Toelichting bij COM(2002)234 - Wijziging van Verordening 2223/96 betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen, de afwijkingen met betrekking tot de indiening van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en de indiening van gegevens over de werkzame personen in gewerkte uren - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2002)234 - Wijziging van Verordening 2223/96 betreffende de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale ... |
|---|---|
| bron | COM(2002)234   |
| datum | 15-05-2002 |
In het verslag van het Monetair Comité over statistische vereisten in de EMU, waaraan de Ecofin-Raad op 18 januari 1999 zijn goedkeuring heeft gehecht, werd onder meer gewezen op de noodzaak de indieningstermijn voor de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen te verkorten, de afwijkingen voor bepaalde lidstaten, die de berekening van de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaal- en jaarrekeningen verhinderen, af te schaffen en de gegevens in de nationale rekeningen over de werkzame personen te harmoniseren door deze gegevens in de eenheid 'gewerkte uren' in te dienen.
In het 'Actieplan over de statistische vereisten van de EMU' waaraan de Ecofin-Raad op 29 september 2000 zijn goedkeuring heeft gehecht, wordt naar de voorgestelde verordening verwezen: deze is opgenomen in de lijst van wijzigingen op bestaande verordeningen die medio 2001 door de Commissie aan de Raad moeten worden voorgelegd (zie actieplan, punt IV).
Ten slotte wordt de voorgestelde verordening genoemd in het 3e voortgangsrapport over de implementatie van het verslag van het Monetair Comité over informatievereisten in de EMU, waaraan de Ecofin-Raad op 19 januari 2001 zijn goedkeuring heeft gehecht: de verordening is in bijlage IV bij het 3e voortgangsrapport opgenomen in de lijst van wijzigingen op de bestaande wetgeving, die medio 2001 door de Commissie aan de Raad moeten worden voorgelegd.
Vervolgens is de verordening opgesteld in het kader van bovengenoemde bepalingen
2. Inhoud van het voorstel voor een verordening
Met de verordening wordt beoogd:
- de indieningstermijnen voor de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen te verkorten;
- de aan lidstaten toegestane afwijkingen, die de berekening van de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaal- en jaarrekeningen voor het eurogebied en de Europese Unie verhinderen, af te schaffen;
- ervoor te zorgen dat de gegevens in de nationale rekeningen over de werkzame personen in de eenheid 'gewerkte uren' worden ingediend.
Deze aspecten worden hieronder kort samengevat.
Wat de kwartaalcijfers betreft, moet tabel 1 van bijlage B van het ESR 1995 - Belangrijkste aggregaten, kwartaal- en jaarcijfers - momenteel vier maanden na het eind van de referentieperiode zijn ingediend. In deze verordening wordt voorgesteld deze termijn terug te brengen tot 70 dagen na het eind van de referentieperiode.
Voor de berekening van de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen voor het eurogebied en de Europese Unie zijn de belangrijkste driemaandelijkse en jaarlijkse aggregaten van de nationale rekeningen van alle lidstaten nodig. In deze verordening wordt voorgesteld alle in bijlage B bij het ESR 1995 aan de lidstaten toegestane afwijkingen af te schaffen aangezien hierdoor de berekening van de belangrijkste aggregaten van de nationale kwartaalrekeningen van het eurogebied en de Europese Unie (aggregaten die zijn opgenomen in tabel 1 van bijlage B bij het ESR 1995) wordt verhinderd. De verordening heeft betrekking op afwijkingen voor zowel de kwartaal- als de jaarcijfers, die ertoe leiden dat dergelijke opstellingen niet mogelijk zijn. Bijlage II van de verordening specificeert voor ieder land de wijzigingen die in bijlage B bij het ESR 1995 moeten worden aangebracht.
Overeenkomstig bijlage B bij het ESR 1995 worden de gegevens in de nationale rekeningen over de werkzame personen uitgedrukt in 'duizend personen' of 'voltijdequivalenten'. Om de vergelijkbaarheid van deze gegevens te verbeteren, wordt in de verordening voorgesteld de gegevens over de werkzame personen, zowel voor de jaar- als voor de kwartaalcijfers, ook te laten indienen in de eenheid 'gewerkte uren'. Bijlage III specificeert de wijzigingen die in tabel 1 van bijlage B moeten worden aangebracht om deze eenheid in het indieningsprogramma op te nemen.