Toelichting bij COM(2025)358 - Goedkeuring door de Unie van de wijziging van artikel 36 van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Onderwerp van het voorstel

Dit besluit van de Raad heeft tot doel de wijzigingen van artikel 36 van de Internationale Overeenkomst voor olijfolie en tafelolijven goed te keuren en de persoon (personen) aan te wijzen die gemachtigd is (zijn) om namens de Unie de kennisgeving van aanvaarding van de wijziging op de aangewezen locatie neer te leggen.

2. Achtergrond van het voorstel

2.1.Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven

De Unie is partij bij de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven 1 (“de overeenkomst”) en lid van de Internationale Olijfraad (IOR). De overeenkomst is op 1 januari 2017 in werking getreden en blijft tot en met 31 december 2026 van kracht.

2.2.Ledenraad

De Ledenraad van de Internationale Olijfraad (“de Ledenraad”) is de hoogste autoriteit en het besluitvormingsorgaan van de IOR. De Ledenraad oefent alle bevoegdheden uit en verricht alle taken die nodig zijn om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken. Als partij bij de overeenkomst is de Europese Unie lid van de IOR en is zij vertegenwoordigd in de Ledenraad. Krachtens artikel 32 van de IOR-overeenkomst kan de Ledenraad besluiten nemen tot wijziging van de IOR-overeenkomst. Conform artikel 10, lid 3, van de IOR-overeenkomst moeten besluiten van de Ledenraad in verband met wijzigingen van de overeenkomst bij consensus worden genomen.

2.3.Wijzigingen van de overeenkomst

Tijdens de 119e vergadering van de Ledenraad van de Internationale Olijfraad op 25 juni 2024 heeft de Internationale Olijfraad (IOR) de wijziging van artikel 36 van de overeenkomst bij consensus aangenomen om de verlenging van de overeenkomst met perioden van vijf jaar mogelijk te maken. Het standpunt van de Unie met betrekking tot de wijziging van artikel 36 van de overeenkomst is vastgesteld in overleg met de Groep grondstoffen (Proba).

3. Rechtsgrondslag

Overeenkomstig artikel 207, lid 4, en artikel 218, lid 6, punt a), v), VWEU is het aan de Commissie, als onderhandelaar over de wijzigingen van de overeenkomst, om aan de Raad een voorstel te doen tot goedkeuring, na goedkeuring door het Europees Parlement, van de wijzigingen van de overeenkomst.

4. Andere elementen

Overeenkomstig artikel 32, lid 3, van de overeenkomst moet elk lid de depositaris binnen de door de IOR vastgestelde termijn in kennis stellen van zijn aanvaarding van de wijziging. Overeenkomstig het door de IOR overeengekomen tijdschema moeten de leden de secretaris-generaal van de Verenigde Naties in New York, als depositaris, vóór 25 juni 2026 in kennis stellen van hun aanvaarding van de wijzigingen.