Toelichting bij COM(2003)570 - Veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de EG van bepaalde levende hoefdieren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De uitbraken van de laatste jaren in de Europese Unie, in het bijzonder van mond- en klauwzeer en klassieke varkenspest, hebben geleid tot een grondige herziening van de communautaire maatregelen om deze dierziekten te voorkomen en te bestrijden. De Commissie stelt voor, als een gedeeltelijk antwoord op de dreiging van eventuele nieuwe uitbraken, om de wetgeving die de invoer in de Gemeenschap regelt van wilde en als huisdier gehouden dieren die gevoelig zijn voor mond- en klauwzeer en/of klassieke varkenspest, te rationaliseren, te versterken en te actualiseren.

Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen verzekert een hoge mate van bescherming van de diergezondheid door de vaststelling van algemene hygiënevoorschriften voor bepaalde invoer uit derde landen.

Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt, stelt de voorwaarden vast die gelden voor invoer in de Gemeenschap van andere hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens en paarden die als huisdier worden gehouden, en voorziet in de opstelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten deze dieren mogen invoeren, alsook van de daarmee verband houdende veterinairrechtelijke voorschriften.

Volgens Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen mogen paardachtigen in de Gemeenschap alleen worden ingevoerd uit derde landen die zijn opgenomen in een overeenkomstig Richtlijn 72/462/EEG opgestelde lijst. De bepalingen voor het opstellen van de lijst van derde landen voor paardachtigen moeten in Richtlijn 90/426/EEG worden opgenomen; die richtlijn moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Rekening dient te worden gehouden met de algemene voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG, vooral met betrekking tot het drenken en voederen.

Daarnaast zijn de voorschriften voor vlees en vleesproducten van Richtlijn 72/462/EEG vervangen bij Richtlijn 2002/99/EG houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong; het is daarom opportuun in een nieuwe richtlijn vergelijkbare en geactualiseerde veterinairrechtelijke voorschriften vast te leggen voor levende hoefdieren.

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden zijn nieuwe comitéprocedures en terminologie vastgelegd waarmee rekening moet worden gehouden.

In dit voorstel zullen de invoervoorwaarden en de voorschriften voor diersoorten die gevoelig zijn voor mond- en klauwzeer, die momenteel in twee afzonderlijke richtlijnen zijn vervat (een voor als huisdier gehouden dieren, Richtlijn 72/462/EEG, en een voor wilde dieren, Richtlijn 92/65/EEG), worden samengebracht. Daarom moeten de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ook moet in het voorstel rekening worden gehouden met Besluit 1999/468/EG.

De nieuwe wettelijke basis zal de fundamentele communautaire wetgeving meer in overeenstemming brengen met de nieuwe aanbevelingen van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE).

Kort gezegd, zal het hierna volgende voorstel:

* de veterinairrechtelijke voorschriften inzake import van alle tweehoevige diersoorten in één enkele wetstekst samenvatten;

* de voorwaarden voor het toekennen van een vergunning aan een derde land om paardachtigen (bv. paarden) naar de EU te exporteren, verduidelijken;

* de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG dienovereenkomstig wijzigen.