Toelichting bij COM(2007)76 - Kwartaalstatistieken van vacatures in de EG

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2007)76 - Kwartaalstatistieken van vacatures in de EG.
bron COM(2007)76 NLEN
datum 12-03-2007
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Om tegemoet te komen aan de bij de gebruikers bestaande behoefte aan statistieken van vacatures, is Eurostat voornemens een rechtsgrondslag voor de verzameling van gegevens over vacatures vast te stellen. De Commissie en de Europese Centrale Bank moeten snel kwartaalgegevens over vacatures ontvangen om de kortetermijnveranderingen bij de vacatures in het oog te houden. Vacatures worden opgenomen in de reeks voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI's) en zijn noodzakelijk om de arbeidsmarktomstandigheden in de EU/eurozone te kunnen beoordelen in het kader van het EMU-actieplan. De Raad heeft de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige vacaturestatistieken een hoge prioriteit gegeven. Tijdens de Europese Raad van maart 2005 is besloten de strategie van Lissabon een nieuw elan te geven, waarbij met name werd opgeroepen tot maatregelen om meer mensen naar de arbeidsmarkt te trekken en meer banen te creëren; hierdoor is de behoefte aan betere informatie over de vraag naar arbeid groter geworden. Het Comité voor de werkgelegenheid heeft een structuurindicator van vacatures opgesteld, die moet worden ontwikkeld en gepubliceerd als maatregel om de krapte op de arbeidsmarkt en de tekorten aan vaardigheden te meten. De Commissie heeft in het kader van de Europese Werkgelegenheidsstrategie behoefte aan structuurgegevens over vacatures om het niveau en de structuur van de vraag naar arbeid te volgen en te analyseren en om tekorten aan arbeidskrachten, knelpunten en discrepanties per regio, per economische sector en per beroep in kaart te brengen, zoals wordt aangegeven in de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2005-2008), de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid. Bovendien worden vacaturestatistieken ook verzameld voor nationale doeleinden, om de nationale autoriteiten te helpen de arbeidsmarkt te beoordelen en te volgen en om het besluitvormingsproces voor het arbeidsmarktbeleid te ondersteunen.

Algemene context


Sinds 2003 worden er nationale gegevens over vacatures en bezette posten verzameld op basis van een gentlemen's agreement. Hoewel deze overeenkomst aanvankelijk nuttig bleek, heeft de ervaring geleerd dat deze niet in alle behoeften van de gebruikers kan voorzien. Voor de verzameling van kwartaalgegevens wordt niet voldaan aan de eisen die de ECB stelt aan de dekking, actualiteit en harmonisatie, noch aan de behoefte van de Commissie aan structuurgegevens. Momenteel sturen slechts zeer weinig landen jaargegevens in, waarbij het niveau van gedetailleerdheid zeer uiteenloopt en de vergelijkbaarheid beperkt is. Een rechtsgrondslag zorgt voor een mechanisme om een vergelijkbare methodologische basis te scheppen voor een significante reeks kortetermijn- en structuurstatistieken binnen een duidelijk tijdschema. Ook in het voortgangsverslag over de uitvoering van de informatieverplichtingen in de EMU van november 2005 van de Ecofin-Raad wordt gevraagd om de ontwikkeling van een passend Europees rechtskader. Bovendien heeft een aantal staten een rechtsgrondslag nodig om te kunnen doorgaan met het verzamelen van gegevens over vacatures.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Er bestaan nog geen bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Niet van toepassing.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Er heeft een schriftelijke raadpleging plaatsgehad en er is gediscussieerd in werkgroepen met gemachtigde vertegenwoordigers van het nationaal statistisch systeem van de lidstaten tijdens de vergaderingen van de werkgroep arbeidsmarkt in oktober 2005 en maart 2006. Het verordeningsvoorstel is in mei 2006 voor advies voorgelegd aan het Comité statistisch programma (CSP). Samengevat heeft het CSP zijn algemene steun aan de voorstellen verleend voor zover het de kwartaalstatistieken betreft. De lidstaten hadden echter veel bedenkingen bij de reikwijdte en de mate van detaillering van de indelingen die ieder jaar moeten worden gemaakt.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Naar aanleiding van het advies van het CSP is de verordening gewijzigd; met name is de verzameling van jaarlijkse structuurgegevens nu van deze wettekst uitgesloten. Het herziene verordeningsvoorstel van het Europees Parlement en de Raad heeft de brede steun van de directeuren-generaal van de nationale bureaus voor de statistiek en de ECB. Alle lidstaten waren het eens over het belang van een duidelijk en passend rechtskader voor de verzameling van kwartaalgegevens over vacatures. Om te voorzien in de behoefte aan jaarlijkse structuurstatistieken over vacatures voor het maken van beleid, wordt voorlopig het gentlemen's agreement voortgezet. Op middellange termijn moet, op basis van de ervaring met de verordening inzake kwartaalgegevens, worden gedacht aan de mogelijkheid van een nieuwe verordening om aan de behoefte aan jaargegevens te voldoen.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


De nationale vertegenwoordigers die deelnemen aan de werkgroep arbeidsmarktstatistieken van Eurostat en de leden van de taskforce vacatures zijn deskundigen met kennis en ervaring op het gebied van vacature- en arbeidsmarktstatistieken.

Gebruikte methode


Bij het opstellen van het document is gebruik gemaakt van het werk van de taskforce die is opgezet om een rechtsgrondslag voor de vacaturestatistieken vast te stellen. Bovendien is rekening gehouden met de opmerkingen die zijn gemaakt bij de bespreking van het ontwerpvoorstel in de werkgroep arbeidsmarktstatistieken van Eurostat. Deze betroffen vooral lastenreductie, bijvoorbeeld een vermindering van het aantal te bestrijken economische activiteiten, de invoering van de mogelijkheid om andere extra bronnen dan enquêtes te gebruiken om vacaturegegevens te verzamelen. Er is een herziene versie opgesteld, waarin methoden zijn opgenomen om de last voor het bedrijfsleven en de lidstaten te verminderen zonder de kwaliteit te schaden, zoals het gebruik van administratieve bronnen en, in specifieke gevallen, een vermindering van het aantal te bestrijken economische activiteiten door landbouw, visserij en bosbouw uit te sluiten. Ook de meeste andere tijdens het proces ontvangen opmerkingen zijn in aanmerking genomen en hebben bijgedragen aan de verduidelijking, verfijning en verbetering van de voorgestelde tekst.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


De deskundigen waren medewerkers van de nationale ministeries van werkgelegenheid en/of de nationale bureaus voor de statistiek.

Samenvatting van ontvangen en gebruikte adviezen

De meeste suggesties betroffen de te gebruiken definities, de bronnen en de haalbaarheid van de gevraagde informatie. De bijdragen van de deskundigen in de taskforce en de werkgroep worden volledig weerspiegeld in de tekst van dit verordeningsvoorstel.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek


De notulen met de uitkomsten van de besprekingen van de deskundigen in de werkgroepen en taskforces zijn, net als andere referentiedocumenten, beschikbaar via CIRCA, de Communication and Information Resource Centre Administrator van de Commissie. Dit geldt ook voor alle andere relevante informatie die in de toekomst beschikbaar komt.

Analyse van de gevolgen Voor de vacaturestatistieken in Europa staan er verschillende opties open: Optie A: Doorgaan met het verzamelen van gegevens over vacatures op grond van het gentlemen's agreement. Optie B: Eén verordening van het Europees Parlement en de Raad over communautaire vacaturestatistieken die een gemeenschappelijk kader voor kwartaal- en jaarstatistieken van vacatures schept, en die wordt uitgewerkt in twee verordeningen van de Commissie, met een reeks op de behoeften toegespitste uitvoeringsmaatregelen. Optie C: Eén verordening van het Europees Parlement en de Raad over communautaire kwartaalstatistieken van vacatures en doorgaan met het verzamelen van jaarlijkse vacaturestatistieken op basis van het gentlemen's agreement. Optie D: Twee voorstellen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, namelijk één voor kwartaalstatistieken en één voor jaarstatistieken van vacatures. Beide worden gevolgd door een uitvoeringsverordening. Gezien de uitkomst van de raadpleging gaat de voorkeur van het Europees Statistisch Systeem (ESS) uit naar optie C, namelijk één verordening van het Europees Parlement en de Raad over communautaire kwartaalstatistieken van vacatures, aangevuld met het verzamelen van jaarlijkse structuurgegevens op basis van een gentlemen's agreement. Door de goedkeuring van de wettekst wordt de productie verzekerd van geharmoniseerde en kwalitatief hoogstaande kwartaalstatistieken die noodzakelijk zijn voor vergelijkingen tussen lidstaten, en wordt er gezorgd voor continuïteit en consistentie bij de verzameling van kwartaalgegevens. Deze oplossing is efficiënt en flexibel en minder belastend dan de opties B of D. Bovendien moet optie C, gezien de toezegging van de lidstaten om kwartaalgegevens in te dienen, tot een snellere goedkeuring van de verordening leiden. Optie A is de huidige situatie. Weliswaar zijn er in het kader van het subsidiebeleid nog wat kleine verbeteringen mogelijk, maar een voortzetting van de medewerking op vrijwillige basis zou een aanvaarding van de bestaande nadelen van deze statistieken inhouden en voorbijgaan aan de behoefte van de gebruikers aan een rechtsgrondslag. Bovendien worden de landen die een verordening nodig hebben om door te gaan met het verzamelen van gegevens, permanent van de opstelling van de statistieken uitgesloten. Optie B voldoet in statistisch opzicht beter aan de behoeften van de gebruikers, waaronder die van de Commissie aan jaarlijkse structuurgegevens, en zou voor meer consistentie tussen kwartaal- en jaarstatistieken zorgen. Gelet op de meningen van de lidstaten en op de complexiteit en de moeilijkheden bij de uitvoering van deze optie, wordt het bereiken van overeenstemming over een dergelijke verordening waarschijnlijk een zeer lang en moeizaam proces, wat niet bevorderlijk is voor een snelle vaststelling van een verordening over kwartaalstatistieken. Optie D zou een passende benadering zijn omdat deze aan de eisen van de gebruikers voldoet, maar heeft nadelen in vergelijking met optie C, vooral wat efficiëntie en werkbelasting betreft. Toch moet deze optie op middellange termijn opnieuw worden overwogen, nadat de ervaringen met kwartaalstatistieken zijn geëvalueerd.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Deze rechtsgrondslag is bedoeld om een rechtskader te scheppen voor de huidige en zich nu al aftekenende activiteiten op het gebied van kwartaalstatistieken van vacatures. Dit houdt met name het garanderen van een geharmoniseerde verzameling van gegevens in om aan de vraag van gebruikers op dit gebied te voldoen. Het verordeningsvoorstel voldoet aan de beginselen van de praktijkcode Europese statistieken, en met name aan het beginsel van kosteneffectiviteit, en er zijn speciale maatregelen genomen om de last voor het bedrijfsleven en de nationale bureaus voor de statistiek zo klein mogelijk te maken. De verordening van het EP en de Raad moet worden aangevuld met een uitvoeringsverordening

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag voor communautaire statistieken is artikel 285: de Raad neemt volgens de medebeslissingsprocedure maatregelen aan voor de opstelling van statistieken wanneer zulks voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Dit artikel bevat de eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel


De doelstelling van de voorgestelde maatregel, namelijk de productie van communautaire vacaturestatistieken, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kan derhalve beter op grond van een communautair rechtsbesluit door de Gemeenschap worden bereikt. Alleen de Commissie kan immers de nodige harmonisatie van statistische informatie op communautair niveau coördineren, terwijl de lidstaten de gegevensverzameling en de opstelling van vergelijkbare vacaturestatistieken kunnen organiseren. De Gemeenschap kan dus maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan wat nodig is om dit doel te bereiken.

De kosten zullen stijgen, met name in het eerste uitvoeringsstadium en vooral voor de landen die op het ogenblik nog geen enquêtes over vacatures houden of die hun onderzoeken aan de wettelijke vereisten moeten aanpassen. Toch kunnen de kosten met financiële steun van de Gemeenschap worden beperkt. De omvang van de lastenverhoging is beperkt gehouden door een zorgvuldige voorbereiding, met inachtneming van het beginsel van kosteneffectiviteit en de uitvoering van wetgevingsmaatregelen, zoals het gebruik van administratieve bronnen die aan kwaliteitscriteria voldoen, de uitsluiting van een aantal marginale economische activiteiten en de mogelijkheid om haalbaarheidsstudies te laten uitvoeren door lidstaten die problemen hebben met de verschaffing van gegevens voor bepaalde specifieke sectoren en/of kleine eenheden.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Algemeen wordt erkend dat een verordening van het Europees Parlement en de Raad het meest geëigende instrument is voor statistische maatregelen die een gedetailleerde en eenvormige toepassing in de hele Gemeenschap vereisen. Een verordening is geschikter als basisbesluit dan een richtlijn omdat een verordening, in tegenstelling tot een richtlijn, in de gehele Gemeenschap dezelfde regels vastlegt en omdat de lidstaten deze niet onvolledig of selectief kunnen toepassen, noch de vorm en de methoden voor het bereiken van de doelen kunnen kiezen. Bovendien is een verordening rechtstreeks toepasselijk, hetgeen wil zeggen dat zij niet in intern recht hoeft te worden omgezet, waardoor vertraging bij de omzetting van de richtlijnen in nationale wetgeving voorkomen wordt. Dit leidt ook tot een betere en snellere wetgeving.

3.

Gevolgen voor de begroting



Financiële bepalingen in de verordening kunnen de lidstaten in de beginfase helpen bij de opstelling van nieuwe statistieken op dit gebied of bij de voltooiing van werkzaamheden, waaraan zij op grond van het gentlemen's agreement reeds zijn begonnen om de kwaliteit van de verzameling van kortetermijnstatistieken te verbeteren en aan de gebruikerseisen te voldoen. De financiering wordt gedekt door het communautaire programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit – Progress, dat is vastgesteld bij Besluit nr. 1672/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006. Onder onderdeel 1. Werkgelegenheid wordt de financiering van de relevante maatregelen, met inbegrip van statistische maatregelen, uitdrukkelijk genoemd: 'het inzicht in de werkgelegenheidssituatie en -vooruitzichten te verbeteren, met name via analyses en studies en de opstelling van statistieken en gemeenschappelijke indicatoren in het kader van de EWS'. De gevolgen voor de begroting in de vorm van vastleggings- en betalingskredieten in verband met deze acties worden geschat op 4,5 miljoen euro voor de periode 2008-2010.

1. 2007/0033 (COD)