Toelichting bij COM(2006)66 - Structurele bedrijfsstatistieken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2006)66 - Structurele bedrijfsstatistieken.
bron COM(2006)66 NLEN
datum 20-02-2006
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


De vraag naar statistische gegevens ten behoeve van het vaststellen en volgen van het beleid neemt voortdurend toe. Daarom wordt met dit voorstel de bestaande verordening verbeterd: grotere aandacht voor de dienstensector, nieuwe bijlagen over de bedrijvendemografie en de zakelijke dienstverlening en invoering van een nieuw instrument waarmee op nieuwe gebruikersbehoeften kan worden gereageerd. Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken vormde het gemeenschappelijke kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van bedrijven in de Gemeenschap. Deze verordening werd vier keer gewijzigd. Nu opnieuw wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze verordening te worden overgegaan. De herschikking is gericht op voortzetting van de bestaande statistische ondersteuning van besluiten op de huidige beleidsgebieden en op aanvullende eisen als gevolg van nieuwe beleidsinitiatieven van de Gemeenschap en de voortdurende herijking van de statistische prioriteiten en van de relevantie van de geproduceerde statistieken, teneinde zo goed mogelijk gebruik te maken van de beschikbare middelen en de lasten van de respondenten te minimaliseren. Waar mogelijk worden in de herschikte verordening ter compensatie van nieuwe eisen vereenvoudigingen en een verlichting van de belasting voorgesteld. Tijdens zijn 53e en 54e vergadering heeft het Comité statistisch programma in het kader van de bespreking van het jaarprogramma voor 2005 het streven van Eurostat negatieve prioriteiten vast te stellen met instemming begroet, maar benadrukt dat dit proces nog moet worden verbeterd. In overeenstemming met het statistisch programma van de Commissie voor 2005 worden in de herschikking nieuwe prioriteiten gecombineerd met negatieve prioriteiten.

Algemene context


Voor veel diensten bestaan geen gedetailleerde statistische gegevens; dit geldt met name voor de zakelijke dienstverlening aangezien deze sector zeer heterogeen is. Zo telt de industrie in Verordening nr. 58/97 van de Raad 241 afzonderlijke activiteiten, tegen de sector van de marktdiensten maar 32. Het voorstel betreft onder meer de aanpassing van de bestaande verordeningen om de dienstensector met de industrie op gelijke voet te brengen en de noodzaak de verzameling van gegevens anders aan te pakken. Om gedegen beleidsaanbevelingen ter ondersteuning van het ondernemerschap te kunnen geven, zijn geharmoniseerde gegevens over de bedrijvendemografie, zoals gegevens over de oprichting en opheffing van ondernemingen, hun overlevingskansen en hun effect op de werkgelegenheid nodig. Er is een flexibel instrument nodig om snel te kunnen reageren op nieuwe statistische behoeften als gevolg van veranderende economische of technische omstandigheden. Momenteel biedt geen enkele wetstekst een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van statistieken over de zakelijke dienstverlening en de bedrijvendemografie of voor een specifieke gegevensverzameling.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 van de Raad van 20 december 1996 inzake structurele bedrijfsstatistieken (PB L 14 van 17.1.1997, blz.

1). Deze verordening is inhoudelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 410/98 van de Raad van 16 februari 1998 (PB L 52 van 21.2.1998, blz.

1), Verordening (EG) nr. 1614/2002 van de Commissie van 6 september 2002 (PB L 244 van 12.9.2002, blz.

7), Verordening (EG) nr. 2056/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 (PB L 317 van 21.11.2002, blz.

1) en Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz.

1). Dit voorstel voor een verordening vervangt Verordening nr. 58/97 van de Raad en haar wijzigingen; tegelijkertijd worden nieuwe wijzigingen voorgesteld. Een omvangrijke herziening van de NACE-classificatie is in voorbereiding. Er is over gesproken of, gezien de talrijke verwijzingen naar de NACE, in de herziene SBS-verordening al rekening zou kunnen worden gehouden met de toekomstige NACE-versie. Om praktische redenen werd hiervan afgezien, ook al omdat er bij de NACE-herziening voor moet worden gezorgd dat alle verwijzingen naar vroegere versies worden omgezet.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU


Belangrijke beleidsprioriteiten zoals het door de vergadering van de Europese Raad van maart 2000 in Lissabon in gang gezette proces, kunnen erg veel baat hebben bij actuele statistieken. De Europese Raad verklaarde bovendien tijdens zijn vergadering van maart 2001 in Stockholm dat de totstandbrenging van een doeltreffend functionerende interne markt voor diensten tot de topprioriteiten voor Europa behoort. Statistische gegevens zijn van wezenlijk belang voor een beter begrip van de werkelijke krachten achter het concurrentievermogen. Ook zijn zij een essentieel instrument bij beslissingen van ondernemingen, beleidsmakers en andere belanghebbenden en kunnen zij helpen bij het toezicht op de vooruitgang die wordt geboekt bij de uitvoering van maatregelen op de beleidsterreinen in de Mededeling van de Commissie aan de Raad over de concurrentiepositie van bedrijfsgerelateerde diensten en hun bijdrage aan de prestaties van het Europese bedrijfsleven. Bij Beschikking 2000/819/EG van 20 december 2000 heeft de Raad een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf, goedgekeurd, teneinde vorderingen te maken bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het Europese Handvest voor kleine ondernemingen. Voor de uitvoering van dit programma zijn indicatoren voor het meten van succesvol ondernemerschap nodig. Bovendien heeft de Commissie op 6 april 2005 een voorstel voor een nieuw kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013 goedgekeurd (COM(2005) 121 definitief). De gegevens over de bedrijvendemografie maken deel uit van de structurele indicatoren voor het toezicht op de doelstellingen van de Lissabonstrategie. Ten slotte verlangt het Groenboek van de Commissie over ondernemerschap in Europa, met in aansluiting hierop het Actieplan voor ondernemerschap, een benchmarking van het nationale beleid ten aanzien van de stimulering van ondernemerschap als bron van werkgelegenheid.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Het Comité statistisch programma heeft de strategie ten aanzien van dienstenstatistieken al in september 2002 goedgekeurd. Gewezen werd op de behoefte aan een duidelijke prioriteit voor de dienstenstatistiek en op de noodzaak op andere gebieden negatieve prioriteiten vast te stellen. Zo zouden de verzoeken om nieuwe statistieken op dienstengebied kunnen worden gecompenseerd met een geringere belasting van de geënquêteerden op andere gebieden. De desbetreffende werkgroepen, onder auspiciën van de Groep directeuren bedrijfsstatistiek die achter het actieplan stond, kregen de opdracht het voorstel verder uit te werken. De voorgestelde herschikte verordening werd opgesteld op basis van de resultaten van modelstudies, schriftelijk overleg met de gegevensverschaffers en de directoraten-generaal die de gegevens zullen gebruiken, en raadpleging van de werkgroepen ter zake (zakelijke dienstverlening en bedrijvendemografie), de Stuurgroep structurele bedrijfsstatistieken (vergaderingen in november 2003 en april en november 2004), de Groep directeuren bedrijfsstatistiek (vergadering in oktober 2004) en de betrokken directoraten-generaal van de Commissie.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Volgens alle geraadpleegde groepen is er behoefte aan een herziening van de verordening over de structurele bedrijfsstatistieken Een van de elementen is de uitbreiding voor de dienstensector. Het is de bedoeling dat alle gegevens op 4-cijferniveau van de NACE Rev. 1.1 worden aangeleverd, zodat een fijnere analyse van de dienstensector kan worden gemaakt, met name van de activiteiten in verband met computers en de zakelijke dienstverlening, (bijlage I, sectie 9). Er is een nieuwe bijlage over zakelijke dienstverlening aan de verordening toegevoegd (bijlage VIII). Deze betreft gegevens over de omzet ingedeeld naar producttype en plaats van vestiging van de klanten, teneinde meer informatie te vergaren over de zakelijke dienstverlening en de werking van de interne markt op dit gebied. Bijlage VIII wordt in het algemeen gesteund door de lidstaten. Ook krijgt de verordening een nieuwe bijlage over de bedrijvendemografie (bijlage IX). Hiermee worden gegevens verzameld over de bedrijvendemografie, d.w.z. over oprichtingen en opheffingen van ondernemingen en over het overleven van jonge ondernemingen en de effecten hiervan op de werkgelegenheid. Bijlage IX heeft de instemming van alle lidstaten. Om het hoofd te bieden aan nieuwe statistische behoeften wordt een ad-hocmodule voor flexibele enquêtes ingevoerd. Sommige lidstaten hebben problemen met deze module en vroegen om de mogelijkheid van een medefinanciering voor deze gegevensverzamelingen door de Commissie. Variabelen die speciaal betrekking hebben op het bruto-exploitatieoverschot en de arbeidsinput zijn van de sectorspecifieke bijlagen van de verordening (bijlagen II-IV) overgebracht naar de gemeenschappelijke module (bijlage I) teneinde meer gegevens over de dienstensector te verkrijgen. De uitbreiding van de gemeenschappelijke module tot afdeling 90 (Inzameling en verwerking van afvalwater en afval) en de groepen 92.1 (Activiteiten op het gebied van film en video) en 92.2 (Radio en televisie), alsook de geplande modelstudies voor de secties M (Onderwijs), N (Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening) en O (Overige gemeenschapsvoorzieningen en sociaal-culturele en persoonlijke diensten) werden in het algemeen gesteund, hoewel men dacht dat het moeilijk zou zijn gegevens over niet-marktdiensten te verzamelen. In verband met de eis om waar mogelijk over te gaan tot vereenvoudiging en vermindering van de belasting zijn de volgende variabelen in overleg met de verstrekkers en gebruikers van de gegevens geschrapt: - speur- en ontwikkelingswerk, - aankopen van energieproducten (bijlagen II en IV), - handelsvormen van ondernemingen (bijlage III), - waarde van door financiële leasing verworven materiële goederen (bijlagen II-IV), - alle facultatieve variabelen, - alle variabelen waarover in het kader van een andere verordening gegevens worden verzameld, dan wel waarvoor maar weinig gegevens beschikbaar waren of waarvan de kwaliteit van die gegevens niet goed was en waaraan de gebruikers maar in beperkte mate behoefte hadden. Aangezien sommige lidstaten vermoedden dat de kwaliteit van de gegevens te gering zou zijn, werd aan artikel 6 van de verordening een vierde lid toegevoegd teneinde de mogelijkheid open te houden om in specifieke gevallen aan te geven dat de nauwkeurigheid van de gegevens gering is. De omzet hoeft voortaan niet meer ieder jaar naar type activiteit te worden uitgesplitst (bijlagen II-IV), maar wel moeten jaarlijks algemene omzetgegevens worden verstrekt. Volgens de lidstaten waren de variabelen te gedetailleerd om jaarlijks kwalitatief goede gegevens te kunnen verstrekken.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er was geen behoefte aan externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


De krachtens deze verordening verlangde informatie kan nodig zijn voor het opstellen, volgen en evalueren van het Gemeenschapsbeleid, vooral op het gebied van de interne markt, maar ook op dat van het financiële, ondernemingen- en werkgelegenheidsbeleid en het beleid inzake de informatiemaatschappij. De nieuwe informatie kan bijdragen tot verbeteringen bij het opstellen en volgen van het beleid, onder meer waar het gaat om maatregelen in verband met de duurzame ontwikkeling. Ook zal het mogelijk zijn de bedrijvendemografie te volgen, en de effecten hiervan voor de werkgelegenheid en op sociaal gebied. De informatie die dankzij deze verordening beschikbaar komt, zal bedrijven helpen bij hun besluitvorming over investeringen en bij het afzetten van hun prestaties tegen het gemiddelde voor de bedrijfstak. Zo zal de verordening bijdragen tot stimulering van het concurrentievermogen van ondernemingen. In combinatie met de verbetering van het beleid, zal het effect op de economie positief zijn.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregelen


Door de gecodificeerde en herschikte verordening wordt het kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van ondernemingen in de Gemeenschap verder uitgebreid. In verband met nieuw economisch, sociaal, concurrentie-, milieu- en ondernemingenbeleid en nieuwe richtsnoeren op die gebieden zijn initiatieven en besluiten nodig die berusten op degelijke statistische informatie. De in het kader van de bestaande verordening inzake structurele bedrijfsstatistieken en andere Gemeenschapswetgeving verstrekte of in de lidstaten beschikbare informatie is ontoereikend, niet geschikt of onvoldoende vergelijkbaar om te kunnen worden gebruikt als betrouwbare basis voor de werkzaamheden van de Commissie.

Rechtsgrondslag


Het Verdrag tot oprichting van de Europese Unie, en met name artikel 285, lid 1.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voorzover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt:

Er is Gemeenschapswetgeving over structurele bedrijfsstatistieken nodig om gemeenschappelijke statistische normen voor de gegevens vast te stellen, zodat de in verschillende landen verzamelde gegevens goed vergelijkbaar zijn. Deze vergelijkbaarheid wordt verlangd door alle gebruikers, niet alleen op Gemeenschapsniveau, maar ook in de lidstaten. In de verordening wordt een reeks relevante statistische gegevens, met de belangrijkste definities, vastgelegd om er zo voor te zorgen dat de statistieken vergelijkbaar zijn. Dit is van wezenlijk belang voor de berekening van EU-aggregaten, waarnaar bij de gebruikers veel vraag is. Voortgaan met de huidige situatie kan tot gevolg hebben dat de gebruikers niet meer de informatie krijgen die zij nodig hebben. Om de haar door de Verdragen toevertrouwde taken, met name met betrekking tot de interne markt, te kunnen uitoefenen, heeft de Commissie relevante, zinvolle, actuele, betrouwbare en vergelijkbare structurele bedrijfsstatistieken nodig.

Zonder verordening krijgen de lidstaten te kampen met het ontbreken van geharmoniseerde structurele bedrijfsstatistieken betreffende de EU, wat hun belangen ernstig zou schaden. Deze verordening levert de basis voor gegevens die nodig zijn voor de opstelling van het beleid. Ondernemingen en hun organisaties hebben dergelijke informatie nodig om inzicht te verwerven in hun markten en om hun activiteiten en prestaties op regionaal, nationaal en internationaal niveau te kunnen vergelijken met die van concurrenten.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt.

De structuur, de activiteiten, het concurrentievermogen en de prestaties van de ondernemingen in de Gemeenschap kunnen het best worden gevolgd door de opstelling van statistieken op basis van gemeenschappelijke methodologische principes en gemeenschappelijke definities van kenmerken. Alleen een gecoördineerde opstelling kan leiden tot geharmoniseerde statistieken die betrouwbaar en gedetailleerd genoeg zijn om te voorzien in de behoeften van de Commissie en het bedrijfsleven.

Alleen op basis van geharmoniseerde statistieken kunnen aggregaten voor de gehele Gemeenschap worden berekend.

De nationale statistieken moeten worden gecoördineerd en geharmoniseerd, zodat Europese statistieken kunnen worden opgesteld. Alleen de Europese Unie is hiertoe in staat.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De voorgestelde verordening en alle uitvoeringsmaatregelen zijn outputmaatregelen, waarbij de statistische kenmerken worden gedefinieerd, maar die de lidstaten volledig vrij laten in de wijze waarop zij de gegevens verkrijgen. De verordening gaat niet verder dan nodig is en er wordt rekening mee gehouden dat de belasting voor de betrokken partijen zo klein mogelijk en evenredig moet zijn. De voorgestelde verordening verhindert niet dat de lidstaten desgewenst ook andere of gedetailleerdere statistieken verzamelen

Bij de herschikking is er rekening mee gehouden dat de bestaande statistische ondersteuning van besluiten op de huidige beleidsgebieden moet worden voortgezet en dat moet worden voldaan aan de aanvullende eisen als gevolg van nieuwe beleidsinitiatieven van de Gemeenschap en de voortdurende herijking van de statistische prioriteiten en van de relevantie van de geproduceerde statistieken. De herschikking is gericht op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en op minimalisering van de lasten van de respondenten. Waar mogelijk worden in de herschikte verordening ter compensatie van nieuwe eisen vereenvoudigingen en een verlichting van de belasting voorgesteld.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. De in de verordening bedoelde statistieken moeten rechtstreeks en onmiddellijk in de lidstaten ten uitvoer worden gelegd. Zij hebben betrekking op specifiek geïdentificeerde statistische eenheden in de lidstaten, het doel is duidelijk, de maatregelen zijn onmiddellijk van toepassing en de in de enquête op te nemen elementen worden in de verordening gespecificeerd, evenals de methoden, het tijdschema en de frequentie. Daarom zijn er in het algemeen voor de harmonisatie geen nationale maatregelen nodig en hoeven de nationale instanties waarop de maatregelen van toepassing zijn, ze alleen maar toe te passen.

3.

Gevolgen voor de begroting



De kosten van de verplichte gegevensverzameling worden door de lidstaten gedragen. Voor de modelstudies, waarin wordt getest of het haalbaar is bepaalde gegevens te verzamelen die onze belangrijkste gebruikers weliswaar wenselijk achten, maar die moeilijk te verzamelen zijn, is medefinanciering noodzakelijk. De bijdrage van de Commissie zal, na een oproep tot het indienen van voorstellen, de vorm aannemen van subsidies die worden toegekend op basis van vooraf door de lidstaten ingediende subsidieaanvragen, waarin ook een verklaring omtrent de geraamde kosten is opgenomen. Volgens artikel 2 van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek worden onder nationale instanties verstaan de nationale instituten voor de statistiek en andere instanties die door de lidstaten met de productie van communautaire statistieken belast zijn. Voor de medefinanciering van modelstudies zijn voor de periode 2007-2009 vastleggingskredieten ter hoogte van € 4,950 miljoen voorzien. Technische en administratieve bijstand en ondersteunende uitgaven zijn niet voorzien. Voor het beheer van het programma en de behoeften in verband daarmee zal het huidige personeel worden ingezet; er is geen nieuw personeel nodig. De werkzaamheden van Eurostat in verband met de ontwikkeling en documentering van de communautaire methoden en de verwerking, analyse en verspreiding van de gegevens worden volledig door de Gemeenschap gedragen. Er zullen vermoedelijk slechts zeer weinig bijkomende kosten zijn.

4.

Aanvullende informatie



Simulatie, proefperiode en overgangsperiode

Het voorstel omvat een simulatie of een testfase.

Het voorstel voorziet in een overgangsperiode.

Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van de wetgeving.

Er zijn 25 variabelen uit de verordening geschrapt. De verordening is geherstructureerd om de behoeften aan gegevens te dekken; de opzet van de verschillende bijlagen is gelijkgetrokken. De wetgeving is gestroomlijnd, vooral wat het gebruik van de uitvoeringsbevoegdheden betreft. De omvang en het gebruik van de comitéprocedure is uitvoerig weergegeven en waar nodig zijn met het oog op de duidelijkheid dwarsverbanden gelegd.

Intrekking van bestaande wetgeving


Wanneer het voorstel wordt goedgekeurd, moet de bestaande wetgeving worden ingetrokken.

Herschikking


Het voorstel impliceert een herschikking van de huidige wetgeving.

Europese Economische Ruimte


De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

1. ê 58/97 (aangepast)