Toelichting bij COM(2005)556 - Beginselen, prioriteiten en voorwaarden van het toetredingspartnerschap met Kroatië - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2005)556 - Beginselen, prioriteiten en voorwaarden van het toetredingspartnerschap met Kroatië. |
---|---|
bron | COM(2005)556 ![]() ![]() |
datum | 09-11-2005 |
In 2004 heeft de Commissie een eerste Europees partnerschap met Kroatië voorgesteld, dat op 13 september 2004 door de Raad is goedgekeurd. Dit partnerschap moet nu worden aangepast in het licht van de vaststellingen van de Commissie in het voortgangsrapport 2005 over Kroatië.
Op 3 oktober 2005 hebben de lidstaten onderhandelingen met Kroatië over de toetreding tot de Europese Unie aangeknoopt. De Commissie achtte het daarom wenselijk een toetredingspartnerschap goed te keuren, dat een bijgewerkte versie van het vorige partnerschap vormt. De Commissie heeft voorgesteld Verordening (EG) nr. 533/2004 van de Raad, die de rechtsgrondslag van het onderhavige besluit vormt, dienovereenkomstig te wijzigen. In afwachting van de goedkeuring van dat voorstel heeft de Commissie de tekst van het onderhavige voorstel al in het licht van de nieuwe situatie opgesteld.
Dit vernieuwd partnerschap geeft een overzicht van de prioriteiten op korte en middellange termijn voor de voorbereidingen van het land op verdere integratie in de Europese Unie. Van het land wordt verwacht dat het uitgaande van het toetredingspartnerschap een plan met een tijdschema en specifieke maatregelen opstelt over de wijze waarop het de prioriteiten van het toetredingspartnerschap wil aanpakken. De vorderingen bij de implementatie van de prioriteiten zullen door de Commissie regelmatig worden gecontroleerd aan de hand van de voortgangsrapporten en van andere structuren die in het kader van het Stabilisatie- en Associatieproces zijn gecreëerd.
De prioriteiten van het toetredingspartnerschap moeten de basis vormen van de programmering van de communautaire financiële bijstand, die zal worden voortgezet uit hoofde van de desbetreffende financieringsinstrumenten, met name Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 (PHARE), Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 (ISPA) en Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 (SAPARD), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004, zodat Kroatië steun uit de pretoetredingsinstrumenten kan ontvangen.
Dit voorstel voor een besluit van de Raad heeft geen financiële gevolgen. Gelet op het bovenstaande verzoekt de Commissie de Raad het aangehechte ontwerp voor een besluit van de Raad goed te keuren.