Toelichting bij COM(2025)436 - Wijziging van Besluit 2020/2059 betreffende het namens de EU in te nemen standpunt in het Handelscomité dat is opgericht krachtens de tussentijdse partnerschapsovereenkomst met de staten in de Stille Oceaan met betrekking tot de wijziging van een aantal bepalingen van Protocol II betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, wat cumulatie met naburige ontwikkelingslanden betreft - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)436 - Wijziging van Besluit 2020/2059 betreffende het namens de EU in te nemen standpunt in het Handelscomité dat is opgericht ... |
---|---|
bron | COM(2025)436 ![]() ![]() |
datum | 30-07-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
De partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds (“de overeenkomst”), heeft tot doel a) de Stille-Oceaanstaten in staat te stellen gebruik te maken van de door de Europese Unie (“de EU”) aangeboden verbeterde markttoegang; b) een duurzame ontwikkeling en de geleidelijke integratie van de Stille-Oceaanstaten in de wereldeconomie te bevorderen; c) een vrijhandelszone tussen de Europese Unie en de Stille-Oceaanstaten tot stand te brengen die berust op gemeenschappelijke belangen, door de geleidelijke liberalisering van de handel op een wijze die in overeenstemming is met de toepasselijke WTO-regels en het beginsel van asymmetrie, met inachtneming, wat het niveau van en het tijdschema voor verbintenissen uit hoofde van deze overeenkomst betreft, van de specifieke behoeften en de capaciteitsbeperkingen van de Stille-Oceaanstaten; d) passende regelingen voor de beslechting van geschillen vast te stellen; en e) passende institutionele regelingen vast te stellen.
De EU heeft de overeenkomst 1 op 13 juli 2009 ondertekend; zij wordt door Papoea-Nieuw-Guinea en de Republiek Fiji sinds respectievelijk 20 december 2009 en 28 juli 2014 voorlopig toegepast. Na hun toetreding passen de Onafhankelijke Staat Samoa en de Salomonseilanden de overeenkomst sinds respectievelijk 31 december 2018 en 17 mei 2020 eveneens voorlopig toe.
In oktober 2019 zijn de Europese Commissie en de Stille-Oceaanstaten overeengekomen een aantal bepalingen van Protocol II betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking te wijzigen. De wijziging had tot doel de bepalingen over de oorsprongsregels aan de meest recente ontwikkelingen aan te passen en marktdeelnemers vereenvoudigde en flexibelere oorsprongsregels te bieden.
Op 7 december 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/2059 2 van de Raad vastgesteld betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Handelscomité met betrekking tot de wijziging van een aantal bepalingen van Protocol II betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, waaronder de schrapping van artikel 4 bis en bijlage VIII bis in verband met de cumulatie van Stille-Oceaanstaten met naburige ontwikkelingslanden.
Tijdens het goedkeuringsproces maakten Fiji en Samoa voorbehoud bij de schrapping van de bepalingen inzake cumulatie met naburige ontwikkelingslanden, en verzochten zij om handhaving van die bepalingen in Protocol II.
Tijdens de 10e vergadering van het Handelscomité zijn de Europese Commissie en de Stille-Oceaanstaten overeengekomen de bepalingen inzake cumulatie met naburige ontwikkelingslanden te handhaven. De partijen hebben ook de definitieve versie van het ontwerpbesluit van het Handelscomité en van het gewijzigde Protocol II goedgekeurd, die tijdens de 11e vergadering van het Handelscomité in 2026 moeten worden aangenomen.
Deze aanbeveling strekt tot wijziging van Besluit (EU) 2020/2059 van de Raad van 7 december 2020 door artikel 4 bis en bijlage VIII bis in verband met cumulatie met naburige ontwikkelingslanden te handhaven en de vaststelling van het besluit van het Handelscomité tijdens de 11e vergadering van dat comité mogelijk te maken.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De wijziging is in overeenstemming met verwante bepalingen in andere economische partnerschapsovereenkomsten die zijn gesloten tussen de Europese Unie en de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
De wijziging is in overeenstemming met het handelsbeleid met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt” 3 .
De door het Handelscomité vast te stellen handeling is een handeling die rechtsgevolgen heeft, en zij zal overeenkomstig de artikelen 8, 68 en 78 van de overeenkomst uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het verdrag.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Er is geen effectbeoordeling verricht. Met deze aanbeveling zal de EU aan de doelstelling van de economische partnerschapsovereenkomst met de staten in de Stille Oceaan blijven voldoen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Deze aanbeveling heeft geen gevolgen voor de begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN
Niet van toepassing.
Aanbeveling voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
tot wijziging van Besluit (EU) 2020/2059 van de Raad van 7 december 2020 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Handelscomité dat is opgericht krachtens de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds, met betrekking tot de wijziging van een aantal bepalingen van Protocol II betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, wat cumulatie met naburige ontwikkelingslanden betreft
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Krachtens Besluit (EU) 2020/2059 4 van de Raad van 7 december 2020 kan de Europese Commissie in het Handelscomité een besluit tot wijziging van Protocol II nemen.
Fiji en Samoa maakten op het laatste moment voorbehoud en verzochten de bepalingen inzake cumulatie met naburige ontwikkelingslanden in Protocol II te handhaven.
Besluit (EU) 2020/2059 van de Raad van 7 december 2020 en de bijlage erbij moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit (EU) 2020/2059 van de Raad van 7 december 2020 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Handelscomité dat is opgericht krachtens de tussentijdse partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de staten in de Stille Oceaan, anderzijds, met betrekking tot de wijziging van een aantal bepalingen van Protocol II betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
De bijlage bij Besluit (EU) 2020/2059 van de Raad van 7 december 2020 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Commissie.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
(1) PB L 272 van 16.10.2009, blz. 2.
(2) PB L 424 van 15.12.2020, blz. 22. Zie ook documenten ST 10898/20 en ST 10899/20 op register.consilium.europa.eu
(3) Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad, zaak C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(4) PB L 424 van 15.12.2020, blz. 22.