Toelichting bij COM(2003)176 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Een fundamentele herziening op grond van een uitgebreide evaluatie en de door de Europese Raad uitgestippelde koers

Artikel 128, lid 2, van het Verdrag voorziet in de jaarlijkse vaststelling, op grond van een voorstel van de Commissie, van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

Dit voorstel voorziet in een fundamentele herziening van de richtsnoeren op grond van een door de Commissie en de lidstaten gezamenlijk verrichte uitvoerige evaluatie van de ervaringen die in de eerste vijf jaar met de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) zijn opgedaan. Die evaluatie leidde tot een mededeling van 14 januari 2003 waarin de Commissie uiteenzet hoe zij de toekomst van de Europese werkgelegenheidsstrategie en de prioriteiten voor de nieuwe werkgelegenheidsrichtsnoeren ziet  i. De voorstellen houden rekening met de uitvoerige discussie en raadpleging die in 2002 en tot nu toe in 2003 met alle EU-instellingen en de voornaamste belanghebbenden, waaronder het maatschappelijk middenveld, hebben plaatsgevonden. Zij houden met name rekening met de belangrijke bijdragen van het Europees Parlement, waaronder de resolutie van 25 september 2002 over de balans van de EWS, de resolutie van 5 december 2002 over het stroomlijnen van de jaarlijkse coördinatiecyclus voor het economisch en werkgelegenheidsbeleid, en de resolutie van februari 2003 over de voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad.

Op zijn voorjaarsbijeenkomst van 20 en 21 maart 2003 in Brussel heeft de Europese Raad een duidelijke koers uitgestippeld voor de toekomstige werkgelegenheidsrichtsnoeren, waarin de belangrijkste boodschappen terug te vinden zijn die de Raad en de Commissie in het kader van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid van 6 maart 2003 hebben doen uitgaan.

Een middellangetermijnstrategie voor de aanpak van de nieuwe uitdagingen voor de arbeidsmarkt

Volgens de richtsnoeren moet de Europese werkgelegenheidsstrategie worden herzien om rekening te houden met een uitgebreide Europese Unie en betere resultaten te boeken met de strategie van Lissabon. De evaluatie van de ervaringen in het verleden heeft de positieve rol van de werkgelegenheidsstrategie bij de ondersteuning van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren bevestigd. De zich in versneld tempo voltrekkende economische, sociale en demografische veranderingen, de mondialisering en de eisen van een moderne economie, alsook de op handen zijnde uitbreiding van de EU, vormen belangrijke uitdagingen voor de werkgelegenheid die nu in de richtsnoeren moeten worden aangepakt.

Geheel in lijn met de verlangde gestroomlijnde aanpak is het de bedoeling de werkgelegenheidsrichtsnoeren stabieler te maken en meer te richten op de verwezenlijking van de in Lissabon vastgestelde doelstellingen op middellange termijn voor het jaar 2010. Hiertoe moeten de veranderingen in de richtsnoeren, die conform het Verdrag jaarlijks zullen blijven worden vastgesteld, tot een minimum beperkt worden tot de tussentijdse evaluatie in 2006. Deze stabiliteit moet worden bereikt door minder en eenvoudigere richtsnoeren, die een afspiegeling zijn van de belangrijkste gemeenschappelijke uitdagingen. Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Brussel in 2003 wordt het accent gelegd op meer resultaatgerichte richtsnoeren die de lidstaten in staat stellen een passende combinatie van maatregelen uit te werken. Passende streefdoelen moeten hierbij als uitgangspunt dienen.

Steun voor de doelstellingen van Lissabon

Wil de uitvoering van de agenda van Lissabon slagen, dan moet het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten op een evenwichtige manier drie elkaar aanvullende en wederzijds ondersteunende doelstellingen bevorderen, namelijk volledige werkgelegenheid, kwaliteit en productiviteit van de arbeid en sociale samenhang en integratie. Voor de verwezenlijking van deze doelstellingen zijn verdere structurele hervormingen vereist die zich richten op tien gelijkwaardige hoofdprioriteiten, en moet speciale aandacht worden besteed aan het beheer van het proces. De werkgelegenheidsrichtsnoeren worden daarom onderverdeeld in drie delen, die betrekking hebben op de drie overkoepelende doelstellingen van de strategie, de tien hoofdprioriteiten van de structurele hervorming en de noodzaak de uitvoering en het beheer van het proces te verbeteren. Alle drie de onderdelen van de richtsnoeren moeten in de nationale werkgelegenheidsplannen worden overgenomen en op EU-niveau gecontroleerd worden.

Prioriteiten voor de aanpak van bestaande en nieuwe uitdagingen

Binnen de prioriteiten wordt de continuïteit gewaarborgd door het feit dat een groot aantal richtsnoeren en prioriteiten van de vorige generatie ook in de nieuwe richtsnoeren terugkomen. Belangrijke voorbeelden daarvan zijn activering en preventie, hervorming van de belasting- en uitkeringsstelsels, ondernemerschap, aanpassingvermogen en het evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid, alsook gelijke kansen voor iedereen. Aan een aantal gebieden wordt meer gewicht toegekend, zoals levenslang leren, actief ouder worden, vergroting van het arbeidsaanbod en de aanpak van zwartwerk.

Een goed beheer vereist een daadwerkelijk partnerschap tussen de voornaamste belanghebbenden en met name de actieve betrokkenheid van de Europese instellingen, nationale regeringen en parlementaire organen, regionale en lokale overheden, sociale partners en het maatschappelijk middenveld. In de richtsnoeren wordt meer plaats ingeruimd voor de verbetering van de uitvoering en het beheer van het proces.

Consistentie en complementariteit met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid

De Europese Raad van Barcelona drong aan op een betere stroomlijning van de beleidscoördinatieprocessen, met gesynchroniseerde tijdschema's voor de vaststelling van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de werkgelegenheidsrichtsnoeren. In zijn verslag van 3 december 2002 over het stroomlijnen van de beleidscoördinatieprocessen was de Raad van mening dat deze stroomlijning tot doel moet hebben de transparantie en doeltreffendheid te verbeteren, overlappingen en herhalingen bij het formuleren van de richtsnoeren te vermijden en consistentie, complementariteit en samenhang te bewerkstelligen. Daarom worden de werkgelegenheidsrichtsnoeren samen met de aanbevelingen voor de werkgelegenheid en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid gepresenteerd in de vorm van een pakket. Het is de bedoeling dat dit pakket aan het eind van de eerste helft van 2003 door de Raad zal worden goedgekeurd.

Binnen een gestroomlijnde aanpak zorgen de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de overkoepelende coördinatie van het economisch beleid voor de Europese Unie, terwijl de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de aanbevelingen voor de werkgelegenheid aan de lidstaten de leidende rol spelen in de coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid. De Europese Raad van Brussel van 2003 sprak de wens uit dat de werkgelegenheidsrichtsnoeren en de globale richtsnoeren voor het economisch beleid in hun werking consistent zijn.