effect heeft op de voedselzekerheid van de Unie. De voorgestelde verordening is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel en gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken, met name de noodzaak om te voorkomen dat de betrokken landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus de markt van de Unie voor die goederen en de goede werking van de douane-unie verstoren. Die goederen mogen derhalve geen toegang hebben tot de markt van de Unie onder voorwaarden die even gunstig zijn als de voorwaarden die van toepassing zijn op de invoer van dergelijke goederen uit andere derde landen. De evenredigheid wordt gewaarborgd door het feit dat de voorgestelde verordening de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zou verhogen, en door het feit dat dit noodzakelijk is om die invoer te beperken wanneer de huidige tarieven op nul of een laag niveau zijn vastgesteld. De verhoging is noodzakelijk om de mogelijkheid voor de Russische Federatie en de Republiek Belarus om hun uitvoer naar de Unie als wapen te gebruiken, te beperken. De voorgestelde verhoging van de tarieven beperkt de uitoefening van bepaalde grondrechten, maar doet dit alleen voor zover dit nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.
• Keuze van het instrument
Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 207, lid 2, VWEU, dat voorziet in maatregelen in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek waarmee tariefwijzigingen worden vastgesteld in de vorm van een verordening.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
Niet van toepassing.
• Raadpleging van belanghebbenden
Niet van toepassing.
• Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Niet van toepassing.
• Effectbeoordeling
Gezien het huidige vermogen van de Russische Federatie om haar uitvoer van bepaalde landbouwproducten, en met name de betrokken meststoffen, te gebruiken om de markten van de Unie te destabiliseren, de voedselzekerheid van de Unie negatief te beïnvloeden en de eenheid van de Unie bij het ondersteunen van Oekraïne te ondermijnen, alsook in het licht van de steun van de Republiek Belarus voor het optreden van de Russische Federatie, is het belangrijk dat de voorgestelde verordening met spoed in werking treedt om de rechten die van toepassing zijn op de betrokken goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zo spoedig mogelijk te verhogen. Er is dan ook geen effectbeoordeling uitgevoerd voor de voorgestelde verordening. Verwacht wordt dat de voorgestelde maatregel de invoer in de Unie van de betrokken goederen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus aanzienlijk zal verminderen en dat dit zal leiden tot een verdere diversificatie van de bevoorrading met die goederen van buiten de Russische Federatie en de Republiek Belarus.
• Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
De maatregel leidt niet tot een onevenredige verhoging van de regeldruk voor bedrijven en overheidsinstanties.
• Grondrechten
Het voorstel is in overeenstemming met het mensenrechtenbeleid van de Unie en met het Handvest van de grondrechten. Voor zover de instelling van invoerrechten in de Unie gevolgen heeft voor de vrijheid om internationale handel te drijven als onderdeel van de vrijheid van beroepsactiviteit, het recht op eigendom of andere grondrechten, waaronder gelijke behandeling, kan deze instelling worden beschouwd als een rechtmatig optreden van de Unie dat in overeenstemming is met het Handvest van de grondrechten. De reden hiervoor is dat deze actie in overeenstemming is met de vereisten dat zij wordt ondernomen op basis van een passende rechtsgrondslag, door de bevoegde instanties, en ter verwezenlijking van de legitieme doelstelling om de invoer van bepaalde goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus commercieel te benadelen teneinde diversificatie van de voorziening buiten deze twee landen te bevorderen door meer binnenlandse productie in de Unie en alternatieve invoer uit andere derde landen te bevorderen. De voorgestelde verordening zou ook ernstige verstoringen van de relevante markten en het gebruik van de uitvoer van de betrokken goederen als wapen door de Russische Federatie en de Republiek Belarus voorkomen, en zou de goede werking van de markten van de Unie waarborgen op een wijze die in overeenstemming is met zowel de huidige maatregelen van het externe optreden van de Unie als het evenredigheidsbeginsel. Wat in het bijzonder de gelijke behandeling betreft, beantwoordt het feit dat hogere invoerrechten worden opgelegd aan importeurs van bepaalde landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus — maar niet aan importeurs van goederen die niet van oorsprong zijn uit of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus — aan een van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie. Dat betreft de legitieme beleidsdoelstelling van de Unie om dergelijke invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus terug te dringen en de markten van de Unie te beschermen tegen misbruik van de handel in de betrokken goederen om de markten van de Unie of de politieke stabiliteit en solidariteit van de Unie te destabiliseren.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De voorgestelde verordening zou geen financiële gevolgen hebben voor de uitgaven en slechts een zeer beperkte financiële impact op de ontvangsten. Wanneer de voorgestelde verordening volledig wordt toegepast, zou de inning van de verhoogde douanerechten overeenkomstig de voorgestelde verhogingen naar verwachting minimaal zijn (bijna nul), omdat de voorgestelde verhoging van de rechten waarschijnlijk de invoerstromen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus tot verwaarloosbare hoeveelheden zou verminderen.
Omgekeerd kunnen bepaalde begrotingsverliezen worden verwacht omdat de eigen middelen die voor de begroting van de Unie worden gegenereerd, waarschijnlijk zouden afnemen. De exacte waarde van de begrotingsverliezen zou afhangen van de wijze waarop de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus zou worden vervangen. Enerzijds zou de vervanging van deze invoer door binnenlandse productie binnen de Unie of door preferentiële invoer (met name van meststoffen uit Algerije en Egypte) leiden tot een vermindering van de eigen middelen. Anderzijds zou de vervanging ervan door een toename van de invoer uit andere derde landen die geen preferentiële partners zijn, de eigen middelen niet verminderen, omdat deze extra nieuwe invoer hetzelfde niveau van gemeenschappelijke douanetarieven zou genereren als de invoer uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus die zij zouden vervangen. Zodra de voorgestelde verordening volledig van toepassing is, wordt het effect op de traditionele eigen middelen van de begroting van de Unie derhalve geraamd op een verlies van maximaal 84 miljoen EUR (d.w.z. 75 % van de totale tariefinkomsten voor 2023 van 112 miljoen EUR) in een scenario waarin alle bestaande invoer uit de Unie uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus wordt vervangen door de binnenlandse productie en preferentiële invoer van de Unie.
Het inkomstenverlies aan traditionele eigen middelen bij volledige toepassing van de maatregel zou worden gecompenseerd door het bruto nationaal inkomen (bni) van de lidstaten op basis van bijdragen aan de middelen. Verwacht wordt echter dat tijdens de eerste drie jaar van toepassing van de voorgestelde maatregelen extra tariefinkomsten in verband met hogere tarieven op de resterende invoer van stikstofhoudende meststoffen uit de Russische Federatie of de Republiek Belarus de inkomstenverliezen als gevolg van lagere ingevoerde hoeveelheden gedeeltelijk of mogelijk zelfs volledig zouden compenseren. Men zou dan ook kunnen verwachten dat het nettoverlies aan inkomsten voor deze goederen in de traditionele eigen middelen in deze eerste periode van drie jaar bijna nul zou zijn.
Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van de voorgestelde verordening voor de begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Online rapportage over de ontwikkeling van de invoer in de Unie van de betrokken landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus is beschikbaar op speciale websites van de Europese Commissie (Eurostat) 4 .
• Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
Niet van toepassing.
• Artikelsgewijze toelichting
De voorgestelde verordening zou verhinderen dat bepaalde landbouwproducten en meststoffen van oorsprong uit of rechtstreeks of onrechtstreeks uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus toegang krijgen tot de markt van de Unie onder voorwaarden die even gunstig zijn als de voorwaarden die van toepassing zijn op de invoer van dezelfde goederen van andere oorsprong. Dit zou gebeuren door de invoerrechten op al deze goederen te verhogen, nl. met een ad-valoremrecht van 50 % voor landbouwproducten en een geleidelijke verhoging van de tarieven voor meststoffen met een niveau van 40 EUR of 45 EUR per ton (afhankelijk van het type meststof) totdat het aanvullende tarief drie jaar na het begin van de toepassing van de beperkende maatregelen het prohibitieve tariefniveau bereikt van maximaal 315 EUR of 430 EUR per ton. Binnen de overgangsperiode van drie jaar zullen deze prohibitieve tarieven ook worden toegepast wanneer goederen uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus worden ingevoerd boven bepaalde gespecificeerde hoeveelheden. Bovendien zouden de goederen die van oorsprong zijn of rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd uit de Russische Federatie en de Republiek Belarus evenmin in aanmerking komen voor de tariefcontingenten van de Unie voor die goederen. Die tariefcontingenten bieden toegang tot de markt van de Unie tegen een lager tarief dan de voorgestelde nieuwe tarieven.