Toelichting bij COM(2002)640 - Vaststelling, voor het visseizoen 2003, van de oriëntatieprijzen en de gemeenschappelijke productieprijzen voor bepaalde visserijproducten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 104/2000

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

In artikel 18 van Verordening (EG) nr. 104/2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur is bepaald dat voor alle in bijlage I genoemde producten en voor alle in bijlage II genoemde producten of groepen van producten een oriëntatieprijs wordt vastgesteld. Die oriëntatieprijs wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van de prijzen die tijdens de laatste drie visseizoenen voorafgaand aan het visseizoen waarvoor deze prijs wordt vastgesteld op de groothandelsmarkten of in de havens voor een belangrijk gedeelte van de communautaire productie zijn geconstateerd.

Andere factoren waarmee verder nog rekening wordt gehouden zijn de eventuele noodzaak de marktprijzen te stabiliseren of bij te dragen tot de ondersteuning van het inkomen van de producenten, en voorts de belangen van de consumenten.

In de periode 1999-2001 gaven de gemiddelde prijzen voor magere vis ten opzichte van de periode 2000-2002 weer stijgingen tussen +1% en +8% te zien. In de eerste zes maanden van 2002 lag het prijspeil voor magere vis over het algemeen hoger dan in dezelfde periode van voorgaande jaar. Gezien deze gunstige marktsituatie, stelt de Commissie voor de meeste soorten magere vis een verhoging van de oriëntatieprijs met 1% à 2,5% voor, behalve voor hondshaai, schelvis, schol en schar. Voorgesteld wordt om de huidige prijzen voor bot, zeeduivel zonder kop en tong te handhaven. Voor de pelagische vissoorten is de marktsituatie sterk verbeterd.

De prijsstijgingen in de periode 1999-2001 ten opzichte van de periode 1998-2000 liggen tussen 3% en 33% tot zelfs 80% voor Spaanse makreel. In de meeste gevallen is de prijs in de eerste zes maanden van 2002 even hoog gebleven. Voor deze soorten stelt de Commissie daarom een verhoging van de oriëntatieprijs met +1% (sardines) tot +3% (haring) voor.

Voor de overige in bijlage I genoemde soorten, en vooral voor de schaaldieren, was de marktsituatie de laatste tijd minder gunstig. Daarom stelt de Commissie voor de oriëntatieprijs voor die soorten niet of in geringe mate te wijzigen.

Wat de onder bijlage II vallende bevroren producten betreft, was de prijsontwikkeling op de internationale markten vrij gunstig, behalve voor heek in gehele staat en zwaardvis, waarvoor de Commissie voorstelt de oriëntatieprijs respectievelijk met 1% of 1,5% te verlagen.

Voorts is in artikel 26 van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad bepaald dat voor tonijn die bestemd is voor de conservenindustrie, een communautaire productieprijs wordt vastgesteld. Die oriëntatieprijs wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van de prijzen die tijdens de laatste drie visseizoenen voorafgaand aan het visseizoen waarvoor deze prijs wordt vastgesteld op de groothandelsmarkten of in de havens voor een belangrijk gedeelte van de communautaire productie zijn geconstateerd.

In de periode 2000-2002 is de gemiddelde prijs in de Gemeenschap gestegen in vergelijking met de periode 1999-2001. In de eerste zes maanden van 2002 zette deze trend door. Met het oog op deze marktsituatie stelt de Commissie voor de communautaire productieprijs voor het visseizoen 2003 met 1% te verhogen.