Toelichting bij COM(2001)401 - Tijdelijk defensief mechanisme voor de scheepsbouw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)401 - Tijdelijk defensief mechanisme voor de scheepsbouw.
bron COM(2001)401 NLEN
datum 26-07-2001
Achtergrond

1. In verband met de problemen op de mondiale scheepsbouwmarkt, met name overcapaciteit en gestaag afnemende prijzen, hebben de Europese Commissie en de Koreaanse regering, als twee van de belangrijkste partijen op de mondiale scheepsbouwmarkt, in maart 2000 besprekingen gevoerd ten einde stabiliteit en eerlijke concurrentie op deze markt te bevorderen.

2. Beide partijen ondertekenden op 22 juni 2000 het proces-verbaal van overeenstemming inzake de mondiale scheepsbouwmarkt (het 'proces-verbaal van overeenstemming'). Het proces-verbaal van overeenstemming bevat onder meer toezeggingen om financieel niet-haalbare overinvesteringen en onderbieding te vermijden; de overeenstemming dat alle kostenfactoren in de scheepsprijzen tot uiting moeten komen; en regelmatig overleg tussen beide partijen. De Commissie is van mening dat Korea deze toezeggingen niet volledig is nagekomen en dat er nog steeds oneerlijke concurrentie bestaat op de internationale markt, en zij stelt vast dat de situatie in sommige marktsegmenten nog steeds problematisch is.

3. Vanwege deze moeilijkheden verklaarde de Commissie zich in november 2000 bereid om aan de Industrieraad van 5 december 2000 voor te stellen dat zij met Korea zou onderhandelen over een bevredigende overeenkomst, dat zij tegen 1 mei 2001 verslag zou uitbrengen aan de Raad over de stand van de onderhandelingen; en dat zij zou voorstellen om de zaak aan de WTO voor te leggen ten einde iets te ondernemen tegen de oneerlijke Koreaanse praktijken indien er geen oplossing zou worden gevonden via onderhandelingen. In dat laatste geval zou de Commissie voorts bereid zijn om een tijdelijk defensief mechanisme voor te stellen dat speciaal bedoeld zou zijn om de oneerlijke Koreaanse praktijken tegen te gaan voor de duur van de WTO-procedure. De Industrieraad nam in zijn conclusies van 4 december 2000 nota van het voorstel van de Commissie.

4. Het standpunt van de Commissie inzake de scheepsbouw van 8 mei 2001 werd op 14 en 15 mei 2001 aan de Raad voorgelegd. Ondanks de pogingen om met Korea te onderhandelen was er geen overeenkomst bereikt. De Raad verklaarde zich een sterk voorstander van het voornemen van de Commissie om een procedure bij de WTO te starten, indien er tegen 30 juni 2001 geen bevredigende oplossing met Korea zou worden overeengekomen. De Raad nam voorts nota van het voornemen van de Commissie om tegelijkertijd een tijdelijk defensief mechanisme in te voeren.

5. Aangezien de onderhandelingen met Korea geen oplossing hebben opgeleverd, acht de Commissie het thans zaak om de kwestie aan de WTO voor te leggen en een tijdelijk defensief mechanisme voor te stellen.

Het voorstel

6. De Commissie tekent bij dit voorstel aan dat bedrijfsteun geen doeltreffend middel is gebleken om de communautaire scheepswerven te beschermen tegen oneerlijke internationale concurrentie. Om die reden werd er, krachtens artikel 3 van de verordening van de Raad betreffende de steunverlening aan de scheepsbouw  i, vanaf 2001 geen bedrijfssteun meer toegestaan.

7. Overeenkomstig het standpunt van de Commissie inzake de scheepsbouw van 8 mei wordt een uitzonderlijke, tijdelijke maatregel voorgesteld die uitsluitend van toepassing zal zijn op die marktsegmenten waarvoor gebleken is dat de communautaire scheepsbouwindustrie aanzienlijk benadeeld is door de oneerlijke handelspraktijken van Korea. Het betreft hier de marktsegmenten containerschepen en producten- en chemicaliëntankers, waarvoor het voorstel onder bepaalde omstandigheden een maximale steunintensiteit van 14% van de contractwaarde vóór de steun voorziet.

8. Krachtens het voorstel moet ieder steunaanbod van meer dan 6% worden aangemeld bij en goedgekeurd door de Commissie. De Commissie zal dergelijke aanbiedingen alleen kunnen toestaan indien duidelijk is dat het bedrag van de steun beperkt is tot hetgeen strikt noodzakelijk is om het contract binnen de EU te houden. Om ervoor te zorgen dat de steun tot het noodzakelijke minimum beperkt blijft en om de Commissie te helpen deze aanmeldingen efficiënt te beoordelen, wordt in het voorstel bepaald dat de Commissie, na ontvangst van een aanmelding, de informatie betreffende het scheepstype en de grootte, de partijen bij de overeenkomst en het steunbedrag zal doorgeven aan alle lidstaten, die dit ter beschikking dienen te stellen van alle scheepswerven op hun grondgebied die in staat zijn dat scheepstype te bouwen.

9. Overeenkomstig de conclusies van de Industrieraad van 5 december 2000 fungeert het voorgestelde tijdelijk defensieve mechanisme als flankerende maatregel bij de stappen die de Gemeenschap tegen Korea neemt in het kader van de WTO. Het mag pas van toepassing worden nadat de Gemeenschap de WTO-procedure heeft ingeleid door om overleg met Korea te verzoeken overeenkomstig het Memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen van de Wereldhandelsorganisatie, en dient slechts zolang te worden gehandhaafd totdat de WTO-procedure is afgesloten. Er wordt derhalve voorgesteld dat het mechanisme niet meer van toepassing zal zijn nadat de procedure bij de WTO is afgehandeld of opgeschort, en dat het hoe dan ook op 31 december 2002 zal aflopen.