Toelichting bij COM(2025)361 - Standpunt in de Associatieraad EU-Moldavië met betrekking tot de verdere marktopenstelling wat betreft de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken en inzake de wijziging van bijlage XXVIII-B (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) bij die Associatieovereenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt dat namens de EU in de Associatieraad moet worden ingenomen met betrekking tot de beoogde vaststelling van een besluit (de “beoogde handeling”) met als doel om: i) verdere wederzijdse marktopenstelling te verlenen wat betreft de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken en de voorwaarden voor deze maatregel vast te stellen; en ii) bijlage XXVIII‐B (Regels ten aanzien van telecommunicatiediensten) bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds 1 (de “overeenkomst”) te actualiseren. Deze beoogde handeling is in overeenstemming met artikel 436, lid 1, artikel 449 en artikel 452, lid 2, van de overeenkomst.

Op basis van het toezicht door de EU overeenkomstig artikel 450 van de overeenkomst en de toetsing die de EU heeft uitgevoerd voor de toepassing van artikel 451 van de overeenkomst, zoals ingediend door de Commissie in de vorm van een werkdocument van de diensten van de Commissie, heeft de beoogde handeling tot doel de Republiek Moldavië (“Moldavië”) verder te integreren in de interne markt van de EU wat betreft de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken, alsook om de voorwaarden voor deze maatregel vast te stellen.

Rekening houdend met de toetsing van de aanpassing en het toezicht door de EU overeenkomstig de artikelen 449 en 450 van de overeenkomst, heeft de beoogde handeling ook tot doel bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst te wijzigen om het toepassingsgebied van het acquis van de EU op het gebied van roaming te verduidelijken.

De beoogde handeling zal het de eindgebruikers van mobiele diensten mogelijk maken om, afgezien van sommige uitzonderlijke beperkingen, gebruik te maken van gereguleerde roamingdiensten tegen binnenlandse kleinhandelsprijzen wanneer zij tussen de EU en Moldavië reizen.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.De Associatieovereenkomst

De overeenkomst heeft het volgende tot doel: i) de voorwaarden te scheppen voor versterkte economische en handelsrelaties in het licht van de verdere integratie van Moldavië in de interne markt van de EU, onder meer door het opzetten van een diepe en brede vrijhandelsruimte als bepaald in titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst, en ii) de inspanningen van Moldavië te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien, onder meer door de wetgeving geleidelijk af te stemmen op de EU-wetgeving. De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden. Moldavië heeft sindsdien verzocht om verdere integratie met betrekking tot roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken in de EU, met name via verdere wederzijdse marktopenstelling met het oog op die roaming. De verlening van verdere wederzijdse marktopenstelling vereist aanpassing aan het acquis van de EU op het gebied van roaming en de doeltreffende uitvoering en handhaving van dit acquis in de Moldavische wetgeving. Voordat verdere wederzijdse marktopenstelling kan worden verleend, moeten de partijen bij de overeenkomst (de “partijen”) op basis van een toetsing door de EU overeenkomen dat het desbetreffende acquis is uitgevoerd en wordt gehandhaafd. Ook moet duidelijk worden omschreven in bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst wat met betrekking tot roaming het relevante acquis is.

2.2.De Associatieraad

Overeenkomstig artikel 436, leden 1 en 3, van de overeenkomst heeft de Associatieraad de bevoegdheid besluiten te nemen binnen de toepassingssfeer van de overeenkomst, onder meer om de bijlagen bij de overeenkomst te actualiseren of te wijzigen, zonder afbreuk te doen aan specifieke bepalingen van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst. Overeenkomstig artikel 452, lid 2, van de overeenkomst besluit de Associatieraad tot verdere marktopenstelling zoals bepaald in titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst, als de partijen menen dat de maatregelen die noodzakelijk zijn op grond van diezelfde titel zijn uitgevoerd en worden nageleefd. Op grond van artikel 436, lid 1, van de overeenkomst zijn die besluiten bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Associatieraad stelt zijn besluiten vast in overleg tussen de partijen.

2.3.De beoogde handeling van de Associatieraad

De beoogde handeling strekt ertoe dat de partijen elkaar verdere marktopenstelling op het gebied van roaming verlenen, overeenkomstig de voorwaarden die in dezelfde beoogde handeling worden vastgesteld. De beoogde handeling zal ook bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst wijzigen om het toepassingsgebied van het acquis van de EU op het gebied van roaming te verduidelijken en het te onderscheiden van dat van het acquis van de EU op het gebied van telecommunicatie, waar roaming deel van uitmaakt.

Dit strookt met de doelstelling van geleidelijke aanpassing van de Moldavische regelgeving aan het acquis van de EU, zoals vastgelegd in de preambule van de overeenkomst en in artikel 448 van de overeenkomst.

De beoogde handeling zal voor de Partijen bindend zijn overeenkomstig artikel 436, lid 1, van de overeenkomst, waarin wordt bepaald dat: “Om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken, [...] de Associatieraad de bevoegdheid [heeft] besluiten te nemen binnen de toepassingssfeer van deze overeenkomst. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan, waaronder indien noodzakelijk optreden door in het kader van deze overeenkomst ingestelde organen.”

Vanaf de in de beoogde handeling vastgestelde datum moet het acquis van de EU op het gebied van roaming, zoals gespecificeerd in bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst, worden gelezen overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de beoogde handeling, tenzij in de overeenkomst anders wordt bepaald.

3. Namens de EU in te nemen standpunt

Het namens de EU in te nemen standpunt is dat de vaststelling van de beoogde handeling door de Associatieraad wordt gesteund.

Bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst voorziet in onderlinge aanpassing van de regelgeving tussen de partijen in verschillende sectoren, waaronder telecommunicatiediensten. Zodra de aanpassing geleidelijk is uitgebreid tot alle aspecten van het acquis van de EU als bedoeld in bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst, leidt instemming van de partijen in de Associatieraad met de stelling dat de aanpassing is voltooid, tot de wederzijdse verlening van verdere marktopenstelling, overeenkomstig artikel 452, lid 2, van de overeenkomst. Moldavië heeft verzocht om verdere integratie, specifiek voor de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken. Bij Besluit nr. 1/2023 van het Associatiecomité EU-Moldavië in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken 2 is bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst aangevuld met de relevante handelingen met betrekking tot roaming. Op 9 mei 2025 heeft Moldavië de EU ervan op de hoogte gebracht dat het van oordeel was dat het de aanpassing van de regelgeving aan het acquis van de EU met betrekking tot roaming had voltooid, en heeft het verzocht om een toetsing in dit verband. Op 3 juni 2025 en 20 juni 2025 heeft Moldavië zijn oorspronkelijke kennisgeving aangevuld na de resterende omzettingsmaatregelen te hebben vastgesteld.

Overeenkomstig de artikelen 409 en 451 van de overeenkomst heeft de EU een toetsing uitgevoerd en op basis daarvan vastgesteld dat Moldavië de aanpassing van de regelgeving aan het acquis van de EU voor de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken heeft voltooid. Overeenkomstig artikel 452, lid 2, van de overeenkomst moet de EU de Associatieraad voorstellen ermee in te stemmen dat het resultaat van de toetsing positief is.

Tegelijkertijd is het, rekening houdend met de toetsing van de aanpassing en het toezicht door de EU overeenkomstig de artikelen 449 en 450 van de overeenkomst, passend om bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst te wijzigen om het toepassingsgebied van het acquis van de EU op het gebied van roaming te verduidelijken. Sommige bepalingen van de handelingen van de EU die het acquis van de EU op het gebied van roaming vormen 3 , zijn niet relevant voor een besluit om verdere marktopenstelling voor roaming te verlenen, omdat zij bijvoorbeeld geen verband houden met roaming, of omdat zij uitsluitend verplichtingen voor de Europese Commissie behelzen. Dergelijke bepalingen moeten daarom worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de verplichting tot aanpassing van de regelgeving met het oog op verdere marktopenstelling voor roaming. Het is belangrijk te specificeren dat de volledige tekst van Richtlijn (EU) 2018/1972, gelet op het algemene toepassingsgebied ervan, dat met het oog op een mogelijk besluit over verdere marktopenstelling voor de telecommunicatiesector niet beperkt is tot roaming, relevant blijft voor omzetting.

Met dit besluit wordt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de EU ten aanzien van een oostelijk partnerland en kandidaat-lidstaat. Het strookt met de doelstelling van de geleidelijke aanpassing van de Moldavische regelgeving aan het acquis van de EU, zoals vastgesteld in de preambule van de overeenkomst.

4. Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

1.

4.1.1.Beginselen


Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 4 .

2.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval


De Associatieraad is een lichaam dat is opgericht krachtens de overeenkomst. Het door de Associatieraad vast te stellen besluit is een handeling met rechtsgevolgen. Zij zal overeenkomstig artikel 1 van de overeenkomst volkenrechtelijk bindend zijn. Vanaf de door de partijen in de beoogde handeling vastgestelde datum zal het acquis van de EU op het gebied van roaming, zoals gespecificeerd in bijlage XXVIII-B bij de overeenkomst, in de EU moeten worden toegepast overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de beoogde handeling, tenzij in de overeenkomst anders wordt bepaald. De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

3.

4.2.1.Beginselen


De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de EU een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval


Artikel 207 VWEU vormt de rechtsgrondslag voor de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie. Met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, VWEU voorziet in de rechtsgrondslag voor de handel in diensten, met uitzondering van vervoersdiensten, met betrekking tot niet-EU-landen, met inbegrip van bepalingen over het regelgevingskader voor het verlenen van dergelijke diensten.

De doelstellingen en de inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op de gemeenschappelijke handelspolitiek van de EU, omdat de handeling betrekking heeft op de handel in telecommunicatiediensten met Moldavië. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit van de Raad is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

5. Bekendmaking van de beoogde handeling

Het besluit van de Associatieraad betreffende de wederzijdse verlening van verdere marktopenstelling wat betreft de sector roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken zal leiden tot rechten en verplichtingen in de EU en Moldavië. Het is derhalve passend het besluit na de vaststelling ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken.