Toelichting bij COM(2003)374 - Herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2003)374 - Herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand.
bron COM(2003)374 NLEN
datum 27-06-2003
Dit voorstel voor de vaststelling van herstelmaatregelen voor het noordelijke heekbestand vloeit voort uit de eerdere voorstellen ten aanzien van bepaalde bestanden van kabeljauw en heek uit december 2001 en 2002 (COM(2001) 724 definitief en COM (2002) 773 definitief).

Voor het herstel van de kabeljauwbestanden wordt nu een apart voorstel ingediend.

Het algemene doel van het voorstel is het waarborgen van het herstel van het noordelijke heekbestand tot het door wetenschappers aanbevolen voorzorgsniveau binnen een tijdsbestek van vijf à tien jaar.

Het voorstel omvat vier hoofdstukken:

In hoofdstuk I wordt vastgesteld welke gebieden onder dit voorstel vallen en op welk niveau het noordelijke heekbestand overeenkomstig de voorzorgsaanpak minimaal moet worden gebracht. Dit hoofdstuk is sinds het laatste voorstel grotendeels ongewijzigd gebleven. Het betrokken gebied is het gebied waar het noordelijke heekbestand zich bevindt, bestaande uit de EG-wateren van Noordzee, Skagerrak en Kattegat, ten westen van Schotland, het Kanaal, de Ierse Zee, de Keltische Zee, ten westen van Ierland en de Golf van Biskaje.

In hoofdstuk II is bepaald hoe groot het bestand minimaal moet zijn; onder deze grenzen loopt het bestand volgens wetenschappers groot gevaar volledig in te storten.

Verder staan in dit hoofdstuk richtsnoeren om de hoogte van de totaal toegestane vangst (TAC) te bepalen op basis van ramingen van de huidige omvang van het bestand door wetenschappers. Indien de raming van de omvang van een bestand lager is dan het aanbevolen niveau maar hoger of slechts weinig lager dan het minimumniveau, wordt de TAC zo vastgesteld dat het bestand in het volgende jaar naar verwachting met 10% zal toenemen. Indien dit bestand volgens de raming echter aanzienlijk kleiner is dan het minimumniveau, worden strengere maatregelen voorgesteld.

Het hoofdstuk bevat bovendien nadere bepalingen inzake het beginsel dat de grootste jaarlijkse verhoging of verlaging, van welke TAC dan ook, na het eerste jaar van het herstelplan nooit meer dan 15% mag bedragen.

Als voorwaarde voor de vaststelling van TAC's geldt echter wel dat de door wetenschappers voor de voorzorgsaanpak aanbevolen visserijsterftecijfers -- d.w.z. de maximale visserijsterftecijfers die een duurzame exploitatie mogelijk maken -- nooit mogen worden overschreden. De Commissie acht overschrijding van deze cijfers onverenigbaar met de voorzorgsaanpak.

Hoofdstuk III bevat de voorstellen van de Commissie voor het beheer van een regeling ter beperking van de visserij-inspanning -- d.w.z. het vaststellen van de maximale duur van de visserijactiviteiten van vaartuigen overeenkomstig de vastgestelde TAC's. Voor de noordelijke heek geldt de inspanningsregeling uitsluitend in de gebieden waar het grootste deel van dit bestand zich bevindt, namelijk ten westen van Ierland, in de Keltische Zee, in de Golf van Biskaje en in het westelijk deel van het Kanaal. De Commissie is van mening dat in de gebieden die bij het herstelplan voor de noordelijke heek buiten beschouwing zijn gelaten, de maatregelen ten aanzien van kabeljauw voldoende bescherming zullen bieden aan de kleine hoeveelheden noordelijke heek die zich daar bevinden. Deze voorstellen zijn aanzienlijk eenvoudiger dan de vorige. De regeling biedt de lidstaten en vissers meer flexibiliteit bij het beheer van de visserij-inspanning en bij de verdeling daarvan per visserijvaartuig. Bovendien garandeert de regeling een doeltreffende en proportionele vermindering van de visserij-inspanning in iedere lidstaat met afdoende bewaking en controles.

In het kort werkt de regeling als volgt:

* om te beginnen wordt de totale visserij-inspanning berekend van alle vaartuigen die in het verleden op noordelijke heek hebben gevist;

* vervolgens wordt bepaald in welke mate deze visserij-inspanning moet worden verminderd om te voldoen aan de vastgestelde TAC;

* deze vermindering wordt verdeeld over de lidstaten naar verhouding van hun aandeel in de totale door alle lidstaten in de referentieperiode aangelande hoeveelheden noordelijke heek.

Het is aan de lidstaten om deze inspanningsbeperkingen, uitgedrukt in kilowattdagen, te verdelen over hun visserijvaartuigen, zij het steeds binnen het betrokken geografische gebied. De kilowattdagen zijn volledig overdraagbaar en mogen binnen het gebied op elk moment van het jaar worden gebruikt.

De regeling heeft nog meer specifieke kenmerken -- zoals een exacte definitie van een 'buitengaats doorgebrachte dag' en uitzonderingen op de regels voor het tellen van dagen in uitzonderlijke omstandigheden --, die voortvloeien uit het overleg dat heeft plaatsgevonden in verband met de tenuitvoerlegging van de tijdelijke herstelmaatregelen voor kabeljauw in december 2002.

Hoofdstuk IV voorziet in maatregelen ter verbetering van de bewaking, inspecties en controles ten aanzien van vaartuigen die onder de regeling voor inspanningsbeperking vallen. Deze maatregelen betreffen onder andere de voorafgaande kennisgeving, de verplichte aanlanding in aangewezen havens en voorschriften inzake opslag en vervoer.

Dit hoofdstuk bevat nauwelijks wijzigingen ten opzichte van de eerdere voorstellen, maar de voorschriften inzake het gebruik van satellietvolgsystemen zijn wel geschrapt, aangezien deze aan de orde zullen komen in een nieuwe verordening over dit onderwerp in het kader van de hervorming van het GVB.

Deze verordening bevat geen technische instandhoudingsmaatregelen. Verscheidene technische maatregelen ter ondersteuning van het herstel van de noordelijke heekbestanden zijn al opgenomen in het voorstel van de Commissie (COM(2002)672 definitief) tot wijziging en vervanging van Verordening (EG) nr. 850/1998 van de Raad. Momenteel wordt nader onderzoek gedaan naar technische instandhoudingsmaatregelen voor het herstel van het noordelijke heekbestand en wellicht zal de Commissie in dit verband later verdere voorstellen indienen.

De bij deze verordening ten uitvoer gelegde maatregelen voor het herstel van het noordelijke heekbestand hebben ook rechtstreeks gevolgen voor degenen die vissen op soorten die samen worden gevangen met de soorten ten aanzien waarvan inspanningsbeperkingen worden voorgesteld. Ondanks het feit dat dit niet uitdrukkelijk in de verordening wordt vermeld, hebben de maatregelen namelijk ook gevolgen voor de TAC's voor andere soorten en bestanden die samen met de noordelijke heek worden gevangen.

Dit voorstel vervangt de bepalingen van het gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde bestanden van kabeljauw en noordelijke heek (COM(2002)773 definitief).