Toelichting bij COM(2000)433 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2200/96 houdende een gemeenschappelijke marktordening in de sector groenten en fruit, Verordening (EG) nr. 2201/96 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit, en Verordening (EG) nr. 2202/96 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Inleiding

De hervorming van de GMO voor groenten en fruit van 1996 is uitgevoerd vanaf januari 1997. De Commissie moet tegen eind 2000 bij de Raad een verslag indienen over de werking van de GMO (voor verse producten en citrusvruchten). Dit verslag wordt momenteel opgesteld en de voltooiing ervan is afhankelijk van de gegevens die de lidstaten moeten verstrekken.

Er zijn echter drie belangrijke problemen gerezen waarvoor dringend een oplossing moet worden gevonden. Het betreft met name de starheid van de huidige regeling voor verwerkte tomaten, de hoogte van de gegarandeerde hoeveelheden (quota of drempels) voor verwerkte tomaten, peren en citrusvruchten en een vereenvoudiging van het actiefondssysteem en een verbetering van het beheer van de uitvoerrestituties voor verse producten. Terzelfdertijd kunnen de twee andere bestaande regelingen (verwerkte perziken/peren en citrusvruchten) worden aangepast aan de nieuwe regeling voor tomaten.

Voor verwerkte tomaten moet de regeling worden gerationaliseerd en vereenvoudigd door overneming van de meest doeltreffende onderdelen van de bestaande regeling voor tomaten, perziken en peren, en met name door

1. gebruik te maken van drempels in plaats van quota (zoals in de huidige regeling inzake perziken/peren en citrusvruchten);

2. de drempels uit te drukken in basisproducten (zoals in de huidige quotaregeling voor tomaten) in plaats van in verwerkte producten;

3. onderverdeling van de communautaire drempels in nationale drempels, zoals in de huidige quotaregeling voor tomaten);

4. de steun rechtstreeks aan de telersverenigingen te betalen (zoals in de regeling voor citrusvruchten);

5. vaststelling van een permanent steunbedrag door de Raad (zoals in de regeling voor citrusvruchten).

Omdat tomaten in het eerste kwartaal van het jaar worden geplant, moet een nieuwe regeling uiterlijk begin 2001 in werking treden.

De huidige administratieve procedure voor actiefondsen is ingewikkeld en omslachtig. De procedure moet dus worden vereenvoudigd.

De huidige regeling voor het beheer van de uitvoerrestituties houdt onvoldoende rekening met de behoeften van de bedrijven. De regeling moet worden verbeterd.

Gelet op bovenstaande opmerkingen worden derhalve de volgende wijzigingen voorgesteld:

1. rationalisatie van de regelingen voor verwerkte tomaten, perziken/peren en citrusvruchten;

2. aanpassing van de drempels voor de regelingen voor verwerkte tomaten, peren en citrusvruchten, zonder consequenties voor de begroting;

3. vereenvoudiging van de regeling voor het financieren van de actiefondsen;

4. verbetering van het beheer van de uitvoerrestituties voor vers fruit en verse groenten.

De wijzigingen 1, 2 en 4 zouden toepasselijk zijn vanaf de verkoopseizoenen 2001/02 voor de verschillende producten. Voor de betrokken verwerkte producten is dat vanaf juni, juli of oktober 2001, naar gelang van de producten.

Wijziging 3 zou vanaf 2001 worden toegepast voor de bijstand voor de actiefondsen.

Deze wijzigingen betekenen een aanzienlijke vereenvoudiging van de huidige wetgeving, met name wat verwerkte tomaten betreft. Tegelijk worden de verschillende regelingen geharmoniseerd. Deze wijzigingen zijn gunstig voor de telers. Zij kunnen via hun organisaties de afzet van hun producten beter beheersen. Grotere flexibiliteit in de verwerkingsregelingen biedt de marktpartijen de mogelijkheid hun productie beter aan te passen aan de marktontwikkelingen. Voor de telersverenigingen zal het veel eenvoudiger worden om in het kader van de actiefondsen hun gesubsidieerde uitgaven te plannen, aangezien de steun die beschikbaar is voortaan voor iedere telersvereniging bekend zal zijn op het ogenblik waarop een plan voor een actieprogramma wordt opgesteld.

1.

1. Vereenvoudiging van de regeling voor verwerkte tomaten, perziken/peren en citrusvruchten


De communautaire steunregeling voor de verwerking van groenten en fruit, met uitzondering van citrusvruchten (Verordening nr. 2201/96) is gebaseerd op het beginsel van een door de verwerker aan de teler te betalen minimumprijs en een compenserende steun die aan de verwerker wordt toegekend voor drie groepen eindproducten:

- verwerkte tomaten, waarvoor een communautair quotum geldt dat is uitgesplitst per lidstaat en elk jaar wordt herzien. Er wordt alleen steun verleend voor de hoeveelheden die binnen deze quota vallen,

- perziken en peren in siroop, waarvoor een communautaire drempel geldt. De steun wordt in elke lidstaat gelijkelijk verlaagd, als de communautaire drempel wordt overschreden.

De hervorming van de communautaire steunregeling voor de verwerking van citrusvruchten van 1996 (Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad) omvat:

- de verplichting voor de verwerkers om contracten te sluiten met de telersverenigingen,

- een aan de telersverenigingen toegekende steun voor de hoeveelheden die zij voor verwerking leveren. De hoogte van deze steun is vastgesteld in de verordening van de Raad en is dus niet meer gekoppeld aan de kosten van de grondstoffen in derde landen,

- een regeling van communautaire drempels voor elk product of elke productgroep (sinaasappelen, citroenen, pompelmoezen en kleine citrusvruchten), waarvan het niveau niet is gewijzigd,

- vrije onderhandeling over de aankoopprijs voor de grondstoffen tussen telersverenigingen en verwerkers, volgens de wet van vraag en aanbod.

In 1999 is, overeenkomstig een besluit in het prijzenpakket van 1998 naar aanleiding van een probleem dat eerder was geconstateerd, het verkoopseizoen gewijzigd waarop de verlaging van de steun wegens een overschrijding van de drempel wordt toegepast.

In plaats van deze verlaging toe te passen in het verkoopseizoen waarin de overschrijding plaatsvindt, vindt de steunverlaging plaats in het volgende verkoopseizoen. Voordeel hiervan is dat dit veel eenvoudiger is en de telers een betere cashflow hebben; ook kost de nieuwe regeling niet meer dan de vorige. Deze wijziging is van toepassing vanaf het verkoopseizoen 1999/2000.

Gelet op bovenstaande overwegingen worden voor deze regelingen de volgende wijzigingen voorgesteld:

2.

1.1. Veralgemening van de onderverdeling van communautaire drempels in nationale drempels


3.

1.1.1. Tomaten


De ervaring heeft geleerd dat de huidige regeling van 'mobiele' quota, die wordt toegepast voor tomaten, leidt tot de overdracht van quota naar de lidstaten die hun quota het meest overschrijden, ten koste van de andere lidstaten.

Deze situatie moet dringend worden rechtgezet, maar de starheid van een regeling met vaste quota moet worden vermeden.

Voorgesteld wordt de huidige regeling te vervangen door een verwerkingsdrempel, die reeds wordt toegepast voor perziken en peren.

4.

1.1.2. Tomaten, perziken/peren en citrusvruchten


Om rekening te houden met de uiteenlopende productietendensen in de verschillende lidstaten zullen de communautaire drempels worden onderverdeeld in nationale drempels: voor perziken/peren en citrusvruchten op basis van de hoeveelheden voor de verwerking waarvan in de voorbije drie verkoopseizoenen steun is verleend, en voor tomaten op basis van de huidige quotaverdeling.

Wanneer de communautaire drempel wordt overschreden, zal de steun alleen worden verlaagd in de lidstaten waar de nationale drempel is overschreden.

De drempels voor perziken en peren, die momenteel worden vastgesteld in eindproducten, worden voortaan vastgesteld in basisproducten, zoals reeds gebeurt voor tomaten en citrusvruchten.

Voor perziken en peren worden mengsels van deze vruchten in siroop toegevoegd in bijlage 1 (verwerkte producten waarvoor steun wordt verleend voor de gebruikte basisproducten), teneinde de bestaande regelingen te verduidelijken.

5.

1.2. Rechtstreekse betaling van steun aan de telersverenigingen


Het lijkt noodzakelijk de regeling voor de uitkering van steun voor tomaten en perziken/peren te vereenvoudigen en een grotere flexibiliteit in de betrekkingen tussen telers en verwerkers in te voeren, zoals reeds het geval is voor citrusvruchten.

Het lijkt derhalve wenselijk dat de steun van de Gemeenschap rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de telers, via de telersverenigingen, zoals thans gebeurt voor citrusvruchten. De steun zal worden vastgesteld voor de hoeveelheid basisproducten die voor verwerking wordt bestemd. De vaststelling van een minimumprijs wordt overbodig.

Voor tomaten leidt dit tot een vereenvoudiging, omdat slechts één steunbedrag zal worden vastgesteld (in plaats van 16 verschillende bedragen voor eindproducten zoals thans het geval is).

6.

1.3. Vaststelling van een permanent steunbedrag


Het bedrag van de steun voor tomaten, perziken en peren wordt momenteel door de Commissie vastgesteld voor elk verkoopseizoen, voornamelijk op basis van de ontwikkelingen van de kosten van basisproducten in de wereld.

Volgens dit voorstel zou de steun voor de verwerking van tomaten, perziken en peren voor een onbepaalde periode worden vastgesteld op basis van de steun die is verleend in het verkoopseizoen 2000/01. De Commissie zou alleen ingrijpen om de steun te verlagen als in een bepaald verkoopseizoen de drempels zouden worden overschreden.

Voor 2000/01 is de steun voor perziken met een derde verlaagd ten opzichte van het vorige verkoopseizoen, en met 50% ten opzichte van de gemiddelde steun die in het midden van de jaren 90 werd toegekend. Dit heeft te maken met de stijging van de prijzen voor het basisproduct op de wereldmarkt evenals, voor het verkoopseizoen 2000/01, met de daling van de wisselkoers van de euro.

Dit verschijnsel heeft zich ook voorgedaan voor peren, maar in mindere mate.

Voor tomaten wordt de steun, voor het eerste verkoopseizoen waarin de nieuwe regeling geldt, verlaagd met 9,1%, omdat voor dit verkoopseizoen een overschrijding van de drempel wordt verwacht. Dit heeft tot doel een overschrijding van de begroting te voorkomen. Indien de overschrijding van de drempel kleiner is, zal de steun automatisch weer verhoudingsgewijs worden verhoogd.

7.

2. Budgettair neutrale aanpassing van de drempels voor verwerkte tomaten, peren en citrusvruchten


8.

2.1. Tomaten en peren


Om rekening te houden met de toegenomen vraag, worden de drempels voor tomaten en peren verhoogd met 10%. De steun wordt in dezelfde mate verlaagd om ervoor te zorgen dat dit geen gevolgen heeft voor de begroting.

9.

2.2. Citrusvruchten


De jongste jaren is de vraag, inzonderheid naar sap dat niet is bereid uit concentraat, sterk gestegen. Dit is een concurrerende sector en de telers uit de Gemeenschap zouden moeten worden aangemoedigd om zich hierop te concentreren, liever dan op andere sectoren met een twijfelachtiger marktpotentieel (bijvoorbeeld sap uit concentraat, waarvoor Brazilië een aanzienlijk technisch voordeel heeft).

Dit heeft geleid tot een stijging van de productie, een overschrijding van de drempel en bijgevolg tot een aanzienlijke verlaging van het niveau van de steun.

Deze verlaging van het niveau van de steun heeft echter ook tot gevolg gehad dat het verschil tussen de steun en de communautaire ophoudvergoeding is toegenomen, waardoor interventie aantrekkelijker is geworden. Volgens de bestaande regels zal het maximumpercentage dat door elke telersvereniging uit de markt kan worden genomen aan het einde van de overgangsperiode (2002) 10% bedragen. Verwacht wordt dat bij een verlaging van de steun dit maximumpercentage van 10% zal worden bereikt.

Met het oog daarop worden twee maatregelen voorgesteld:

- om rekening te houden met de stijging van de vraag, zou de drempel moeten worden verhoogd,

- om te voorkomen dat grote hoeveelheden uit de markt worden genomen, zou de maximumhoeveelheid die uit de markt mag worden genomen moeten worden verlaagd.

De combinatie van deze maatregelen zou geen gevolg hebben voor de begroting en er zouden minder producten uit de markt worden genomen. Dit zal gevolgen hebben voor de telersverenigingen die hun productie vooral bestemmen om ze uit de markt te laten nemen, terwijl de dynamische telersverenigingen (die slechts zo nu en dan producten uit de markt nemen) er vrijwel geen last van zullen ondervinden. Deze oplossing versterkt bijgevolg de tendens om producten efficiënt af te zetten, in plaats van ze uit de markt te laten nemen.

In dit ontwerp wordt voorgesteld:

- de drempels met 10% te verhogen voor sinaasappelen, citroenen en kleine citrusvruchten,

- de maximumhoeveelheid die van iedere citrussoort uit de markt mag worden genomen te verlagen tot 10% van de door iedere telersvereniging in de handel gebrachte hoeveelheid voor het verkoopseizoen 2001/02 en tot 5% van die hoeveelheid vanaf het verkoopseizoen 2002/03. De communautaire ophoudvergoeding zal op het huidige niveau blijven.

10.

3. Vereenvoudiging van de regeling voor de financiering van actiefondsen


Volgens Verordening (EG) nr. 2200/96 gelden voor de financiële bijstand aan telersverenigingen twee maxima. Het eerste beperkt de bijstand tot 4,5% van de waarde van de afgezette productie van elke individuele telersvereniging (4% voor 1997 en 1998). Het tweede maximum beperkt het totaalbedrag van de bijstand tot 2,5% (2,0% voor 1997 en 1998) van de totale waarde van de afgezette productie van alle telersverenigingen.

Aan de hand van deze twee maxima kan elk jaar voor elke telersvereniging een definitief maximum worden berekend.

De definitieve maxima die tot dusver zijn toegepast bedroegen 2,92% (1998) en 3,61% (1999). In 1997 lag de totale gevraagde bijstand onder het algemene maximumpercentage van 2%, en daarom kon het maximumpercentage per bedrijf van 4% worden toegepast.

De werkelijke uitgaven zijn afhankelijk van de mate van organisatie van de telers en de bijstand die door elke telersvereniging wordt gevraagd. Het percentage telers dat bij een telersvereniging is aangesloten bedraagt momenteel 40%, en is aanzienlijk lager dan het vroeger verwachte percentage van 60%. Er zijn geen tekenen dat de mate van organisatie noemenswaardig zal stijgen.

De werkelijke uitgaven (steunaanvragen) bedroegen 199 mln EUR in 1997, 238 mln EUR in 1998 en 311 mln EUR in 1999. De stijging van de bijstand in 1999 is vooral een gevolg van de verhoging van het algemeen maximum met 0,5%.

De ervaring heeft geleerd dat het tweede maximum de uitvoering van actiefondsen en -programma's ingewikkeld en onsamenhangend maakt. De vaststelling van één enkel maximum zou de procedures voor de telersverenigingen, de nationale administraties en de diensten van de Commissie derhalve gemakkelijker maken.

Er zou geen budgettair effect zijn; de ervaring heeft immers geleerd dat de spreiding in de steunaanvragen ongeveer lineair loopt van 0,1 tot 4,5% en dat die spreiding niet gevoelig lijkt voor het maximum van 2,5%. De telersverenigingen die momenteel geen steun aanvragen of steun van minder dan 2,5% (43% van de 1368 erkende telersverenigingen) zullen steun kunnen blijven aanvragen tot het maximum. De verenigingen die steun aanvragen boven het maximum, zouden ook verder door dit maximum worden ingeperkt.

De uitgaven zullen waarschijnlijk slechts toenemen als ook meer telers tot de telersverenigingen toetreden, wat, zoals eerder gezegd, slechts in laag tempo gebeurt. Dit is op zichzelf reeds een aanzienlijke besparing voor de begroting ten opzichte van de verwachte uitgaven.

Bij dit voorstel wordt de bijstand beperkt tot maximaal 3% van de waarde van de productie die elke telersvereniging in de handel brengt.


11.

4. Beheer van de uitvoerrestituties voor verse producten


In de huidige regeling inzake het beheer van uitvoerrestituties voor verse groenten en fruit, is het niveau van de restituties die in het kader van een bepaalde regeling worden toegekend hetzelfde voor alle ondernemers. Uit de met de A2-regeling opgedane ervaring blijkt evenwel dat de behoeften van de verschillende ondernemers verschillen. Om daarmee rekening te houden, is het wenselijk dat bepalingen worden vastgesteld om de Commissie toe te staan om, naast de bestaande systemen voor de vaststelling van de restitutie, deze restituties ook vast te stellen via een systeem van openbare inschrijvingen.


12.

Overzicht van de voorgestelde wijzigingen voor verwerkte producten en citrusvruchten


>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(*) nationale quota bestaan.