Toelichting bij COM(2006)135 - Gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Waarom een verordening over koopkrachtpariteiten (KKP's)?

KKP's zijn omrekeningskoersen voor valuta's die de in nationale valuta uitgedrukte economische indicatoren omzetten in een gemeenschappelijke valuta en daarbij rekening houden met verschillen in prijspeil, waardoor zuivere volumevergelijkingen van het bruto binnenlands product (BBP) en de BBP-aggregaten tussen landen mogelijk zijn.

Een verordening over KKP’s is bedoeld om de al bestaande werkzaamheden van de lidstaten van de Europese Unie (EU) en Eurostat in het kader van de berekening van jaarlijkse KKP’s in wetgeving vast te leggen en daarmee aan deze werkzaamheden een rechtsgrondslag te geven. Zij bevat geen nieuwe taken behalve op het gebied van de kwaliteitscontrole; evenmin worden andere zaken, zoals prijsvergelijkingen in het algemeen, bestreken.

In de structuurfondsenverordening, Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad, is vastgelegd dat de Commissie het BBP moet berekenen op basis van de koopkracht. Door een nieuwe verordening op dit gebied kunnen de rol en verantwoordelijkheden van de nationale instanties bij de opstelling van deze statistieken en de toezending ervan aan Eurostat worden verduidelijkt.

Door een rechtsgrondslag vast te stellen zullen de transparantie, actualiteit en kwaliteit bij alle fasen van de KKP-productie zowel in de nationale bureaus voor de statistiek als bij Eurostat worden verbeterd. Het gebruik van een verordening ter algemene verbetering van de kwaliteit van KKP’s kan niet alleen voor Eurostat, dat de gecoördineerde resultaten berekent, maar ook voor de lidstaten zelf als doel worden gezien.

1.

2. Economische achtergrond


2.

2.1 BBP-vergelijkingen


Het BBP is een van de belangrijkste aggregaten van de nationale rekeningen en geeft op beknopte wijze de resultaten van alle activiteiten van economische actoren in een bepaald economisch gebied en voor een bepaalde periode, gewoonlijk een jaar, weer. Het BBP wordt berekend aan de hand van een systeem van nationale rekeningen. Voor de EU is dit het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 1995). Het BBP en de BBP-aggregaten zijn essentiële indicatoren voor de macro-economische analyse en het economische beleid. Bij de meting van het BBP kan van de productie, de bestedingen of het inkomen worden uitgegaan. Voor KKP's is vooral de meting van de bestedingen relevant. Deze geven namelijk aan in welke mate de door de economie van een land geproduceerde (of ingevoerde) goederen en diensten voor particuliere consumptie, overheidsconsumptie, investeringen of uitvoer worden bestemd.

Voor internationale vergelijkingen van economische aggregaten zoals het BBP is het noodzakelijk dat de aggregaten voor de vergeleken landen op consistente basis worden gemeten en ook dat een vergelijkbare meeteenheid wordt gebruikt. Een consistente basis voor de meting van de aggregaten wordt verkregen door toepassing van het ESR 1995.

Bij de verschillen tussen landen wat de waarden van de BBP-bestedingen betreft, speelt niet alleen het goederen- en dienstenvolume een rol, maar ook het prijspeil, dat soms een zeer omvangrijke component kan zijn (de waarde is het product van prijs en volume). Om de volumes werkelijk te kunnen vergelijken, moeten derhalve omrekeningsfactoren (ruimtelijke deflatoren) worden gebruikt die de verschillen in prijspeil tussen landen weergeven.

Bij het gebruik van wisselkoersen als omrekeningsfactoren kunnen de goederen- en dienstenvolumes die in de verschillende landen worden geproduceerd en gebruikt, niet werkelijk met elkaar worden vergeleken, omdat wisselkoersen worden bepaald door de vele factoren die de vraag naar en het aanbod van valuta's beïnvloeden, zoals de internationale handel en renteverschillen. Met andere woorden, de wisselkoersen zijn doorgaans niet alleen een afspiegeling van de prijsverschillen maar ook van andere factoren.

KKP's tussen de valuta's van landen zijn speciaal ontwikkeld voor gebruik als ruimtelijke omrekeningsfactoren.

3.

2.2 Wat zijn KKP's?


KKP's zijn omrekeningskoersen voor valuta's waarmee de in de nominale nationale valuta uitgedrukte economische indicatoren worden omgerekend in een gemeenschappelijke kunstmatige valuta, de zogeheten koopkrachtstandaard (KKS), die de koopkracht van de verschillende nationale valuta's op een gelijk niveau brengt en daarmee een zinvolle en zuivere volumevergelijking van het BBP en de BBP-aggregaten tussen landen mogelijk maakt. Met andere woorden, KKP's zijn dus zowel prijsdeflatoren als valutaomrekeningsfactoren, daar zij bij de omrekening de verschillen in prijspeil tussen landen elimineren.

Economische volumeaggregaten in KKS worden berekend door de oorspronkelijke waarde ervan in de nationale valuta te delen door de desbetreffende KKP. Voor één KKS kan in alle landen een bepaald volume goederen en diensten worden gekocht, terwijl de benodigde bedragen in de nationale valuta om hetzelfde volume goederen en diensten in de afzonderlijke landen te kopen, uiteenlopen en afhankelijk zijn van het nationale prijspeil. Wanneer nationale BBP's met behulp van KKP's in KKS zijn omgerekend, zijn dus zuivere volumevergelijkingen mogelijk, omdat de prijspeilcomponent is geëlimineerd.

Met de invoering van de euro in de tot de eurozone behorende lidstaten kunnen de prijzen in die landen voor het eerst rechtstreeks worden vergeleken. De koopkracht van de euro verschilt echter per land en hangt af van het nationale prijspeil. Daarom blijft het voor de bepaling van zuivere volumeaggregaten in KKS noodzakelijk om KKP's te berekenen. Met andere woorden, voor de niet-eurolanden zijn de KKP’s een valutaomrekeningsfactor die tegelijk het effect van prijspeilverschillen elimineert, terwijl voor de eurolanden de KKP's alleen de functie van prijsdeflator vervullen.

Jaarlijks worden er multilateraal voor een mandje vergelijkbare goederen en diensten KKP's berekend als gemiddelden van de prijsverhoudingen tussen de verschillende landen. Dit mandje is zo gekozen dat het representatief is voor een volledige reeks duidelijk omschreven bestedingsposten en voor de consumptiepatronen in de verschillende landen.

4.

3. Toepassingen van KKP's in de Commissie


5.

3.1 De structuurfondsen en het Cohesiefonds


De hervorming van de structuurfondsen en hun uitbreiding tot de nieuwe lidstaten zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad en bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003, en met name deel 15 daarvan ‘Regionaal beleid en coördinatie van structurele middelen’. De verordening bevat algemene voorschriften voor de structuurfondsen voor de lopende periode en bepaalt dat regio’s met een BBP per hoofd van de bevolking, gemeten in KKP's, van minder dan 75% van het communautaire gemiddelde voor steun uit de fondsen in aanmerking komen. Ook is bepaald dat de criteria moeten worden berekend aan de hand van objectieve statistische gegevens. Aangenomen mag worden dat voor de volgende periode, die in 2007 ingaat, soortgelijke voorschriften zullen gelden. Bijlage II bij de Toetredingsakte breidt deze beginselen uit tot de nieuwe lidstaten.

Deze nieuwe rechtsgrondslag verschilt van de oude situatie, toen alleen in een overweging van Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad naar de rol van KKP’s bij de structuurfondsen werd verwezen: ‘Overwegende […] dat te dien einde de regio's op administratief niveau NUTS II waarvan het BBP in koopkrachtpariteit per inwoner onder 75% van het communautaire gemiddelde ligt, moeten worden aangeduid […]’. Het dispositief zelf bevatte geen uitvoeringsbepaling hierover. Momenteel wordt aan de voorschriften voor de structuurfondsen voldaan door regionale BBP-waarden te combineren met nationale KKP's.

In de verordening over het Cohesiefonds (Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 25 mei 1994) wordt erop gewezen dat de Gemeenschap tot taak heeft de economische en sociale samenhang en de solidariteit tussen de lidstaten te bevorderen en dat het Cohesiefonds een middel is om die taak te vervullen. Artikel 2, lid 1, van die verordening luidt als volgt: ‘Uit het Fonds wordt een financiële bijdrage verleend voor projecten die bijdragen tot de in het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde doelstellingen op het gebied van het milieu en van trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur in lidstaten waarvan het bruto nationaal product (BNP) per hoofd van de bevolking minder dan 90% van het gemiddelde voor de Gemeenschap, bepaald op basis van koopkrachtpariteit, bedraagt’. Ook in de verordening over het Cohesiefonds is dus bepaald dat de Commissie voor de berekening van koopkrachtpariteiten verantwoordelijk is.

6.

3.2 Correctiecoëfficiënten


Hoewel de verordening in de eerste plaats bedoeld is om prijsgegevens te verkrijgen voor internationale vergelijkingen van het BBP, schept zij ook een rechtsgrondslag voor de prijsenquêtes zonder welke de Commissie niet kan voldoen aan een groot deel van de wettelijke verplichtingen die haar door artikel 64 van het Statuut zijn opgelegd. Met andere woorden, de voor de berekening van de KKP's verzamelde prijzen worden ook gebruikt voor de vaststelling van de correctiecoëfficiënten die volgens het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen moeten worden toegepast op de bezoldigingen en pensioenen van ambtenaren en ander personeel van de Europese Gemeenschappen. Artikel 1 van bijlage XI van het Statuut vereist dat de economische pariteiten zodanig worden berekend ‘dat elke wezenlijke post […] ten minste om de vijf jaar door middel van een rechtstreeks onderzoek kan worden geverifieerd’.

7.

3.3 Prijsvergelijkingen


Er is in de Commissie steeds meer behoefte aan gegevens over ruimtelijke prijsvergelijkingen, vooral voor de consumptieprijzen. Dit is het gevolg van een aantal beleidsbehoeften: er moet toezicht worden gehouden op de prijsconvergentie op de interne markt, er is behoefte aan betere prijsindicatoren voor het toezicht op de werking van de markten voor overheidsopdrachten en sinds de invoering van de euro is het noodzakelijk de prijsconvergentie in de eurozone te controleren. Prijsindexcijfers op het niveau van de totale consumptie van particuliere huishoudens, die bij de KKP-berekeningen worden verkregen, zijn al als structuurindicatoren opgenomen in de desbetreffende mededeling van de Commissie en in het jaarlijkse syntheseverslag van de Commissie aan de Europese Raad.

Ook vanuit het oogpunt van de consumentenbescherming bestaat er behoefte aan toezicht op de prijsverschillen voor een groot aantal consumentenproducten in de hele EU. Als bijproduct van het algemene KKP-programma kan in veel van deze behoeften, met name op een meer geaggregeerd niveau, worden voorzien.

Prijsvergelijkingen zijn dus bijzonder relevant voor diverse communautaire beleidsgebieden, zoals de ontwikkeling van de interne markt, het toezicht op de EMU vanuit het oogpunt van de prijsconvergentie, en de consumentenbescherming wat de vaststelling van prijsverschillen betreft. Het KKP-werkprogramma dat in dit voorstel voor een verordening wordt uiteengezet, verschaft niet noodzakelijkerwijs alle voor deze overige toepassingen benodigde gegevens, maar vormt in ieder geval wel een kader dat als basis voor aanvullende prijsvergelijkingen kan dienen. Bovendien belet deze verordening de Commissie niet onderzoek te doen naar nieuwe alternatieve gegevensbronnen voor prijsgegevens. De Commissie verricht momenteel al studie naar de geschiktheid van gegevens van streepjescodescanners, alsmede van internet als bron voor internationale prijsvergelijkingen.

8.

4. Conclusies


Economische aggregaten die aan de hand van KKP's in een gemeenschappelijke valuta zijn omgerekend, worden in de Commissie voor allerlei doeleinden gebruikt. KKP's zijn indicatoren die voor de EU vanuit economisch en beleidstechnisch oogpunt van het grootste belang zijn.

De huidige EU-wetgeving legt de Commissie verantwoordelijkheid op voor de berekening van het BBP op basis van de koopkracht, maar verplicht de lidstaten niet hun medewerking te verlenen. Juist omdat de betreffende werkzaamheden in een multilateraal kader plaatsvinden, zou de weigering van ook maar een land om verder mee te werken, het hele proces schade toebrengen. Daarom moet een stabiel, bindend en betrouwbaar juridisch kader worden geschapen dat de tijdige beschikbaarheid van deze gegevens kan waarborgen.