Toelichting bij COM(2003)648 - Toetreding van Canada tot de Overeenkomst betreffende de oprichting van een Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie tussen de VS, Japan, Rusland en, optredende als één partij, Euratom en de EEG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Op 27 november 1992 hebben de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, terwijl zij optraden als één partij (hierna 'de Gemeenschappen' genoemd), met de Verenigde Staten van Amerika, Japan en de Russische Federatie een Overeenkomst gesloten betreffende de oprichting van een Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie (hierna 'de Overeenkomst' genoemd). De Gemeenschappen hebben die Overeenkomst gesloten bij hun Verordeningen (EEG) nr. 3955/92 van de Raad en (Euratom) nr. 3956/92 van de Commissie van 21 december 1992.

2. Het Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie (hierna 'het Centrum' genoemd) treedt op als intergouvernementele organisatie met eigen handelingsbevoegdheid overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de partijen. De doelstellingen van het Centrum zijn wapenspecialisten, vooral die met kennis en vaardigheden met betrekking tot massavernietigingswapens of raketlanceersystemen in de Russische Federatie en andere staten van het GOS en in Georgië, de gelegenheid te bieden om hun talenten te heroriënteren op vreedzame activiteiten en om bij te dragen tot de oplossing van nationale of internationale technische problemen en in ruimere zin tot het doel de overgang naar een markteconomie die inspeelt op civiele behoeften, te bevorderen.

3. Op 28 maart 2003 heeft Canada de Raad van bestuur van het Centrum in kennis gesteld van zijn wens om partij bij de Overeenkomst te worden. Overeenkomstig artikel XIII van de Overeenkomst berust de verantwoordelijkheid voor de goedkeuring van die toetreding bij de Raad van bestuur van het Centrum.

4. De toetreding van Canada past in het kader van de Overeenkomst en sluit meer in het algemeen aan bij de steun aan het initiatief van de G8 en het mondiale partnerschap tegen de verspreiding van massavernietigingswapens waarvan de doelstellingen overeenstemmen met de doelstellingen van het Centrum inzake non-proliferatie en deskundigheid. De toetreding van Canada past ook in het streven van de partijen om het aantal partijen uit te breiden in het besef dat het welslagen van het Centrum krachtige steun vereist van regeringen, stichtingen, universitaire en wetenschappelijke instellingen en andere intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties.

5. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3955/92 van de Raad moet het standpunt van de Gemeenschappen voor aangelegenheden die onder artikel XIII van de Overeenkomst vallen, worden bepaald door de Raad en in de regel worden verwoord door het Voorzitterschap.

6. Gezien het bovenstaande stelt de Commissie de Raad voor:

- namens de Gemeenschappen de toetreding van Canada tot de Overeenkomst betreffende de oprichting van een Internationaal Centrum voor wetenschap en technologie tussen de Verenigde Staten van Amerika, Japan, de Russische Federatie en, optredende als één partij, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Economische Gemeenschap goed te keuren;

- het Voorzitterschap van de Raad te machtigen om deze goedkeuring in de Raad van bestuur van het Centrum te verwoorden.