Toelichting bij COM(2000)760 - Ondertekening van het Verdrag van de VN ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en van de daarbij gevoegde protocollen betreffende de bestrijding van mensenhandel, met name vrouwen en kinderen, en het smokkelen van immigranten over land, door de lucht en over zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie heeft de Raad de Commissie gemachtigd om ten aanzien van de aspecten die onder communautaire bevoegdheid vallen onderhandelingen te voeren betreffende het ontwerpverdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit  i en de drie daarbij gevoegde protocollen betreffende de bestrijding van mensenhandel, met name vrouwen en kinderen, het smokkelen van immigranten over land, door de lucht en over zee  i en de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens en munitie  i.

De onderhandelingen betreffende deze instrumenten zijn goed verlopen, met uitzondering van die betreffende het protocol inzake de illegale handel in vuurwapens. Zij werden wat betreft het verdrag inzake de georganiseerde criminaliteit afgesloten tijdens de tiende zitting, welke van 17 tot en met 28 juli te Wenen werd gehouden, en, wat betreft de twee aanvullende protocollen betreffende mensenhandel en migrantensmokkel, tijdens de elfde zitting van 2 tot en met 27 oktober 2000.

Een belangrijk aspect van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad de Commissie had verstrekt, betrof de voorbereiding van de toetreding van de Gemeenschap tot dit verdrag en de protocollen daarbij, gezien de communautaire bevoegdheid die ten aanzien van sommige bepalingen van deze instrumenten bestaat.

Sedert de afsluiting van de door de Commissie gevoerde onderhandelingen behelzen de ontwerpen van het verdrag en de protocollen de mogelijkheid dat een regionale organisatie voor economische integratie, en dus de Europese Gemeenschap, daartoe toetreedt.

Ten aanzien van de andere aspecten van de onderhandelingen schijnen de door de Raad in zijn richtsnoeren aangegeven doelen eveneens te zijn bereikt. Het verdrag voorziet in veelomvattende maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld (artikel 4bis), overeenkomstig het acquis van de Europese Gemeenschap op het gebied van het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, terwijl in de voorbereidende documenten die de tekst van het protocol vergezellen, wordt verwezen naar de door de Financial Action Task Force vastgestelde normen.

De protocollen betreffende mensenhandel ("Mensenhandelprotocol") en het smokkelen van immigranten ("Smokkelprotocol") bevatten identieke bepalingen ten aanzien van maatregelen die aan de grenzen moeten worden genomen (artikel 8 van het Mensenhandelprotocol en artikel 9 van het Smokkelprotocol). Zoals was voorgeschreven in de onderhandelingsrichtsnoeren beantwoorden deze bepalingen aan het niveau van het acquis communautaire, met name artikel 26 van de overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen van 14 juni 1985, en voorzien zij in de mogelijkheid de samenwerking tussen de controlediensten aan de grenzen uit te breiden. Voorts bevatten de beide protocollen een identiek artikel, waarbij elk van de verdragsluitende partijen wordt verplicht de wettigheid en geldigheid te verifiëren van de in haar naam afgegeven reis- of identiteidsdocumenten wanneer het vermoeden bestaat dat deze worden gebruikt voor mensenhandel of migrantensmokkel (artikel 9bis van het Mensenhandelprotocol en artikel 13 van het Smokkelprotocol).

De conferentie ter ondertekening van het verdrag en de daarbij gevoegde protocollen zal van 12 tot en met 15 december 2000 te Palermo worden gehouden.

Aangezien de lidstaten hebben verklaard voornemens te zijn deze instrumenten te ondertekenen zodra zij te Palermo voor ondertekening worden opengesteld, is het van belang dat de Europese Gemeenschap zulks eveneens kan doen. Daartoe moet het voorzitterschap van de Raad de personen aanwijzen die gemachtigd zijn om het Verdrag betreffende de georganiseerde criminaliteit en de bijbehorende protocollen namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.

Het door de Commissie ingediende voorstel voor een beschikking van de Raad behelst één enkel artikel, waarbij de Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te duiden die bevoegd zijn om het Verdrag ter bestrijding van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit evenals de daarbij gevoegde protocollen betreffende de bestrijding van mensenhandel en het smokkelen van immigranten namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.