Toelichting bij COM(1999)376 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/96 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(1999)376 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2201/96 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector verwerkte producten op ... |
|---|---|
| bron | COM(1999)376   |
| datum | 20-07-1999 |
In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2201/96 is bepaald dat de vastgestelde hoeveelheden verse tomaten voor iedere productgroep (tomatenconcentraat, tomaten zonder schil en 'andere producten') jaarlijks onder de lidstaten worden verdeeld naar gelang van de gemiddelde hoeveelheden die met inachtneming van de minimumprijs zijn geproduceerd in de drie verkoopseizoenen vóór het verkoopseizoen waarvoor de verdeling geldt.
Bij deze verdeling mag het verschil ten opzichte van de voor het vorige verkoopseizoen aan de betrokken lidstaat toegewezen hoeveelheid in geen geval meer bedragen dan 10%.
Op deze algemene regel zijn twee uitzonderingen gemaakt:
- voor de verkoopseizoenen 1997/1998 en 1998/1999 zijn de hoeveelheden voor iedere lidstaat en voor ieder product in de Verordening (EG) nr. 2201/96 zelf vastgelegd,
- voor het verkoopseizoen 1999/2000 wordt voor de verdeling uitgegaan van de gemiddelde hoeveelheden die met inachtneming van de minimumprijs zijn geproduceerd in de verkoopseizoenen 1997/1998 en 1998/1999.
Tijdens het verkoopseizoen 1997/1998 hebben zich in Portugal uitzonderlijke weersomstandigheden voorgedaan, hetgeen tot een aanzienlijke daling van de productie heeft geleid. Daardoor kreeg deze lidstaat bij de verdeling voor het verkoopseizoen 1999/2000 voor tomatenconcentraat een quotum toegewezen dat 83 468 ton lager lag dan de aanvankelijk in Verordening (EG) nr. 2201/96 vastgestelde hoeveelheid van 884 592 ton.
Bij de berekening van de quota voor het verkoopseizoen 2000/2001 zal dit probleem zich opnieuw voordoen, aangezien daarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde hoeveelheden die met inachtneming van de minimumprijs zijn geproduceerd in de verkoopseizoenen 1997/1998, 1998/1999 en 1999/2000.
Deze situatie kan worden verholpen door aan Portugal een hoger quotum voor tomatenconcentraat toe te wijzen. Voor het verkoopseizoen 1999/2000 moet dit quotum met 83 468 ton worden verhoogd. Voor het verkoopseizoen 2000/2001 moet de verhoging gelijk zijn aan het verschil tussen de aan Portugal toe te wijzen hoeveelheid volgens de in Verordening (EG) nr. 2201/96 voorgeschreven methode, en de uitkomst van dezelfde berekening, maar dan met als uitgangspunt niet de hoeveelheid die in het verkoopseizoen 1997/1998 in Portugal werkelijk is geproduceerd, maar van de aanvankelijk voor dat land vastgestelde hoeveelheid van 884 592 ton.
Voor de beide verkoopseizoenen 1999/2000 en 2000/2001 moet zowel het totale quotum als het quotum voor tomatenconcentraat worden verhoogd met de extra hoeveelheid die aan Portugal wordt toegewezen.