Toelichting bij COM(2004)192 - Aanpassingscoëfficiënten die met ingang van [1 mei 2004] van toepassing zijn op de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

Bij zijn besluit van xxx tot wijziging van het statuut heeft de Raad besloten de aanpassingscoëfficiënten voor de vanaf [1 mei 2004] verworven pensioenrechten af te schaffen en de voor die datum verworven rechten bij wijze van overgangsmaatregel te beschermen door de toepassing van specifieke aanpassingscoëfficiënten voor de pensioenen.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 20 van bijlage XIII en artikel 3 van bijlage XI bij het statuut stelt de Raad de aanpassingscoëfficiënten vast die van toepassing zijn op de vóór [1 mei 2004] verworven pensioenrechten.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van bijlage XI bij het statuut is in België en Luxemburg geen aanpassingscoëfficiënt van toepassing.

2. Voor de pensioenen berekende aanpassingscoëfficiënten

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, lid 3, onder a), tweede alinea, van bijlage XI bij het statuut heeft Eurostat de economische pariteiten berekend die op 1 juli 2003 de gelijkwaardigheden in koopkracht vaststellen van de pensioenen van de Europese Gemeenschappen die in de lidstaten worden uitbetaald, gemeten aan België.

De voor de afzonderlijke landen geldende aanpassingscoëfficiënten worden rechtstreeks bepaald door de verhouding tussen deze economische pariteiten en de op 1 juli 2003 geldende wisselkoersen.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van bijlage VII van het statuut zijn deze coëfficiënten met ingang van [1 mei 2004] rechtstreeks van toepassing op de overmakingen aan de ambtenaren en andere personeelsleden.

De economische pariteiten, de wisselkoersen en de voor de pensioenen berekende aanpassingscoëfficiënten zijn opgenomen in tabel A hieronder.


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

3. Op de pensioenen toe te passen aanpassingscoëfficiënten

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 20, lid 2, van bijlage XIII bij het statuut zijn de op de pensioenen toe te passen aanpassingscoëfficiënten een gewogen gemiddelde, resulterend uit 80% van de in artikel 3, lid 5, eerste streepje, van bijlage XI van het statuut vermelde aanpassingscoëfficiënten (van toepassing op de bezoldigingen van de ambtenaren) en 20% van de in hetzelfde lid, tweede streepje, vermelde aanpassingscoëfficiënten (de voor de pensioenen berekende aanpassingscoëfficiënten).

De voor de afzonderlijke landen op de pensioenen toe te passen aanpassingscoëfficiënten zijn opgenomen in tabel B hieronder.


>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>