Toelichting bij COM(2001)481-2 - Sluiting van een kaderovereenkomst met Malta inzake de algemene beginselen voor de deelname van Malta aan gemeenschappelijke programma's

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding en samenvatting

De Europese Raad bekrachtigde in december 1999 in Helsinki het uitbreidingsproces, zoals dat in december 1997 in Luxemburg op gang was gebracht. Voorts bevestigde de Europese Raad de versterkte pretroetredingsstrategie, die in 1997 was vastgelegd. Een belangrijke component van deze strategie is de deelname van de dertien kandidaat-lidstaten (Cyprus, Malta and Turkeij begrepen) aan communautaire programma's.

Met ,communautaire programma's" wordt een geïntegreerd pakket van maatregelen bedoeld dat door de Gemeenschap voor meerdere jaren is vastgesteld ter bevordering van de samenwerking tussen lidstaten op diverse gebieden die verband houden met het beleid van de Gemeenschap. Deze programma's waren aanvankelijk uitsluitend bedoeld voor EU-lidstaten, en gebaseerd op een specifieke toewijzing uit de algemene begroting van de Europese Unie. Programma's waarvan de begunstigden geen lid zijn van de Europese Unie (d.w.z. de programma's Phare, Tacis en Meda) vallen bijgevolg buiten deze definitie.

Naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van Luxemburg en die van Helsinki stelde de Commissie in haar mededeling van 20 december 1999 getiteld Deelname van kandidaat-lidstaten aan communautaire programma's, agentschappen en comités (COM(1999) 710 def.) de Raad een nieuwe algemene aanpak voor om voor alle kandidaat-lidstaten de communautaire procedures voor de goedkeuring van de voorwaarden en modaliteiten voor de deelname te stroomlijnen. Voor Cyprus, Malta en Turkije geldt echter een andere juridische grondslag, en de voorgestelde methode wijkt voor deze landen dan ook enigszins af.

Voor de uitvoering van het voorstel in COM(1999) 710 def. besloot de Raad bij Besluit nr. [.../...] [1] van [...]:

[1] [Er is een politiek akkoord, maar het besluit is nog niet formeel vastgesteld. Het voorstel van de Commissie is opgenomen in document COM(2000) 725 def.]

a) een reeks van tien besluiten goed te keuren betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraden met betrekking tot kaderbesluiten van die Associatieraden tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de desbetreffende landen aan de voor hen opengestelde communautaire programma's.

b) de Commissie te machtigen tot onderhandelingen met Cyprus, Malta en Turkije over drie bilaterale kaderovereenkomsten waarbij de algemene beginselen worden vastgelegd die van toepassing zijn op de deelname van die kandidaat-lidstaten aan alle communautaire programma's die zijn opengesteld voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa.

De Commissie heeft inmiddels de onderhandelingen over de onder b) bedoelde kaderovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije afgerond in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren. De kaderovereenkomsten bevatten voorwaarden die gelijkwaardig zijn met die voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, opgenomen in de ontwerpen voor kaderbesluiten van de Associatieraden, die door de Raad bij Besluit nr. [.../...] zijn gewijzigd en goedgekeurd.

De Raad wordt daarom thans verzocht zijn goedkeuring te hechten aan bijgaande drie ontwerpbesluiten tot goedkeuring van de kaderovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije.

1.

2. Huidige deelname van Cyprus, Malta en Turkije


Cyprus, Malta en Turkije nemen al sinds de Europese Raad van Luxemburg in uiteenlopende mate deel aan sommige programma's, of bereiden zich voor op deelname. Over die deelname is in eerdere procedures onderhandeld. Cyprus is sinds 1997 betrokken bij programma's op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding en jeugdzaken (Socrates, Leonardo da Vinci en Jeugd), en meer recentelijk ook bij programma's voor de audiovisuele sector en wetenschappelijk onderzoek en het MKB-programma. Malta neemt sinds september 2000 deel aan programma's op het gebied van onderwijs (Socrates) en beroepsopleiding (Leonardo da Vinci), sinds januari aan het programma Jeugd en meer recentelijk aan programma's op het gebied van onderzoek. Turkije heeft nog niet volwaardig aan communautaire programma's deelgenomen, maar bereidt zich wel voor op deelname aan Socrates, Leonardo da Vinci en Jeugd. Het land heeft bovendien belangstelling voor deelname aan een aantal andere programma's.

2.

3. Nieuwe aanpak


Bij de voorbereiding van de tien kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa is gebleken dat een groot aantal besluiten (namelijk één per land per programma) van de desbetreffende Associatieraad nodig was. Voor de goedkeuring van dergelijke besluiten was zes tot negen maanden nodig. De Raad besloot daarom bij Besluit nr. [.../...] tot een nieuwe aanpak door middel van kaderbesluiten voor de deelname van alle kandidaat-lidstaten aan de nieuwe generatie communautaire programma's. Een gunstige omstandigheid was dat de meeste van die programma's eind 1999 of in de loop van 2000 door nieuwe programma's werden vervangen.

De nieuwe aanpak houdt in dat met alle kandidaat-lidstaten kaderinstrumenten worden overeengekomen, waarin de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's worden vastgelegd. Over de voorwaarden voor de deelname aan specifieke programma's vinden dan bilaterale onderhandelingen plaats tussen de Commissie en de regering van het betrokken land. Volgens Besluit nr. [.../...] en bijgaande ontwerpbesluiten wordt de Commissie in die taak bijgestaan door een door de Raad aangewezen speciaal comité.

3.

4. Kaderaanpak voor Cyprus, Malta en Turkije


De juridische werkingssfeer van de associatieovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije (sinds 1973, 1971 en 1964 respectievelijk) verschilt van die van de Europaovereenkomsten die de afgelopen jaren met de Midden- en Oost-Europese landen zijn gesloten: er is niet voorzien in deelname aan communautaire programma's. De voorwaarden voor die deelname moet daarom worden vastgesteld, niet door de Associatieraad, zoals voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, maar bij specifieke bilaterale overeenkomsten.

Vanwege deze andere juridische grondslag kon niet worden gewerkt met kaderbesluiten van de Associatieraden, zoals voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, maar moest de Commissie onderhandelen over kaderovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije op basis van het mandaat dat haar bij Besluit nr. [.../...] is verleend.

Zonder deze kaderovereenkomsten zou voor het formaliseren van de deelname een groot aantal internationale overeenkomsten nodig zijn. Dat zou in het geval van Cyprus, Malta en Turkije bijzondere problemen opleveren, omdat procedures zowel bij de Commissie als bij de Raad vereist zouden zijn. Voor elk programma zou namelijk een afzonderlijke bilaterale overeenkomst moeten worden gesloten, waarvoor de Raad steeds een specifiek onderhandelingsmandaat zou moeten vaststellen. Bovendien zou voor ieder Commissievoorstel over de ontwerpovereenkomsten het Parlement moeten worden geraadpleegd. Dit scenario zou de interinstitutionele kanalen binnen de EU overbelasten en de werkdruk van de Commissie te zeer opvoeren. In Cyprus, Malta en Turkije zouden de buitengewoon langdurige procedures bij de Gemeenschap voor hun deelname aan de programma's tot teleurstelling leiden.

Wanneer in het kader van de financiële bijstand van de Gemeenschap voor de pretoetredingsfase steun wordt verleend voor de kosten van deelname, moeten de financiële voorwaarden worden vastgelegd. Wat Cyprus en Malta betreft voorziet Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad in financiële bijstand voor de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie. Voor Turkije zal hierin worden voorzien in het kader van het Meda-programma, en in twee Verordeningen betreffende de uitvoering van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije en betreffende maatregelen ter bevordering van de economische en sociale ontwikkeling van Turkije. Een nieuwe ontwerpverordening (COM(2001) 230 def.), momenteel in behandeling bij de Raad, brengt echter alle financiële bijstand voor het pretoetredingsproces voor Turkije, met inbegrip vaan de deelname aan communautaire programma's, onder één begrotingslijn samen.

4.

5. Inhoud van de kaderovereenkomsten


De voorgestelde ontwerpkaderovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije bevatten voorwaarden die gelijkwaardig zijn met de voorwaarden die de Raad heeft goedgekeurd voor de kaderinstrumenten voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa. De voornaamste punten zijn:

a) de betrokken programma's zijn alle programma's die openstaan voor de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa;

b) de kandidaat-lidstaat betaalt ieder jaar een bijdrage voor de programma's, gezamenlijk te bepalen door de Commissie en de regering van de kandidaat-lidstaat. Op grond van bijgaande ontwerpen voor besluiten van de Raad houdende goedkeuring van de kaderovereenkomsten wordt de Commissie bij het bepalen van de voorwaarden voor de deelname aan specifieke programma's, onder andere de financiële bijdrage, bijgestaan door een speciaal comité dat door de Raad is aangewezen;

c) de betaalde bijdrage wordt niet terugbetaald aan de kandidaat-lidstaat als aan het einde van het jaar de resultaten minder bedragen dan de betaalde bijdrage;

d) vertegenwoordigers van de kandidaat-lidstaten worden uitgenodigd om de vergaderingen van de programmacomités als waarnemer bij te wonen, wat de onderwerpen die hen aangaan betreft;

e) voor de indiening, beoordeling en selectie van aanvragen en projecten gelden ten aanzien van projecten en initiatieven die door deelnemers uit de kandidaat-lidstaten worden ingediend in het kader van de betrokken programma's dezelfde voorwaarden, regels en procedures als voor de lidstaten;

f) de kaderovereenkomsten zijn voor onbepaalde tijd van toepassing, met inachtneming van de gebruikelijke opzeggingsvoorwaarden. De specifieke duur van de deelname aan programma's wordt vastgesteld in de voorwaarden die door de Commissie en de regering van het betrokken land worden vastgesteld.

Gezien het bovenstaande wordt de Raad verzocht zijn goedkeuring te hechten aan bijgaande drie ontwerpbesluiten tot goedkeuring van de kaderovereenkomsten met Cyprus, Malta en Turkije waarin de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's zijn vastgelegd.