Toelichting bij COM(2008)212 - Wijziging van Verordening 1371/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal uit de VS en Rusland, en tot intrekking van de bij Verordening (EG) nr. 1371/2005 ingestelde antidumpingrechten op gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal uit Rusland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005 ("de basisverordening").

Algemene context


Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat is uitgevoerd overeenkomstig de materiële en procedurele eisen van de basisverordening.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG) nr. 1371/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal uit de Verenigde Staten van Amerika en Rusland. Besluit 2005/622/EG tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende gewalste platte producten met georiënteerde korrel van transformatorstaal uit de Verenigde Staten van Amerika en Rusland. Verordening (EG) nr. 41/2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1371/2005 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal uit de Verenigde Staten van Amerika en Rusland.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar bevat wel een uitputtende lijst van factoren die moeten worden beoordeeld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Op 23 februari 2007 heeft de Commissie een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek geopend naar de geldende antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit onder andere Rusland. Het nieuwe onderzoek had alleen tot doel na te gaan of de bestaande maatregelen ten aanzien van twee Russische exporteurs die tot één onderneming waren gefuseerd, moesten worden voortgezet, ingetrokken of gewijzigd. Het bijgaande voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1371/2005 is gebaseerd op de definitieve bevindingen. Daaruit is gebleken dat de dumpingmarge van de nieuwe fusieonderneming minimaal is. Bijgevolg moeten de antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van gewalste platte producten met georiënteerde korrel van siliciumstaal van oorsprong uit Rusland worden ingetrokken en moet de procedure overeenkomstig artikel 9, lid 3, van de basisverordening worden beëindigd. De Raad wordt derhalve voorgesteld zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand voorstel voor een verordening, die in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden bekendgemaakt.

Rechtsgrondslag


Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 21 december 2005.

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

De vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming.

Beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, ondernemingen en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel: niet van toepassing.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn. De basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.