Toelichting bij COM(2025)195 - Wijziging van Verordening (EU) 2017/2107 tot vaststelling van in het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) geldende beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen, Verordening (EU) 2018/975 tot vaststelling van de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO), Verordening (EU) 2019/833 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan, Verordening (EU) 2021/56 tot vaststelling van de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn, Verordening (EU) 2022/2056 tot vaststelling van de instandhoudings- en beheersmaatregelen die gelden in het verdragsgebied van de Commissie voor de visserij in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan, Verordening (EU) 2022/2343 tot vaststelling van beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die gelden in het bevoegdheidsgebied van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), en Verordening (EU) 2023/2053 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het doel van het voorstel is om bepaalde door de volgende regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) vastgestelde maatregelen in Unierecht om te zetten: de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat), de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO), de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO), de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC), de Commissie voor de visserij in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC) en de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC).

De Iccat is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van tonijn en tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. De Iccat heeft het gezag om voor de instandhouding en het beheer van de onder haar bevoegdheid vallende visserijen besluiten (aanbevelingen) vast te stellen die verbindend zijn voor de verdragsluitende partijen bij het verdrag. Die aanbevelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de verdragsluitende partijen bij het verdrag, maar bevatten tevens verplichtingen voor exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen). Die zijn uitsluitend van toepassing op het Iccat-verdragsgebied, dat de volle zee en de exclusieve economische zones van de verdragsluitende partijen omvat. In artikel VIII, lid 2, van het Iccat-verdrag is bepaald dat de Iccat-aanbevelingen voor alle verdragsluitende partijen van kracht worden zes maanden na de datum waarop de Iccat hen daarvan in kennis heeft gesteld, en de verdragsluitende partijen zijn verplicht ze uit te voeren. In artikel 3, lid 5, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is bepaald dat de EU moet bijdragen tot de strikte eerbiediging van het internationaal recht. De vorige instandhoudings- en handhavingsaanbevelingen van de Iccat zijn het meest recentelijk in Unierecht omgezet bij wijzigingen van de Verordeningen (EU) 2017/2107 1 , (EU) 2023/2053 2 en (EU) 2023/2833 3 van het Europees Parlement en de Raad. Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan de aanbevelingen die de Iccat tijdens haar jaarvergaderingen in 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

De SPRFMO is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van de visbestanden in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan en de aangrenzende zeeën, met uitzondering van tonijn en tonijnachtigen. De EU is sinds 2010 een verdragsluitende partij bij het SPRFMO-verdrag. In het SPRFMO-verdrag is bepaald dat de besluiten van de SPRFMO bindend zijn voor de verdragsluitende partijen, de deelnemende visserijentiteiten, de samenwerkende niet-verdragsluitende partijen en exploitanten. Bij Verordening (EU) 2018/975 4 zijn de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die de SPRFMO tussen 2013 en 2017 heeft vastgesteld, in Unierecht omgezet. Dit voorstel geeft uitvoering aan de beheers-, instandhoudings- en controlemaatregelen die de SPRFMO tijdens haar jaarvergaderingen in 2018, 2019, 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

De NAFO is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van de visbestanden in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan die onder haar bevoegdheid vallen. De instandhoudings- en beheersmaatregelen van de NAFO zijn uitsluitend van toepassing in het gereglementeerde gebied van de NAFO, de volle zee, gedefinieerd als het gebied dat ligt buiten het gebied waar de kuststaten hun visserij-jurisdictie uitoefenen. De EU is sinds 1979 een verdragsluitende partij bij het NAFO-verdrag. Volgens het NAFO-verdrag zijn de instandhoudingsmaatregelen van de NAFO-commissie bindend (artikelen XIV, VI.8 en VI.9) en zijn de verdragsluitende partijen verplicht die maatregelen uit te voeren. Bij Verordening (EU) 2019/833 zijn de tot 2018 door de NAFO vastgestelde instandhoudings- en handhavingsmaatregelen van de NAFO in Unierecht omgezet; deze verordening is in 2021 5 en 2022 6 gewijzigd om uitvoering te geven aan de door de NAFO in 2019, 2020, 2021 en 2022 vastgestelde maatregelen. Dit voorstel geeft uitvoering aan de wijzigingen die de NAFO tijdens haar jaarvergaderingen in 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

De Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van tonijn en tonijnachtigen in het oostelijke deel van de Stille Oceaan. De IATTC is gebaseerd op het Verdrag van Antigua dat de EU in 2004 heeft ondertekend. De IATTC heeft het gezag om besluiten (“resoluties”) vast te stellen met het oog op de instandhouding op de lange termijn en het duurzame beheer van de visbestanden in het verdragsgebied. Resoluties zijn bindend voor de verdragsluitende partijen. Resoluties zijn hoofdzakelijk gericht aan de verdragsluitende partijen, maar bevatten tevens verplichtingen voor particuliere exploitanten (zoals kapiteins van vaartuigen). De resoluties treden 45 dagen na de vaststelling ervan in werking. Bij Verordening (EU) 2021/56 zijn de tot 2020 vastgestelde resoluties van de IATTC in Unierecht omgezet. Dit voorstel geeft uitvoering aan de wijzigingen en nieuwe resoluties die de IATTC tijdens haar jaarvergaderingen in 2021, 2022, 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

De Commissie voor de visserij in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC) is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van tonijn en tonijnachtigen in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan. De door de WCPFC vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen zijn bindend voor leden, deelnemende gebieden en samenwerkende niet-leden. Deze instandhoudings- en beheersmaatregelen zijn van toepassing op het gehele WCPFC-verdragsgebied, dat de volle zee en de exclusieve economische zones van de samenwerkende niet-leden omvat. De Unie is bij Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan toegetreden tot het WCPFC-verdrag. Bij Verordening (EU) 2022/2056 zijn de tussen 2004 en 2021 vastgestelde resoluties van de WCPFC in Unierecht omgezet. Dit voorstel geeft uitvoering aan de wijzigingen en nieuwe resoluties die de WCPFC tijdens haar jaarvergaderingen in 2022, 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

De IOTC is de ROVB die verantwoordelijk is voor het beheer van tonijn en tonijnachtigen in de Indische Oceaan. De instandhoudings- en beheersmaatregelen van de IOTC zijn van toepassing op het bevoegdheidsgebied van de IOTC, namelijk de Indische Oceaan (voor de toepassing van de IOTC-overeenkomst omschreven als de statistische gebieden 51 en 57 van de FAO) en de aangrenzende zeeën, ten noorden van de Antarctische convergentie. De EU is sinds 1995 een verdragsluitende partij bij het IOTC-verdrag. Volgens het IOTC-verdrag zijn de resoluties van de IOTC bindend en zijn de verdragsluitende partijen verplicht deze uit te voeren. Bij Verordening (EU) 2022/2343 zijn de tussen 2000 en 2021 vastgestelde resoluties van de IOTC in Unierecht omgezet. Dit voorstel geeft uitvoering aan de wijzigingen en nieuwe resoluties die de IOTC tijdens haar jaarvergaderingen in 2022, 2023 en 2024 heeft vastgesteld.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met Verordening (EU) 2017/2107, Verordening (EU) 2018/975, Verordening (EU) 2019/833, Verordening (EU) 2021/56, Verordening (EU) 2022/2056, Verordening (EU) 2022/2343 en Verordening (EU) 2023/2053.

Het voorstel is in lijn met deel VI (extern beleid) van Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, waarin is bepaald dat de Unie haar externe betrekkingen op visserijgebied onderhoudt in overeenstemming met haar internationale verplichtingen en dat de EU-visserijactiviteiten worden gebaseerd op regionale visserijsamenwerking.

Het voorstel vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2017/2403 7 inzake het beheer van externe vloten, waarin is bepaald dat de vissersvaartuigen van de Unie onderworpen zijn aan vismachtigingen in het kader van regionale organisaties voor visserijbeheer, en op Verordening (EG) nr. 1005/2008 8 van de Raad inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, waarin is bepaald dat de NAFO-lijst van bij illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij betrokken vaartuigen (IOO-vaartuigen) in de lijst van de Unie van IOO-vaartuigen wordt opgenomen.

Dit voorstel heeft geen betrekking op de vangstmogelijkheden van de EU zoals vastgesteld door de Iccat, de SPRFMO, de NAFO, de IATTC, de WCPFC en de IOTC. Krachtens artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) komt het aan de Raad toe om maatregelen vast te stellen voor de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met andere beleidsterreinen van de Unie.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op artikel 43, lid 2, VWEU aangezien het bepalingen bevat die nodig zijn om de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid na te streven.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie (artikel 3, lid 1, punt d), VWEU). Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel zorgt ervoor dat aan de verplichtingen van de EU jegens de Iccat, de SPRFMO, de NAFO, de IATTC, de WCPFC en de IOTC wordt voldaan, zonder verder te gaan dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Er is gekozen voor een verordening om de bestaande Verordening (EU) 2017/2107, Verordening (EU) 2018/975, Verordening (EU) 2019/833, Verordening (EU) 2021/56, Verordening (EU) 2022/2056, Verordening (EU) 2022/2343 en Verordening (EU) 2023/2053 te wijzigen.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Zowel in de aanloop naar de relevante jaarvergaderingen van de bovengenoemde organisaties waar deze maatregelen zijn aangenomen als tijdens de onderhandelingen zijn nationale deskundigen van de EU-lidstaten en vertegenwoordigers van de sector geraadpleegd.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

Met dit voorstel worden de door de Iccat, de SPRFMO, de NAFO, de IATTC, de WCFPC en de IOTC overeenkomstig het advies van de respectieve permanente comités van deze organisaties inzake wetenschappelijk advies en inzake controle vastgestelde maatregelen in Unierecht omgezet.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing. Met dit voorstel worden de voor de Unie bindende instandhoudings- en beheersmaatregelen van de Iccat, de SPRFMO, de NAFO, de IATTC, de WCPFC en de IOTC in Unierecht omgezet.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel houdt geen verband met resultaatgerichtheid en vereenvoudiging (Refit).

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Niet van toepassing.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

Niet van toepassing.

Artikelsgewijze toelichting

Voor de Iccat worden met dit voorstel nieuwe bepalingen geïntroduceerd in Verordening (EU) 2017/2107 voor de instandhouding van walvishaaien en roggen van het geslacht Mobula, alsook een geografische beperking voor de toepasselijkheid van instandhoudingsmaatregelen voor zeeschildpadden voor vaartuigen die actief zijn ten noorden van 55° NB of ten zuiden van 35° ZB in het oostelijke deel van de Zuid-Atlantische Oceaan en ten zuiden van 40° ZB in het westelijke deel van de Zuid-Atlantische Oceaan. De rol van het Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA) wordt ook omschreven met betrekking tot de waarneming van vaartuigen en verdere communicatie met het Iccat-secretariaat. Dit voorstel bevat ook wijzigingen van Verordening (EU) 2023/2053 met betrekking tot hoofdstuk V over controlemaatregelen, door wijziging van de bepalingen inzake de uitwisseling van quota tussen gezamenlijke visacties, de voorafgaande kennisgeving van aanlandingen, de monitoring van overhevelingsverrichtingen ten aanzien van blauwvintonijn met behulp van videocamera’s, kooiverrichtingen en controleactiviteiten op de kwekerijen na het kooien.

Voor de NAFO worden met het voorstel nieuwe bepalingen geïntroduceerd in Verordening (EU) 2019/833 met betrekking tot de heropende visserij op kabeljauw in sectoren 2J3KL, met inbegrip van sluiting, bijvangst en aan boord houden, bewaking en relevante aanvullende procedure voor ernstige inbreuken. Daarnaast brengt het voorstel de formulering van Verordening (EU) 2019/833 in overeenstemming met de NAFO-maatregelen en bepalingen voor afwijkingen van waarnemersprogramma’s.

Voor de SPRFMO bevat het voorstel wijzigingen van Verordening (EU) 2018/975 om daarin nieuwe instandhoudings- en beheersmaatregelen en een wijziging van eerder vastgestelde maatregelen op te nemen. De gewijzigde SPRFMO-maatregelen omvatten bodemvisserij, overlading, kieuwnetten, waarnemersprogramma’s en -gegevens, en volgsystemen voor vaartuigen. Dit voorstel omvat ook nieuwe door de SPRFMO overeengekomen maatregelen, met name een protocol voor inspecties aan boord op volle zee, met inbegrip van procedures voor vermeende inbreuken, een maatregel inzake verontreiniging van de zee en een maatregel inzake de markering en identificatie van vissersvaartuigen.

Voor de IATTC bevat het voorstel wijzigingen van Verordening (EU) 2021/56 om daarin actualiseringen op te nemen voor de activering van boeien van visaantrekkende voorzieningen (FAD’s), de vermindering van verstrikking in FAD’s en het gebruik van biologisch afbreekbare materialen, het rapporteren van vangsten van Pacifische blauwvintonijn, wijzigingen in het volgsysteem voor vaartuigen, de invoering van een elektronisch monitoringsysteem, met inbegrip van het verzamelen van visserijgegevens, de bescherming van zijdehaaien, de veilige vrijlating van haaien, het verzamelen van gegevens over haaiensoorten en de actualisering van nalevingsverslagen.

Voor de WCPFC bevat dit voorstel wijzigingen van Verordening (EU) 2022/2056 om bepalingen in te voeren met betrekking tot de bescherming van haaien en het gebruik van bijlijnen en stalen onderlijnen door beugvisserijvaartuigen van de Unie, met een verbod op het aan boord houden en de verplichting tot vrijlating van haaien, alsook het inleveren of teruggooien van onopzettelijk gevangen exemplaren van oceanische witpunthaaien en zijdehaaien en taalaanpassingen voor de bepalingen over bunkeren.

Voor de IOTC bevat dit voorstel wijzigingen van Verordening (EU) 2022/2343 om daarin nieuwe instandhoudings- en beheersmaatregelen en wijzigingen van eerder vastgestelde maatregelen op te nemen. Dit voorstel bevat ook nieuwe artikelen met betrekking tot het beheer van verankerde visaantrekkende voorzieningen, vrijwillige sluiting van de visserij en normen voor elektronische monitoring, en herziene maatregelen ter versterking van het beheer van niet-verankerde visaantrekkende voorzieningen, mitigatiemaatregelen voor niet-doelsoorten en de waarnemersregeling.