Toelichting bij COM(2006)410 - Machtiging van bepaalde lidstaten om overeenkomstig de bij artikel 28, lid 6, van richtlijn 77/388/EEG vastgestelde procedure een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel voor een beschikking strekt tot uitvoering van de bepalingen van Richtlijn 2006/18/EG van 14 februari 2006 (PB L 51 van 22.2.2006, blz. 12), die met name voorziet in de verlenging van het experiment met verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten tot 31 december 2010 en alle lidstaten de mogelijkheid biedt om op dezelfde voorwaarden aan dit experiment deel te nemen.

Algemene context


1. Op 14 februari 2006 heeft de Raad Richtlijn 2006/18/EG goedgekeurd tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat de verlaagde BTW-tarieven betreft, en met name artikel 28, lid 6. Dit lid 6 was toegevoegd bij Richtlijn 1999/85/EG van de Raad van 22 oktober 1999 (PB L 277 van 28.10.1999, blz. 34) en was oorspronkelijk van toepassing tot 31 december 2002. De geldigheidsduur werd vervolgens verlengd, eerst bij Richtlijn 2002/92/EG van 3 december 2002 (PB L 331 van 7.12.2002, blz. 27) tot 31 december 2003, en nadien bij Richtlijn 2004/15/EG van 10 februari 2004 (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 61) tot 31 december 2005. Om het effect van de verlaagde tarieven beter te kunnen beoordelen, besloot de Raad dat de Commissie een evaluatieverslag moest opstellen over het effect van de verlaagde tarieven op lokale diensten, en met name op de werkgelegenheid, de economische groei en de goede werking van de interne markt. 2. In afwachting van het resultaat van die evaluatie strekt Richtlijn 2006/18/EG er met name toe het experiment met verlaagde tarieven voor arbeidsintensieve diensten tot 31 december 2010 te verlengen. Zij voorziet ook in de mogelijkheid voor alle lidstaten om op dezelfde voorwaarden aan dit experiment deel te nemen. 3. Bij Beschikking 2000/185/EG van 28 februari 2000 (PB L 59 van 4.3.2000, blz. 10) werden bepaalde lidstaten gemachtigd tot 31 december 2002 een verlaagd tarief toe te passen op de in die beschikking genoemde arbeidsintensieve diensten. Deze beschikking is vervolgens verlengd, eerst bij Beschikking 2002/954/EG (PB L 331 van 7.12.2002, blz. 28) tot 31 december 2003 en nadien bij Beschikking 2004/161/EG (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 62) tot 31 december 2005. De lidstaten in kwestie hoeven geen nieuw verzoek in te dienen, tenzij zij de lijst van categorieën waarvoor zij een verlaagd tarief willen toepassen, wensen te wijzigen. Omwille van de rechtszekerheid en teneinde alle lidstaten die aan het experiment voor arbeidsintensieve diensten deelnemen, in één enkel besluit samen te brengen, zijn de bepalingen met betrekking tot die lidstaten onverkort overgenomen in dit voorstel voor een beschikking. Het betreft hier België, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk. 4. Lidstaten die voor het eerst gebruik wilden maken van de mogelijkheid die artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG bood en lidstaten die de lijst wilden wijzigen van de diensten waarop zij die bepaling reeds toepasten, dienden vóór 31 maart 2006 daartoe bij de Commissie een aanvraag in te dienen en haar de nodige gegevens voor een evaluatie te verstrekken. Een dergelijke evaluatie vooraf door de Commissie leek niet nodig als de lidstaten in het verleden een verlaagd tarief mochten toepassen en daarover een verslag bij de Commissie hebben ingediend. 5. Iedere lidstaat die een dergelijke maatregel wilde invoeren, heeft dit vóór 31 maart 2006 aan de Commissie medegedeeld volgens de procedure en de voorwaarden van artikel 1, punt 2, van Richtlijn 2006/18/EG. 6. Tsjechië, Cyprus, Letland, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Finland hebben volgens deze procedure en voorwaarden een verzoek ingediend en daarbij de benodigde gegevens voor een evaluatie verstrekt. Daarnaast heeft Griekenland een nieuw verzoek ingediend dat ertoe strekt het toepassingsgebied van zijn eerdere verzoek uit te breiden. EVALUATIE DOOR DE COMMISSIE De Commissie is van oordeel dat alle verzoeken zijn ingediend volgens de procedure en in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 1 van Richtlijn 2006/18/EG. Er zijn ook vier verzoeken ingediend om bij wijze van uitzondering een verlaagd tarief te mogen toepassen op diensten uit drie categorieën in bijlage K. Volgens de Commissie kan de verlaging van het tarief in de derde gekozen categorie in elk van deze vier gevallen slechts een onbeduidend economisch effect hebben. Zij wil daarom voorstellen dat deze vier lidstaten worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de door hen genoemde categorieën.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de verlaagde BTW-tarieven op bepaalde arbeidsintensieve diensten, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/18/EG.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Richtlijn 1999/85/EG is aangenomen in het kader van het werkgelegenheidsbeleid van de Unie en had met name tot doel de groei van de werkgelegenheid te bevorderen en zwart werk terug te dringen. Het werkloosheidsprobleem was reeds zo ernstig dat de lidstaten desgewenst in de gelegenheid dienden te worden gesteld om met de toepassing en de effecten van een gerichte BTW-verlaging voor niet in bijlage H opgenomen arbeidsintensieve diensten te experimenteren. Een dergelijke gerichte tariefverlaging was echter niet zonder gevaar voor de goede werking van de interne markt en de neutraliteit van de belasting. Daarom diende een experimentele maatregel te worden vastgesteld die de lidstaten op vrijwillige basis konden toepassen. Er diende ook in een specifieke machtigingsprocedure te worden voorzien en het toepassingsgebied van een dergelijke maatregel moest strikt worden afgebakend, teneinde het controleerbare en beperkte kader ervan te behouden. Richtlijn 2006/18/EG, waarmee dit experiment voor de derde keer wordt verlengd, en dit voorstel voor een beschikking, passen in dit kader.

1.

Raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbenden



Richtlijn 2006/18/EG is het resultaat van de onderhandelingen in de Raad over het voorstel van de Commissie (COM(2003) 397 def.) betreffende de verlaagde BTW-tarieven. Dit voorstel voor een beschikking voorziet in de tenuitvoerlegging van die richtlijn. Daarom behoefden de belanghebbenden niet opnieuw te worden geraadpleegd.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel voor een beschikking vormt een uitvoeringsregeling van Richtlijn 2006/18/EG van 14 februari 2006, die met name in de verlenging van een bestaande bepaling voorziet. Om het effect van de verlaagde tarieven beter te kunnen beoordelen, is in de richtlijn onder meer bepaald dat de Commissie uiterlijk op 30 juni 2007 een evaluatieverslag dient voor te leggen over het effect van de verlaagde tarieven op lokale diensten, waarin met name aandacht wordt geschonken aan het scheppen van werkgelegenheid, de economische groei en de goede werking van de interne markt, en dat gebaseerd is op een studie van een onafhankelijke economische-reflectiegroep. Op dit ogenblik is het derhalve niet dienstig andere mogelijkheden te onderzoeken.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen


Doel is de lidstaten die een daartoe strekkend verzoek hebben ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG, in staat te stellen een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten.

Rechtsgrondslag


Artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG, gewijzigd bij Richtlijn 2006/18/EG van 14 februari 2006.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Het betreft een beschikking waarbij de lidstaten die daarom hebben verzocht, worden gemachtigd een verlaagd tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten. Er is geen sprake van een verplichting.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogaties waarin de beschikking voorziet, staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel. Aan de maatregel zijn geen financiële kosten voor de Gemeenschap verbonden. De verlaging van de BTW-tarieven kan weliswaar een inkomstenverlies voor de lidstaten betekenen, maar de landen die een verzoek hebben ingediend, hopen dit verlies te compenseren met de winst die de maatregel oplevert op het gebied van de werkgelegenheid en de strijd tegen de ondergrondse economie. Voor de bedrijven vormt de BTW geen financiële last en de burgers zouden in principe moeten profiteren van de verlaging van de BTW voorzover deze in de consumentenprijs wordt doorberekend.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld(e) instrument(en): beschikking.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn. Overeenkomstig artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting kan slechts van de normale BTW-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een beschikking van de Raad is het enige geschikte instrument.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling



Het voorstel bevat, in overeenstemming met Richtlijn 2006/18/EG, een vervalbepaling die voorziet in het verstrijken van de maatregelen op 31 december 2010.

Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel


Hoofdstuk 1 Artikel 1 In artikel 1 is bepaald dat de lidstaten die bij Beschikking 2000/185/EG van 28 februari 2000 waren gemachtigd om een verlaagd tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten overeenkomstig de procedure van artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG, dat mogen blijven doen tot 31 december 2010. Artikelen 2 tot en met 9 Bij de artikelen 2 tot en met 9 worden de daarin genoemde lidstaten overeenkomstig artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG gemachtigd om de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde verlaagde tarieven toe te passen op de diensten waarvoor zij overeenkomstig de voorgeschreven procedure een verzoek hebben ingediend en die na hun naam staan vermeld. Hoofdstuk 2 Artikel 10 Artikel 10 betreft de lidstaten die voor de eerste keer na 31 december 2005 een verlaagd tarief willen toepassen op bepaalde arbeidsintensieve diensten overeenkomstig de procedure van artikel 28, lid 6, vierde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG. Artikelen 11 tot en met 19 Bij de artikelen 11 tot en met 19 worden de daarin genoemde lidstaten overeenkomstig artikel 28, lid 6, eerste en vierde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG gemachtigd om de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde verlaagde tarieven toe te passen op de diensten waarvoor zij overeenkomstig de voorgeschreven procedure een verzoek hebben ingediend en die na hun naam staan vermeld. Hoofdstuk 3 Artikelen 20 en 21 Deze artikelen betreffen de toepassingsduur van de bepalingen van artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG en de adressanten van de beschikking.

1. Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

waarbij bepaalde lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de bij artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG vastgestelde procedure een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag i, en met name op artikel 28, lid 6,

Gezien het voorstel van de Commissie i,

Overwegende hetgeen volgt:

Krachtens artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG kan de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie een lidstaat die daartoe een verzoek heeft ingediend, overeenkomstig de procedure en de voorwaarden van dat artikel machtigen een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen.

Deze diensten dienen aan de in richtlijn 77/388/EEG vastgestelde voorwaarden te voldoen en in bijlage K bij die richtlijn te zijn vermeld.

Krachtens Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 i waren België, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk (uitsluitend voor het eiland Man) gemachtigd tot en met 31 december 2005 een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de arbeidsintensieve diensten waarvoor zij een daartoe strekkend verzoek hadden ingediend.

De bepalingen van artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG zijn bij Richtlijn 2006/18/EG van de Raad van 14 februari 2006 i gewijzigd. Deze wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de verlaagde BTW-tarieven had enerzijds tot doel de toepassingsperiode van deze tarieven tot 31 december 2010 te verlengen en had anderzijds tot doel de lidstaten die voor het eerst van die bepalingen gebruik wilden maken en de lidstaten die de lijst wilden wijzigen van diensten waarvoor zij die bepalingen reeds toepasten, de mogelijkheid te bieden een daartoe strekkend verzoek bij de Commissie in te dienen.

Teneinde de lidstaten die krachtens Beschikking 2000/185/EG een verlaagd tarief mogen toepassen, de mogelijkheid te bieden dit tarief tot 31 december 2010 te blijven toepassen, en omwille van de juridische duidelijkheid is het dienstig de bepalingen van die beschikking met betrekking tot de lidstaten die hun oorspronkelijke verzoek niet hebben gewijzigd, in dit voorstel over te nemen.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, lid 6, vierde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG heeft Griekenland, dat voor twee categorieën van bijlage K krachtens Beschikking 2000/185/EG reeds een verlaagd tarief mocht toepassen, een nieuw verzoek ingediend dat ertoe strekt het toepassingsgebied van zijn eerdere verzoek uit te breiden. Het is derhalve dienstig Griekenland bij deze beschikking een nieuwe machtiging te verlenen voor het toepassen van een verlaagd tarief in overeenstemming met dit nieuwe verzoek.

Tsjechië, Cyprus, Letland, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Finland hebben met inachtneming van de procedure en overeenkomstig de voorwaarden van artikel 28, lid 6, vierde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG, verzocht om een verlaagd BTW-tarief te mogen toepassen op bepaalde arbeidsintensieve diensten.

Drie van deze lidstaten, namelijk Tsjechië, Hongarije en Polen, alsook Griekenland hebben verzocht om bij wijze van uitzondering een verlaagd tarief te mogen toepassen op diensten uit drie categorieën in bijlage K. In elk van deze vier gevallen kan de verlaging van het tarief in de derde gekozen categorie slechts een onbeduidend economisch effect hebben.

Teneinde te garanderen dat de toepassingsperiode van de verlaagde tarieven die is vastgesteld bij Beschikking 2000/185/EG, laatstelijk verlengd bij Beschikking 2004/161/EG, niet wordt onderbroken, dient deze beschikking van toepassing te zijn vanaf 1 januari 2006.

Deze beschikking zal geen gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de BTW,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

HOOFDSTUK 1

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 28, lid 6, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG worden de in de artikelen 2 tot en met 9 genoemde lidstaten gemachtigd om van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde verlaagde tarieven toe te passen op de in de voornoemde artikelen vermelde diensten.

Artikel 2

België mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 1 en 2 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

2. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

3. renovatie en herstel van particuliere woningen ouder dan vijf jaar, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten.

Artikel 3

Spanje mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 2 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

4. metselwerk voor het herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

5. kappersdiensten.

Artikel 4

Frankrijk mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 2, 3 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

6. renovatie en herstel van particuliere woningen ouder dan twee jaar, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

7. thuiszorg;

8. glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen.

Artikel 5

Italië mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 2 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

9. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

10. thuiszorg.

Artikel 6

Luxemburg mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 1, 3 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

11. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

12. kappersdiensten;

13. glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen.

Artikel 7

Nederland mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 1, 2 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

14. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

15. kappersdiensten;

16. schilder- en stukadoorswerk voor renovatie en herstel van particuliere woningen ouder dan 15 jaar, met uitzondering van materialen die een beduidend deel van de waarde van de verstrekte diensten vertegenwoordigen.

Artikel 8

Portugal mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 2 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

17. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

18. thuiszorg.

Artikel 9

Het Verenigd Koninkrijk mag, uitsluitend voor het eiland Man, een verlaagd tarief toepassen op de renovatie en het herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten, als bedoeld in punt 2 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG.

HOOFDSTUK 2

Artikel 10

Overeenkomstig artikel 28, lid 6, eerste en vierde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG worden de in de artikelen 11 tot en met 19 genoemde lidstaten gemachtigd om van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 de in artikel 12, lid 3, onder a), derde alinea, bedoelde verlaagde tarieven toe te passen op de in de voornoemde artikelen vermelde diensten.

Artikel 11

Tsjechië mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 2, 3 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

19. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

20. glazenwassen en schoonmaken van particuliere woningen;

21. thuiszorg.

Artikel 12

Griekenland mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 1, 2 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

22. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

23. renovatie en herstel van oude (niet recent gebouwde) particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

24. thuiszorg.

Artikel 13

Cyprus mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 2 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

25. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

26. kappersdiensten.

Artikel 14

Letland mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 2 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

27. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

28. kappersdiensten.

Artikel 15

Hongarije mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 1, 2 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

29. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

30. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

31. thuiszorg.

Artikel 16

Malta mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 1 en 4 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

32. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

33. thuiszorg.

Artikel 17

Polen mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende drie in de punten 1, 2 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

34. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

35. renovatie en herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten;

36. kappersdiensten.

Artikel 18

Slovenië mag een verlaagd tarief toepassen op de renovatie en het herstel van particuliere woningen, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten, als bedoeld in punt 2 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG.

Artikel 19

Finland mag een verlaagd tarief toepassen op de volgende twee in de punten 1 en 5 van bijlage K bij Richtlijn 77/388/EEG genoemde diensten:

37. kleine hersteldiensten met betrekking tot fietsen, schoeisel en lederwaren, en kleding en huishoudlinnen (ook herstellen en vermaken);

38. kappersdiensten.

HOOFDSTUK 3

Artikel 20

Deze beschikking is van toepassing van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010.

Artikel 21

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Republiek Finland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De Voorzitter
[....].
[...] van [...], blz. [...].