Toelichting bij COM(2005)112 - Gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND

De huidige verordening over ondernemingsregisters (de OR-verordening, nr. 2186/93), die de door de lidstaten voor statistische doeleinden gebruikte ondernemingsregisters harmoniseert, dateert uit 1993 en is inmiddels ten dele achterhaald. De situatie is de afgelopen jaren aanzienlijk veranderd en er zijn nieuwe statistische behoeften ontstaan.

Gaandeweg zijn er drie soorten nieuwe behoeften aan de dag getreden:

- door de mondialisering van de economie is er vraag ontstaan naar informatie over ondernemingsgroepen;

- door de integratie van activiteiten van de verschillende sectoren is het noodzakelijk geworden de gehele economie te bestrijken;

- door de interne markt is er behoefte ontstaan aan een betere statistische vergelijkbaarheid, die vooral afhangt van de beschikbaarheid van geharmoniseerde bronnen voor de bedrijvenpopulatie van de EU.

Het voorstel heeft tot doel de huidige OR-verordening aan deze nieuwe behoeften aan te passen.

Daartoe worden diverse wijzigingen van de huidige OR-verordening voorgesteld, die hieronder kort worden beschreven.

1.

Inhoud van de verordening



Met het oog op de nieuwe informatiebehoeften bevat de voorgestelde ontwerp-verordening twee belangrijke wijzigingen:

- registratie van alle ondernemingen die economische activiteiten verrichten die bijdragen tot het bruto binnenlands product, de lokale eenheden van deze ondernemingen en de overeenkomstige juridische eenheden wordt verplicht (in de thans geldende verordening is registratie voor sommige activiteitensectoren facultatief);

- financiële banden en ondernemingsgroepen moeten voortaan ook worden geregistreerd en de landen en Eurostat moeten gegevens uitwisselen over multinationale ondernemingsgroepen en de eenheden die daarvan deel uitmaken.

2.1. Volledige dekking van de economie

Daar een aantal EU-besluiten op statistisch gebied de hele economie bestrijkt en ondernemingsregisters in toenemende mate voor de nationale rekeningen worden gebruikt, is het van essentieel belang dat de ondernemingsregisters alle economische sectoren omvatten. Dat wil zeggen dat nu ook het openbaar bestuur en de landbouw en visserij in het register moeten worden opgenomen.

Openbaar bestuur

De rol van de overheid ondergaat momenteel een verandering. Bepaalde activiteiten die voorheen onder de openbare sector vielen, kunnen nu door overheidsbedrijven of door particuliere vennootschappen worden beheerd. Om een duidelijk beeld van de situatie te krijgen, moeten vergelijkbaarder gegevens beschikbaar zijn. Dat is alleen mogelijk als de openbare sector volgens overeengekomen normen verplicht in de nationale ondernemingsregisters voor statistische doeleinden wordt opgenomen.

Landbouw en visserij

Door de grote beleidsaandacht voor plattelandsontwikkeling bestaat niet alleen behoefte aan informatie over de landbouw zelf, maar ook over de steeds vaker voorkomende combinatie van landbouw met andere activiteiten die buiten beschouwing blijven in de grotendeels op productbasis opgestelde landbouwstatistieken. Wanneer de landbouw op geharmoniseerde wijze in de ondernemingsregisters wordt opgenomen, zijn de voor het plattelandsbeleid benodigde basisgegevens beschikbaar.

2.2. Gegevens over ondernemingsgroepen

Er is steeds meer vraag naar informatie over ondernemingsgroepen, op nationaal niveau om de concentratie van de economie te meten en op internationaal niveau om statistieken in verband met de mondialisering op te stellen. Om aan die vraag te voldoen, worden al vele statistieken geproduceerd, waarvan sommige op grond van de statistische wetgeving van de EU worden opgesteld (statistieken over buitenlandse filialen, betalingsbalansen en de buitenlandse handel). Dat is echter niet genoeg. De huidige situatie, waarin alleen de delen van ondernemingsgroepen op het nationale grondgebied worden geregistreerd, voldoet niet; de gegevens over multinationale groepen moeten op Europees niveau worden geconsolideerd.

De ontwerp-verordening stelt verplicht dat de financiële banden tussen juridische eenheden in de nationale ondernemingsregisters worden opgenomen en dat informatie over transnationale banden aan de Commissie (Eurostat) wordt meegedeeld.

Dit moet leiden tot:

- geharmoniseerde steekproefkaders voor bestaande enquêtes die het begrip financiële banden gebruiken;

- betere vergelijkbaarheid van tal van bestaande statistieken waarin de financiële banden tussen ondernemingen in verschillende landen een belangrijke factor zijn, zoals gegevens over de productiviteit;

- aanvullende informatie over de populatie van ondernemingsgroepen, aangezien de registers ook als directe bron voor statistieken over de mondialisering kunnen worden gebruikt. Die informatie is van onschatbare waarde voor diverse beleidsinitiatieven op concurrentie- en onderzoeksgebied en bij handelsbesprekingen.

Een ander gevolg van het voorstel is dat het waarnemingsgebied en de kwaliteit van de gegevens over multinationale ondernemingsgroepen nauwer aansluiten bij wat in de VS gebruikelijk is.

2.

Gevolgen


VAN HET VOORSTEL

De meeste lidstaten voeren de nieuwe voorschriften al gedeeltelijk uit

In bijna alle lidstaten worden de drie facultatieve secties van de NACE op zijn minst al gedeeltelijk bestreken en is al bepaalde informatie over ondernemingsgroepen beschikbaar of in voorbereiding. In de meeste gevallen bestaat dus al een kader en moeten de lidstaten verdere maatregelen treffen ter verbetering van de dekking of kwaliteit van de gegevens, bijvoorbeeld door gebruik te maken van aanvullende bronnen. Gelet op de verschillende nationale situaties kan een harmonisatie tussen alle lidstaten alleen worden bereikt door de goedkeuring van gemeenschappelijke methoden zoals die in de voorgestelde verordening zijn vastgelegd.

Kleine eenheden hoeven niet te worden geregistreerd

Daar de internationale belangstelling vooral uitgaat naar multinationale groepen, zijn er geen strenge eisen opgenomen voor de dekking van groepen waarvan alle eenheden in hetzelfde land zijn gevestigd. Ook is het aan de lidstaten te beslissen of zij zeer kleine bedrijfjes zonder werknemers in het register opnemen, want de op nationaal niveau beschikbare administratieve bronnen zijn hierbij bepalend. Er is dus zoveel mogelijk rekening gehouden met de nationale situatie en de uiteenlopende beschikbaarheid van bronnen.

Sommige variabelen zijn facultatief om de implementatiekosten op een redelijk niveau te houden

Sommige variabelen hoeven alleen te worden geregistreerd als de informatie in de administratieve bronnen van de afzonderlijke lidstaten beschikbaar is, terwijl bepaalde variabelen betreffende ondernemingsgroepen facultatief zijn totdat de wijze van indiening bij Eurostat is geregeld: consolidering van de gegevens bij Eurostat en feedback van gecorrigeerde en consistente gegevens aan de lidstaten. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de bepaling van het zeggenschap hebbende land bij statistieken over buitenlandse filialen, daar de informatie op nationaal niveau wellicht ontbreekt of niet consistent is en de consistentie alleen op Europees niveau kan worden verzekerd.

Voor de landbouw, visserij en openbare sector is de omzet facultatief.

4. OVERLEG MET DE LIDSTATEN

De ontwerp-verordening is het resultaat van uitgebreid overleg met de lidstaten en is langdurig door de verschillende belanghebbenden besproken. Zij is herhaaldelijk aan de orde geweest in de werkgroep voor ondernemingsregisters en statistische eenheden, in de vergaderingen van directeuren voor bedrijfsstatistieken en in de vergaderingen van het Comité statistisch programma. Er is rekening gehouden met de standpunten van belangrijke gebruikers in de lidstaten, de EVA-landen, de kandidaat-lidstaten, de Commissie en andere belanghebbenden. In dit voorstel is getracht een middenweg te bewandelen tussen de door de belangrijkste gebruikers gewenste gedetailleerdheid enerzijds en de werkbelasting voor de nationale bureaus voor de statistiek anderzijds.