Toelichting bij COM(2004)91 - Vaststelling van een gemeenschappelijk meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe online-technologieën

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

Het internet is nu echt helemaal ingeburgerd. Was het internet in het begin nog een communicatiemedium voor wetenschapsbeoefenaren, thans is het uitgegroeid tot een medium dat door iedereen, huishoudens, scholen, bedrijven en overheid, wordt gebruikt. Het internet heeft de toon gezet voor het einde van de 20e eeuw en het begin van de 21e en zijn potentieel wordt nog lang niet ten volle benut.

Illegale en schadelijke inhoud en wangedrag op het internet blijft de wetgever, het bedrijfsleven en eindgebruikers, met name ouders en opvoeders, zorgen baren. De Europese Unie loopt al sinds 1996 voorop bij de strijd tegen illegale en schadelijke inhoud i.


Het programma voor een veiliger internet 1999 - 2004 i is een zeer belangrijk onderdeel van de activiteiten die de Commissie op dit terrein ontplooit. Met het programma is een Europees netwerk van meldpunten (klachtenlijnen) opgezet, zijn gedragscodes en zelfregulering aangemoedigd, is de ontwikkeling van filter- en beoordelingssystemen gesteund en zijn bewustmakingsacties gestimuleerd.


Volgens een recent afgeronde externe evaluatie van de periode 1999-2002 i is met programma de eerste 4 jaar een significante bijdrage geleverd, maar zijn de problemen op dit gebied dusdanig complex en is het aantal betrokken actoren hier dermate groot dat er nog verdere maatregelen moeten worden genomen.


Er zijn nieuwe uitdagingen van zowel kwantitatieve als kwalitatieve aard.

Kwalitatief: met de nieuwe technologieën krijgen computers steeds krachtiger processors en een steeds grotere opslagcapaciteit, maakt breedband de verspreiding mogelijk van inhoud die een grote bandbreedte vergt, zoals video, en krijgen wij nu ook een nieuwe generatie mobiele telefoonnetwerken met grotere bandbreedte, waarmee pornografisch materiaal kan worden verspreid. Er zijn dan ook discussies aan de gang over manieren om de toegang tot dit soort inhoud te beperken, zodat ouders kunnen beschikken over telefoons met blokkeerfilters om te voorkomen dat kinderen per ongeluk op expliciete websites en in voor hen ongeschikte online chatrooms terechtkomen.

Kwantitatief: de reeds beschreven technologische veranderingen dragen bij tot een toename van zowel het volume als het aantal typen van de verspreide inhoud.

Er wordt in toenemende mate van het internet en nieuwe technologieën gebruik gemaakt. Internetaansluitingen thuis eisen een steeds groter marktaandeel voor zich op en kinderen die thuis geen internet hebben, vinden op school wel een internetaansluiting. De penetratiegraad van internetaansluitingen thuis beloopt meer dan 42%; voor bedrijven en scholen ligt de internetpenetratiegraad boven de 90%. In de 13 maanden van april 2002 tot april 2003 is, volgens het jongste onderzoek van Nielsen/NetRatings, het aantal Europese internetgebruikers met hogesnelheidsverbindingen (waaronder DSL, LAN en kabelmodem) met 136% gestegen. In sommige landen lag het groeitempo hoger, zoals in het VK, waar met 235% de grootste stijging werd waargenomen.

Breedbandgebruikers brengen veel meer tijd online door, zijn vaker op het internet te vinden, en bezoeken meer websites dan internetgebruikers met een tragere telefoonverbinding. In Duitsland, bijvoorbeeld, brengen smalbandgebruikers iedere maand gemiddeld zeven en een half uur op het internet door, terwijl breedbandgebruikers zo'n 21 uur, ofte wel bijna één dag per maand online te vinden zijn.

Volgens een recente enquête in Denemarken, Ierland, IJsland Noorwegen en Zweden in het kader van een van de bewustmakingsprojecten gefinancierd uit hoofde van het lopende programma, heeft van de kinderen in de leeftijdsgroep 9-16 jaar in deze landen 97% een computer gebruikt.

4 van de 10 kinderen die op het internet gechat hebben, zeggen dat mensen die zij alleen op het net hebben ontmoet hun een ontmoeting in levenden lijve hebben voorgesteld. 14% van de kinderen heeft daadwerkelijk zo'n ontmoeting gehad met iemand met wie zij eerst op het internet gepraat hadden, terwijl slechts 4 % van de ouders denkt dat kinderen dit doen. 44 % van surfende kinderen is per ongeluk of met opzet op een pornografische site terechtgekomen. Een kwart heeft pornografische materiaal via het internet ontvangen. 30 % van de kinderen heeft websites met gewelddadig materiaal gezien, terwijl slechts 15 % van de ouders denkt dat hun kinderen dit hebben gezien.

Aan deze steeds grotere connectiviteit onder kinderen met alle voordelen van dien is echter ook het gevaar van 'collaterale schade' verbonden.

De wildgroei van ongevraagde email, of spam, heeft nu een punt bereikt waar grote problemen ontstaan voor de ontwikkeling van e-handel en de informatiemaatschappij. Spam bestaat voor een belangrijk deel uit advertenties voor pornografisch materiaal, waarvan een deel duidelijk zonder meer illegaal is. Geschat wordt dat meer dan 50% van het emailverkeer in de wereld binnenkort uit spam zal bestaan.

1.

2. Een veiliger gebruik van het internet en nieuwe online-technologieën bevorderen


2.

2.1. Het wetgevingskader


De strijd tegen illegale inhoud vergt andere technieken dan die tegen ongevraagde of schadelijke inhoud (hoewel ongevraagde of schadelijke inhoud ook illegaal kan zijn, zoals vaak het geval is bij spam).

Illegale inhoud en gedragingen worden als zodanig gedefinieerd door de het desbetreffende nationale recht en hoewel er tal van punten van overeenkomst bestaan, zijn er tussen de wetgevingen van de lidstaten (en met die van derde landen waar inhoud kan worden geproduceerd of kan worden gehost) ook significante detailverschillen.

De eerste en meest voor de hand liggende manier om illegale inhoud en gedragingen aan te pakken is de overtreders arresteren, hen voor het gerecht brengen, veroordelen indien schuldig en straffen. Er zijn wellicht ook regelgevingsorganen die tot taak hebben op de naleving van bepaalde regels toe te zien (zoals bij consumentenbescherming) of er zijn misschien parallelle civiele middelen (zoals in het geval van auteursrechtenschendingen).

Bij nieuwe media, zoals het internet, wordt dit proces gecompliceerd door het feit dat de overtreding niet in één land maar verbrokkeld over verschillende landen heeft plaatsgevonden, waardoor het moeilijk kan zijn de hoofdschuldigen binnen een bepaalde jurisdictie te brengen. Internationale samenwerking is daarom geboden.

Ongevraagde inhoud is materiaal dat een gebruiker niet wenst te ontvangen. Schadelijke inhoud is materiaal dat volwassen die voor kinderen verantwoordelijk zijn (ouders of leerkrachten) schadelijk achten voor die kinderen. Er kunnen ook wettelijke bepalingen zijn waardoor de verspreiding van schadelijke inhoud slechts tot volwassenen wordt beperkt (legale pornografie, bijvoorbeeld).

Er zijn tal van verschillende middelen om ongewenste en schadelijke inhoud aan te pakken, welke alle tezamen moeten worden aangewend om meer effect te sorteren: handhaving van wettelijke voorschriften, zelfregulering, technische middelen, zoals filteren, en bewustmaking.

Wat illegale inhoud en de regelgeving inzake de verspreiding van schadelijke inhoud betreft, is de primaire aansprakelijkheid van inhoudleveranciers nog overwegend een aangelegenheid van het nationaal recht. Verder is men niet in alle lidstaten even gevoelig op het stuk van publieke naaktheid en seksuele activiteit en de blootstelling van kinderen aan naakt en geweld.

Er zijn evenwel instrumenten met voorschriften die de lidstaten ten uitvoer moeten leggen.

De richtlijn inzake elektronische handel i bevat een regeling van belangrijke aspecten van de aansprakelijkheid van als tussenpersoon optredende dienstverleners voor 'mere conduit' (het zonder meer doorgeven van berichten), caching en hosting.


De EU heeft de eerste wettelijke maatregelen tegen ongevraagde commerciële berichten of spam genomen met de goedkeuring van een richtlijn inzake privacy en elektronische communicatie i welke zal leiden tot een pan-Europees verbod op spam voor individuele personen. De Commissie heeft een mededeling i over dit onderwerp gepubliceerd, waarin de acties worden omschreven die moeten worden opgezet om de EU-regels aan te vullen en zo het verbod op spam zo doeltreffend mogelijk te maken.



In de Aanbeveling over de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid i worden aanbevelingen gedaan voor de lidstaten, het bedrijfsleven en andere betrokken partijen, en de Commissie, en worden indicatieve richtsnoeren voor de bescherming van minderjarigen gegeven. De tenuitvoerlegging van deze aanbeveling is een eerste keer geëvalueerd in 2000/2001. In het in 2001 gepubliceerde verslag over de toepassing van deze aanbeveling i werd duidelijk gesteld dat de toepassing van deze aanbeveling nu reeds in het algemeen zeer bevredigend is. De Commissie heeft een tweede verslag over de toepassing van de aanbeveling i opgesteld op basis van een vragenlijst die zowel aan de lidstaten als de kandidaat-lidstaten was toegestuurd.




In het kaderbesluit inzake kinderpornografie i worden minimumvereisten aangegeven waaraan de lidstaten zich bij de vaststelling van overtredingen en bij de sanctionering hiervan te houden hebben.


3.

2.2. Toekomstige ontwikkelingen


Het is mogelijk, uitgaande van de huidige trends, voorspellingen te doen over het nieuwe medialandschap en de problemen die zich waarschijnlijk in 2005 en daarna zullen voordoen:

* er zullen nieuwe technologieën en nieuwe manieren om bestaande technologieën te gebruiken worden ontwikkeld. Hiermee zullen verreweg de meeste bedrijven en burgers die zich aan de wet houden nieuwe mogelijkheden in handen krijgen;

* de nieuwe media zullen voor kinderen een belangrijk deel van hun leven worden;

* criminelen zullen de nieuwe media evenwel voor hun misdadige praktijken aanwenden en zullen nieuwe manieren bedenken om bedrijven en consumenten op te lichten;

* naast de meer gestructureerde professionele productie- en distributiekanalen, waarmee wij in de conventionele media vertrouwd zijn, blijft het onderscheidende kenmerk van het internet de hiermee geboden mogelijkheid tot modulaire productie, waarbij dan nog de mogelijkheid tot geheimhouding en tot productie van videomateriaal op aanvraag komt;

* tegelijkertijd biedt de technologie de mogelijkheid nieuwe methoden te ontwikkelen voor het voorkomen en opsporen van criminaliteit en het identificeren van de daders;

de seksuele uitbuiting van kinderen gaat met de productie van kinderpornografie gewoon door en gebruik van nieuwe technologieën waarmee mogelijke slachtoffers van seksueel misbruik kunnen worden gecontacteerd.

4.

2.3. Openbare raadpleging


Het proces van omschrijving van het probleem en van de behoefte aan een nieuw programma werd voorbereid door een reeks openbare raadplegingen die plaatsvonden tussen november 2002 en september 2003 i.


Daaruit bleek de relevantie van de actie en de noodzaak van voortgezette ondersteuning op het niveau van de Europese Unie. Er was algemene instemming met de vaststelling dat het probleem van een veiliger gebruik van het internet een echte zorg blijft en dat dit probleem wordt versterkt door de nieuwe technologieën en de nieuwe manieren waarop die opkomende technologieën worden gebruikt. Er zijn verschillende types van acties vereist op de onderscheiden niveaus, plaatselijk, regionaal, Europees en internationaal. Met name bewustmakingsacties moeten worden opgezet op het niveau van de eindgebruikers, ouders en kinderen, waarbij een multiplicatoreffect ontstaat. In alle gevallen kan actie van de Europese Unie Europese toegevoegde waarde opleveren. Met name de belanghebbenden legden de nadruk op de noodzaak van internationale samenwerking. Er was overeenstemming over de verruimde werkingssfeer van de programma-acties, in het bijzonder de behandeling van spam.

In het voorstel wordt ten volle met deze ideeën rekening gehouden. Bepaalde voorstellen om de werkingssfeer van het programma uit te breiden, onder meer tot het probleem van de exploitatie van kinderen voor commerciële doeleinden, netwerk- en informatiebeveiliging en gegevensbescherming, zijn reeds verwerkt in andere EU-beleids- en financieringsinitiatieven. Zij zijn hier opgenomen als onderdeel van de bewustmakingsboodschap en via de passende referenties.

5.

2.4. Conclusie


De noodzaak blijft bestaan om op te treden tegen zowel voor de eindgebruiker ongewenste of voor kinderen potentieel schadelijke inhoud, als illegaal materiaal, waaronder met name kinderpornografie.

Het is wenselijk internationaal overeenstemming te bereiken over wettelijk bindende normen op dit gebied, maar gemakkelijk zal dit niet zijn, noch zal het snel gebeuren. En ook al komt zo'n overeenkomst tot stand, dan zal deze op zich nog niet voldoende zijn om de handhaving van de regels te verzekeren of de bescherming van de bedreigde groepen te waarborgen.

Er blijven praktische maatregelen nodig om te bevorderen dat illegale inhoud wordt gerapporteerd aan instanties die hier iets aan kunnen doen, dat beste praktijken voor gedragscodes, waaronder algemeen aanvaarde gedragsregels, worden bevorderd en dat ouders en kinderen worden voorgelicht over de beste manieren om de mogelijkheden van de nieuwe media in alle veiligheid te kunnen benutten.

Een optreden op het niveau van de lidstaat met de betrokkenheid van vele partijen, zoals nationale, regionale en lokale overheden, netwerkexploitanten, ouders, leerkrachten en schoolbeheerders, enz., is van essentieel belang. De EU kan beste praktijken in de lidstaten stimuleren door, zowel binnen de EU als internationaal, een oriëntatierol te vervullen en steun te verschaffen ten behoeve van benchmarking op Europees niveau, networking en toegepast onderzoek.

Internationale samenwerking is eveneens van wezenlijk belang en kan via acties door middel van de communautaire netwerkstructuren worden gestimuleerd, gecoördineerd, gerelayeerd, en geïmplementeerd.

6.

3. Een nieuw programma


7.

3.1. Beginselen, doelstellingen en oriëntatie


De beginselen die bij dit nieuwe programma centraal staan zijn continuïteit en verbetering:

* continuïteit: blijven doen waar Europa goed in is, door rekening te houden met de geleerde lessen en voort te bouwen op hetgeen met de gefinancierde initiatieven reeds tot stand is gebracht om te bereiken dat deze effect blijven sorteren;

* verbetering: nieuwe dreigingen het hoofd bieden, voor Europese meerwaarde zorgen, multiplicatoreffect stimuleren en de internationale draagwijdte vergroten.

De globale doelstelling blijft: bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe online-technologieën, met name voor kinderen, en bestrijding van illegale inhoud en inhoud waarom de eindgebruiker niet gevraagd heeft. In het verlengde hiervan zou het programma zich toespitsen op de eindgebruiker - in het bijzonder op ouders, opvoeders en kinderen.

Met het programma zal worden getracht de verschillende actoren bij de acties te betrekken en bijeen te brengen wier medewerking cruciaal is, maar die eigenlijk alleen tezamenkomen, wanneer de hiertoe geschikte structuren worden opgezet.

Hieronder vallen inhoudleveranciers, aanbieders van internetdiensten en exploitanten van mobiele netwerken, regelgevers, normalisatie-instanties, het bedrijfsleven, zelfregulerende lichamen, nationale, regionale en lokale overheden die verantwoordelijk zijn voor industrie, onderwijs, consumentenbescherming, gezinnen, de rechten van het kind en welzijnszorg ten behoeve van kinderen, en niet-gouvernementele organisaties die zich met consumentenbescherming, gezinnen, kinderrechten en kinderwelzijnszorg bezighouden.

8.

3.2. Actielijnen


Er zijn vier actielijnen: bestrijding van illegale inhoud, aanpak van ongevraagde en schadelijke inhoud, bevordering van een veiliger omgeving en bewustmaking. In alle gevallen zou internationale samenwerking een integrerend deel van de actie uitmaken.

9.

3.2.1. Bestrijding van illegale inhoud


Zoals hierboven aangegeven, loopt de overheid (de politie, openbare aanklagers en het gerecht) bij de strijd tegen illegale inhoud voorop. Alleen deze instanties kunnen ervoor zorgen dat de overtreders voor de rechter worden gebracht. Meldpunten bieden rapporteringsmechanismen waarmee mensen illegale inhoud kunnen aangeven en waardoor de aangiften naar de bevoegde instantie kunnen worden doorgesluisd (aanbieder van internetdiensten, politie of het meldpunt) en vormen een manier waarop het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties (vooral die welke zijn opgericht ter bescherming van kinderen of ter bestrijding van racisme) aan dit proces kunnen bijdragen en de circulatie van illegale inhoud kunnen helpen inperken. Tal van mensen die niet graag rechtstreeks bij de politie aangifte zouden doen zijn wel bereid zich met hun klacht tot een niet-officiële klachtenlijn te wenden.

Het bestaande netwerk van meldpunten is een unieke organisatie die zonder EU-financiering nooit zou zijn opgericht. Het netwerk heeft zich zeer succesvol uitgebreid en heeft een internationaal bereik.

Individuele meldpunten dragen bij aan de verrichtingen van het netwerk, en trekken hier ook profijt van. Het merendeel van de aangiften die via een worden gedaan betreft situaties waar hetzij de host-website hetzij de inhoudleverancier zich buiten het gebied van het meldpunt en buiten de jurisdictie van de rechtbanken aldaar bevindt. Met de EU-financiering kan de Commissie verzekeren dat bij de selectie van meldpunten Europese normen worden gehanteerd en dat meldpunten daadwerkelijk een bijdrage aan het netwerk leveren.

Daarom wordt voorgesteld netwerkcoördinatie en individuele meldpunten te financieren. In deze context moet worden nagegaan hoe het bedrijfsleven met zijn technische expertise een bijdrage tot de bestrijding van illegale inhoud kan leveren. Het netwerk zou moeten worden uitgebreid tot de nieuwe lidstaten en kandidaat-lidstaten, en tot andere Europese landen waar illegale inhoud gehost en geproduceerd wordt.

Dergelijke meldpunten zouden strak met andere acties, zoals zelfregulering of bewustmaking, moeten worden gecoördineerd en zouden door de bij dergelijk acties betrokken organisaties kunnen worden geëxploiteerd.

Het netwerk van meldpunten zou moeten zorgen voor het volgen en uitwisselen van aangiften van de voornaamste zorgwekkende typen illegale inhoud - waarbij men verder dan alleen kinderpornografie zou gaan. Er kunnen verschillende mechanismen en uiteenlopende soorten expertise vereist zijn om andere probleemgebieden als racistisch materiaal en spam aan te kunnen pakken.

10.

3.2.2. Aanpak van ongewenste en schadelijke inhoud


Het programma zal financiële middelen verschaffen voor technologische maatregelen die gebruikers de mogelijkheid geven de hoeveelheid ongewenste en schadelijke inhoud die zij ontvangen te beperken (en bij ontvangst te beheersen), zoals een evaluatie van de doeltreffendheid van de beschikbare filtertechnologie, steun voor de ontwikkeling van doeltreffende filtertechnologieën en financiering van maatregelen om de uitwisseling van informatie en beste praktijken inzake daadwerkelijke toepassing van anti-spamregelgeving te vergemakkelijken.

Andere initiatieven om ongewenste en schadelijke inhoud aan te pakken omvatten een verder onderzoek naar de beoordeling van inhoud om hierbij rekening te kunnen houden met het aanbod van dezelfde inhoud via verschillende afleveringsmechanismen (convergentie), alsook samenwerking door specialisten op het gebied van de kinderwelzijnszorg en technische deskundigen ter verbetering van instrumenten voor de bescherming van minderjarigen.

De implementatie van deze actie zal strak worden gecoördineerd met de acties ter bevordering van een veiliger omgeving (zelfregulering) en bewustmaking (voorlichting van het publiek over middelen om ongewenste en schadelijke inhoud aan te pakken).

11.

3.2.3. Bevordering van een veiliger omgeving


Illegale, ongevraagde of schadelijke inhoud bestrijden is complex proces, en er bestaan grote verschillen van mening over de vragen of wij moeten proberen de nationale regels te harmoniseren, welke materiële voorschriften ter zake zouden moeten worden vastgesteld en hoe de waarschijnlijk nog resterende verschillen tussen de nationale regels dan moeten worden aangevat. Actuele vraagstukken zijn hier vrijheid van meningsuiting, evenredigheid en technische haalbaarheid.

De Europese Unie heeft met nadruk haar steun toegezegd aan een op zelfregulering gebaseerde benadering die voorziet in flexibiliteit en rekening houdt met de behoeften van het medium bij een combinatie van geavanceerde technologie, snelle veranderingen en grensoverschrijdende activiteit. Verschillende modellen van gedragscodes zijn mogelijk, maar wel zouden deze essentiële kenmerken als doeltreffendheid, billijkheid en transparantie met elkaar gemeen moeten hebben.

Er worden reeds verscheidene initiatieven ontplooid, waarvan een aantal met innoverende kenmerken, die als voorbeelden van beste praktijken zouden kunnen worden gebruikt. Er moet op dit gebied nog veel werk worden verzet, zowel ter ontwikkeling van een werkende op zelfregulering gebaseerde benadering op nationaal niveau, als met het oog op de vorming van een platform op Europees niveau ten behoeve van allen die op dit terrein werkzaam zijn.

Zelfregulering komt niet noodzakelijkerwijze van zelf tot stand, en vergt wel degelijk een zekere vorm van juridische onderbouw: er kan behoefte bestaan aan een meer pro-actieve benadering om sneller overeenstemming te kunnen bereiken over een aantal geschikte regels en de uitvoering hiervan.

Het Forum voor een veiliger internet wordt opgericht in de tweede fase (2003-2004) van het lopende Programma voor een veiliger internet als uniek gespreksforum voor vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, van organisaties voor (kinder)welzijnszorg en beleidsmakers, en zal een platform verschaffen waar nationale coregulerende of zelfregulerende lichamen ervaringen kunnen uitwisselen. Tevens zal hier de gelegenheid worden geboden tot een bespreking van manieren waarop het bedrijfsleven aan de strijd tegen illegale inhoud kan bijdragen.

12.

3.2.4. Bewustmaking


Beleidsmakers en specialisten zijn het roerend eens over de aanhoudende noodzaak van een systematische voorlichting over een veiliger internetgebruik, in het bijzonder voor gepersonaliseerde, interactieve en mobiele toepassingen, in combinatie met andere EU-acties inzake media-educatie en internetvaardigheden.

Met het oog op een zo goed mogelijk gebruik van de beschikbare middelen zou de Commissie zich moeten concentreren op het in gang zetten van de nodige ontwikkelingen, het stimuleren van een multiplicatoreffect en het uitwisselen van beste praktijken via een netwerk.

13.

3.2.5. Coördinatie met andere initiatieven


Bij ontwerp en uitvoering van het programma wordt nauwlettend gekeken naar andere initiatieven, met inbegrip van de follow-up van de Aanbeveling betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid en het actieplan van de Wereldtopconferentie inzake de informatiemaatschappij.

Rechtsgrond



De rechtsgrond is artikel 153, lid 2, van het EG-Verdrag inzake consumentenbescherming. Dit was reeds de rechtsgrond die het Europees Parlement en de Raad in 1999 kozen voor het oorspronkelijke actieplan voor een veiliger gebruik van het internet i en voor de verlenging daarvan met twee jaar in 2003 i. Dit artikel blijft passend aangezien, zoals hierboven vermeld in punt 3.1, het programma is toegespitst op de eindgebruiker, in het bijzonder ouders, opvoeders en kinderen, en tot doel heeft hun veiligheid bij het gebruik van het internet en de nieuwe online-technologieën te bevorderen.