Toelichting bij COM(2007)477-1 - Ondertekening van een overeenkomst met Zwitserland op audiovisueel gebied tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan het gemeenschappelijke programma MEDIA 2007 en een slotakte

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Overeenkomstig artikel 8 van het besluit tot instelling van het communautaire programma MEDIA 20071 staat het programma open voor deelname van de EVA-landen die lid zijn van de EER en Europese derde landen die partij zijn bij de overeenkomst van de Raad van Europa inzake grensoverschrijdende televisie. Het programma kan slechts voor dergelijke Europese derde landen worden opengesteld na een voorafgaand onderzoek naar de verenigbaarheid van hun nationale wetgeving met het communautair acquis, zowel wat de interne als de externe dimensies daarvan betreft.

Sinds het referendum van 1992, waarin de deelname van Zwitserland aan de EER-overeenkomst werd verworpen, heeft Zwitserland regelmatig belangstelling getoond voor een nauwere samenwerking met de EU in de audiovisuele sector. In een gezamenlijke verklaring bij de zeven overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland van 21 juni 1999 hebben beide partijen verklaard dat de voorbereidende werkzaamheden voor de onderhandelingen over de deelname van Zwitserland aan de communautaire MEDIA-programma's snel moeten vorderen.

Bij de volgende ronde van de bilaterale onderhandelingen is dit samenwerkingsgebied dan ook aangesneden. Op 26 oktober 2004 hebben de Europese Gemeenschap en Zwitserland een overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan de programma's MEDIA Plus en MEDIA Opleiding2 ondertekend. Deze overeenkomst is op 1 april 2006 in werking getreden3.

Tegelijk met de programma's MEDIA Plus en MEDIA Opleiding liep ook de overeenkomst op 31 december 2006 af.

Op 12 februari 2007 heeft de Raad machtiging gegeven voor het openen van onderhandelingen met Zwitserland over de deelname van dat land aan het programma MEDIA 2007. Op grond van de onderhandelingsrichtsnoeren bij het besluit waarin de Raad toestemming geeft tot het openen van onderhandelingen, en in overleg met het door de Raad aangewezen comité, heeft de Commissie met Zwitserland onderhandeld over een nieuwe overeenkomst die de deelname van Zwitserland aan MEDIA 2007 mogelijk maakt.

De ontwerpovereenkomst en de ontwerpslotakte zijn op 2 juli 2007 geparafeerd. Beide documenten zijn aan de voorstellen voor besluiten van de Raad gehecht.

Zwitserland is het eerste en voorlopig enige Europese land dat aan dit programma deelneemt zonder lid van de EER of kandidaat-lidstaat te zijn.

In de ontwerpovereenkomst komen voornamelijk de volgende kwesties aan de orde:

- Overeenkomstig de voorwaarden voor deelname, zoals vastgesteld in het besluit tot instelling van het programma, wordt in bijlage I bij de overeenkomst vastgesteld aan welke voorwaarden de Zwitserse omroepregelgeving moet voldoen en welke andere desbetreffende regelingen van toepassing moeten zijn op het ogenblik dat de overeenkomst in werking treedt. In dit verband zijn de bepalingen die reeds in de vorige overeenkomst waren opgenomen, herzien en aangevuld om de Zwitserse wetgeving beter verenigbaar met het acquis te maken. De artikelen 1 en 4 van bijlage I zorgen voor een betere onderlinge afstemming van de bepalingen betreffende de vrijheid van ontvangst en doorgifte. Artikel 2 van bijlage I garandeert dat Zwitserland de communautaire bepalingen betreffende maatregelen met het oog op de uitzending van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving (artikel 3 bis van de richtlijn 'Televisie zonder grenzen') naleeft. Aan de hand van een bij de slotakte gevoegde verklaring van de Raad zal de Gemeenschap Zwitserland een gelijke behandeling geven.

- Voor projecten en initiatieven die door deelnemers uit Zwitserland worden ingediend, gelden in het kader van het programma dezelfde voorwaarden, regels en procedures als in de lidstaten, met name wat betreft de indiening, evaluatie en selectie van aanvragen en projecten, de verantwoordelijkheden van de nationale structuren bij de uitvoering van de programma's, en het toezicht op de deelname aan het programma.

- Overeenkomstig bijlage II bij de overeenkomst betaalt Zwitserland jaarlijks een financiële bijdrage aan het programma.

- Wat financiële controles en audits betreft, leeft Zwitserland overeenkomstig bijlage III de communautaire bepalingen na, ook wat controles door communautaire organen betreft.

- De overeenkomst is vanaf de datum van ondertekening voorlopig van toepassing en blijft van toepassing tot het programma afloop of tot een van de partijen de andere partij in kennis stelt van haar wens om de overeenkomst te beëindigen.

- De overeenkomst wordt beheerd door een gemengd comité, samengesteld uit vertegenwoordigers van beide partijen.

Op 30 mei 2007 heeft de Zwitserse delegatie aan de Commissie een brief (van het lid van de Bondsraad Couchepin aan commissaris Reding) overhandigd waarin wordt bevestigd dat de Zwitserse standpunten over de externe dimensie van het audiovisueel beleid in overeenstemming zijn met die van de Europese Unie, en dat Zwitserland zich bij de desbetreffende internationale onderhandelingen aan die standpunten houdt. In dit verband wordt in de brief vermeld dat Zwitserland bezig is met het ratificeren van het Unesco-verdrag betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen.

Om in de geest van de brief op de deugdelijke uitvoering van de overeenkomst toe te zien en de samenwerking in audiovisuele aangelegenheden te versterken, is in de slotakte een gezamenlijke verklaring betreffende de totstandbrenging van een voor beide partijen voordelige dialoog over deze aangelegenheden opgenomen.

In een tweede gezamenlijke verklaring verbinden beide partijen zich ertoe de overeenkomst via het gemengd comité aan te passen wanneer de herziening van de huidige richtlijn 'Televisie zonder grenzen' in werking treedt.

Naar analogie van de regelingen die bij de ondertekening van de vorige overeenkomst op 20 oktober 2004 zijn getroffen, wordt in een verklaring van de Raad de kwestie aangesneden van de deelname van vertegenwoordigers van Zwitserland als waarnemers aan de vergaderingen van de programmacomités voor de punten die Zwitserland betreffen.

Voorts wordt een tweede verklaring van de Raad, over bijlage I, voorgesteld om Zwitserland een gelijke behandeling te geven in ruil voor de verbintenis van Zwitserland met betrekking tot evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving.

De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad machtiging te verlenen voor de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de overeenkomst tussen de Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op audiovisueel gebied tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan het communautaire programma MEDIA 2007 en een slotakte.

Het voorgestelde besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing geeft uitvoering aan de bepaling in de ontwerpovereenkomst betreffende de voorlopige toepassing vanaf de datum van ondertekening. Deze bepaling stelt deelnemers uit Zwitserland in de gelegenheid om nog aan een aanzienlijk aantal oproepen deel te nemen.

Zwitserland zal financieel aan het programma MEDIA 2007 bijdragen alsof het vanaf de eerste dag deelnam.

In het voorgestelde besluit betreffende de sluiting van de overeenkomst wordt deze overeenkomst politiek gekoppeld aan de zeven overeenkomsten die op 21 juli 1999 zijn ondertekend, en met name aan de overeenkomst over het vrije verkeer van personen. In 2009 zal Zwitserland, waarschijnlijk bij referendum, besluiten of deze laatste wordt verlengd.