Toelichting bij COM(2025)347 - Tussentijdse evaluatie van het programma voor de interne markt 2021-2027

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

Het programma voor de interne markt (“het programma” of “SMP” (single market programme)) is het financieringsprogramma van de EU dat het volledige potentieel van de interne markt helpt bereiken en het herstel op de lange termijn van Europa na de COVID-19-pandemie waarborgt. Het SMP is bij Verordening (EU) 2021/690 ingesteld voor de periode van de langetermijnbegroting van de EU 2021-2027 (ook bekend als het meerjarig financieel kader)1.

In artikel 3, lid 1, van de SMP-verordening zijn de volgende twee algemene doelstellingen uiteengezet:

- “de werking van de interne markt te verbeteren, en met name de burgers, de consumenten en de bedrijven, in het bijzonder kmo’s, te beschermen en hun positie te versterken door het handhaven van het Unierecht, het vergemakkelijken van de toegang tot de markt, het vaststellen van normen en het bevorderen van de gezondheid van mens, dier en plant en van het dierenwelzijn, en tegelijk de beginselen van duurzame ontwikkeling in acht te nemen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, alsmede door de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie en de gedecentraliseerde agentschappen van de Unie te intensiveren;
- kwalitatief hoogwaardige, vergelijkbare, tijdige en betrouwbare Europese statistieken te ontwikkelen, te produceren en te verspreiden als hulpmiddel bij het opstellen, monitoren en evalueren van alle beleidsmaatregelen van de Unie, en die burgers, beleidsmakers, autoriteiten, bedrijven, de academische wereld en de media helpen om met kennis van zaken beslissingen te nemen en om actief deel te nemen aan het democratische proces.”

1.

In de verordening (artikel 3, lid 2) worden ook specifieke doelstellingen vastgesteld, die de basis vormen van de pijlerstructuur van het programma:


- Pijler 1: Het doeltreffender maken van de interne markt.
- Pijler 2: Het versterken van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s).
- Pijler 3: Het ontwikkelen van doeltreffende internationale normen voor financiële en niet-financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen waarborgen.
- Pijler 4: Het bevorderen van de belangen van de consumenten en het waarborgen van een hoge consumentenbescherming en productveiligheid.
- Pijler 5: Het bijdragen aan een hoog niveau van gezondheid en veiligheid voor mensen, dieren en planten op het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeder.
- Pijler 6: Het ontwikkelen, produceren, verspreiden en bekendmaken van hoogwaardige Europese statistieken.


Overeenkomstig artikel 18 van de SMP-verordening moet de Commissie binnen vier jaar nadat met de uitvoering ervan is begonnen een tussentijdse evaluatie verrichten, die in het besluitvormingsproces zal worden gebruikt. De tussentijdse evaluatie heeft betrekking op de uitvoeringsperiode 2021-2023.

In de evaluatie wordt het programma beoordeeld aan de hand van de algemene en specifieke doelstellingen. Overeenkomstig de richtsnoeren voor betere regelgeving is de evaluatie gebaseerd op de analyse van vijf evaluatiecriteria (doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang, EU-meerwaarde, relevantie). De evaluatie bevat ook een beoordeling van drie aanvullende criteria voor het ontwerp van het programma (flexibiliteit, synergieën, vereenvoudiging). Vanwege het complexe ontwerp van de SMP-verordening is voor deze evaluatie een bottom-upbenadering, stapsgewijs per pijler, gekozen. De Commissie heeft eerst de prestaties van elke pijler ten opzichte van de specifieke doelstellingen ervan geanalyseerd om te beoordelen hoe deze bijdroegen tot de algemene doelstellingen van het SMP en om conclusies te trekken voor het programma als geheel. Deze benadering wordt in dit verslag weerspiegeld.

De bevindingen, conclusies en lessen die zijn getrokken, zullen de Commissie helpen bij het plannen van haar werkzaamheden voor de resterende periode van het meerjarig financieel kader. Dit zal dienen als een betrouwbare basis voor het opstellen van toekomstige programma’s en acties voor de interne markt voor de financiële periode na 2027.

Dit verslag is gebaseerd op een evaluerend werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij het verslag is gevoegd. Het werkdocument van de diensten van de Commissie bevat meer details over het evaluatieproces en de resultaten. De inspanning werd ondersteund door een externe contractant, die de opdracht kreeg een onafhankelijke studie uit te voeren ter ondersteuning van de bevindingen van de evaluatie. Voor de evaluatie werd ook gebruikgemaakt van bewijsmateriaal uit overleg, de effectbeoordeling, de monitoringverslagen, met inbegrip van de jaarverslagen, en andere relevante gegevens.

De evaluatiemethode omvatte een analyse van de gegevens en een triangulatie van de bevindingen uit de verschillende gebruikte bronnen. Tijdens de evaluatie kwamen enkele uitdagingen en beperkingen aan het licht die in twee categorieën kunnen worden ingedeeld. De eerste categorie omvat uitdagingen die verband houden met het ontbreken van een gemeenschappelijke rapportagestructuur en van een systeem van indicatoren waarmee de complexiteit van de SMP-architectuur en de diversiteit van de pijleractiviteiten in kaart kunnen worden gebracht en de voortgang en de cumulatieve impact van het programma kunnen worden weerspiegeld. De tweede categorie heeft betrekking op onvoldoende primaire en secundaire gegevens als gevolg van een beperkt aantal reacties op de openbare raadpleging, weinig feedback op het verzoek om input en onvoldoende statistische gegevens om de kosten en baten van het programma en de verkregen resultaten te kwantificeren.

2. Achtergrond

Het SMP consolideert de voorgaande begrotingslijnen en zes grote programma’s uit de vorige financiële periode (2014-2020). Het brengt initiatieven zoals Cosme, het consumentenprogramma en het voedselketenprogramma in één kader samen.

Het programma voor de interne markt is het belangrijkste financieringsinstrument van de EU voor het behoud en de bevordering van de interne markt. De strategische focus van het SMP op het stimuleren van de economische groei, het verminderen van belemmeringen en het stimuleren van de samenwerking sluit aan op de overkoepelende doelstellingen van het SMP om te zorgen voor een betrouwbare en geïntegreerde interne markt.

De totale begroting van het SMP bedraagt 4 353 miljoen EUR voor de periode 2021-2027. In de eerste drie jaar van de uitvoering van het SMP werd 1 909 miljoen EUR toegekend, dat is 44 % van de totale begroting. De SMP-middelen zijn in de eerste drie uitvoeringsjaren (2021-2023) toegewezen overeenkomstig de in de verordening vermelde bedragen. De toewijzing van de middelen over de verschillende pijlers is in overeenstemming gebleven met het kader dat in de SMP-verordening is vastgelegd2.

Het programma is opgebouwd rond zes pijlers, die elk specifieke doelstellingen hebben. In de SMP-verordening zijn indicatieve aandelen van het totale budget aan elke pijler toegewezen. De middelen van het programma worden verdeeld via verschillende mechanismen die zijn afgestemd op de specifieke behoeften van elke pijler.

De kernactiviteiten die door het SMP worden ondersteund, zijn onder meer:

- de verzameling van gegevens, analyse, officiële Europese statistieken, studies, en evaluaties ter ondersteuning van de doeltreffende handhaving en modernisering van het EU-rechtskader;
- initiatieven voor capaciteitsopbouw en het vergemakkelijken van gezamenlijke acties van de lidstaten, hun bevoegde autoriteiten, de Commissie en de gedecentraliseerde EU-agentschappen;
- financiële steun voor mechanismen die particulieren, consumenten en vertegenwoordigers van bedrijven in staat stellen deel te nemen aan besluitvormingsprocessen;
- verbetering van de uitwisseling en verspreiding van expertise en kennis;
- het opstellen van gemeenschappelijke Europese normen.

Pijler 1 ondersteunt de interne markt, bijvoorbeeld door een doeltreffende handhaving van het mededingingsbeleid en robuuste markttoezichtmechanismen, en kreeg 557 miljoen EUR (13 %) toegewezen. In het kader van overheidsopdrachten werden activiteiten gefinancierd zoals de ontwikkeling van digitale platforms, waaronder CASE@EC en Safety Gate, die de handhaving van de mededinging verbeterden en veiligere marktpraktijken mogelijk maakten. Deze activiteiten waren rechtstreeks gericht op de instandhouding van een goed functionerende interne markt.

Pijler 2 steunt kmo’s door het concurrentievermogen te bevorderen, de toegang tot de markten te vergemakkelijken en de digitale en de groene transitie mogelijk te maken en kreeg 1 miljard EUR (24 %) toegewezen. Via subsidies werd de levering ondersteund van op maat gemaakte adviesdiensten en internationale netwerkmogelijkheden via vlaggenschipinitiatieven, zoals: i) het Enterprise Europe Network (EEN), dat kmo’s in staat stelt om uit te breiden naar nieuwe markten en digitale en groene technologieën in te zetten; en ii) Erasmus voor jonge ondernemers, dat grensoverschrijdende uitwisselingen mogelijk maakte en innovatie en ondernemingsgroei bevorderde.

Pijler 3 versterkt de normalisatieprocessen en de rapportagekaders om te zorgen voor geharmoniseerde marktpraktijken en kreeg 221 miljoen EUR (5 %) toegewezen. Bijdragen aan Europese normalisatieorganisaties en specifieke subsidies steunden de ontwikkeling en de toepassing van geharmoniseerde normen, waardoor de verenigbaarheid werd gewaarborgd, de handel binnen de EU werd vergemakkelijkt en werd bijgedragen aan het behoud van het wereldwijde concurrentievermogen van de EU.

Pijler 4 bevordert consumentenbescherming en productveiligheid door middel van gecoördineerde handhavings- en capaciteitsopbouwinitiatieven en kreeg 189,5 miljoen EUR (4 %) toegewezen. Door middel van subsidies en aanbestedingen werden programma’s voor capaciteitsopbouw voor nationale overheden gefinancierd en werden de verhaalmechanismen voor consumenten verbeterd. Voorbeelden hiervan zijn de Europese consumentencentra (ECC’s), die duizenden grensoverschrijdende geschillen hebben opgelost, en het Safety Gate-platform, dat het mogelijk heeft gemaakt onveilige producten sneller te identificeren en te verwijderen, waardoor de belangen van de consument worden beschermd.

Pijler 5 richt zich op de uitdagingen op het gebied van gezondheid en veiligheid in de levensmiddelen- en landbouwsector door preventieve maatregelen, ziektebestrijding en duurzame praktijken te bevorderen. Voor deze pijler is 1,68 miljard EUR (40 %) toegewezen. De subsidies waren bestemd voor noodmaatregelen en -programma’s op veterinair en fytosanitair gebied en voor activiteiten op het gebied van antimicrobiële resistentie en de preventie van voedselverspilling. Bovendien werden via overheidsopdrachten opleidingsinitiatieven gefinancierd in het kader van het programma “Betere opleiding voor veiliger voedsel” (BTSF). Deze activiteiten hebben ziektepreventiemaatregelen versterkt, de naleving van de EU-voorschriften verbeterd, de veiligheid van de volksgezondheid versterkt en de voedselvoorzieningsketen duurzamer gemaakt.

Pijler 6 levert hoogwaardige Europese statistieken die een solide empirische basis voor beleidsvorming en besluitvorming creëren en waarvoor 552 miljoen EUR (13 %) is toegewezen. Door overheidsopdrachten en subsidies aan de nationaal bureaus voor de statistiek konden robuuste datasets worden geproduceerd, waaronder tijdige updates van economische, sociale en ecologische indicatoren. Deze activiteiten hebben ervoor gezorgd dat beleidsmakers toegang hadden tot betrouwbare en relevante gegevens om nieuwe uitdagingen en kansen effectief aan te pakken.

3. Belangrijkste bevindingen

Vanwege de unieke structuur van het SMP en omdat de activiteiten via de pijlers van het programma worden uitgevoerd, richt de analyse zich op de specifieke doelstellingen als uitgangspunt om bevindingen voor het programma als geheel te verstrekken. De tussentijdse evaluatie van het programma toont positieve conclusies voor de eerste drie jaar van uitvoering (2021-2023). Uit de evaluatie is gebleken dat de belangrijkste gefinancierde acties hebben bijgedragen tot de verwezenlijking van de algemene en specifieke doelstellingen van het SMP. Ondanks de algehele positieve conclusies in deze tussentijdse fase van de uitvoering is er nog ruimte voor verbetering.


1. Doeltreffendheid

Het SMP is doeltreffend gebleken wat betreft het bereiken van zijn doelstellingen, hoewel er ruimte voor verbetering is omdat de doeltreffendheid verschilt tussen de verschillende pijlers.

De door de SMP gefinancierde activiteiten in het kader van pijler 1 hebben de verbetering van digitale instrumenten op verschillende beleidsterreinen, waaronder het mededingingsbeleid, markttoezicht, financiële diensten en consumenteninformatie, doeltreffend ondersteund. Deze instrumenten hebben de handhaving van de mededingingsregels verbeterd door specifieke digitale oplossingen in te voeren en de samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten (NMA’s) en de lidstaten te verbeteren. Voorbeelden zoals CASE@EC, een hulpmiddel voor het beheer van zaken, en eRFI, het elektronische onderzoeksplatform van de Commissie, tonen vooruitgang, hoewel de inzet van CASE@EC voor alle instrumenten van het mededingingsbeleid slechts gedeeltelijk is voltooid en de oude hulpmiddelen voor het beheer van zaken nog moeten worden uitgefaseerd. Bovendien hebben instrumenten als Your Europe en het informatiesysteem voor de interne markt (IMI) de administratieve samenwerking en de toegang van het publiek tot EU-informatie aanzienlijk ondersteund. De evaluatie onderstreept echter het belang van het regelmatig verzamelen van feedback van gebruikers om de impact van deze instrumenten beter te kunnen beoordelen.

Pijler 2 toont aan doeltreffend te zijn in het bereiken van zijn doelstellingen: vlaggenschipinitiatieven zoals het Enterprise Europe Network (EEN) en Erasmus voor jonge ondernemers (EYE) leveren sterke resultaten op. EEN-klanten melden zeer hoge tevredenheidspercentages en tastbare effecten op de bedrijfsprestaties, en EYE-uitwisselingen laten hoge succespercentages en aangetoonde leerresultaten zien. Euroclusters hebben effectief gebruikgemaakt van cascadefinanciering ter ondersteuning van de veerkracht, digitalisering en vergroening van kmo’s. Acties ter ondersteuning van internationalisering, waaronder helpdesks voor intellectueel eigendom (IP) en het Centrum voor samenwerking EU-Japan, hebben aanzienlijke resultaten opgeleverd, met een hoog tevredenheidspercentage en een aanzienlijk aantal ondersteunde kmo’s.

Pijler 3 heeft de betrokkenheid van belanghebbenden bij de Europese normalisatieprocessen doeltreffend bevorderd en ervoor gezorgd dat meer Europese normen werden aangenomen, waardoor harmonisatie en belangrijke beleidsdoelstellingen werden ondersteund. Hoewel organisaties als het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec) op nationaal niveau een hoog aantal normen hebben aangenomen, blijven er uitdagingen bij het waarborgen van de vertegenwoordiging van de EU op internationaal niveau en het verbeteren van de prestaties van het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI). De pijler heeft ook de ontwikkeling van hoogwaardige normen voor financiële en niet-financiële verslaggeving en controle doeltreffend ondersteund. Door middel van SMP-financiering heeft de EFRAG met succes de eerste reeks Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportering (ESRS) ontwikkeld en de standpunten van de EU in de financiële verslaggeving bevorderd. De PIOB (Public Interest Oversight Board) heeft het toezicht op de controlestandaarden verscherpt, de vertegenwoordiging van meerdere belanghebbenden verbeterd en kwesties van algemeen belang behandeld.

Pijler 4 heeft een belangrijke rol gespeeld bij het doeltreffend handhaven en versterken van de consumentenbescherming in de hele EU en bij het stimuleren van de deelname van de consument aan beleidsvorming. Dit is met name te danken aan de werkzaamheden van het SCB-netwerk (samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming), het waarschuwingssysteem Safety Gate, de ECC’s en het CASP-initiatief voor productveiligheid, alsook de belangenbehartiging door consumentenorganisaties op EU-niveau via het Europees Bureau van Consumentenverenigingen (BEUC). De pijler heeft ook de betrokkenheid van de consument bij de beleidsvorming op het gebied van financiële diensten doeltreffend versterkt. Finance Watch en Better Finance hebben aanzienlijk bijgedragen aan beleidsdebatten, bewustwording en vertegenwoordiging van consumentenbelangen. De resultaten van het onderzoek laten echter zien dat er behoefte is aan meer zichtbaarheid en een betere communicatie van de activiteiten van deze organisaties.

Pijler 5 heeft op doeltreffende wijze bijgedragen tot de verbetering van de gezondheid en de veiligheid in de hele EU. De pijler heeft de uitroeiing en beheersing van dierziekten, zoals Afrikaanse varkenspest (AVP) en hoogpathogene aviaire influenza (HPAI), ondersteund en gevallen van brucellose, hondsdolheid en salmonella-infectie bij pluimveepopulaties verminderd. De medegefinancierde maatregelen hebben de lidstaten geholpen om plaagorganismen bij planten, zoals Xylella fastidiosa, de boktor en het dennenaaltje, uit te roeien of te beheersen. De lidstaten en belanghebbenden melden positieve effecten aan de hand van kwantitatieve gegevens; het is echter niet duidelijk in hoeverre het SMP aan deze resultaten heeft bijgedragen. Dankzij de flexibiliteit van de veterinaire en fytosanitaire werkprogramma’s konden de middelen worden hergebruikt voor dringende uitdagingen, wat de doeltreffendheid vergrootte. De lagere medefinancieringspercentages hebben echter voor verschillende autoriteiten van de lidstaten budgettaire uitdagingen opgeleverd. Pijler 5 heeft doeltreffend bijgedragen tot het verbeteren van de vaardigheden en het delen van kennis tussen de belanghebbenden via het BTSF-programma, het EU-referentielaboratorium en de netwerken van referentiecentra. De pijler heeft ook doeltreffend bijgedragen tot de bestrijding van antimicrobiële resistentie, het voorkomen van voedselverspilling en het verbeteren van de normen voor dierenwelzijn.

Pijler 6 heeft de kwaliteit en de tijdigheid van de Europese statistieken doeltreffend verbeterd, en biedt een sterke basis voor beleidsvorming op de hele interne markt en in belangrijke gebieden zoals de groene en de digitale transitie en sociale rechten. Eurostat-gegevens hebben een cruciale rol gespeeld bij het vormgeven van belangrijke EU-strategieën, waaronder NextGenerationEU, de Europese Green Deal en RePowerEU, en tegelijkertijd doeltreffende reacties op crises zoals de energiecrisis en COVID-19 mogelijk gemaakt. Het Europees statistisch programma (ESP) heeft de statistische dekking uitgebreid en methodologische verbeteringen, nieuwe gegevensbronnen en betere validatieprocessen ingevoerd, waardoor de betrouwbaarheid van de gegevens aanzienlijk is verbeterd. De hoge mate van vertrouwen van de gebruikers in Europese statistieken, met 95 % van de respondenten in 2024, onderstreept het succes van de pijler bij het voldoen aan de behoeften van beleidsmakers en belanghebbenden.


2. Efficiëntie

De uitvoering van het programma is efficiënt verlopen, met een efficiënte toewijzing van middelen en tekenen van kosteneffectiviteit. De begunstigden zijn van mening dat de kosten en voordelen in het algemeen evenredig zijn, zonder onevenredig grote administratieve lasten. Er is echter ruimte om de pijleractiviteiten efficiënter te maken, bijvoorbeeld met betrekking tot het eGrants-instrument.

De efficiëntie van het SMP in het kader van pijler 1 werd versterkt door middelen toe te wijzen aan aanbestedingsactiviteiten die via het aanbestedingsproces van de Commissie werden beheerd, waardoor doelgerichte en hulpbronnenefficiënte dienstverlening mogelijk was. Er werden digitale instrumenten zoals eRFI en IMI ontwikkeld en onderhouden tegen lage kosten, waardoor overbodige systemen werden vervangen en de uitwisseling van informatie tussen nationale autoriteiten, bedrijven en het publiek werd verbeterd. Ondanks deze resultaten werd bij de consolidatie van begrotingslijnen slechts een beperkte efficiëntieverbetering waargenomen, waarbij slechts geringe administratieve vereenvoudigingen en verbeterde mechanismen voor begrotingsoverdrachten werden waargenomen in vergelijking met de vorige financieringsperiode. De inspanningen om de efficiëntie te maximaliseren door middel van opleidingen en peer-learningactiviteiten, zoals het vereenvoudigen van de kostenopties voor subsidies, zijn gebieden waar nog verbetering nodig is.

De financiële steun aan derden (FSTP) in het kader van pijler 2 is een efficiënt instrument ter ondersteuning van kleine ondernemingen, maar kan leiden tot administratieve lasten voor kleinere en minder ervaren consortia die SMP-financiering ontvangen. De begunstigden vinden de administratieve vereisten over het algemeen redelijk en kmo-klanten van het EEN melden dat de diensten efficiënt zijn afgestemd op de bedrijfsbehoeften. De vereenvoudiging van processen, zoals de ontwikkeling van standaardmodellen, een centraal beheerplatform en betere betalingsvoorwaarden, zijn middelen om de efficiëntie te verbeteren, terwijl kleinere programma-acties het best worden voorbehouden voor gevallen met een duidelijke rechtvaardiging, zoals het beproeven van innovatieve benaderingen.

Met betrekking tot pijler 3 is de transparantie van de financiële verslaggeving verbeterd, die is gestroomlijnd door de invoering van eenheidskosten. De aanvankelijke overgang veroorzaakte echter administratieve lasten, met inbegrip van dubbele eGrants-processen en onvoldoende reisvergoedingen tijdens periodes van inflatie. De begunstigden hebben de middelen efficiënt beheerd om de waarde voor hun geld te garanderen en hebben actief gewerkt aan de diversificatie van de financieringsbronnen, maar de vooruitgang varieert per organisatie, zoals de International Financial Reporting Standards Foundation (IFRS Foundation), de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) en de Public Interest Oversight Board (PIOB). Het waarborgen van voldoende overheidsmiddelen voor de EFRAG en het verzekeren van een duurzaam financieringsmodel voor de PIOB zijn van cruciaal belang om de onafhankelijkheid te behouden en een hoogwaardige rapportage over ondernemingen en duurzaamheid te ondersteunen, welke essentieel zijn voor beleggers en kapitaalmarkten.

In pijler 4 heeft de overschakeling op aanbesteding de efficiëntie verbeterd bij het aanpakken van veranderende consumentenproblemen, zoals digitale rechten en productveiligheid, en dit wordt ondersteund door bewijsmateriaal dat is verzameld aan de hand van enquêtes en studies. Better Finance heeft blijk gegeven van een hoge productiviteit en doeltreffendheid, door een aanzienlijke output per persoon te behalen en organisaties van vergelijkbare omvang te overtreffen. Finance Watch heeft eveneens een hoog niveau van efficiëntie gehandhaafd en uitgebreide output opgeleverd, met name op het gebied van communicatieactiviteiten, en tegelijkertijd kwalitatief hoogwaardig werk geleverd op het gebied van financiële wanpraktijken, financiering voor groene kmo’s en overmatige schuldenlast.

Pijler 5 heeft op efficiënte wijze veterinaire en fytosanitaire programma’s ondersteund, waarbij middelen doeltreffend zijn hergebruikt voor prioritaire ziekten zoals AVP en HPAI, en tegelijkertijd maatregelen voor het beperken van uitbraken van plantenplagen, zoals Xylella fastidiosa en het dennenaaltje, zijn medegefinancierd. Kosteneffectiviteitsanalyses van door het SMP gefinancierde reacties op HPAI en Xylella fastidiosa wijzen op de rol van het programma bij het verlichten van de financiële last voor de lidstaten. Met de steun voor het dierenwelzijnsplatform van de WOAH is de uitvoering en handhaving van dierenwelzijnsnormen in heel Europa versterkt. Het BTSF-programma registreerde ook een aanzienlijke daling van de eenheidskosten per opleiding en per deelnemer, voornamelijk als gevolg van de overstap naar onlineformaten.

Pijler 6 is efficiënt gebleken bij de toewijzing van middelen, waarbij de belanghebbenden de kosteneffectiviteit van het ESP en de evenredige voordelen die het oplevert, erkennen. De automatisering en de stroomlijning van de statistische processen hebben bijgedragen tot efficiëntiewinsten, die verband houden met een vermindering van het aantal personeelsleden binnen het Europees statistisch systeem (ESS). De belanghebbenden waarschuwen echter dat verdere personeelsinkrimping het vermogen van het ESP om te voldoen aan de groeiende vraag naar gedetailleerde en tijdige statistieken en om te investeren in nieuwe technologieën, kan belemmeren. Door vereenvoudiging van de wetgeving en de invoering van elektronische instrumenten zijn de administratieve lasten met succes verminderd en de belanghebbenden hebben gemiddelde tot hoge scores op dit gebied gemeld. Doordat het ESP afhankelijk is van diverse financieringsbronnen, waaronder subdelegatiefondsen, zijn er op maat gemaakte statistieken ontwikkeld. De belanghebbenden benadrukken echter het belang van een financieringsstructuur die autonomie en efficiëntie op de lange termijn waarborgt.


3. Samenhang

Uit de evaluatie is gebleken dat het SMP interne samenhang vertoont. Er zijn geen overlappingen tussen de pijlers en de actiegebieden, waarbij elke pijler zich richt op verschillende beleidsterreinen met verschillende regelgevingskaders. Afstemming op andere programma’s van het meerjarig financieel kader, waarvan de activiteiten geen overlapping met het SMP vertonen, en op het EU-regelgevingskader, EU-strategieën en bredere doelstellingen benadrukt de consistentie ervan (externe samenhang). Er moeten echter enige nuance worden aangebracht, aangezien het themaoverschrijdende en diverse karakter van het SMP de algehele coördinatie van het programma complexer kan maken, wat vervolgens de samenhang van de activiteiten kan beïnvloeden.

Pijler 1 vertoont zowel interne als externe samenhang. De activiteiten ervan zijn op elkaar afgestemd wat betreft het nastreven van de doelstellingen van de SMP-verordening en komen overeen met de algemene strategieën en prioriteiten van de Commissie. De consolidatie van de activiteiten binnen de pijler heeft echter niet geleid tot de verwachte synergieën of gezamenlijke acties van een geïntegreerd financieel instrument.

Pijler 2 vertoont interne en externe samenhang door verbeterde synergieën en samenwerking tussen vlaggenschipacties zoals de IP-helpdesks. Kleinere of in mindere mate doorlopende acties hebben echter minder sterke banden met andere activiteiten. Hoewel de belanghebbenden erkennen dat de coördinatie complex is binnen de themaoverschrijdende structuur van het SMP, profiteert de pijler van het bredere bereik en de sterkere positie van het SMP. Voorbeelden van synergieën met andere SMP-pijlers en EU-programma’s (zoals Horizon Europa en nationale en regionale initiatieven) laten zien hoe de pijler aansluit en een aanvulling vormt op bredere ondersteunende kaders, met name het EEN.

Pijler 3 vertoont interne en externe samenhang; de samenvoeging van begrotingslijnen voor Europese normalisatie en financiële verslaggeving heeft niet geleid tot inconsistenties. De specifieke aard van de activiteiten ervan beperkt het risico van overlapping of strijdigheid, zowel binnen de pijler zelf als met andere pijlers, tot een minimum. De operationele steun van het SMP voor normalisatie sluit naadloos aan op de financiering voor specifieke projecten uit programma’s zoals Horizon Europa en LIFE. Dit versterkt de synergieën en helpt de prioriteiten van de EU, zoals de Europese Green Deal en de digitale transitie, vooruit. Het nieuwe mandaat van de EFRAG om ESRS te ontwikkelen vult een kritieke leemte in de rapportage over duurzaamheid, waarbij zorgvuldige aandacht wordt besteed aan de interoperabiliteit met mondiale normen om de samenhang met internationale kaders te waarborgen.

Pijler 4 vertoont een sterke interne en externe samenhang doordat de activiteiten ervan zijn afgestemd op de doelstellingen van de SMP-verordening en een aanvulling vormen op bredere EU-initiatieven, zoals de nieuwe consumentenagenda. Het werk van de begunstigden, waaronder het BEUC, Better Finance en Finance Watch, weerspiegelt een samenwerkingsbenadering, waarbij zowel algemene consumentenbelangen als kwesties op het gebied van financiële diensten worden aangepakt. Bovendien vormt de pijler een aanvulling op andere SMP-pijlers, zoals pijler 1 inzake markttoezicht en de pijler 3 inzake het vaststellen van normen. De pijler vormt ook een aanvulling op de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa en zorgt ervoor dat de prioriteiten van de EU op het gebied van duurzaamheid, digitalisering en consumentenbescherming worden nageleefd.

Pijler 5 vertoont sterke interne samenhang in de onderdelen over voedselveiligheid, waarbij dier- en plantgezondheid elkaar aanvullen om de veiligheid in de hele voedselketen te waarborgen. Extern is de pijler goed afgestemd op de EU-prioriteiten, waaronder de Europese Green Deal, de “van boer tot bord”-strategie en de maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), via initiatieven zoals het terugdringen van voedselverspilling, het minimaliseren van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de bestrijding van antimicrobiële resistentie (AMR). De pijler is een duidelijke aanvulling op andere programma’s, met name Horizon Europa en EU4Health: elk programma richt zich op afzonderlijke maar gecoördineerde aspecten van duurzame landbouw, de beperking van AMR, en milieuduurzaamheid. Op die manier wordt de impact maximaal en worden dubbele inspanningen vermeden.

De doelstellingen en activiteiten van pijler 6 laten sterke interne en externe samenhang zien, ondersteund door wettelijke kaders die consequente en vergelijkbare statistieken in de lidstaten garanderen. Het zorgt voor samenhang door middel van wettelijke kaders, bestuursorganen en de afstemming op de EU-strategieën. Samenwerking met de ECB en internationale organisaties verbetert de efficiëntie en de samenhang met wereldwijde normen.


4. EU-meerwaarde

Het SMP genereert een meerwaarde die met financiering op nationaal niveau niet zou kunnen worden bereikt. De gefinancierde activiteiten stellen de Commissie in staat haar wettelijke verplichtingen na te komen om kwesties aan te pakken die binnen haar bevoegdheid vallen. Ook is actie op EU-niveau noodzakelijk vanwege de aard van de uitdagingen en behoeften die verband houden met de werking van de interne markt. Daarmee biedt het SMP grensoverschrijdende voordelen en schaalvoordelen die ingrijpen op nationaal niveau alleen niet zou kunnen evenaren, wat de meerwaarde ervan onderstreept.

Pijler 1 levert EU-meerwaarde op doordat de Commissie in staat wordt gesteld haar wettelijke verantwoordelijkheden te vervullen, die niet aan de lidstaten kunnen worden gedelegeerd, en doordat schaalvoordelen worden gerealiseerd. De steun van het programma voor grensoverschrijdende diensten, zoals coördinatie tussen nationale autoriteiten, handhaving van het EU-recht en gedeelde IT-instrumenten, biedt voordelen die niet op nationaal niveau kunnen worden gerepliceerd. Deze activiteiten zijn van cruciaal belang voor de verdieping van de interne markt, het stimuleren van het concurrentievermogen en het garanderen van een doeltreffende ontwikkeling en monitoring van het EU-recht en het EU-beleid. Bovendien wordt in de evaluatie benadrukt dat zonder SMP-financiering alternatieve financieringsbronnen van de EU nodig zouden zijn om aan deze verplichtingen te voldoen.

Pijler 2 biedt een aanzienlijke EU-meerwaarde door grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen, wederzijds leren mogelijk te maken en benchmarking en richtsnoeren voor het kmo-beleid te bieden die niet door nationale programma’s kunnen worden bereikt. De raadplegingen met de belanghebbenden hebben consequent de unieke waarde bevestigd van initiatieven op EU-niveau voor de harmonisatie van regelgeving en kaders voor de interne markt. Om de ongelijke deelname aan oproepen en projecten aan te pakken, zijn de promotie-inspanningen en consortiumvereisten nu gericht op ondervertegenwoordigde landen, waardoor een bredere inclusie en een duurzame EU-meerwaarde worden gewaarborgd.

Pijler 3 biedt een grote EU-meerwaarde door duurzame steun te verlenen aan bijlage III-organisaties (organisaties die kmo’s, consumenten, milieu- en sociale belangen bij de Europese normalisatie vertegenwoordigen3) die afhankelijk zijn van SMP-financiering om actief en inclusief te blijven in het normalisatieproces. Zonder EU-financiering bestaat het risico van hernationalisering, die de verenigde stem van de EU in internationale economische en financiële fora kan ondermijnen en de samenhang en doeltreffendheid kan beperken. EU-maatregelen zijn van essentieel belang voor toezicht en coördinatie, het afstemmen van de normalisatie-inspanningen op de EU-wetgeving en het algemeen belang, het voorkomen van versnippering van de markt en het waarborgen van hoogwaardige, toepasselijke normen.

Pijler 4 biedt aanzienlijke EU-meerwaarde door studies en gegevensverzameling over consumentenkwesties te financieren, waardoor beleidsmakers nieuwe risico’s kunnen aanpakken, de prestaties van de lidstaten kunnen toetsen en gecoördineerde handhavingsmaatregelen kunnen vormgeven. Het SMP ondersteunt de belangenbehartiging van de consument op EU-niveau en zorgt voor vertegenwoordiging op gebieden zoals financiële diensten die op nationaal niveau onvoldoende zouden worden aangepakt. Bovendien versterkt de samenwerking met internationale organisaties en niet-EU-landen de reikwijdte en het effect van het EU-consumentenbeleid, dat is gebaseerd op gecoördineerde en op gegevens gebaseerde acties om grensoverschrijdende uitdagingen aan te pakken en consumentenbelangen doeltreffend te bevorderen.

De acties in het kader van pijler 5 hebben een positieve invloed op de bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, doordat ze de positie van het publiek versterken door middel van consumentenbewustzijn en kennisdeling en meer duurzaamheid voor voedselsystemen verschaffen. De pijler levert een aanzienlijke EU-meerwaarde op doordat gecoördineerde acties op het gebied van dier- en plantengezondheid mogelijk worden gemaakt die de lidstaten alleen niet zouden kunnen realiseren of die ze moeilijk zouden kunnen financieren. De SMP-financiering ondersteunt noodmaatregelen en -programma’s op veterinair en fytosanitair gebied, vaccinbanken (die van cruciaal belang zijn voor het aanpakken van grensoverschrijdende dierziekten en plaagorganismen bij planten) en essentiële instrumenten zoals EU-referentielaboratoria en BTSF-opleidingen. Deze inspanningen dragen in hoge mate bij tot de verbetering van de capaciteit van de lidstaten voor officiële controles, tot de harmonisatie van de handhaving en tot het waarborgen van een consequente aanpak die noodzakelijk is voor de goede werking van de interne markt.

Pijler 6 levert een grote EU-meerwaarde voor EU-gegevens op dankzij de onpartijdigheid, betrouwbaarheid en geharmoniseerde vergelijkbaarheid ervan tussen de lidstaten. Het gecentraliseerde kader en de methodologische vooruitgang hebben de kwaliteit en de tijdigheid van de gegevens aanzienlijk verbeterd, waardoor weloverwogen besluitvorming mogelijk is. Initiatieven zoals het European Statistical Recovery Dashboard laten zien dat ze zich kunnen aanpassen aan nieuwe behoeften, terwijl subsidies en gezamenlijke inspanningen de capaciteit van de lidstaten versterken. Belanghebbenden wereldwijd waarderen het ESP vanwege de cruciale rol die het speelt bij het verstrekken van uniforme, gestandaardiseerde statistieken die essentieel zijn voor beleidsvorming — iets wat de lidstaten niet alleen zouden kunnen bereiken. De afstemming van Eurostat op de wereldwijde normen onderstreept het belang van hun activiteiten.


5. Relevantie

De doelstellingen van het SMP en de activiteiten die binnen al zijn pijlers worden uitgevoerd, blijven relevant voor de behoeften van de interne markt en geven blijk van een zekere mate van aanpassingsvermogen om te reageren op nieuwe en onvoorziene uitdagingen (bv. COVID-19, Oekraïne), zelfs met een betrekkelijk bescheiden begroting die tijdens de uitvoering van het programma geen rekening hield met de inflatiedruk of deze gebeurtenissen. De relevantie van het programma neemt toe wanneer rekening wordt gehouden met de nieuwe politieke uitdagingen die tot uiting komen in de nieuwe politieke beleidslijnen4 en de recente verslagen van Enrico Letta en Mario Draghi5. Uit de bescheiden begroting van het programma en de noodzaak om bepaalde activiteiten beter zichtbaar te maken en te communiceren, blijkt echter dat er ruimte voor verbetering is om ervoor te zorgen dat het programma relevant blijft wat betreft de behoeften van het publiek, bedrijven en de politieke uitdagingen van de EU in het algemeen.

Pijler 1 blijft zeer relevant omdat het de handhaving van de EU-wetgeving, de mededingingsregels, IT-systemen en coördinatiegroepen ondersteunt die zijn afgestemd op de strategieën en prioriteiten van de Commissie. De relevantie van de pijler zal verder toenemen doordat deze bijdraagt tot groei, investeringen en de voltooiing van de interne markt, met inbegrip van de totstandbrenging van een spaar- en investeringsunie in het kader van de politieke beleidslijnen 2024-2029.

De doelstellingen en acties van pijler 2 zijn zeer relevant. Zij zijn nauw afgestemd op de strategieën en prioriteiten van de EU en op de werkprogramma’s die zijn ontwikkeld op basis van uitgebreide raadplegingen van belanghebbenden, om ervoor te zorgen dat zij tegemoetkomen aan de veranderende behoeften van kmo’s en de interne markt. Verbeteringen kunnen echter worden aangebracht door acties expliciet te koppelen aan doelstellingen in werkprogramma’s en door te voorkomen dat begunstigden met te veel eisen worden overweldigd.

Pijler 3 blijft relevant omdat deze goed is afgestemd op de behoeften van de markt, het vrije verkeer van kapitaal binnen de interne markt ondersteunt, het concurrentievermogen van EU-bedrijven op de wereldwijde kapitaalmarkten bevordert en ervoor zorgt dat de belangen van de EU worden vertegenwoordigd in het proces van het vaststellen van normen. Activiteiten zoals de ontwikkeling door de EFRAG van standaarden voor duurzaamheidsrapportering in het kader van de richtlijn duurzaamheidsrapportering door ondernemingen zijn van cruciaal belang voor de uitvoering van het EU-recht, het beïnvloeden van de wereldwijde normalisatie en het aanpakken van het groeiende belang van duurzaamheidsrapportering.

Pijler 4 blijft zeer relevant omdat deze zich richt op consumentenbescherming en financiële diensten door middel van activiteiten die in overeenstemming zijn met de nieuwe consumentenagenda en de prioriteiten van de EU. Initiatieven zoals Consumer PRO, ADR-subsidies en IT-instrumenten zoals Safety Gate en e-surveillance webcrawlers ondersteunen de handhavingsinstanties op doeltreffende wijze, geven consumenten meer macht en garanderen de productveiligheid. De begunstigden Better Finance en Finance Watch spelen een cruciale rol bij de vertegenwoordiging van consumenten van financiële diensten. Hun deskundigheid zal naar verwachting steeds belangrijker worden naast de focus van de EU op de spaar- en investeringsunie en financiële geletterdheid, hoewel in de toekomst mogelijk meer zichtbaarheid en middelen nodig zijn.

Pijler 5 draagt bij tot een sterkere en meer samenhangende interne markt en is zeer relevant voor de veranderende behoeften van de voedselketen in de EU. De pijler zorgt ervoor dat belangrijke uitdagingen worden aangepakt, zoals opkomende ziekten, antimicrobiële resistentie, voedselveiligheid en duurzame praktijken. De medegefinancierde noodmaatregelen voor dier- en plantenziekten hebben bijgedragen tot het verlichten van de lasten voor de landbouwers. Activiteiten die zich richten op toezicht, laboratoriuminspecties en duurzame voedselproductie zijn in lijn met bredere EU-beleidsterreinen zoals de Europese Green Deal en de “van boer tot bord”-strategie, waardoor de relevantie van de pijler voor de volksgezondheid en de duurzaamheid gewaarborgd blijft.

Pijler 6 blijft uiterst relevant. De pijler is nauw afgestemd op de behoeften van het ESS en andere belanghebbenden door de aanpak van veranderende beleidsprioriteiten en gegevensvereisten. Hoewel het ESS heeft aangetoond over aanpassingsvermogen te beschikken, met name tijdens crises zoals COVID-19 en de oorlog in Oekraïne, laten de tekortkomingen in de gedetailleerdheid van de te verstrekken regionale gegevens, de tijdigheid en de integratie van nieuwe gegevensbronnen zien dat er voortdurende innovatie en verbeteringen nodig zijn om aan nieuwe beleidsbehoeften te voldoen.


6. Flexibiliteit

Het SMP heeft de verwachte voordelen van een geïntegreerd programma gedeeltelijk gerealiseerd. Het potentieel voor flexibiliteit van het SMP heeft enkele positieve resultaten opgeleverd, maar het volledige potentieel ervan blijft onbenut. De begrotingsoverdrachten waren relatief kleine bedragen en vonden plaats tussen begrotingslijnen die door dezelfde diensten van de Commissie werden beheerd.


7. Vereenvoudiging

Hoewel de tussentijdse evaluatie op een zekere mate van vereenvoudiging wijst, is de vereenvoudiging op programmaniveau over het geheel genomen niet op het verwachte niveau. Het feit dat het programma één enkele rechtsgrondslag heeft, heeft wel tot enige vereenvoudiging geleid: de Commissie hoefde slechts één voorstel op te stellen en het Parlement en de Raad hoefden slechts één verordening vast te stellen. Er is echter weinig bewijs voor andere vereenvoudigingen aangezien er nog steeds meerdere comités en werkprogramma’s nodig zijn om verschillende beleidsterreinen te bestrijken.


8. Synergieën

De verwachte synergieën vanwege het samenbrengen van activiteiten in één financieel instrument zijn niet volledig gerealiseerd, ondanks de samenwerking op verschillende beleidsterreinen, wat duidt op een goede samenwerking tussen de diensten van de Commissie. Er zijn gezamenlijke activiteiten onder meerdere pijlers uitgevoerd, maar er kunnen er meer worden ontwikkeld.

4. Aanbevelingen

Ondanks de over het algemeen positieve conclusies in deze tussentijdse fase van de uitvoering is er ruimte voor verbetering. Gelet op de beperkte begroting van het programma en de vastliggende programmering is het een uitdaging om nieuwe beleidsprioriteiten erin te passen zonder de begroting aanzienlijk te verhogen. Met name de hogere dan verwachte inflatie heeft het aantal en de reikwijdte van de acties die kunnen worden uitgevoerd, beperkt.

Het potentieel voor flexibiliteit, synergieën en vereenvoudiging moet verder worden benut om het unieke ontwerp van het SMP optimaal te benutten. De diensten van de Commissie die verantwoordelijk zijn voor elke SMP-pijler kunnen onderzoeken of het haalbaar is om meer gezamenlijke acties op te starten, zoals pijleroverstijgende opleiding, gedeelde aanbestedingsactiviteiten, gemeenschappelijke inkoop van databanken, gezamenlijke studies, Eurobarometer-enquêtes, raamcontracten en gedeelde IT-projecten. Voor het eGrants-instrument moet vereenvoudiging worden overwogen.

De gegevensverzameling met betrekking tot de verwezenlijking van indicatoren zou kunnen worden gestroomlijnd. Een meer systematische verzameling van gegevens over alle pijlers zou een betere basis vormen voor de beoordeling van de uitvoering van het programma. Hierdoor zou de Commissie corrigerende maatregelen kunnen vaststellen om ervoor te zorgen dat de activiteiten doeltreffend en efficiënt bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen en relevant en samenhangend blijven binnen het SMP en met de bredere prioriteiten van de EU.

Bepaalde indicatoren in het kader voor monitoring en evaluatie kunnen worden bijgewerkt en verfijnd zodat ze beter afgestemd zijn op het SMP en de prestaties van het programma beter weergeven. Dit zou ook de gegevensverzameling verbeteren, het kader dichter bij de interventielogica brengen en uiteindelijk de beoordeling van de uitvoering van het programma verbeteren, met name tijdens de eindbeoordeling.

Pijler 1: Een frequentere verzameling van feedback, indien relevant, van gebruikers van diensten zoals Your Europe Advice (YEA) en het kompas voor de EU-taxonomie, zou het toezicht op de tevredenheid van gebruikers en de dienstverlening verbeteren6. De invoering van een uniform rapportagesysteem voor alle begrotingslijnen zou het volgen van activiteiten, output en resultaten stroomlijnen. Dit zou kansen kunnen bieden voor synergieën op gebieden als gezamenlijke aanbesteding, opleiding en gecoördineerde handhaving op meerdere gebieden.

Pijler 2: Systematische monitoring van de output- en resultaatindicatoren in de projectverslagen zou alle in het kader van het SMP ondersteunde kmo’s identificeren. Een expliciete koppeling van deze indicatoren aan de specifieke doelstellingen zou meer duidelijkheid verschaffen over het effect van het programma. De resultaatindicatoren kunnen worden verbeterd door de tevredenheid van kmo’s te koppelen aan de ontvangen steun en aan eventuele vervolgmaatregelen die zij nemen. Aan de hand van een geharmoniseerde enquête moet getracht worden om gegevens te verzamelen over de impact op bijvoorbeeld groei, digitalisering en internationalisering.

Pijler 3: Het creëren van duidelijkere monitoring- en feedbackmechanismen voor deelname aan normalisatieprocessen zou meer inzicht geven in de wijze waarop EU-financiering (met name op bijlage III-organisaties) van invloed is op de betrokkenheid van belanghebbenden. Sommige organisaties die worden gefinancierd ter ondersteuning van de ontwikkeling van financiële en niet-financiële verslaggevingsnormen, zouden ernstig getroffen worden als zij geen financiering zouden ontvangen, waardoor hun vermogen om hun activiteiten voort te zetten die van belang zijn voor de beleidsdoelstellingen van de EU, in gevaar zou komen. Ook moet de financieringsbasis van deze organisaties worden verhoogd.

Pijler 4: De ervaring met het programma heeft geleerd dat, hoewel indicatoren nodig zijn om de kwantitatieve output van de begunstigden te meten, er uitdagingen zijn bij het meten van de kwaliteit of het effect van de activiteiten met behulp van kwantitatieve indicatoren. Sommige begunstigden hebben ook financiële moeilijkheden ondervonden als gevolg van de toegenomen inflatie die niet werd gedekt door de bedragen in het oorspronkelijke ontwerp van het SMP-programma. Productconformiteit en ‑veiligheid zouden verbeteren door meer markttoezichthouders, een betere samenwerking met de douaneautoriteiten, een snellere verspreiding van onderzoeksresultaten en een frequentere financieringsaanvraag. Verschillende middelen van de deelnemers aan de subsidies kunnen van invloed zijn geweest op het niveau van de verwezenlijking van deze acties, met name wanneer een overeenstemmende financiering vereist is.

Pijler 5: Het verbeteren van het monitoringkader van het programma door het vaststellen van indicatoren zou bijdragen tot een betere meting van de doeltreffendheid en efficiëntie van de gefinancierde activiteiten, bijvoorbeeld om de voortgang en het effect van de activiteiten van de referentiecentra van de Europese Unie voor dierenwelzijn te volgen. Dit zou ook een betere beoordeling mogelijk maken van de mate waarin deze activiteiten bijdragen aan de goede werking van de interne markt. Toegang tot een reserve voor noodhulp is nodig om de efficiënte uitvoering van veterinaire en fytosanitaire noodmaatregelen en -programma’s te verzekeren.

Pijler 6: Er is behoefte aan verdere investeringen in nieuwe technologieën en innovatieve gegevensbronnen. Het verbeteren van het vermogen tot aanpassing aan snelle technologische ontwikkelingen is van cruciaal belang en voortdurende inspanningen zijn nodig om de tijdigheid te verbeteren, publicatietermijnen te verkorten en initiatieven voor capaciteitsopbouw tussen de lidstaten te versterken. Er moet prioriteit worden gegeven aan statistische output en de coördinatie met andere EU-organen moet worden voortgezet om ervoor te zorgen dat de meest kritieke en impactvolle gegevensbehoeften efficiënt worden aangepakt. Om dit te bereiken, moeten sterkere mechanismen worden ontwikkeld om de betrokkenheid van de gebruikers te stimuleren en hun behoeften en prioriteiten beter te begrijpen, met inbegrip van meer tijdige en inclusieve feedback. Het wordt van belang geacht de Europese statistische pijler, met inbegrip van de activiteiten en de begroting ervan, binnen de toekomstige architectuur van het meerjarig financieel kader verder af te bakenen om het onafhankelijke en onpartijdige karakter ervan te benadrukken.


1 Verordening tot vaststelling van een programma voor de interne markt (SMP-verordening) - 2021/690 - NL - EUR-Lex.

2 In artikel 4 van de SMP-verordening worden voor elke pijler specifieke financieringsbedragen in euro vermeld.

3 Verordening betreffende Europese normalisatie - 1025/2012 - NL - EUR-Lex.

4 Europese Commissie, Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2024-2029.

5 Draghi-verslag, EU competitiveness: Looking ahead - Europese Commissie (Het concurrentievermogen van de EU: een vooruitblik). Letta-verslag, www.consilium.europa.eu/media/ny3j24sm">Enrico Letta - Much more than a market (april 2024) (Veel meer dan een markt).

6 Your Europe omvat een feedbackmechanisme en voert jaarlijks een onder de gebruikers gehouden tevredenheidsonderzoek uit.

NL NL