Toelichting bij COM(2005)151 - Bestrijding van aardappelcysteaaltjes

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2005)151 - Bestrijding van aardappelcysteaaltjes.
bron COM(2005)151 NLEN
datum 20-04-2005
1. CONTEXT VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Herziening en modernisering van Richtlijn 69/465/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje.

Algemene context



In de lidstaten moeten algemene maatregelen worden genomen om de spreiding van aardappelcysteaaltjes in kaart te brengen, de verspreiding ervan te voorkomen en ze te bestrijden.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Herziening van de bestaande EU-wetgeving, die ontoereikend en achterhaald is gebleken.

Samenhang met ander communautair beleid



In overeenstemming met andere bestaande richtlijnen betreffende de bestrijding van schadelijke organismen bij aardappelen.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, voornaamste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de geënquêteerden

Vier vergaderingen met nationale deskundigen uit de betrokken lidstaten voor informele raadpleging.

Uitwisseling van informatie en opmerkingen via e-mail tussen de Commissie en de nationale deskundigen in de lidstaten.

Vergadering met vertegenwoordigers van de European Seed Association (ESA).

Vergadering met vertegenwoordigers van het Committee of Agricultural Organisations in the European Union (COPA) en de General Confederation of Agricultural Co-operatives in the European Union (COCEGA).

De bovengenoemde voornaamste organisaties (ESA/COPA/COGECA) hadden geen fundamentele bezwaren tegen de voorgestelde tekst. Op hun vragen over de te verwachten kosten van de maatregelen voor de producenten antwoordde de Commissie dat deze niet wezenlijk zouden verschillen van de kosten van de maatregelen die reeds van kracht zijn.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden



Nationale deskundigen zijn geraadpleegd over de volledige ontwerp-tekst en met name over de geharmoniseerde bemonsterings- en testprocedures. Waar nodig werd met hun opmerkingen rekening gehouden.

Verzameling en gebruik van deskundigheid

Desbetreffende wetenschaps- en kennisgebieden

Nematologen en plantengezondheidsdeskundigen.

Gebruikte methode

n

Schriftelijke en mondelinge raadpleging.

Voornaamste geraadpleegde organisaties en deskundigen



Nationale deskundigen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten. Het Wetenschappelijk Panel voor de gezondheid van gewassen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid is niet om onafhankelijk wetenschappelijk advies gevraagd omdat deze autoriteit momenteel geen vragen over plantengezondheid kan beantwoorden.

Niveau van wetenschappelijke zekerheid: hoog.

Ontvangen en gebruikt advies

De deskundigen hebben advies gegeven over gemoderniseerde en geharmoniseerde bemonsterings- en testmethoden.

Middelen die zijn gebruikt om het advies van de deskundigen openbaar te maken

Geen, maar de aan de hand van dit advies opgestelde wetgeving wordt openbaar gemaakt.

Effectbeoordeling



In het algemeen wordt het effect relatief neutraal geacht, aangezien de voorgestelde richtlijn bestaande wetgeving over de bestrijding van aardappelcysteaaltjes vervangt. Enerzijds hoeven aardappelcysteaaltjes niet meer te worden uitgeroeid. Wel moet de spreiding ervan in kaart worden gebracht, moet de verspreiding ervan worden voorkomen en moeten ze worden bestreden.

Nieuw is anderzijds het testen op de aanwezigheid van aardappelcysteaaltjes vóór het planten van bepaalde planten bestemd voor de teelt van planten bestemd voor opplant. Dat is nodig door het hoge risico van verspreiding van aardappelcysteaaltjes door besmette voor opplant bestemde planten via de aanhangende grond. Daarom worden bepaalde planten die afwisselend met aardappelen worden geteeld, aan controlemaatregelen onderworpen.

2.

Juridische onderdelen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen



De lidstaten moeten algemene maatregelen tegen aardappelcysteaaltjes nemen, zoals:

- officiële onderzoeken om te garanderen dat er geen aardappelcysteaaltjes aanwezig zijn op percelen waar pootaardappelen bestemd voor de teelt van pootaardappelen en bepaalde planten bestemd voor de teelt van planten bestemd voor opplant worden gehouden of geplant;

- jaarlijkse officiële surveys op percelen die worden gebruikt voor de teelt van aardappelen die niet voor de teelt van pootaardappelen worden gebruikt;

- bestrijdingsmaatregelen indien aardappelcysteaaltjes worden aangetroffen;

- ontsmettingsmaatregelen;

- melding door de lidstaten aan de Commissie.

Rechtsgrond



Artikel 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Subsidiariteitsbeginsel



Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing in zoverre het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt:

Indien aardappelcysteaaltjes niet gelijktijdig en methodisch in de hele Gemeenschap werden bestreden, zouden beschermingsmaatregelen om de insleep van deze schadelijke organismen op het grondgebied van een lidstaat te voorkomen, slechts een beperkt effect hebben.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt:

De aardappelteelt neemt een belangrijke plaats in in de EU-landbouw en aardappeloogsten worden voortdurend bedreigd door schadelijke organismen. Indien schadelijke organismen niet gelijktijdig en methodisch in de hele Gemeenschap werden bestreden, zouden beschermingsmaatregelen om de insleep van schadelijke organismen op het grondgebied van een lidstaat te voorkomen, slechts een beperkt effect hebben. Daarom moeten de lidstaten algemene maatregelen tegen aardappelcysteaaltjes nemen. De lidstaten mogen zo nodig aanvullende of strengere maatregelen treffen, mits het verkeer van aardappelen binnen de Gemeenschap daar geen hinder van ondervindt.

Het voorstel is dus in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel



Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

De voorgestelde richtlijn omvat algemene maatregelen die de lidstaten moeten nemen.

De voorgestelde richtlijn laat echter de nodige ruimte voor nationale beslissingen binnen een gegeven kader voor de definitie van “perceel”, “areaal”, “waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van aardappelcysteaaltjes” en de inhoud van een officieel bestrijdingsprogramma.

Niet van toepassing; herziening van bestaande EU-wetgeving.

Keuze van het instrument



Voorgesteld instrument: richtlijn.

Andere middelen zouden om de volgende reden(en) niet geschikt zijn:

De voorgestelde tekst omvat algemene maatregelen ter bestrijding van aardappelcysteaaltjes en ter voorkoming van de verspreiding ervan in de Gemeenschap. De nationale gewasbeschermingsinstanties moeten nationale procedures tot uitvoering van de tekst vaststellen; daarom wordt een richtlijn gebruikt.

Andere middelen dan een richtlijn zouden in dit geval niet geschikt geweest zijn.

3.

Gevolgen voor de begroting



Geen

4.

Gevolgen voor de begroting



5. NADERE INFORMATIE

Intrekking van de bestaande wetgeving



De goedkeuring van het voorstel houdt de intrekking van de bestaande wetgeving in.

Concordantietabel



De lidstaten moeten de Commissie de tekst van de nationale bepalingen ter omzetting van de voorgestelde richtlijn meedelen, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.