Toelichting bij COM(2001)760 - Sluiting van de overeenkomst met Zuid-Afrika betreffende de handel in gedistilleerde dranken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

A. Algemene context

1. In het kader van de op 19 juni 1995 en 25 maart 1996 door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren voor de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Gemeenschap en Zuid-Afrika (hierna 'TDC-overeenkomst' genoemd) heeft de Commissie over twee sectorovereenkomsten betreffende respectievelijk wijn en gedistilleerde dranken onderhandeld met het doel de commerciële handel in wijn en gedistilleerde dranken tussen beide partijen te vergemakkelijken en wederzijds te bevorderen. De Commissie heeft deze onderhandelingen vanaf 1995 in nauwe samenwerking met de Raad gevoerd overeenkomstig artikel 133 van het Verdrag.

2. Het politieke akkoord over specifieke benamingen van gedistilleerde dranken (Grappa, Ouzo, enz.) dat is vastgelegd in de briefwisseling van 15 en 16 februari 2000 tussen, enerzijds, de voorzitters van de Raad en de Commissie, de heren J. Gama en R. Prodi, en, anderzijds, de president van Zuid-Afrika, de heer T. Mbeki, is in de bepalingen van de onderhavige overeenkomst geïntegreerd.

3. De Commissie en Zuid-Afrika hebben de onderhandelingen afgesloten op 25 juli 2001 in Pretoria, waar de groep op hoog niveau van vertegenwoordigers van de Commissie en Zuid-Afrika, in een memorandum van overeenstemming betreffende wijn en gedistilleerde dranken, ad referendum een akkoord hebben bereikt over alle hangende zaken, met name:

- de geleidelijke opheffing van omstreden handelsmerken overeenkomstig het in juni 2000 gesloten compromis (zie punt 9 hieronder),

- de besteding van het bedrag van 15 miljoen EUR dat voor de herstructurering van de Zuidafrikaanse sectoren wijn en gedistilleerde dranken is uitgetrokken op basis van een onderling overeengekomen programma,

- de vaststelling van 1 januari 2002 als datum van inwerkingtreding van de overeenkomsten inzake wijn en gedistilleerde dranken.

4. De teksten zijn door de onderhandelende partijen op 30 november 2001 geparafeerd. De Commissie legt het onderhavige voorstel zo spoedig mogelijk voor aan de Raad zodat beide overeenkomsten op 1 januari 2002 in werking kunnen treden, zoals overeengekomen in het memorandum van overeenstemming.

5. Voor de sluiting van de overeenkomst over wijn doet de Commissie parallel een afzonderlijk voorstel aan de Raad toekomen.

B. Inhoud van de overeenkomst betreffende gedistilleerde dranken

6. De overeenkomst betreft gedistilleerde dranken van de code 2208 van het geharmoniseerd systeem. Zij bevat met name bepalingen inzake de wederzijdse bescherming van geografische aanduidingen en bepaalde specifieke benamingen, de wederzijdse bijstand tussen controle-instanties en de regeling van geschillen.

7. De bescherming van geografische aanduidingen is van bijzonder belang voor de Gemeenschap. De in de overeenkomst opgenomen bepalingen bieden een betere bescherming van de communautaire geografische aanduidingen, met inbegrip van de oorsprongsbenamingen, dan die waarin afdeling III betreffende geografische aanduidingen van de multilaterale overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIP's-overeenkomst) voorziet. Zo bevat de overeenkomst een 'bilateraal register' waarin alle op grond van de overeenkomst beschermde aanduidingen zijn opgenomen, wat de rechtszekerheid aanzienlijk zal vergroten. Bovendien zal ex officio aan de bescherming de hand worden gehouden.

8. De opneming in de overeenkomst van de elementen van het politieke akkoord van februari 2000 met betrekking tot de bescherming van de specifieke benamingen 'Grappa', 'Ouzo/Oýæï', 'Korn', 'Kornbrand', 'Jägertee/Jagertee/Jagatee' en 'Pacharan' (zie punt 2) zal leiden tot een exclusieve bescherming van deze benamingen voor communautaire producten na afloop van een overgangsperiode van vijf jaar.

9. Met het oog op de bescherming van de onder deze overeenkomst vallende geografische aanduidingen of specifieke benamingen tegenover identieke of daarop gelijkende handelsmerken die zijn geregistreerd of waarvoor door het gebruik rechten zijn verworven vóór de inwerkingtreding van de TRIP's-overeenkomst voor gedistilleerde dranken die niet van oorsprong uit het betrokken gebied zijn, en die misleidend worden geacht wat de oorsprong betreft, voorziet de overeenkomst in de opheffing van dergelijke omstreden handelsmerken na redelijke overgangsperiodes. De partijen regelen de conflictgevallen tegen uiterlijk 30 september 2002.

10. Met betrekking tot de bescherming van andere traditionele vermeldingen dan de op grond van de overeenkomst beschermde specifieke benamingen wordt gememoreerd dat, overeenkomstig de gemeenschappelijke verklaring van de Gemeenschap en Zuid-Afrika over de overeenkomsten inzake wijn en gedistilleerde dranken die de Raad op de dag van de ondertekening van de TDC-overeenkomst, d.i. op 11 oktober 1999, heeft aangenomen, het gedeelte van deze verklaring over traditionele vermeldingen letterlijk is overgenomen in de tekst van de onderhavige overeenkomst. Hieruit volgt dat de overeenkomst geen onmiddellijke bescherming van deze vermeldingen biedt, maar dat beide partijen wordt verzocht de doelstelling en de beginselen van een systeem voor de bescherming van traditionele vermeldingen te onderzoeken met het oog op toepassing ervan op specifieke gevallen die later in de overeenkomst zullen worden opgenomen.

11. De overeenkomst voorziet in wederzijdse bijstand tussen de officiële controle-instanties van beide partijen, wat rechtstreekse samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten zal vergemakkelijken, zulks onafhankelijk van de diplomatieke stappen die worden gedaan.

C. Beheer van de overeenkomst

12. Er wordt een Gemengd Comité opgericht dat bestaat uit de Commissie enerzijds en vertegenwoordigers van Zuid-Afrika anderzijds. Zijn rol bestaat er vooral in erop toe te zien dat de overeenkomst goed functioneert, en in voorkomend geval aanbevelingen te formuleren. Zijn rol is niet het nemen van besluiten. De Commissie stelt voor dat de Raad haar machtigt om volgens de procedure van het uitvoeringscomité zoals bepaald in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 1576/89 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken  i de technische wijzigingen en aanpassingen aan te brengen die nodig blijken voor de tenuitvoerlegging en het beheer van de overeenkomst (b.v. aanpassing van de bijlage of van het protocol). Deze procedure maakt een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie mogelijk. Andere geldende bilaterale overeenkomsten inzake gedistilleerde dranken voorzien reeds in deze procedure.

D. Financiële bijstand

13. Tegelijk met de inwerkingtreding van de overeenkomsten inzake wijn en gedistilleerde dranken, overeenkomstig bijlage X bij de TDC-overeenkomst, zal de financiële bijstand ten belope van 15 miljoen EUR van kracht worden die de Gemeenschap aan Zuid-Afrika zal toekennen voor de herstructurering van de sectoren wijn en gedistilleerde dranken. Voor de Gemeenschap zal het betrokken besluit worden genomen volgens de daartoe voorgeschreven begrotingsprocedures, los van de goedkeuring van het onderhavige voorstel.

E. Conclusies

14. De Commissie is van mening dat de resultaten van de onderhandelingen aanvaardbaar zijn voor de Gemeenschap aangezien de overeenkomst werkelijke handelsvoordelen meebrengt voor de communautaire marktdeelnemers. Bijgevolg stelt de Commissie voor dat de Raad het bijgevoegde besluit inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika betreffende de handel in gedistilleerde dranken goedkeurt.