Toelichting bij COM(2000)583 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2223/96, wat het gebruik van het ESR 1995 bij de vaststelling van de betalingen van de lidstaten aan de eigen middelen uit de BTW betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bij Verordening (EG) nr. 2223/96 werd een nieuw, herzien Europees systeem van nationale en regionale rekeningen ingevoerd (ESR 1995). Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name de Economische en Monetaire Unie, heeft de Gemeenschap goede statistische instrumenten nodig, zodat de instellingen, de regeringen en de deelnemers aan het maatschappelijk verkeer hun besluiten op basis van geharmoniseerde en betrouwbare statistieken kunnen nemen.

Het nieuwe ESR 1995 vormt een belangrijke verbetering ten opzichte van de vorige versie, die uit 1979 dateert. Er is vooruitgang geboekt op het gebied van de harmonisatie van de methoden en de duidelijkheid en nauwkeurigheid van de begrippen, definities, classificaties en registratieregels die moeten worden toegepast voor een consistente, betrouwbare en vergelijkbare kwantitatieve beschrijving van de economie van de lidstaten. Bovendien is de toepassing van het ESR 1995 bij verordening verplicht gesteld. Bij de overgang naar het nieuwe systeem hebben alle lidstaten de kwaliteit van de nationale rekeningen ook op andere punten verbeterd. Uitgangspunt hierbij was een grondige analyse van de bronnen en methoden die zij in de praktijk voor de samenstelling van de rekeningen gebruiken.

Verordening 2223/96 inzake het ESR 1995 zegt in artikel 1, lid 2, dat het ESR van toepassing is op alle communautaire besluiten waarin naar het ESR of naar de definities daarvan wordt verwezen. In artikel 8 wordt evenwel bepaald dat ten behoeve van de begroting en de eigen middelen, in afwijking van artikel 1, lid 2, het ESER 1979 als Europees rekeningensysteem van kracht blijft zolang Besluit 94/728/EG van kracht is. Toen de verordening inzake het ESR 1995 werd goedgekeurd, nam men aan dat het besluit over de eigen middelen in 1999 zou worden gewijzigd. Nu ziet het ernaar uit dat een nieuw besluit over de eigen middelen op 1 januari 2002 in werking treedt.

De ESR-gegevens over de nationale rekeningen worden op diverse manieren in de begrotingsprocedure toegepast: in het bijzonder om begrotingsplafonds vast te stellen, het BNP voor het vierde middel te berekenen en om de bijdrage van de lidstaten aan de BTW-middelen vast te stellen. Deze ontwerp-verordening heeft alleen betrekking op deze laatste toepassing.

Voor de vaststelling van de eigen middelen uit de BTW worden zeer gedetailleerde gegevens over de nationale rekeningen gebruikt, teneinde te corrigeren voor verschillen tussen de nationale praktijken op het gebied van de belastinggrondslag en de geharmoniseerde belastinggrondslag van de EU. Naarmate de lidstaten overstappen op het ESR 1995, beschikken zij niet langer over gedetailleerde gegevens op basis van het ESER 1979. Proberen deze opnieuw te berekenen is een kostbare en riskante operatie, die bovendien nutteloos is omdat de deskundigen het erover eens zijn dat het voor de weging van de belastinggrondslagen niet uitmaakt of dit gebeurt op grond van het ESER 1979 of het ESR 1995. Het verdient daarentegen aanbeveling de beste gegevens te gebruiken die beschikbaar zijn, namelijk die van het ESR 1995. De vertegenwoordigers van de lidstaten in het Raadgevend Comité voor de Eigen Middelen delen deze mening.

Om de gegevens van het ESR 1995 te mogen gebruiken is een kleine wijziging van Verordening 2223/96 nodig, en dat is het doel van deze ontwerp-verordening. Sommige lidstaten hebben er specifiek om gevraagd de wetgeving op dit punt in orde te brengen.