Toelichting bij COM(2007)12 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De regelgeving in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid verplicht de lidstaten ertoe om onder een interventieregeling vallende landbouwproducten te kopen van de producenten. Als deze producenten hun producten in een erkend interventiecentrum aanbieden, vormt deze aankoopverplichting een economische last voor de lidstaten, die de voor de interventieaankoop benodigde middelen ter beschikking moeten stellen. Daarnaast moeten de lidstaten ook de economische last dragen voor de hele periode waarin deze producten in de interventiepakhuizen blijven totdat zij uit de openbare opslag worden uitgeslagen.

Bij Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad zijn de algemene regels vastgesteld voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie. In de communautaire regelgeving is voorts bepaald dat de door een lidstaat gedragen financiële lasten op basis van een voor de hele Gemeenschap geldende uniforme rentevoet aan die lidstaat worden vergoed. Die rentevoet wordt dan toegepast om de lidstaat te vergoeden voor de kosten die hij maakt om middelen aan te wenden voor de financiering van de verrichtingen in verband met de openbare opslag. De kosten worden aan de betrokken lidstaten vergoed binnen twee maanden na de maand waarin zij aan de Commissie zijn gedeclareerd.

In 2005 heeft de Raad voor de begrotingsjaren 2005 en 2006 ten behoeve van de lidstaten die de nodige middelen leenden tegen hogere rentevoeten dan de uniforme rentevoet, een regeling getroffen (Verordening (EG) nr. 695/2005 van de Raad) tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1883/78. Op grond van die regeling vergoedde het EOGFL-Garantie aan elke lidstaat die meer dan tweemaal zoveel rente betaalde als de uniforme rente, het verschil tussen het dubbele van de uniforme rente en de werkelijke rente. Het deel van de betaalde rente dat overeenkwam met het verschil tussen de uniforme rente en het dubbele daarvan, bleef ten laste van de betrokken lidstaat. Deze regeling werd gedurende twee jaar toegepast.

Na de recente rentestijgingen hebben sommige lidstaten die zich nog steeds voor aanzienlijke financiële lasten geplaatst zien doordat grote hoeveelheden granen in het kader van de interventieregeling worden aangeboden en opgeslagen, de Commissie verzocht na te gaan of specifieke maatregelen kunnen worden voorgesteld om de financiële last van de lidstaten voor een beperkte periode te verlichten. Daarom stelt de Commissie, na onderzoek van dat verzoek en gelet op de grote hoeveelheden granen die zich in de openbare opslag bevinden, de Raad hierbij voor om in die gevallen gedurende een beperkte periode, namelijk de begrotingsjaren 2007 en 2008, een specifieke behandeling toe te passen. Met name stelt de Commissie voor te voorzien in de toepassing van een correctiemechanisme voor het geval dat de gemiddelde rentevoet in een bepaalde lidstaat in de loop van de derde maand na de referentieperiode op basis waarvan de uniforme rentevoet is vastgesteld, meer bedraagt dan het dubbele van de uniforme rentevoet. In die gevallen zal de Commissie het bedrag betalen dat overeenkomt met de door de lidstaat betaalde rentevoet verminderd met de door de Commissie vastgestelde uniforme rentevoet. Het verschil dient echter voor rekening van de betrokken lidstaat te zijn om deze ertoe aan te sporen de voordeligste financieringswijze te zoeken.

De extra uitgaven uit de Gemeenschapsbegroting als gevolg van de voorgestelde regeling worden momenteel geraamd op ongeveer 9,3 miljoen euro ten laste van de begroting voor 2007 en op ongeveer 10,4 miljoen euro ten laste van de begroting voor 2008. Dit voorstel zal met terugwerkende kracht van toepassing worden op 1 oktober 2006.

De Commissie is van mening dat dit voorstel samenhangt met het voorstel voor de afschaffing van de interventie voor maïs en verzoekt de Raad beide voorstellen tegelijk te onderzoeken en goed te keuren.