Toelichting bij COM(1999)551 - Financiële bijdrage van de EG in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Voor de toepassing en de verdere ontwikkeling van het GVB is een doeltreffend communautair visserij-onderzoek vereist. Het onderzoek op het gebied van de visserij en de aquacultuur heeft per definitie een sterk communautaire dimensie die meer bevoegdheden en middelen vergt dan waarover de individuele lidstaten beschikken. De meeste visbestanden zijn voor meer dan één lidstaat van belang. Economisch gezien is de communautaire integratie van de sector zeer sterk ontwikkeld, met name wat de markten betreft. De milieuproblematiek, die zowel voor de visserij als voor de aquacultuur van groot belang is, heeft vaak een grensoverschrijdende dimensie. De wetenschapsgebieden waarop voor het visserij- en aquacultuuronderzoek research moeten worden verricht, zijn van een dusdanige omvang dat alleen via een grootschalige communautaire samenwerking snel resultaten kunnen worden bereikt.

Volgens het Vijfde kaderprogramma voor onderzoek zou bij de research sterker rekening moeten worden gehouden met de behoeften van de verschillende takken van gemeenschappelijk beleid, en dus ook van het GVB. Als de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek op niveau wil blijven, moet de research echter innovatief zijn. Het systematisch verzamelen van gegevens waarbij telkens weer dezelfde methodes worden toegepast, is niet bepaald innovatief te noemen; volgens het kaderprogramma voor onderzoek is de subsidiabiliteit van dergelijke activiteiten dan ook niet gegarandeerd. Toch is dat werk nodig. Dit voorstel heeft dan ook betrekking op de raakvlakken van het onderzoek met andere activiteiten, namelijk het verzamelen van basisgegevens in het stadium dat aan het onderzoek voorafgaat, en vervolgens het toepassen van onderzoekresultaten op de problemen van het GVB.

Er moet hiervoor een financiële regeling worden getroffen die aansluit bij het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van voor het gemeenschappelijk visserijbeleid essentiële visserijgegevens. Dit is dan ook de eerste doelstelling van dit voorstel (Titel I): die titel voorziet in een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten in het kader van de nationale programma's voor het verzamelen van de essentiële basisgegevens, voor zover die uitgaven verband houden met communautaire programma's. De looptijd van de regeling is zes jaar, zodat de vereiste stabiliteit is gegarandeerd.

Er moet niet alleen een financiële bijdrage worden verleend in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen en beheren van de essentiële gegevens, maar er moet ook worden gezorgd voor methodologische begeleiding bij de uitvoering van deze programma's. Daarbij gaat het om de evaluatie van de kwaliteit van de verzamelde gegevens, de standaardisering van de methodes, en de coördinatie tussen de lidstaten. Verder moet worden nagegaan of het mogelijk en wenselijk is om het verzamelen van essentiële gegevens tot andere sectoren uit te breiden en met name ook het milieu, de aquacultuur, en de met de visserij en de aquacultuur samenhangende activiteiten. Behalve die studies en modelprojecten voor het verzamelen van gegevens, moeten er acties worden ondernomen om een koppeling tot stand te brengen tussen nieuwe wetenschappelijke kennis en de daadwerkelijke uitvoering van het GVB. Zo moet de Commissie in de eerste plaats ook in de toekomst economische studies kunnen laten uitvoeren over het effect van het GVB, en met name over de bedrijfsstructuren in de sector. Geïntegreerde analyses, waarbij zowel de biologische als de economische dimensie aan de orde komen, verdienen in dat opzicht bijzondere aandacht. Verder moeten ook de verbetering van de visserijcontroles, de totstandbrenging van een evenwicht tussen vangstcapaciteit en visbestanden, en de mogelijkheden om de relatie tussen de visserij en aquacultuur enerzijds en de mariene ecosystemen anderzijds te reguleren, door middel van modelprojecten en studies worden gestimuleerd.

Dit voorstel zal er niet toe leiden dat nieuwe uitgaven ontstaan, maar houdt de uitgaven die zijn gedaan voor het verzamelen van basisgegevens en het uitvoeren van modelprojecten en studies op het peil van de afgelopen jaren. Het is de bedoeling, op grond van de diagnose die in 1993 door de Commissie is gesteld en vervolgens door de Raad is goedgekeurd, de tot nu toe ondernomen acties voort te zetten, aan te vullen en te intensiveren, en daarvoor een eigen kader vast te stellen waarin rekening is gehouden met de ervaring die inmiddels is opgedaan.

99/0224 (CNS)