Toelichting bij COM(2025)248 - Ondertekening van de Overeenkomst met Ecuador betreffende de samenwerking tussen Europol en de Ecuadoraanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)248 - Ondertekening van de Overeenkomst met Ecuador betreffende de samenwerking tussen Europol en de Ecuadoraanse autoriteiten die ... |
---|---|
bron | COM(2025)248 ![]() ![]() |
datum | 22-05-2025 |
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
• Motivering en doel van het voorstel
Europol heeft tot taak de lidstaten te ondersteunen bij het voorkomen en bestrijden van alle vormen van zware internationale en georganiseerde criminaliteit, cybercriminaliteit en terrorisme. In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme steeds meer een transnationaal karakter en meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van de burgers te garanderen. Europol moet daarom nauw kunnen samenwerken, onder meer door de uitwisseling van persoonsgegevens, met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn taken in het kader van de in Verordening (EU) 2016/794 1 vastgestelde vereisten. Tegelijkertijd is het belangrijk ervoor te zorgen dat er voor de bescherming van persoonsgegevens passende waarborgen zijn betreffende de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers.
Europol kan persoonsgegevens uitwisselen met derde landen of internationale organisaties op een van de volgende grondslagen, zoals uiteengezet in artikel 25, lid 1, punten a) tot en met c), van Verordening (EU) 2016/794:
·een besluit van de Commissie, vastgesteld overeenkomstig artikel 36 van Richtlijn (EU) 2016/680, dat het derde land, een grondgebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde land, of de internationale organisatie in kwestie een adequaat beschermingsniveau biedt (adequaatheidsbesluit);
·een internationale overeenkomst, gesloten tussen de Unie en het derde land of de internationale organisatie op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die voorziet in passende waarborgen betreffende de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers;
·een samenwerkingsovereenkomst op grond waarvan persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld, gesloten vóór 1 mei 2017 tussen Europol en het derde land of de internationale organisatie overeenkomstig artikel 23 van Besluit 2009/371/JBZ.
Sinds de inwerkingtreding van de Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 is het de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover nodig voor de uitvoering van zijn taken kan Europol ook samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden door middel van werk- en administratieve afspraken die op zichzelf geen rechtsgrondslag kunnen vormen voor de uitwisseling van persoonsgegevens. In tegenstelling tot een internationale overeenkomst worden deze afspraken door Europol gesloten en zijn zij niet bindend voor de Unie of haar lidstaten 2 .
De georganiseerde criminele organisaties in Latijns-Amerika vormen een ernstige bedreiging voor de interne veiligheid van de Europese Unie, aangezien hun gedragingen steeds meer verband houden met een reeks misdrijven binnen de Unie, met name op het gebied van de drugshandel. In de dreigingsevaluatie van de Europese Unie voor zware en georganiseerde criminaliteit (Socta) van 2021 wordt erop gewezen dat ongekende hoeveelheden illegale drugs vanuit Latijns-Amerika naar de Europese Unie worden verhandeld, waardoor winsten van meerdere miljarden euro’s worden gegenereerd, die worden gebruikt om een breed spectrum van criminele organisaties (internationaal en in de Europese Unie) te financieren en om de rechtsstaat in de Europese Unie te verzwakken 3 . Volgens de Socta van 2025 is Latijns-Amerika het belangrijkste gebied voor de teelt en productie van cocaïne en vormen zijn havens de vertrekpunten voor verder vervoer naar de EU. Latijns-Amerika is ook een bron van mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en, in mindere mate, arbeidsuitbuiting, en van irreguliere migranten die via luchtvervoer naar de EU worden gesmokkeld 4 .
Recente verslagen bevestigen dat de beschikbaarheid van cocaïne in Europa nog nooit zo groot is geweest en dat de drug betaalbaarder en toegankelijker is voor consumenten dan in het verleden 5 . Het grootste deel van de in de Europese Unie in beslag genomen drugs wordt over zee vervoerd, voornamelijk in containers voor de zeescheepvaart 6 , en wordt rechtstreeks naar de Europese Unie verzonden vanuit de productielanden en vanuit Latijns-Amerikaanse buurlanden, waaronder Ecuador 7 . Op basis van de hoeveelheden voor Europa bestemde cocaïne die in Europese en andere havens in beslag zijn genomen, was Ecuador (met ongeveer 67,5 ton in beslag genomen cocaïne) een van de belangrijkste vertrekpunten in 2020, zoals dat al enkele jaren het geval is 8 . Een voorbeeld van de ontwikkeling van Ecuador op het gebied van drugshandel is de toename van de hoeveelheden die vanuit Guayaquil, de grootste containerhaven in Ecuador, naar Antwerpen (België) worden vervoerd volgens de “rip-on/rip-off”-methode, namelijk van 6 ton in 2018 tot bijna 56 ton in 2021 9 . In Latijns-Amerika gevestigde misdaadorganisaties zijn goed georganiseerd en zijn ook actief in andere vormen van criminaliteit die onder het mandaat van Europol vallen, zoals cybercriminaliteit, het witwassen van geld en milieucriminaliteit.
In zijn programmeringsdocument 2024-2026 heeft Europol er onder meer op gewezen dat de toenemende vraag naar drugs en de toegenomen routes voor drugshandel naar de Europese Unie nopen tot nauwere samenwerking met de landen van Latijns-Amerika 10 .
Tegen deze achtergrond werd in oktober 2023 een werkafspraak tussen Europol en Ecuador ondertekend 11 , en de samenwerking tussen beide partijen neemt al vaste vorm aan, onder meer met de inzet van een Ecuadoraanse verbindingsofficier bij Europol.
Ecuador neemt deel aan het coördinatie- en samenwerkingsmechanisme inzake drugs van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische staten (Celac). Bovendien is Ecuador lid van de Politiegemeenschap van Noord- en Zuid-Amerika (Ameripol) en van het Latijns-Amerikaans veiligheidscomité voor binnenlandse zaken (Clasi) 12 , dat in 2022 is opgericht en wordt aangestuurd door het programma Europa/Latijns-Amerika voor bijstand tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (El PAcCtO) 13 . Het land is ook lid van de speciale taskforce drugs van Clasi en heeft zich er dus toe verbonden bij te dragen aan de ontmanteling van georganiseerde criminele organisaties die betrokken zijn bij de productie van en de handel in drugs. Ecuador is door het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA) aangewezen als een belangrijke internationale partner voor het terugdringen van het mondiale aanbod van cocaïne 14 .
De werkafspraak tussen Europol en Ecuador biedt echter geen rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens. Niettemin zou dit soort nauwere operationele samenwerking en de uitwisseling van relevante informatie tussen Europol en Ecuador belangrijk zijn voor de bestrijding van ernstige strafbare feiten op tal van gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals drugshandel en milieucriminaliteit, alsook misdrijven tegen personen.
In het licht hiervan heeft de Commissie op 22 februari 2023 een aanbeveling ingediend waarin de Raad wordt voorgesteld machtiging te verlenen tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en Ecuador inzake de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Ecuadoraanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme 15 . Op 15 mei 2023 heeft de Raad machtiging verleend en onderhandelingsrichtsnoeren vastgesteld 16 .
De onderhandelingen met Ecuador over deze overeenkomst zijn in juni 2023 van start gegaan. Om te komen tot een uniek, samenhangend en juridisch bindend instrument dat de samenwerking tussen Europol en Ecuador regelt, zijn in de overeenkomst ook bepalingen opgenomen over strategische samenwerking en de uitwisseling van niet-persoonsgebonden gegevens.
Na drie onderhandelingsronden en een technische vergadering bereikten de hoofdonderhandelaars een voorlopig akkoord over de tekst en parafeerden zij de ontwerptekst op 3 maart 2025.
De medewetgevers zijn in alle stadia van de onderhandelingen regelmatig geïnformeerd en geraadpleegd, met name via de bevoegde werkgroep van de Raad en de Commissie LIBE van het Europees Parlement.
• Verenigbaarheid met bestaand beleid van de Unie
Over de overeenkomst is onderhandeld overeenkomstig de uitgebreide onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 15 mei 2023 had aangenomen. De onderhavige overeenkomst is ook in overeenstemming met het bestaande beleid van de Unie inzake samenwerking op het gebied van rechtshandhaving.
De afgelopen jaren is er al een en ander gedaan om de samenwerking op het gebied van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te verbeteren en de armslag van terroristen en criminelen te beperken. De bestaande strategische documenten van de Commissie nopen tot verbetering van de efficiëntie en doeltreffendheid van de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving in de Europese Unie en tot uitbreiding van de samenwerking met derde landen. Het gaat onder meer om de strategie voor de veiligheidsunie 17 en de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit 18 .
In overeenstemming met deze strategische documenten is de internationale samenwerking op het gebied van rechtshandhaving reeds versterkt. Op basis van een machtiging van de Raad heeft de Commissie met Nieuw-Zeeland onderhandeld over een overeenkomst inzake de uitwisseling van persoonsgegevens met het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) 19 . Er zij ook aan herinnerd dat de Raad eerder machtiging heeft verleend voor het openen van onderhandelingen met Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Marokko, Tunesië en Turkije over internationale overeenkomsten inzake de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol 20 .
Voorts is de overeenkomst in overeenstemming met de Drugsstrategie van de Europese Unie 2021-2025 21 en het drugsactieplan van de Europese Unie 2021-2025 22 , waarin het belang wordt benadrukt van internationale samenwerking om de vele aspecten van de drugsproblematiek aan te pakken.
De overeenkomst met Ecuador moet dan ook worden gezien als onderdeel van een bredere inspanning om de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de Europese Unie en de betrokken Latijns-Amerikaanse landen te verbeteren. In dat verband heeft de Raad, op aanbeveling van de Commissie, machtiging verleend voor het openen van onderhandelingen over soortgelijke internationale overeenkomsten met Bolivia, Brazilië, Mexico en Peru, parallel met Ecuador, met als uiteindelijke doel de strijd tegen terrorisme en zware criminaliteit, waaronder drugshandel, op te voeren 23 . Met name heeft de Raad op 24 februari 2025 machtiging verleend voor de ondertekening van de desbetreffende overeenkomst met Brazilië 24 , die plaatsvond op 5 maart 2025.
Tegelijkertijd is het van cruciaal belang dat de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving met derde landen volledig in overeenstemming is met de grondrechten die zijn verankerd in de Verdragen van de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Een bijzonder belangrijke reeks waarborgen, met name die welke zijn opgenomen in de hoofdstukken II en IV van de overeenkomst, betreft de bescherming van persoonsgegevens, een grondrecht dat is verankerd in de Verdragen van de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 25, lid 1, punt b), van de Europol-verordening kan Europol persoonsgegevens doorgeven aan een autoriteit van een derde land of aan een internationale organisatie op grond van een internationale overeenkomst gesloten tussen de Unie en dat derde land of die internationale organisatie op grond van artikel 218, VWEU, waarin passende waarborgen zijn opgenomen ter bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers. De hoofdstukken II en IV van de overeenkomst voorzien in dergelijke waarborgen, met name van een aantal beginselen en verplichtingen inzake gegevensbescherming die door de partijen moeten worden nageleefd (de artikelen 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 13, 18 en 19), alsook van afdwingbare individuele rechten (de artikelen 6, 8 en 9), onafhankelijk toezicht (artikel 14) en doeltreffende administratieve en gerechtelijke rechtsmiddelen in geval van schendingen van de in de overeenkomst erkende rechten en waarborgen die voortvloeien uit de verwerking van persoonsgegevens (artikel 15).
De ontwerpovereenkomst bevat passende waarborgen met betrekking tot de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers, alsook een rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Artikel 218, lid 5, VWEU voorziet in besluiten waarbij “machtiging wordt verleend tot ondertekening van de overeenkomst en, in voorkomend geval, in afwachting van de inwerkingtreding, tot de voorlopige toepassing ervan”. Aangezien het voorstel tot doel heeft een machtiging te krijgen tot ondertekening van de overeenkomst, is de procedurele rechtsgrondslag artikel 218, lid 5, VWEU.
Het voorstel heeft twee hoofddoelstellingen en -componenten, namelijk de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen Europol en Ecuador, en de vaststelling van passende waarborgen met betrekking tot de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers voor deze samenwerking. De materiële rechtsgrondslag moet dus artikel 16, lid 2, en artikel 88, VWEU zijn.
Dit voorstel is derhalve gebaseerd op artikel 16, lid 2, en artikel 88, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Verordening (EU) 2016/794 bevat specifieke regels voor de doorgifte van persoonsgegevens door Europol buiten de Europese Unie. Artikel 25, lid 1, van die verordening bevat een lijst van situaties waarin Europol persoonsgegevens rechtmatig kan doorgeven aan rechtshandhavingsinstanties van derde landen. Uit die bepaling volgt dat voor de doorgifte van persoonsgegevens door Europol aan Ecuador een bindende internationale overeenkomst tussen de Europese Unie en Ecuador moet worden gesloten waarin passende waarborgen zijn opgenomen met betrekking tot de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers. Overeenkomstig artikel 3, lid 2, VWEU valt de overeenkomst dus onder de exclusieve externe bevoegdheid van de Unie. Daarom is dit voorstel niet onderworpen aan een subsidiariteitscontrole.
• Evenredigheid
De hierboven vermelde doelstellingen van de Unie met betrekking tot dit voorstel kunnen alleen worden verwezenlijkt door sluiting van een bindende internationale overeenkomst die in de nodige samenwerkingsmaatregelen voorziet en tegelijkertijd een passende bescherming van de grondrechten waarborgt. De bepalingen van de overeenkomst zijn beperkt tot hetgeen nodig is om de belangrijkste doelstellingen ervan te verwezenlijken. Unilateraal optreden van de lidstaten ten aanzien van Ecuador is geen alternatief, aangezien Europol een unieke rol speelt. Unilateraal optreden zou evenmin een toereikende basis vormen voor de politiële samenwerking met landen buiten de Europese Unie en zou de noodzakelijke bescherming van de grondrechten niet waarborgen.
• Keuze van het instrument
Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) 2016/794 mag Europol, bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit, persoonsgegevens alleen aan een derde land doorgeven op basis van een internationale overeenkomst overeenkomstig artikel 218, VWEU die voorziet in passende waarborgen met betrekking tot de bescherming van de privacy en de fundamentele rechten en vrijheden van burgers (artikel 25, lid 1, punt b), van de Europol-verordening). Overeenkomstig artikel 218, lid 5, VWEU wordt voor de ondertekening van een dergelijke overeenkomst machtiging verleend bij een besluit van de Raad.
• Grondrechten
De uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens door de autoriteiten van een derde land vormt een inmenging in het grondrecht op bescherming van de privacy en gegevensbescherming. De overeenkomst waarborgt echter de noodzaak en evenredigheid van een dergelijke inmenging door de toepassing van passende waarborgen inzake gegevensbescherming op de doorgegeven persoonsgegevens te garanderen, in overeenstemming met het Unierecht.
De hoofdstukken II en IV voorzien in de bescherming van persoonsgegevens. Op basis daarvan bevatten de artikelen 3 tot en met 15 en de artikelen 18 en 19 fundamentele beginselen inzake gegevensbescherming, waaronder doelbinding, gegevenskwaliteit en regels die van toepassing zijn op de verwerking van bijzondere categorieën gegevens, verplichtingen die van toepassing zijn op verwerkingsverantwoordelijken, onder meer inzake bewaring, het bijhouden van registers, beveiliging en wat betreft verdere doorgifte, afdwingbare individuele rechten, onder meer inzake toegang, rectificatie en geautomatiseerde besluitvorming, onafhankelijk en doeltreffend toezicht, en administratief en gerechtelijk beroep.
De waarborgen hebben betrekking op alle vormen van verwerking van persoonsgegevens in het kader van de samenwerking tussen Europol en Ecuador. De uitoefening van bepaalde individuele rechten kan worden uitgesteld, beperkt of geweigerd indien dit, gelet op de grondrechten en de belangen van de betrokkene, noodzakelijk, redelijk en evenredig is, met name om te voorkomen dat een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopende strafrechtelijke vervolging in het gedrang komt, wat ook in overeenstemming is met het Unierecht.
Voorts zal zowel de Europese Unie als Ecuador ervoor zorgen dat een onafhankelijke overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor gegevensbescherming (toezichthoudende autoriteit), toezicht houdt op aangelegenheden die van invloed zijn op de privacy van personen, teneinde de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te beschermen.
Artikel 32 versterkt de doeltreffendheid van de waarborgen in de overeenkomst door te voorzien in gezamenlijke toetsingen van de uitvoering met regelmatige tussenpozen. Deskundigen op het gebied van gegevensbescherming en rechtshandhaving maken deel uit van de evaluatieteams.
Als verdere waarborg overeenkomstig artikel 21, lid 1, kan de overeenkomst worden geschorst indien de uit de bepalingen van de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet worden nagekomen. Persoonsgegevens die vóór de opschorting zijn doorgegeven, worden ook na de opschorting overeenkomstig de overeenkomst behandeld. Bovendien worden, in geval van beëindiging van de overeenkomst, persoonsgegevens die vóór de beëindiging ervan zijn doorgegeven, verder verwerkt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.
Voorts waarborgt de overeenkomst dat de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en Ecuador in overeenstemming is met zowel het non-discriminatiebeginsel als artikel 52, lid 1, van het Handvest, dat ervoor zorgt dat inmenging in de door het Handvest gewaarborgde grondrechten beperkt blijft tot wat strikt noodzakelijk is om daadwerkelijk te voldoen aan de nagestreefde doelstellingen van algemeen belang, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Niet van toepassing.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
5. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Er is geen uitvoeringsplan nodig, aangezien de overeenkomst in werking zal treden op de datum van ontvangst van de laatste schriftelijke kennisgeving waarbij de Europese Unie en Ecuador elkaar via diplomatieke kanalen ervan in kennis zullen hebben gesteld dat hun eigen procedures zijn voltooid.
Wat controle betreft, evalueren de Europese Unie en Ecuador gezamenlijk de uitvoering van de overeenkomst één jaar na de inwerkingtreding ervan, en vervolgens met regelmatige tussenpozen, en aanvullend op verzoek van een van beide partijen en op gezamenlijk besluit.
• Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 omvat het doel en het toepassingsgebied van de overeenkomst.
Artikel 2 omvat de definities van de overeenkomst.
Artikel 3 omvat de doeleinden van de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 4 voorziet in de algemene beginselen inzake gegevensbescherming die de Europese Unie en Ecuador in acht moeten nemen.
Artikel 5 voorziet in bijzondere categorieën persoonsgegevens en verschillende categorieën betrokkenen, zoals persoonsgegevens met betrekking tot slachtoffers van een strafbaar feit, getuigen of andere personen die informatie over strafbare feiten kunnen verstrekken, of met betrekking tot personen jonger dan 18 jaar.
Artikel 6 betreft de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 7 biedt een basis voor de verdere doorgifte van de ontvangen persoonsgegevens.
Artikel 8 voorziet in het recht van toegang en waarborgt dat de betrokkene het recht heeft met redelijke tussenpozen informatie te verkrijgen over de vraag of hem betreffende persoonsgegevens in het kader van de overeenkomst worden verwerkt.
Artikel 9 voorziet in het recht op rectificatie, wissing en beperking, waardoor de betrokkene het recht heeft de bevoegde autoriteiten te verzoeken onjuiste persoonsgegevens van de betrokkene die uit hoofde van de overeenkomst zijn doorgegeven, te rectificeren.
Artikel 10 betreft de kennisgeving inzake een inbreuk in verband met persoonsgegevens die in het kader van deze overeenkomst worden doorgegeven en zorgt ervoor dat de respectieve bevoegde autoriteiten elkaar en hun respectieve toezichthoudende autoriteit onverwijld van die inbreuk in kennis stellen en maatregelen nemen om de mogelijke negatieve gevolgen ervan te beperken.
Artikel 11 voorziet in de mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene, zodat de bevoegde autoriteiten van beide partijen bij de overeenkomst de betrokkene onverwijld informeren in geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens die ernstige afbreuk kan doen aan zijn rechten en vrijheden.
Artikel 12 betreft de opslag, herziening, correctie en verwijdering van persoonsgegevens.
Artikel 13 betreft het bijhouden van registratiegegevens inzake de verzameling, wijziging, verstrekking, met inbegrip van verdere doorgifte, combinatie en wissing van en toegang tot persoonsgegevens.
Artikel 14 betreft de toezichthoudende autoriteit en zorgt ervoor dat er een onafhankelijke overheidsinstantie is die verantwoordelijk is voor gegevensbescherming (toezichthoudende autoriteit) en die toezicht houdt op aangelegenheden die van invloed zijn op de privacy van personen, met inbegrip van de interne regels die relevant zijn in het kader van de overeenkomst, om de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te beschermen.
Artikel 15 betreft administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden en zorgt ervoor dat betrokkenen recht hebben op doeltreffende administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden in geval van schendingen van de in de overeenkomst erkende rechten en waarborgen ten gevolge van de verwerking van hun persoonsgegevens.
Artikel 16 voorziet in gegevensbeschermingsbeginselen die van toepassing zijn op de uitwisseling van niet-persoonsgebonden gegevens.
Artikel 17 betreft de verdere doorgifte van de ontvangen niet-persoonsgebonden gegevens.
Artikel 18 voorziet in de beoordeling van de betrouwbaarheid van de bron en de juistheid van de gegevens met betrekking tot zowel persoonsgegevens als niet-persoonsgebonden gegevens die in het kader van de overeenkomst worden uitgewisseld.
Artikel 19 voorziet in gegevensbeveiliging en zorgt voor de uitvoering van technische en organisatorische maatregelen ter bescherming van persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens die in het kader van deze overeenkomst worden uitgewisseld.
Artikel 20 voorziet in de beslechting van geschillen en zorgt ervoor dat alle geschillen die zich kunnen voordoen in verband met de interpretatie, toepassing of uitvoering van de overeenkomst, en alle daarmee verband houdende aangelegenheden aanleiding geven tot overleg en onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van de Europese Unie en Ecuador, teneinde tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te komen.
Artikel 21 betreft een opschortingsclausule.
Artikel 22 betreft de beëindiging van de overeenkomst.
Artikel 23 betreft de verhouding tot andere internationale instrumenten en zorgt ervoor dat de overeenkomst geen afbreuk doet aan of van invloed is op de wettelijke bepalingen met betrekking tot de uitwisseling van informatie waarin een verdrag, overeenkomst of regeling tussen Ecuador en een lidstaat van de Europese Unie voorziet.
Artikel 24 voorziet in de uitwisseling van gerubriceerde gegevens, indien nodig in het kader van de overeenkomst.
Artikel 25 voorziet in de behandeling van verzoeken om toegang van het publiek tot gegevens die in het kader van de overeenkomst worden doorgegeven.
Artikel 26 betreft de nationale contactpunten en verbindingsfunctionarissen.
Artikel 27 voorziet in een beveiligde communicatielijn.
Artikel 28 betreft de uitgaven in het kader van de overeenkomst.
Artikel 29 betreft de kennisgeving inzake de uitvoering van de overeenkomst.
Artikel 30 betreft de inwerkingtreding en toepassing van de overeenkomst.
Artikel 31 betreft wijzigingen en aanvullingen van de overeenkomst.
Artikel 32 betreft de toetsing en evaluatie van de overeenkomst.
Artikel 33 betreft de talen van de overeenkomst.