Toelichting bij COM(2000)686 - Wijziging van Verordening 2791/1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) heeft in 1998 een controleregeling aangenomen, die op 1 juli 1999 in werking is getreden. Deze regeling omvat controlemaatregelen voor vaartuigen van de verdragsluitende partijen die in het verdragsgebied vissen, een regeling voor inspectie op zee (wederzijdse inspecties, procedure bij en afwikkeling van overtredingen) en controles in de haven voor alle vaartuigen van niet-verdragsluitende partijen.

Deze regeling is in het Gemeenschapsrecht omgezet bij Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad van 16 december 1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is.

De Raad, in vergadering bijeen op 22 november 1999, heeft voorts besloten om voor 2000 een communautaire 'ad-hocregeling' voor inspectie en toezicht in te stellen die voorziet in een verdeling van de controlelasten en -kosten over de lidstaten en de Commissie.

Deze regeling moest de nodige tijd verschaffen om de respectieve taken en plichten van de Commissie en de lidstaten te evalueren, en moest de Commissie in staat stellen om uiterlijk 30 september 2000 voorstellen voor een definitieve regeling te formuleren.

De bovenbedoelde evaluatie is momenteel aan de gang. Het ziet er evenwel naar uit dat de voorziene periode van één jaar niet zal volstaan om alle implicaties van de uitvoering van de NEAFC-controleregeling te kunnen beoordelen. Daarnaast is de Commissie onlangs begonnen met een globale bezinning over de kwestie van de controle in internationale wateren en meer in het bijzonder over de toepassing door de Gemeenschap van de controleregelingen die regionale visserijorganisaties voor het gebied waarvoor zij bevoegd zijn, hebben uitgevaardigd.

Om deze beide redenen is het wenselijk de looptijd van de ad-hocregeling te verlengen tot en met 31 december 2003, waarbij het aan de Commissie is om uiterlijk 30 september 2003 voorstellen te doen en Verordening 2791/1999 dienovereenkomstig aan te passen.

De Commissie stelt voor dat de Raad deze verordening goedkeurt.