Toelichting bij COM(2025)191 - Herziene actieplan van de macroregionale strategie van de EU voor de Adriatische en Ionische regio - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)191 - Herziene actieplan van de macroregionale strategie van de EU voor de Adriatische en Ionische regio. |
---|---|
bron | COM(2025)191 ![]() ![]() |
datum | 07-05-2025 |
Inhoudsopgave
- Brussel, 7.5.2025
- Inhoud
- 1. INLEIDING
- 2. MET DE STRATEGIE BEHAALDE RESULTATEN
- 3. HET HERZIENE ACTIEPLAN
- 4. DE PIJLERS
- 7. UITVOERING VAN DE STRATEGIE
- 8. CONCLUSIE
- Resultaten met betrekking tot de belangrijkste prioriteiten van de EU
- Tastbare resultaten voor burgers
- Het integratieproces
- Werken aan een groter gevoel van betrokkenheid
- Wat is er nieuw?
- Blauwe duurzame economie
- Vervoer en energie
- Milieu
- Duurzaam toerisme
- Meer sociale samenhang
- Uitbreiding
- Capaciteitsopbouw
- Onderzoek, innovatie en ontwikkeling
- Circulaire economie
- Groene plattelandsontwikkeling
- Digitalisering
- Niveaus van beheer: politiek, coördinatie en uitvoering
COM(2025) 191 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
over het herziene actieplan van de macroregionale strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio
{SWD(2025) 114 final}
5. HORIZONTALE THEMA’S
6. TRANSVERSALE THEMA’S
1.INLEIDING
Tussen 2009 en 2015 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan de vaststelling van vier macroregionale strategieën van de Europese Unie. Door landen te dwingen middelen te bundelen en een sectoroverschrijdende, op meerlagig bestuur gebaseerde aanpak van samenwerking te hanteren, kunnen met deze strategieën problemen worden aangepakt die geen enkel land alleen doeltreffend kan aanpakken. Alle macroregionale strategieën leveren resultaten op die een bijdrage leveren aan een groene, digitale en eerlijke transitie, en aan regionale ontwikkeling en groei. De strategieën functioneren al meer dan tien jaar goed. Het macroregionale concept is aantrekkelijk en geniet aanzienlijke aandacht van publieke, particuliere, academische en maatschappelijke belanghebbenden in heel Europa.
De Europese Raad heeft in 2014 zijn goedkeuring gehecht aan de vaststelling van de macroregionale strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (hierna “de strategie” genoemd). Dit was de derde van vier te ontwikkelen strategieën. De regio bestaat uit tien landen met in totaal meer dan zeventig miljoen inwoners: vier EU-lidstaten (Kroatië, Griekenland, Italië, Slovenië), vijf kandidaat-lidstaten (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië) en één derde land (San Marino). Deze tien landen nemen op voet van gelijkheid deel aan de strategie en werken samen aan een reeks kwesties die zij alleen samen kunnen aanpakken, en dit levert elk land en de hele regio voordelen op.
Deze strategie is uniek in die zin dat het de enige macroregionale strategie is waaraan meer kandidaat-lidstaten dan EU-lidstaten deelnemen. Het is gezien de grote sociaal-economische verschillen in de regio ook een van de meest uitdagende strategieën. Elk van de deelnemende landen heeft behoefte aan een grensoverschrijdende, transnationale aanpak van de uitdagingen waarmee de regio te kampen heeft: de gevolgen van de klimaatverandering, zwerfvuil op zee en afval kennen geen grenzen. Bovendien kan de regio voordeel halen uit een gecoördineerde en intensievere samenwerking tussen de landen, bijvoorbeeld op het gebied van vervoer, energie en duurzaam toerisme. Sociale verschillen kunnen ook beter worden aangepakt aan de hand van een consistente regionale benadering. Dankzij de steun in het kader van deze strategie profiteren de landen van de Westelijke Balkan van nauwere samenwerking op vijf kerngebieden en worden zij geholpen met hun traject naar EU-integratie, bijvoorbeeld met de verwezenlijking van de in de Europese Green Deal opgenomen doelstelling om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn.
De Adriatisch-Ionische regio heeft een rijk historisch en cultureel erfgoed, een overvloed aan natuurlijke hulpbronnen en een grote biodiversiteit. Hij heeft een aanzienlijk potentieel voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en voor hoogwaardige voedselproductie. Maar de regio staat ook voor tal van uitdagingen. De klimaatverandering heeft grote gevolgen voor het gebied. Volgens de analyse die werd uitgevoerd in het kader van de groene agenda voor de Westelijke Balkan, zal de temperatuur in de regio tegen het einde van deze eeuw met tot wel 4 graden Celsius zijn gestegen 1 . Bosbranden en droogte zorgen nu al elk jaar voor grote uitdagingen. De vervoers- en energiesystemen zijn gefragmenteerd en vaak verouderd, en veel gebieden zijn nog steeds niet goed verbonden. De groene transitie moet worden versneld. In de Adriatische en de Ionische Zee moeten duurzame visserij en de aquacultuursector worden ontwikkeld en overbevissing worden voorkomen. Het massatoerisme in sommige delen van de regio heeft schadelijke gevolgen, hetgeen duidelijk maakt dat er een gezamenlijk, gecoördineerd en intensiever beheer van toerisme nodig is.
De integratie van de kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan in de Europese Unie is een topprioriteit van de EU. Ook voor de kandidaat-lidstaten die aan de strategie deelnemen, is toetreding tot de EU een hoge prioriteit 2 . Niettemin is het toetredingsproces tot nu toe relatief traag verlopen. Het lage convergentieniveau is een groot probleem voor de Westelijke Balkan: het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking bedraagt momenteel ongeveer 35 % van het EU-gemiddelde. Dit wil zeggen dat er een gebrek is aan middelen voor het toetredingsproces en de daarmee samenhangende hervormingen, wat leidt tot grootschalige uitgaande migratie en ontvolking 3 .
De afgelopen tien jaar hebben zich meerdere crises voorgedaan, en de door Rusland gestarte aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een nieuwe, instabielere geopolitieke situatie. De algemene doelstelling van de strategie voor dit decennium was het bevorderen van economische en sociale welvaart en groei in de regio door de aantrekkelijkheid, het concurrentievermogen en de connectiviteit te verbeteren. Deze doelstelling blijft relevant. De strategie moet echter worden bijgewerkt om recente ontwikkelingen in acht te nemen en betere oplossingen te verschaffen voor de veeleisende en veelzijdige uitdagingen waarmee de regio wordt geconfronteerd.
In deze mededeling wordt ingegaan op het herziene actieplan dat in het kader van de strategie is opgesteld. Er wordt een toelichting gegeven op de achtergrond, de beweegredenen, de veranderingen en de wijze de strategie zal reageren op nieuwe en toekomstige veranderingen.
2.MET DE STRATEGIE BEHAALDE RESULTATEN
Van meet af aan heeft de strategie verschillende positieve en geslaagde resultaten opgeleverd op een aantal terreinen. Zo is bijgedragen tot meer regionale samenwerking en netwerkvorming in het kader van de vier oorspronkelijke thematische pijlers. Dankzij de strategie zijn in de regio resultaten behaald met betrekking tot de EU-prioriteiten voor de periode 2019-2024. Er zijn met name resultaten geboekt in verband met de Europese Green Deal, de Europese groene agenda voor de Westelijke Balkan en de Europese digitale strategie door te voorzien in een sectoroverschrijdende aanpak op basis van meerlagig bestuur en een brede betrokkenheid van belanghebbenden. Daarnaast is bijgedragen tot een beter geïntegreerd en duurzamer beheer van de maritieme ruimte en kustgebieden van de Adriatische en de Ionische Zee. Ook zijn in het kader van de strategie de belangrijkste EU-initiatieven afgestemd op de specifieke behoeften en situatie in de regio.
De strategie heeft bovendien een sleutelrol gespeeld door de landen van de Westelijke Balkan te steunen zodat zij konden profiteren van hun rol als gelijkwaardige partners in de strategie. Ook heeft de strategie geholpen met de totstandbrenging van een alomvattend systeem van meerlagig bestuur en de regio stabieler gemaakt door een vreedzame politieke en bestuurlijke dialoog te bevorderen over kwesties van gemeenschappelijk belang voor de deelnemende landen.
Het effect van de strategie op burgers kan het best worden aangetoond aan de hand van voorbeelden van specifieke projecten die in het kader van de strategie zijn geselecteerd, opgezet en uitgevoerd.
De strategie heeft het beheer van zeebekkens in de regio verbeterd door de bestuurlijke en institutionele capaciteit op het gebied van maritiem beheer te vergroten. In het kader van het “PoWER”-project (Ports as driving Wheels of Entrepreneurial Realm) werd de ontwikkeling ondersteund van havens als innovatiehubs om hun zakelijke potentieel te benutten en de samenwerking tussen belangrijke spelers in de toeleveringsketen voor innovatie te bevorderen.
Dankzij de strategie zijn ook de toeristische producten en diensten in de regio gediversifieerd en is tegelijkertijd iets gedaan aan het seizoensgebonden karakter van de vraag naar toerisme is het binnenland, aan de kust en op zee. In dit verband wordt met het project “ADRIONCYCLETOUR” (Adriatisch-Ionische fietsroute voor duurzaam toerisme) bijvoorbeeld beoogd een fietsroute langs de volledige kust van alle partnerlanden, van Italië naar Griekenland, aan te leggen. Het project bevordert het historische, artistieke, culturele en natuurlijke erfgoed van de regio en richt zich op ecotoerisme. Het is een geslaagd voorbeeld van het “integratieproces”, dat inhoudt dat ideeën en prioriteiten uit de strategie worden geïntegreerd in verschillende financieringsprogramma’s in de regio, waarbij verschillende programma’s voorzien in financiering voor verschillende onderdelen van het project 4 .
Dit integratieproces is van vitaal belang voor het welslagen van de strategie, omdat deze, net zoals geldt voor alle andere macroregionale strategieën, geen eigen begroting heeft. De uitvoering is afhankelijk van het vermogen om middelen uit andere verwante bronnen (op EU-, nationaal en regionaal niveau en in de particuliere sector) te mobiliseren en van een goed gecoördineerd gebruik van de financiering die op verschillende niveaus beschikbaar is.
De belangrijkste financieringsbronnen voor de uitvoering van de strategie zijn de fondsen van het cohesiebeleid van de EU, het instrument voor pretoetredingssteun, de investeringen en hervormingen uit het groeiplan voor de Westelijke Balkan en het Europese investeringsplan voor de landen van de Westelijke Balkan.
Er kunnen echter ook andere financieringsbronnen worden onderzocht en benut. Zo is het project NAMIRS (North Adriatic Maritime Incident Response System) — dat bestaat uit samenwerkingsmechanismen en maatregelen om in Slovenië, Kroatië en Italië een hoog niveau van paraatheid en een goed reactievermogen te ontwikkelen voor noodgevallen in verband met verontreiniging van de zee — in het kader van de strategie ontwikkeld tot een haalbaar project, dat sindsdien wordt gefinancierd via het Uniemechanisme voor civiele bescherming.
Uit de herziening van het actieplan is gebleken dat er behoefte is aan een strategischere visie voor de uitvoering van de strategie en aan een systematischere aanpak om de betrokkenheid bij en het bewustzijn omtrent de strategie in alle deelnemende landen te verbeteren. Dit punt werd ook benadrukt in een verslag over samenwerking in de Adriatisch-Ionische regio van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling uit 2019 5 .
3.HET HERZIENE ACTIEPLAN
De afgelopen tien jaar is een aantal nieuwe uitdagingen, waaronder EU-uitbreiding, klimaatverandering en digitalisering, ontstaan of hoog op de politieke agenda komen te staan.
Sinds 2022 werken de deelnemende landen, in nauwe samenwerking met de Commissie, op meerlagige, geïntegreerde en gecoördineerde wijze samen aan een herzien actieplan dat de geopolitieke en beleidsontwikkelingen sinds 2014 in acht neemt. Het herziene actieplan weerspiegelt ook de lessen die in de loop der jaren zijn getrokken uit de uitvoering van de strategie en bevat wijzigingen in het beheer en de aansturing van de strategie die de afgelopen tien jaar zijn doorgevoerd.
Deze werkzaamheden hebben geleid tot een herzien actieplan dat een nauwkeurigere afspiegeling vormt van de behoeften en kansen in de regio en voorziet in een robuuster kader dat de deelnemende landen in staat stelt doeltreffender samen te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie.
a) De eerste, zeer zichtbare verandering in het herziene actieplan is een nieuwe vijfde pijler naast de vier bestaande pijlers. Binnen deze sociale pijler zal het accent liggen op maatregelen om de betrokkenheid, vaardigheden en kansen op de arbeidsmarkt van jongeren te vergroten, de samenwerking en coördinatie op het gebied van gelijke en inclusieve arbeidsomstandigheden te verbeteren en sociale innovatie te bevorderen. Ook zal binnen deze pijler worden gestreefd naar een betere afstemming op het sociale beleid van de EU.
b) Het vorige actieplan bevatte twee transversale thema’s. Het herziene actieplan heeft een nieuwe structuur met drie horizontale en drie transversale thema’s. Horizontale thema’s zijn zo belangrijk dat zij in alle pijlers moeten worden geïntegreerd. Transversale thema’s moeten in de verschillende pijlers worden geïntegreerd indien dat zinvol en mogelijk is.
De drie horizontale thema’s zijn: uitbreiding; capaciteitsopbouw; en onderzoek, innovatie en ontwikkeling (zie punt 5 voor meer informatie).
De drie transversale thema’s zijn: de circulaire economie, groene plattelandsontwikkeling en digitalisering (zie punt 6 voor meer informatie).
c) Er is een nieuwe beheerstructuur opgezet om een doeltreffende uitvoering van de strategie mogelijk te maken. Deze nieuwe structuur zal bijdragen tot een beter institutioneel en doeltreffend meerlagig bestuur in de regio, en is van cruciaal belang om de actieve deelname van regio’s, lokale overheden, academici, jongeren, bedrijven en maatschappelijke organisaties aan de strategie te waarborgen.
Het beheersysteem omvat voor het eerst een facilitatiepunt, dat reeds is opgezet en technische en inhoudelijke ondersteuning biedt bij de uitvoering van het actieplan. Dit facilitatiepunt zal de algehele resultaten van de strategie ten opzichte van de doelstellingen en de streefdoelen voor outputs en resultaten constant monitoren en hier verslag over uitbrengen.
4.DE PIJLERS
De volgende vijf pijlers vormen de kern van het herziene actieplan. Zij sluiten aan op de dringendste uitdagingen en thema’s waarvoor sectoroverschrijdende en regio-overschrijdende samenwerking tussen landen in de regio de meeste baten kan opleveren. Met dit doel voor ogen worden de partnerlanden in het herziene actieplan verzocht toe te werken naar meer beleidscoherentie op alle geografische niveaus.
Pijler 1 van de strategie is gericht op de ontwikkeling van blauwe en groene technologieën voor een duurzame productie en consumptie van visserijproducten, alsook op maritiem en marien bestuur en diensten om de levensstandaard van kustgemeenschappen te verhogen en de binnenwateren, zeeën en het maritieme milieu te beschermen.
Met maatregelen in het kader van pijler 1 wordt ook beoogd het EU-pact voor vaardigheden en institutionele partnerschappen te bevorderen, de regionale markt te versterken door de samenwerking in de regio te intensiveren en de betrokkenheid van belanghebbenden en commerciële banden te stimuleren. Door middel van de totstandbrenging van innovatie-ecosystemen die onderzoek en innovatie op het gebied van groene en blauwe technologieën in de regio bevorderen, zal het sociaal-economische concurrentievermogen in verwante sectoren, zowel in kustgebied als landinwaarts, worden versterkt.
Ook zullen binnen deze pijler de noodzakelijke maatregelen worden genomen om overbevissing te voorkomen. Voor een doeltreffend en beter beheer van visserij op zee en in relevante binnenwateren is nauwe coördinatie tussen de deelnemende landen vereist. Er zijn onderling afgestemde maatregelen nodig om zoetwatervoorraden te herstellen en te beschermen en zo de toegang tot gezond en duurzaam zoet water te waarborgen. Momenteel vormt het hoge niveau van verontreiniging in de Adriatische en de Ionische Zee in de vorm van zwerfvuil, microplastics, pesticiden en antibiotica een bedreiging voor het mariene milieu.
Vervoersverbindingen zijn cruciaal voor economische ontwikkeling. Het vervoerssysteem in de regio is niet geïntegreerd en de infrastructuur is vaak verouderd. Dit belemmert de economische ontwikkeling en het gebruik van het systeem door het publiek. Het spoorvervoer in de regio blijft achter bij het EU-gemiddelde, zowel wat infrastructuur als wat goederen- en passagiersvolume betreft. In veel deelnemende landen, en met name in de Westelijke Balkan, is de kwaliteit van de spoorwegsystemen slecht en zijn de wegen onveilig.
Daarom wordt er met het herziene actieplan naar gestreefd de capaciteit en kwaliteit van het vervoer per spoor en over de weg te verbeteren door routes met elkaar te verbinden, knelpunten weg te nemen en uitgebreide renovaties van het spoor te bevorderen. De strategie zal de uitvoering van initiatieven voor de planning van duurzame stedelijke mobiliteit bevorderen, met name in stedelijke knooppunten met sterke verstedelijkingstrends. Ook zal de veiligheid en beveiliging van havenactiviteiten worden verbeterd en een concurrerend, onderling verbonden macroregionaal havensysteem worden ontwikkeld.
Met het herziene actieplan wordt ook beoogd de continuïteit van de energievoorziening te bevorderen en het concurrentievermogen met betrekking tot de energievoorziening te vergroten. Het uiteindelijke doel is goed functionerende elektriciteitsmarkten te ontwikkelen door gereguleerde elektriciteitsprijzen op kleinhandelniveau af te schaffen, de netwerkcongestie te verminderen, hernieuwbare energiebronnen in elektriciteitsnetten te integreren en een ongehinderde grensoverschrijdende uitwisseling van elektriciteit mogelijk te maken. Momenteel belemmert het feit dat er geen netcapaciteit beschikbaar is om de fluctuerende energie uit hernieuwbare bronnen te beheren de transitie naar hernieuwbare energie. Er moet worden geëvalueerd welke knelpunten het gebruik en de distributie van zonne- en windenergie in de weg staan, en deze moeten vervolgens worden weggenomen. Het koolstofvrij maken van energiesystemen en de transitie naar koolstofneutrale economieën vereisen een grootschalige inzet van hernieuwbare energiebronnen en andere koolstofarme energieopties, een betere energie-efficiëntie en meer elektrificatie.
De Adriatisch-Ionische regio wordt steeds meer getroffen door de klimaatverandering, die zich onder meer uit in een stijgende zeespiegel, erosie, aantasting van het mariene milieu, infiltratie van zout water, watertekorten, droogte en biodiversiteitsverlies.
Het zeevervoer heeft aanzienlijke negatieve gevolgen voor het mariene milieu en op drukke maritieme routes vinden veel accidentele olielozingen plaats. Overbevissing is een ander groot probleem en de lozing van verontreinigende, van het land afkomstige stoffen in zee is een aanzienlijke uitdaging voor het mariene milieu. Met name langs de kust bestaat grote behoefte aan een doeltreffend afvalbeheer en een holistische aanpak van deze problematiek.
De mariene en kustbiodiversiteit in de regio moet worden beschermd. De acties in het kader van deze pijler zullen onder meer gericht zijn op een beter beheer van biodiversiteit en een betere coördinatie op het gebied van maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer. Er moet iets worden gedaan aan de milieuproblemen die worden veroorzaakt door ballastwater en andere soorten uit binnen- en overgangswateren afkomstig water dat in de zee wordt gestort. Het beheer van natuurlijke hulpbronnen in beschermde gebieden zal worden verbeterd door middel van een intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking.
De regio is sterk afhankelijk van toerisme. Er is duidelijk behoefte aan een beter beheer van de toerismestromen om de vraag beter te spreiden over de verschillende seizoenen en werkloosheid in het laagseizoen en de negatieve gevolgen van bovenmatig toerisme voor de natuur en het lokale milieu in het hoogseizoen te voorkomen.
Er moeten maatregelen worden getroffen om de kennis over duurzaam en slim bestemmingsbeheer onder kleinschalige toeristische bedrijven en belanghebbenden in de toeristische sector te vergroten. Er zal steun worden verleend voor het opstellen van nationale richtsnoeren voor opleiding en onderwijs in de toeristische sector en voor een doeltreffende uitvoering van het EU-pact voor vaardigheden in het toeristische ecosysteem.
Ook zal steun worden verleend voor de promotie van plattelandstoerisme, biologische producten en een mediterraan voedingspatroon. Er is veel potentieel om een sterkere koppeling tot stand te brengen tussen duurzaam toerisme en de voedingsmiddelenindustrie. Dit kan concurrentievoordelen opleveren die de economische, ecologische en sociale duurzaamheid van de regio ten goede komen. Meer in het algemeen zal het actieplan het concurrentievermogen, de veerkracht en de duurzaamheid van de voedingsmiddelenindustrie en de landbouwsector bevorderen.
De Adriatisch-Ionische regio wordt geconfronteerd met aanzienlijke sociale en economische uitdagingen, waaronder een vergrijzende bevolking, onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt, sociale uitsluiting, de instroom van vluchtelingen, armoede en ontvolking.
Met de maatregelen in het kader van de nieuwe vijfde pijler wordt ernaar gestreefd de regio op één lijn te krijgen met de strategieën en beleidsmaatregelen van de EU teneinde de sociale samenhang te verbeteren en de betrokkenheid, vaardigheden en toegang tot de arbeidsmarkt van en gelijke kansen voor jongeren te bevorderen. In het kader van de strategie zal op deze gebieden een intersectionele aanpak worden gehanteerd en maatregelen worden ontwikkeld die jongeren mondiger maken en beter in staat stellen actief deel te nemen aan het sociale en economische leven. Om de vooruitzichten op werk te verbeteren, zal een gelijkwaardig en inclusief arbeidsklimaat worden bevorderd en beleid inzake vaardigheden worden ontwikkeld en geharmoniseerd. Hierbij zal worden voortgebouwd op het concept van sociale innovatie en de sociale economie door de samenwerking en kennisoverdracht op dit gebied te intensiveren en een Adriatisch-Ionisch ecosysteem tot stand te helpen brengen dat bevorderlijk is voor sociale innovatie.
5.HORIZONTALE THEMA’S
Gezien het geïntegreerde en gecoördineerde karakter van de kwesties die in de strategie aan bod komen, moet in alle vijf pijlers aandacht zijn voor de volgende drie horizontale thema’s.
De snelle veranderingen in de geopolitieke situatie in de afgelopen jaren naar aanleiding van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne hebben het politieke en economische kader voor de regio ingrijpend gewijzigd. De uitbreiding van de Europese Unie is een topprioriteit van de EU geworden. Deze strategie zal de kandidaat-lidstaten helpen om hun toetredingsproces te versnellen en meer op één lijn te komen met de EU.
In alle pijlers van de strategie zal rekening worden gehouden met de uitbreidingsdimensie en een bijdrage worden geleverd aan het toetredingsproces door middel van verwante acties. Deze kunnen onder meer de vorm aannemen van het ondersteunen van hervormingen en het gezamenlijk opstellen van plannen en opzetten van projecten op verschillende gebieden, en zullen in alle gevallen leiden tot een betere afstemming op het EU-beleid en een snellere integratie van de kandidaat-lidstaten in de EU.
Robuuste en efficiënte bestuurlijke capaciteiten zijn een voorwaarde voor een geslaagd beheerproces en voor de uitvoering van de in het kader van de macroregionale strategie geplande maatregelen. Omdat bij dergelijke werkzaamheden meerdere landen en partners zijn betrokken, moet sprake zijn van sterke coördinatiemechanismen binnen en tussen de deelnemende landen. Capaciteitsopbouw maakt ook integraal deel uit van het uitbreidingsproces: kandidaat-lidstaten moeten hun eigen bestuurlijke capaciteiten ontwikkelen om gereed en in staat te zijn om aan de vereisten voor EU-lidmaatschap te voldoen.
Bijgevolg zal in alle pijlers van de strategie in voorkomend geval een bijdrage worden geleverd aan maatregelen om capaciteit op te bouwen en de kwaliteit van het bestuur in de regio te verbeteren.
Onderzoek en innovatie zijn cruciale prioriteiten voor de ontwikkeling en welvaart van landen en de regio waarvan zij deel uitmaken. Ook moeten zij in staat zijn innovatieve oplossingen om te zetten in goederen en diensten die op de markt kunnen worden verkocht. Het herziene actieplan zal de afstemming van de wetenschap en het onderzoek in de kandidaat-lidstaten op de Europese Onderzoeksruimte stimuleren en op deze manier innovatieve kmo’s en start-ups in de hele regio ondersteunen.
Binnen alle pijlers zal, indien van toepassing, worden bijgedragen tot de versterking van onderzoek en innovatie in de regio. De acties zullen worden gekoppeld aan de strategieën voor slimme specialisatie die landen en regio’s hebben ingevoerd.
6.TRANSVERSALE THEMA’S
Tijdens de herziening van het actieplan werden enkele thema’s geïdentificeerd die afzonderlijke thematische pijlers hadden kunnen vormen. Uit onderzoek bleek echter dat zij overlap vertonen met verschillende andere pijlers. Om te voorkomen dat er te veel pijlers worden gecreëerd, zijn deze drie aanvullende thema’s aangemerkt als transversale actiegebieden voor meerdere pijlers.
Het is onmogelijk om klimaatneutraliteit te bereiken zonder transitie naar een volledig circulaire economie. Het model van de circulaire economie — waarin ernaar wordt gestreefd waarde en hulpbronnen zo lang mogelijk in de economie te houden en de afvalproductie tot een minimum te beperken — vermindert de druk op natuurlijke hulpbronnen en bevordert duurzame groei.
Het herziene actieplan voorziet in de toepassing van benaderingen van de circulaire economie in een breed scala van sectoren. Dit zal met name duidelijk naar voren komen in pijler 1, waarin het accent ligt op groene en blauwe technologie om de menselijke impact op het milieu en wateren te verminderen, in pijler 2, die is gericht op hernieuwbare energie, en in pijler 4, die is gericht op duurzaam en groen toerisme.
Een belangrijk deel van de Adriatisch-Ionische regio bestaat uit plattelandsgebieden. Uit het feit dat groene plattelandsontwikkeling is aangemerkt als transversaal thema, wordt duidelijk hoe belangrijk en uitdagend het is om de “blauwe” en “groene” ontwikkeling van de bredere regio in evenwicht te brengen.
De maatregelen zullen worden afgestemd op de langetermijnvisie voor plattelandsgebieden 6 en het plattelandspact van de EU, met als doel stappen voorwaarts te maken om te waarborgen dat plattelandsgebieden tegen 2040 sterker, meer verbonden, weerbaarder en welvarender zijn. Deze maatregelen zullen met name verband houden met demografische uitdagingen en de bevordering van het effectieve recht van burgers om te blijven op de plek waar zij zich thuis voelen. In alle vijf pijlers van het herziene actieplan is, zij het in verschillende mate, een link gelegd met groene plattelandsontwikkeling, waarbij het accent ligt op de ondersteuning van lokale visserijgemeenschappen, duurzame energieproductie, mobiliteit, milieu en landbouwpraktijken, en het voorkomen van een braindrain. Dit komt ook tot uiting in de horizontale thema’s die verband houden met betere levensomstandigheden en connectiviteit.
De digitale transitie is essentieel voor het concurrentievermogen van de bedrijven in de regio. In het kader van de strategie zullen maatregelen op het gebied van digitalisering in alle sectoren van de economie worden ondersteund, en zal worden gegarandeerd dat alle burgers en belanghebbenden hiervan kunnen profiteren. Het opzetten van een netwerk van digitale-innovatiehubs in de regio is een prioriteit in het kader van de strategie. Daarna zal de focus verschuiven naar de bevordering van sterkere connecties binnen het netwerk. Digitalisering heeft gevolgen voor alle sectoren. Maatregelen op dit terrein zullen daarom in alle pijlers van de strategie worden geïntegreerd.
7.UITVOERING VAN DE STRATEGIE
Voor het beheer van de strategie wordt een structuur gehanteerd die bestaat uit drie niveaus: politiek, coördinatie en uitvoering. Op al deze niveaus van het beheerproces is nog ruimte voor verbetering. Een beperkte institutionele betrokkenheid, veel personeelsverloop en de beperkte resultaten van het integratieproces zijn allemaal factoren die in het verleden afbreuk hebben gedaan aan de doeltreffendheid van de strategie.
In dit verband hebben de deelnemende landen en de belangrijkste belanghebbenden grote inspanningen geleverd om een doeltreffender en efficiënter beheer van de strategie op alle niveaus te waarborgen.
Met dit doel voor ogen is het van essentieel belang dat de politieke inzet wordt versterkt: de nationale, regionale en lokale overheden van de betrokken landen moeten meer strategisch leiderschap tonen om de kloof te overbruggen tussen ambitieuze politieke toezeggingen en het vermogen van overheden om deze waar te maken.
Het beheer van de herziene strategie zal ook de beheercapaciteit op strategisch niveau versterken, de besluitvorming doeltreffender maken en een resultaatgerichte aanpak consolideren. Daarnaast zal het belanghebbenden mondiger maken, een groter gevoel van betrokkenheid creëren en hen aanmoedigen om te netwerken, samen te werken en deel te nemen aan de uitvoering en ontwikkeling van de strategie. Door middel van duidelijke koppelingen met beleidsvorming op nationaal en regionaal niveau zal de betrokkenheid van vakministeries, andere overheidsinstanties en het maatschappelijk middenveld worden vergroot en zullen de politieke steun en uitvoering in de deelnemende landen worden versterkt.
Het politieke beheerniveau wordt gevormd door de ministers van Buitenlandse Zaken, ministers van Europese integratie (indien van toepassing) en ministers of autoriteiten die belast zijn met het cohesiebeleid. Zij verschaffen een politieke en strategische koers voor de strategie. Van regionale overheden wordt verwacht dat zij in de toekomst ook een belangrijke rol zullen spelen bij deze besprekingen.
Ook het jaarlijks roulerende voorzitterschap speelt een duidelijke rol: de deelnemende landen erkennen het belang van het voorzitterschap voor de aansturing van de strategische koers van de strategie. Daarnaast is er een systeem van “drieledig voorzitterschap” (bestaande uit het vorige, huidige en aankomende voorzitterschap) ingevoerd om de coördinatie en continuïteit tussen voorzitterschappen te verbeteren.
De nationale coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de afstemming van de strategie binnen en tussen de deelnemende landen. Gezamenlijk treden zij op als interface tussen het politieke niveau, waaraan zij verslag uitbrengen over de uitvoering en voorstellen doen, en het uitvoeringsniveau, waaraan zij strategische adviezen geven. Veel deelnemende landen hebben meerlagige coördinatiemechanismen ingevoerd op nationaal niveau, die bemoedigende resultaten hebben opgeleverd. Er is echter behoefte aan meer continuïteit onder het personeel en toereikende administratieve ondersteuning.
De rol van de belangrijkste uitvoerders (pijlercoördinatoren en leden van de thematische stuurgroep) is aanzienlijk groter geworden, aangezien deze functies doorslaggevend zijn voor de dagelijkse uitvoering van het actieplan.
Aan het beheersysteem van de strategie, dat wordt gekenmerkt door meerdere lagen en diverse belanghebbenden, neemt een brede dwarsdoorsnede van transnationale, sectoroverschrijdende en regio-overschrijdende actoren van verschillende werkterreinen deel. In het kader van het herziene actieplan zullen nieuwe belanghebbenden worden betrokken en zullen een nieuwe dynamiek en nieuwe manieren van samenwerking worden gecreëerd.
Maatschappelijke organisaties spelen een cruciale rol in de bevordering van betere besluitvorming door lokale en regionale gemeenschappen dichter bij de strategie te brengen. In dit kader vertegenwoordigen het forum van de Adriatische en Ionische kamers van koophandel, het forum van de Adriatische en Ionische steden en de vereniging van universiteiten uit de Adriatische en Ionische regio al netwerken van meer dan 120 organen en instellingen. Deze organisaties moeten nauwer bij de strategie worden betrokken. Meer in het algemeen zijn verdere inspanningen nodig om het maatschappelijk middenveld en lokale gemeenschappen te mobiliseren om bij te dragen aan de gemeenschappelijke doelstellingen.
Naar aanleiding van de oprichting van de jongerenraad wordt in het herziene actieplan erkend dat het belangrijk is ook jongeren bij het beheerproces te betrekken. Het is belangrijk jongeren te bereiken om ze mondiger te maken en de mogelijkheid te bieden activiteiten uit te voeren die aansluiten op hun interesses en punten van zorg.
8.CONCLUSIE
Na 10 jaar van positieve resultaten is het tijd om de EU-strategie voor de Adriatische en Ionische regio op te schroeven en af te stemmen op de nieuwe geopolitieke en beleidsuitdagingen waarmee de regio vandaag de dag wordt geconfronteerd. Met een verbeterde beheerstructuur, een herziene en uitgebreide lijst van prioritaire thema’s en een sterker en doeltreffender monitoring- en evaluatiesysteem zijn de strategie en de tien deelnemende landen klaar voor een nieuw tijdperk van macroregionale samenwerking.
De Commissie zal de strategische partners alle nodige steun en advies blijven geven en tijd en middelen investeren om de regio te helpen de algemene doelstellingen te verwezenlijken. Wel onderstreept de Commissie dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de strategie bij de deelnemende landen ligt en dat politiek engagement van alle betrokken landen op hoog niveau en op lange termijn nodig is om de algemene doelstellingen van de strategie te verwezenlijken.
Het herziene actieplan biedt oplossingen en nieuwe ideeën voor de uitdagingen en kansen waar de Adriatisch-Ionische regio mee wordt geconfronteerd. De Commissie staat volledig achter deze inspanningen en achter het herziene actieplan.
(1)
“Guidelines for the Implementation of the Green Agenda for the Western Balkans” (SWD(2020) 223), 6 oktober.2020 eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020SC0223 .
(2)
Standaard Eurobarometer 99 − voorjaar 2023.
(3)
“Een nieuw groeiplan voor de Westelijke Balkan”, november 2023, Europese Commissie.
(4)
Er zijn onderdelen van dit project gefinancierd door drie afzonderlijke cohesiebeleidsprogramma’s: Interreg Italië-Slovenië, Interreg Italië-Kroatië en het regionale programma Friuli-Venezia Giulia.
(5)
“Territorial wide area cooperation in the Adriatic-Ionian region: Outlook on future Transnational Cooperation in the Region”, OESO, 2019.
(6)
COM(2021) 345 final.