Toelichting bij COM(2005)346 - Vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen en voedselingrediënten geproduceerd met de genetisch gemodificeerde Roundup-Ready-maïslijn GA21 als nieuwe voedingsmiddelen of nieuwe voedselingrediënten krachtens Verordening 258/97 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2005)346 - Vergunning voor het in de handel brengen van voedingsmiddelen en voedselingrediënten geproduceerd met de genetisch ... |
---|---|
bron | COM(2005)346 ![]() ![]() |
datum | 29-07-2005 |
Nadat Nederland zijn verslag van de eerste beoordeling had uitgebracht, waarin GA21-maïs even veilig als conventionele maïs werd geacht, zijn door enkele lidstaten met redenen omklede bezwaren ingediend. Deze bezwaren zijn voorgelegd aan het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, dat op 27 februari 2002 het advies heeft uitgebracht dat GA21-maïs even veilig is als conventionele maïs. De detectiemethode is op 17 januari 2005 door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) gevalideerd en gepubliceerd.
De oorspronkelijke aanvraag van Monsanto had betrekking op voedingsmiddelen en voedselingrediënten afgeleid van genetisch gemodificeerde organismen. Op 24 april 2002 verzocht Monsanto de aanvraag te beperken tot voedingsmiddelen en voedselingrediënten geproduceerd met genetisch gemodificeerde organismen.
Verordening (EG) nr. 1829/2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders is vanaf 18 april 2004 van toepassing. Op grond van artikel 46, lid 1, van die verordening worden verzoeken die krachtens Verordening (EG) nr. 258/97 vóór 18 april 2004 zijn ingediend en waarvoor het verslag van een aanvullende beoordeling vóór die datum bij de Commissie is ingediend, behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 258/97.
Tegen deze achtergrond is op 27 april 2005 een ontwerp-beschikking van de Commissie betreffende het in de handel brengen van met de gemodificeerde maïslijn GA21 geproduceerde voedingsmiddelen en voedselingrediënten in de Gemeenschap ter stemming voorgelegd aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Negen lidstaten stemden vóór de ontwerp-beschikking, vijf ertegen en acht lidstaten onthielden zich van stemming. Drie lidstaten waren niet aanwezig.
Het comité heeft geen advies uitgebracht. Daarom moet de Commissie, krachtens artikel 13, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 258/97 en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad, een voorstel betreffende de te nemen maatregelen indienen bij de Raad, die over drie maanden beschikt om daarover met gekwalificeerde meerderheid een besluit te nemen. Het Europees Parlement is op 28 april 2005 op de hoogte gebracht.