Toelichting bij COM(2001)100 - Niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)100 - Niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid.
bron COM(2001)100 NLEN
datum 21-02-2001
1. Achtergrond van het voorstel

In het op 18 januari 1999 door de Raad Economie/Financiën goedgekeurde verslag van het Monetair Comité (EFC) over de statistische vereisten in de EMU, werd onder meer gewezen op de behoefte aan gemeenschappelijke en geharmoniseerde kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën van de lidstaten.

In dit verband werd voorrang gegeven aan elementen die op nationaal niveau reeds voorhanden zijn of snel beschikbaar kunnen komen: na bespreking in de desbetreffende werkgroepen en na goedkeuring door het Comité statistisch programma heeft de Commissie een verordening met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën  i goedgekeurd. Krachtens deze verordening van de Commissie moeten vanaf juni 2000 de kwartaalgegevens betreffende de voornaamste elementen van de overheidsinkomsten en betreffende sociale uitkeringen (exclusief sociale overdrachten in natura) binnen drie maanden na het einde van het kwartaal waarop zij betrekking hebben, worden ingediend.

In april 2000 werd in het tweede voortgangsverslag van het EFC over de implementatie van de statistische vereisten erkend dat bij deze 'eerste stap' vorderingen waren gemaakt. De volgende aanbevelingen werden gedaan: 'De lidstaten moeten deze eerste stap voltooien en werken aan de opstelling van vereenvoudigde niet-financiële kwartaalrekeningen van de overheid binnen drie maanden na afloop van de desbetreffende periode. (...) Verwacht wordt dat in 2005 de uiteindelijke doelstelling van vereenvoudigde nationale kwartaalrekeninggegevens voor alle landen wordt bereikt. (...) In de overgangsperiode 2002-2005 zullen de lidstaten de Commissie (Eurostat) gegevens verstrekken over de overheidsuitgaven en -inkomsten op grond van zo goed mogelijke schattingen, in het bijzonder voor de opstelling van aggregaten voor de eurozone.'

De voorgestelde verordening is ook vermeld in het actieplan over de statistische vereisten van de EMU dat op 29 september 2000 door de Raad Economie/Financiën werd goedgekeurd: zij maakt deel uit van de lijst van wijzigingen van bestaande verordeningen die de Commissie begin 2001 bij de Raad moet indienen.

De verordening is vervolgens opgesteld in het licht van de bovengenoemde bepalingen.

Het voorstel is besproken door de werkgroep voor kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën, de werkgroep voor nationale rekeningen en de werkgroep voor financiële rekeningen.

2. Inhoud van het voorstel voor een verordening

De verordening heeft tot doel de volgende gegevens te specificeren:

-de inhoud van de niet-financiële jaarrekeningen van de overheid;

-de lijst van de ESR 95-categorieën waarover gegevens moeten worden ingediend en de belangrijkste kenmerken ervan.


Deze worden hieronder samengevat.

De inhoud van deze niet-financiële kwartaalrekeningen wordt gedefinieerd aan de hand van de lijst van niet-financiële transacties volgens ESR 95 die de elementen van de overheidsuitgaven en -inkomsten vormen.  i

Krachtens de verordening moeten gegevens worden ingediend over de ESR 95-categorieën die een element van de overheidsuitgaven en -inkomsten zijn en niet vallen onder Verordening (EG) nr. 264/2000 van de Commissie van 3 februari 2000 met betrekking tot kortetermijnstatistieken van de overheidsfinanciën.

De verordening schrijft voor dat de kwartaalgegevens binnen drie maanden na afloop van het desbetreffende kwartaal moeten worden ingediend.

Uiterlijk op 30 juni 2002 moeten alle lidstaten de eerste gegevens indienen. Tijdens de overgangsperiode- van 30 juni 2002 tot en met 30 maart 2005 - zijn 'zo goed mogelijke schattingen' van de kwartaalgegevens toegestaan. Vanaf 30 juni 2005 moeten de kwartaalgegevens volledig in overeenstemming met ESR 95 zijn ("zo goed mogelijke schattingen" zijn dan niet meer toegestaan).

Bij de eerste gegevensoverdracht, uiterlijk op 30 juni 2002, moeten de kwartaalgegevens - of 'zo goed mogelijke schattingen' - over het eerste kwartaal van 1999 tot het eerste kwartaal van 2002 worden ingediend.

Voor enkele landen wordt overwogen een uitzonderingsbepaling betreffende de begindatum van 30 juni op te nemen. Zij kunnen maximaal een jaar respijt krijgen. De begindatum voor de landen waarvoor een uitzonderingsbepaling geldt, is dus uiterlijk 30 juni 2003; zij moeten dan de kwartaalgegevens over de periode vanaf 1999 tot het eerste kwartaal van 2003 indienen.